PvdA is bezig met
een rookgordijn
'Eisen vakbeweging redelijk'
De
Papa-
gali
hebben
geen
Wie is gebaat
bij streven
naar "stikken
of slikken"?
DONDERDAG 20 JANUARI 1977
Mijn eerste bijdrage in het nieuwe jaar schrijf ik in een tijd,
dat de Tweede Kamer nog op reces is. Ik geloof, dat het
goed is, juist in een verkiezingsjaar niet in te gaan op de
wens van sommigen om de Kamer alweer direct na 1 ja
nuari dagelijks te laten vergaderen. Het blijkt nl. altijd
weer, dat het niet dagelijks vergaderen, maar de tijd voor
bezinning gebruiken voor de democratische gang van za
ken veel beter is, dan in hoog vergadertempo onjuiste en
onvoldoend voorbereide beslissingen te nemen.
Nadat de Kamer zich op 22 decem
ber om half vijf 's morgens met
een zeer geringe meerderheid
voor een huurverhoging van 7
i.p.v. 8% had uitgesproken (dat la
te, of, zo men wil7vroege tijdstip,
ontstaan door de vele "schorsin
gen" wees wel op een niet zo stra
lende samenhang tussen de rege
ringspartijen) is er tot nieuwjaar
niet zoveel gebeurd.
De belangrijkste regeringsdaad in
die periode was de nieuwe prijs
regeling. Afgezien van een paar
elementen voor doorberekening
van kosten, komt de doorbereke
ning van loonkosten door het be
drijfsleven er wel erg bekaaid af.
Dat is in het licht van mijn even
tevoren door de Kamer aan
vaarde motie betreurenswaardig.
Men kan niet aan de indruk ont
komen, dat de regering door
praktisch geen doorberekening
van loonkosten toe te staan over
de band van het prijsbeleid loon-
beleid tracht te voeren.
Dat is des te kwalijker, omdat a: het
prijsbeleid daar nooit voor be
doeld is, b: de regering aan het
eind van 1976 juist van dat loon-
beleid als zodanig de handen had
afgetrokken. Weer een staaltje
van weifelend en onsamenhan
gend beleid.
Gelukkig was daarna Wim Kan de
grootste politieke koploper en
niet de met de benen op de tafel
filosoferende minister-president
Den Uyl, die wij Verleden jaar te
zien kregen.
In zoverre werd het oude jaar goed
uitgeluid en dat versterkt altijd
een zeker optimistisch begin van
1977. Optimistischer was de on
dertoon van de beschouwingen
over de mogelijkheden van meer
vredeskansen in de wereld en
met name in het Midden-Oosten,
die ik in mijn laatste bijdrage al
signaleerde. Ook optimistischer
waren de commentaren op de
perspectieven voor een betere
economische gang van zaken in
de wereld.
Een goed verstaander valt het
daarbij op, dat voor die ontwikke
ling in Nederland er veel minder
optimisme bestaat. De feiten lie
gen er ook niet om: de werkloos
heid blijft onevenredig hoog en
de investeringen willen maar niet
aantrekken. Ik maak mij daar al
maanden zorgen over. Dat doet
onze minister van Financiën veel
minder. Hij zei onlangs in de Eer
ste Kamer, dat het allemaal nogal
meeviel.
Wat kan men ook anders verwach
ten van deze bewindsman, die,
nadat hij jaren de overheidsuit
gaven fors had laten uitdijen, zei,
dat als hij het allemaal eerder ge
weten had, hij het anders had ge
daan en het vervolgens nauwe
lijks anders deed.
En daar ligt mijns inziens de grond
fout van de slechte gang van za
ken, ook van de moeilijkheden op
het loonfront nu: dat de regering
niet, zoals overal elders gebeurt
(b.v. in Frankrijk, Zweden en
De beroemde congresresolutie met
de PPR, waarover ik al vele ma
len sprak zal, naar men zegt, aan
zienlijk worden gematigd.
