Wij en het weer IRAS op zoek naar infrarood in heelal Nogmaals tiende planeet ZATERDAG 22 JANUARI 1977 EXTRA PAGINA 21 WETENSCHAP en TECHNOLOGIE door P. Bok De Mexicaanse wiskundige met astronomische belangstelling Jacinto Amor de la Pena heeft verklaard aan de hand van be rekeningen dat de aarde tien planeten heeft in plaats van de negen tot dusver bekende. Volgens hem staat Jano, zoals hij het hemellichaam heeft ge doopt, op een gemiddelde af stand van 8.790.600.000 km van de aarde, in welke baan een maal in de 450 jaar een omwen teling om de zon zou worden gemaakt. Overigens hebben astronomen in het verleden herhaalde malen gemeend, dat de aarde tien pla neten heeft, steeds op grond van berekeningen uit anders niet verklaarbare afwijkingen in de banen van de buitenste van de bekende planeten. Tot dusver is men er nooit in ge slaagd, het bestaan van zo'n tiende planeet visueel met kij kers te bevestigen en ook dit maal is dat nog niet het geval geweest. Niettemin is de basis van de veron derstelling niet te enen male onmogelijk. Per slot van reke ning zijn de buitenste planeten Neptunus en Uranus ook pas waargenomen nadat men hun bestaan had vermoed op grond van baanafwijkingen van an dere planeten. Als er iets is, waar wij allemaal mee te maken hebben, van wieg tot graf. iedere dag en intens dan is het wel het weer. Dagelijks moeten wij ons kleden op het weer, onze vrijetijds besteding is er voor een groot deel van afhankelijk en in een deel van het jaar voelen wij de weersom standigheden fors in onze porte monnee via gas, olie of kolenreke- ning. Maar niet alleen als "gewone bur ger" ondergaan wij de invloeden van het weer, ook doordat dit weer voor bepaalde beroepsgroepen zeer belangrijk is en dikwijls doorwerkt in wat de gewone man merkt van depressies. hogedrukgebieden, neerslag of droogte, onwillekeurig gaan de gedachten dan terug naar de extreem droge zomer van het af gelopen jaar, waardoor land-, tuin bouw en veeteelt en derhalve de prijzen voor alle agrarische pro- dukten sterk (in ons nadeel) beïn vloed werden. Maar ook voor scheep- en luchtvaart, voor vele in dustrieën in verband met luchtver ontreiniging bij bepaald klimatolo gische omstandigheden ondergaan vrijwel dagelijks de invloeden van het weer. Het is daarom toe te juichen, dat de stichting TELEAC, die min of meer wetenschappelijk en technisch georiënteerde voorlichtingscur sussen geeft via de televisie, bin nenkort een cursus start onder de titel "wij en het weer". Dat gebeurt als een co-produktie van TELEAC en het KNMI in De Bilt, het Neder landse "weerinstituut" in het cen trum van het land dat ons dagelijks verwachtingen aanbiedt over dit centrale probleem van de mens. Er zijn talloze factoren, die het weerbeeld bepalen en hoewel men nog geen volledig inzicht heeft in de werking van die factoren, is het Spectaculaire weersverschijnselen zijn stormen waarbij het zeewater de toch mogelijk, om verwachtingen beschermingen bedreigt waarmee de mens zijn woongebied omgeeft zoals °P te stellen, die wel eens niet i Nederland. vervulling gaan maar toch een rede lijke mate van betrouwbaarheid hebben. Welke zijn die factoren, hoe oefenen zij invloed uit en wat zijn eigenlijk de weersverschijnse- len die wij kennen? Op deze en aanverwante vragen wordt geantwoord in de dertien lessen van TELEAC waarvan de eerste op 31 januari a.s wordt uitge zonden via Nederland 1. De lessen worden steeds op een maandag van 18 15 tot 18.45 uur gegeven en de zondag daarop van 13.30 tot 14.00 uur over dezelfde zender herhaald. De verschillende onderwerpen die in de opeenvolgende cursussen ter sprake komen zijn de volgende. Weerbericht in wording: vanuit een actuele situatie wordt getoond hoe weerberichten op het KNMI worden gemaakt. Weermetingen bij het KNMI, op het lichtschip Goeree, op het weer- schip Cumulus en de waarnemin gen van weersatellieten. De moderne hulpmiddelen van de meteorologen, de weersatellie ten en hun meest spectaculaire produkten, de