Laat U niets wijsmaken: essentieel
verandert er weinig. Als de PvdA,
zoals wij in Leiden al eerder za
gen, in een minderheidspositie
zal verkeren tegenover het CDA
en bij de regeringswisseling na de
verkiezingen toch de helft én de
minister-president zal eisen,
blijft dat uit democratisch oog
punt bedenkelijk. Verbonden
met het ongetwijfeld in grote
trekken radicaal blijvende pro
gramma bemoeilijkt dat de sa
menwerking met anderen.
Zal
het
Door
Mr. F. Portheine
Tweede Kamerlid VVD
wederom de V.S.) door zelf terug
te treden in haar uitgaven de weg
voor lastenverlichting voor de
burgers vrijmaakt.
Men is van de kant van de PvdA wel
geschrokken van de voor haar
onverwachte wijze, waarop de
opiniepeilingen weergeven, wat
ik al eerder voorspelde, nl. dat ra
dicale maatschappijhervorming,
waarvan de premier en de hui
dige PvdA-leiding de exponen
ten zijn de kiezers niet zo lekker
ligt. Men schijnt nu te gaan bij
sturen, een rookgordijn schep
pen.
het licht
rookgordijn-glimlach-offensief
het regeringsbeleid nog verande
ren in de richting, die ik net be
pleitte? Ik heb er weinig hoop op.
Maar we gaan wel spannende
maanden tegemoet, want de be
faamde maatschappijhervor-
mende maatregelen liggen voor
het grootste gedeelte bij de Ka-
Wat gaat daar nu gebeuren? Het
CDA heeft daarvoor de sleutel in
handen. Ik hoop, dat men met de
opiniepeilingen in handen zich
ferm zal houden.
Bij althans één maatschappijher-
vormende maatregel maakt het
Kabinet het de Kamer gemakke
lijk: het wetsontwerp investe
ringsrekening. Ik wees al eerder
op bedenkelijke kanten van de te
vroeg onthulde inhoud, zonder
dat SER en Raad van State hun
oordeel hadden gegeven. Het
wetsontwerp zou rond de jaar
wisseling er komen, maar het is er
nog niet. Zou men nu werkelijk
verwachten, dat de Kamer bereid
is dit fundamentele project vóór 1
april af te doen? De vraag stellen
is haar beantwoorden. Ik zou mét
Wim Kan willen zeggen: Hééél
bekwaam
Aan het loonfront is er de afgelopen
week niet erg veel beweging ge
weest. Een bedrijf ging door de
knieen voor de eisen van de vak
beweging. De banken hielden bij
nader inzien toch nog voet bij
stuk. Er kwam tot nu toe geen
echte breuk in het werkgevers
kamp tot stand. Dus nog geen
succes voor de vakbeweging,
maar ook nog geen harde aktie.
Misschien een stilte voor de storm.
De roep om ingrijpen door de over
heid wordt langzamerhand lui
der. Een te hoog uitgevallen prijs
compensatie of grootscheepse
stakingen zijn niet goed voor
onze economie, zo wordt gezegd.
De werkgevers hebben van meet
af aan voor een ingrijpen van de
overheid gepleit; de fractievoor
zitter van de WD heeft thans za
terdag jl. hetzelfde gedaan. An
dere politici hebben zich tot nu
toe zorgvuldig onthouden van
het geven van oordelen en dat is
juist. Wanneer er besloten wordt
dat er niet in de lonen wordt in
gegrepen (en dat werd besloten)
dan is het woord allereerst aan
werkgevers en werknemers, De
eisen van de vakbeweging ver
oorzaken geen hogere lonen
prijsstijging dan waarvan het ka
binet voor 1977 is uitgegaan. Er
dreigt dus bepaald geen ramp
voor de Nederlandse
wanneer die eisen zouden a
den vervuld.
Door
Hans Kombrink
PvdA-kamerlid
De werkgevers proberen echter die
indruk wel te vestigen. Hun plei
dooi voor regeringsingrijpen
heeft een dubbele achtergrond.