wolkenfoto's. Samenstelling en ontstaan van wolken, die in het weerbeeld zo'n belangrijke rol spelen. De algemene luchtcirculatie en de daarin voorkomende belang rijkste weersystemen zoals hoged rukgebieden, depressies en fron ten. In de atmosfeer ontstaan elektri sche ladingstegenstellingen. Ge keken wordt naar het nut van een bliksemafleider. Wat is eigenlijk een windhoos en wat is het verschil met een wervelstorm of een tropi sche cycloon? Er bestaat een netwerk van 12.000 waarnemingsstations, die gelijktijdig hun waarnemingen De koeling van elektrische centrales zoals deze bij de Hemweg in Am sterdam heeft ook meteorologische gevolgen zoals extra mistvorming. Een betrekkelijke onschuldige maar toch merkbare vervuiling van de atmos feer door menselijk toedoen. doen. Het weerbedrijf is een zeer internationale aangelegenheid, omdat het plaatselijke weer voor een groot deel bepaald wordt door factoren elders. Hoe komt de uit wisseling van gegevens tot stand? In de dampkring is voortdurend een grillig samenspel van lucht stromen aan de gang. Zij bepalen mede het weersverloop. Belangrijk is om de oorzaak van die lucht stromingen op te sporen. Onderscheid moet worden ge maakt tussen weer, het momentele verschijnsel, en het klimaat, het weerbeeld op lange termijn, waar bij gewezen wordt op de verschil lende klimaatsoorten. In principe hebben wij allemaal baat bij kennis van het weer van morgen en de komende dagen, maar er zijn bepaalde groepen die er meer dan gewone interesse bij hebben zoals in de land- en tuin bouw, de bouwnijverheid, de lucht en scheepvaart etc. Ingegaan zal worden op het be grip windkracht en het belang van stormwaarschuwingen vooral voor de scheepvaart. Wat is de invloed van luchtveron treiniging op het weer en is er kans op veranderingen van het klimaat? Dat zijn enkele zeer belangrijke vragen waar meteorologen zich mee bezighouden. Iemand met veel belangstelling voor het weergebeuren kan een grote' mate van succes bereiken bij verwachtingen op korte termijn zonder te beschikken over speciale natuurkundige kennis of ingewik kelde instrumenten. Wanneer wij al mopperen, indien we enkele dagen onder een grauw wolkendek de koesterende zon moeten missen, hoeveel medelij den moeten wij dan niet hebben met de sterrekundigen, die voort durend onder een "wolkendek" moeten opereren om wat van hun studieobject, het heelal, waar te nemen. Het lijkt wat vreemd, maar daar komt het toch op neer, ook in de nachten, dat wij gewone sterve lingen kunnen genieten van een flonkerende sterrenhemel. Geluk kig heeft de ontwikkeling van de ruimtevaart de astronomen enorm geholpen, deze hinderpaal te om zeilen, en ons land speelt in die ac tiviteiten een belangrijke rol. Bin nenkort weer, aangezien toestem ming is gegeven om onze eerste astronomische satelliet, de ANS, te laten volgen door de IRAS, die in het voorjaar van 1981 moet worden gelanceerd. De grote moeilijkheid voor astro nomen, eigenlijk pas na de tweede wereldoorlog goed onderkend, is het feit dat kosmische objecten straling uitzenden over vrijwel het gehele elektromagnetische spec trum, maar dat de aardse atmosfeer slechts voor een gering deel van dit spectrum doordringbaar is. Op de grond kunnen wij derhalve slechts een heel klein deel van de straling uit de kosmos meten. Tot voor de oorlog moesten astronomen het voor de mens zichtbaar licht. Het leek alsof de sterrekundigen het heelal moesten bestuderen zoals het interieur van een huis slechts door een blik door het sleutelgat van de voordeur. Dan zie je ook maar een heel klein stukje, de hal, vanuit een zeer beperkte gezichts hoek. Het ligt voor de hand, dat je dan een zeer onvolledig beeld van dat interieur van een huis krijgt en nog vertekend ook. Pas in en in volle omvang direct na de oorlog kregen de astronomen een nieuwe kans, de radioastronomie, ofwel het registreren van de straling uit het heelal in het gebied van de radio golflengten. Daarmee werd een nieuw "venster" op het interieur van ons huls, de kosmos geopend, en kon men een beter kijkje nemen. Maar het bleef een onvolledig beeld en kon ook via dit venster nooit ideaal worden. Pas de ruimtevaart maakt een vol lediger indruk mogelijk. Met die ruimtevaart kon men het huis zelf binnengaan. De astronomen hoef den niet meer door vensters naar de kosmos te kijken maar konden er hun instrumenten zelf inbrengen. Het huis werd ontsloten en men kon er naar believen in rondneu zen. Een tekening van de toekomstige IRAS die een gewicht zal hebben van 925 kg en 3,57 cm hoog is. Daarbij bleek, dat stralings soorten, die tot dusver niet waren waargenomen, het astronomisch beeld over de kosmos grondig wij zigden, dat we in een heel andere wereld leven dan wij dachten. Grote bijdrage Ons land heeft een grote bijdrage geleverd tot die betere kennis door de constructie van de ANS, afkor ting voor Astronomische Neder landse Satelliet. Deze werd in au gustus 1974 gelanceerd met behulp van een Amerikaanse raket. Hoe wel de raket niet perfect functio neerde waardoor de ANS in een andere dan de beoogde baan kwam, heeft deze kunstmaan van Neder landse makelij bijzonder belang wekkende observaties verricht op het gebied van de röntgenstraling en straling in de frequenties van het ultra-violet. Men heeft daardoor in de gehele wereld op hoge prijs gestelde gege vens verkregen over zeer jonge sterren en omtrent het ontstaan van sterren. De waarnemingen waren zo belangrijk, dat men overwogen heeft de satelliet, die voor een le vensduur van een jaar was ontwor pen maar langer mee bleek te kun nen gaan, een verlengd programma te laten uitvoeren, maar de Neder landse overheid stelde daar geen gelden (voor gebruik van de volg- stations op aarde en data- bewerking) voor beschikbaar. Niettemin heeft de Nederlandse regering wel middelen beschikbaar gesteld voor de bouw en lancering door Amerika van een opvolger van de ANS, de IRAS ofwel Infra Rood Astronomische Satelliet. Zoals de naam al zegt gaat het hier om een sterrekundige kunstmaan die juist aan de andere kant van het zicht bare spectrum het infrarood met langere golflengten, waarnemin gen moet doen. Ook deze stralingen bereiken het aardoppervlak niet of nauwelijks omdat de atmosfeer er niet doorlaatbaar voor is. Ook hier dus kunnen alleen waarnemingsin strumenten buiten die atmosfeer, dus in principe in een kunstmaan, uitkomst brengen. De eerste plannen voor de IRAS stammen uit 1972/73. Een week voor de lancering van de ANS wer den de plannen ingediend bij de Akademie van Wetenschappen en het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimte vaart NIVR te Delft, dat ook een grote rol speelde in het ANS- project. Toen was nog niet bekend of de overheid de benodigde gelden zou willen fourneren. Overigens wordt IRAS niet zo'n vrijwel geheel Nederlandse satel liet als ANS indertijd was. Het pro ject is en wordt ontwikkeld in sa menwerking met Amerikaanse en Britse astronomen en technici, de lancering zal weer met een Ameri kaanse raket in de VS plaats vin den, en de data-verwerking tijdens de vlucht komt in Britse handen. Het inmiddels gevormde consor tium ICIRAS (Industrieel Consor tium Infra Rood Astronomische Satelliet) dat verantwoordelijk is voor de totale uitvoering van het project onder supervisie van het NIVR is gevormd door Fokker- VFW en de Hollandse Signaalappa- ratenfabriek (Philips). Inventarisatie De nieuwe satelliet is als gezegd ontworpen voor de levensduur van één jaar. Deze tijd is nodig om de waarnemingen een aantal keren te kunnen herhalen en daardoor de infrarood-kaart van het heelal te vergroten. Aangezien op 900 km hoogte een polaire baan om de aarde moet worden gevolgd waar door het baanvlak per dag één graad meeroteert met de aarde in haar baan om de zon is binnen zes maanden na een draaiing van 180 graden de gehele sterrenhemel af getast. In deze periode ligt de nad ruk op inventarisatie van de kosmi sche bronnen van infrarode stra ling. Gedurende het tweede half jaar zullen meer gedetailleerde stu dies van diverse objecten worden uitgevoerd. Onder gunstige om standigheden kan de waarne- mingstijd worden verlengd voor hernieuwde detailstudies. Internationaal bestaat er grote be langstelling voor het project. Astronomische waarnemingen in het infrarood zijn wetenschappe lijk gezien zeer interessant omdat men schat dat een zeer groot deel - misschien wel de helft - van alle energie die in het heelal aanwezig is, in deze vorm wordt uitgezonden. Dit gebeurt onder meer tijdens het ontstaan van nieuwe sterren, waar over nog veel onbekend is ondanks de waarnemingen van ANS die in het ultraviolet ook sterk georiën teerd waren op jonge sterren en hun embryologische stadium. Een groot probleem bij infrarood- metingen is dat een telescoop als gevolg van de eigen warmtestraling met effecten in dit golflengtegebied de waarnemingen zeer bemoeilijkt. Voor nauwkeurige metingen zal de IRAS-telescoop daarom met vloei baar helium van een temperatuur nabij het absolute nulpunt (273 graden celsius onder nul) moeten worden gekoeld om de eigen infra- roodstraling tot een minimum te beperken. Deze koeltechniek is al toegepast bij een aantal raket- experimenten waarmee de eerste relatief ongevoelige inventarisatie van infrarood-objecten is uitge voerd. Dit betrof metingen van het Cali- fornian Institute of Technology en het Air Force Cambridge Research Laboratory. Ook het Laboratorium voor Ruimteonderzoek van de Groningse Universiteit verricht sinds 1969 infraroodmetingen met behulp van stratosfeer-ballonnen die een instrument naar boven brengen buiten het grootste absor berende deel van de atmosfeer. Een nadeel van deze methode is de maandenlange voorbereiding die in een ongunstiger verhouding staat tot de waarnemingstijd van ongeveer acht uur per ballon- vlucht. Een meer efficiënte oplos sing is de in IRAS te verwezenlij ken satelliet met infraroodkijker die met behulp van vloeibaar he lium tot nabij het absolute nulpunt is gekoeld. Er bestaan plannen om in de jaren tachtig met een grote kijker in het Europese ruimtelabo ratorium Spacelab (in de ruimte gebracht met de Amerikaanse Spa- ceshuttle) metingen in het infra rood te doen. bevatten, de geprojec-, teerde grote Amerikaanse ruimte- telescoop zal een infraTood- instrument bevallen. Na deze fase, waarin de IRAS het spit afbijt, kan beslist worden of het zinvol is een infrarood-telescoop van grote om vang voor langere tijd, een periode van vele jaren, in de ruimte te plaat- Koelsysteem Het koelsysteem wordt ontworpen en vervaardigd door de Ameri kaanse Ball Brothers Research Corporation. Amerika zorgt voorts voor de lancering. Die zal geschie den met een tweetraps Thor-Delta- raket vanaf de Western Test Range in Californië. Ook andere Ameri kaanse bijdragen maken het be grijpelijk, dat de IRASwordt be schouwd als een Nederlands- Amerikaans samenwerkingspro- jekt. De kosten van ongeveer 230 miljoen gulden worden dan ook min of meer gelijk op door deze landen gedragen. Engeland levert een betrekkelijk geringe constructieve bijdrage maar vervult im het hele project wel een belangrijke rol door het be schikbaar stellen van faciliteiten voor de vluchtoperaties in de Ap- pleton Laboratories te Slough. De ANS kreeg indertijd per dag on geveer twee miljoen "bits" aan ge gevens te verwerken. Bits zijn min of meer eenheden van informatie. Voor de IRAS ligt dit aantal tussen een half en een miljard bits. Deze meetgegevens worden opgeslagen via een boordcomputer op een ta perecorder. Op geschikte momen ten worden dezé gegevens dan doorgeseind naar de grondstations Voor de vluchtoperaties, het op nemen van de meetgegevens, werd in het geval van de ANS gebruik gemaakt van de faciliteiten van de ESA, de Europese ruimtevaartor ganisatie. Dat levert met de te ver wachten stroom gegevens van de IRAS problemen op, en men heeft dankbaar gebruik gemaakt van het Engelse aanbod, deze taak uit te voeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 21