Zij vinden het uiteraard zonder
meer prettiger een gedeeltelijke
in plaats van volledige prijscom
pensatie te moeten betalen. Zij
geven zich niet meteen gewon
nen en kijken wat ze er uit kun
nen slepen. Dat is nou eenmaal
eigen aan onderhandelingen.
Maar er is heel duidelijk ook een
politiek element in hun opstel
ling. Dat grijpt terug op de dis
cussie over de door de regering
aan te brengen bezuinigingen. De
werkgevers wilden gesteund
door de WD geen enkele groei
meer van de overheidsuitgaven.
De ruimte voor de particuliere
consumptie moest komen van
belastingverlagingen, niet van
door te voeren loonstijgingen. De
regering moest met andere
woorden, de rekening maar beta
len.
Voor 1977 kozen regering en
Tweede Kamer bepaald niet voor
deze „nullijn" voor de overheid
suitgaven. Enige groei moest
mogelijk blijven om bijvoorbeeld
toenemend gebruik van diverse
voorzieningen te kunnen betalen.
Of om de stadsvernieuwing beter
te kunnen aanpakken. Ondanks
deze keuze in het beleid doen de
werkgevers nog steeds alsof de
discussie nog open is. Ze willen
de regering de loonrekening via
belasting- en premieverlaging la
ten betalen. De regering moet
dan maar extra bezuinigen. Dat
wil zeggen: het beleid voor 1977
alsnog wijzigen. Daarom zijn de
werkgevers er zo happig op dat
de regering zich met de loonon
derhandelingen gaat bemoeien.
Niet omdat die regering moet
bemiddelen, maar omdat ze moet
betalen. Men zou kunnen denken
dat het de vakbeweging niet
hoeft te schelen wie er betaalt als
de koopkracht van de werkne
mers maar behouden blijft. Maar
dat is gelukkig niet zo. Want we
moeten goed blijven zien wat we
bedoelen wanneer we zeggen:
„de regering moet het maar beta
len". We betalen het als belasting
en premiebetalers dan zelf. De
regering kan minder uitgaven
doen die we niet zelf hoefden te
doen. Dat wil zeggen: de regering
wordt gedwongen de rekening
door te schuiven. Naar ons alle
maal voor een heel klein deel of
naar bepaalde groepen voor een
grpter deel.
Als de vakbeweging daarin zou toe
stemmen dan zou ze in feite zeg
gen: laten we maar afzien van
CAO-besprekingen tussen werk
gevers en werknemers; laat de
regering maar aangeven hoe het
moet. De vakbeweging zou zich
een essentiele taak uit handen la
ten nemen. In uitzonderlijke om
standigheden moet dat wel eens,
maar daarvan is nu onvoldoende
sprake. De vakbondseisen hou
den met de ongunstige economi
sche situatie reeds voldoende re
kening.
Eind vorig jaar bleek overigens dat
de regering voor 1977 een aantal
meevallers verwachtte. Minister
Boersma sprak over zevenhon
derd miljoen. Wellicht denken de
werkgevers dat bedrag te gebrui
ken om de prijscompensatie te
be'talen. Binnenkort krijgen we
nadere mededelingen over de
precieze omvang en over de aard
van de meevaller. Als die groot
genoeg is lijkt het mij dat het ka
binet dat geld voor twee andere
zaken zou moeten gebruiken: het
niet door laten gaan van een pijn
lijke bezuinigingsmaatregel zoals
de verlaging van de WAO-
uitkering en daarnaast voor het
gericht extra stimuleren van de
werkgelegenheid. Dat zou-
goed besteed geld zijn.
Een van de nuttigste en tegelij
kertijd meest afschrikwek
kende uitvindingen van de
laatste tijd is: het antwoord
apparaat. Steeds meer men
sen gaan er 2lch van bedie
nen: artsen gedurende 't wee
kend en vakanties, aanne
mersbedrijven, pastorieën, ja
zelfs ministeries. "U bent
verbonden met het antwoord
apparaat" enz. Wanneer je
iets mankeert in 't weekend
ben je er ellendig aan toe.
Eerst dat apparaat. Dan de
vervanger. Die is natuurlijk
op pad.
"Is 't heel ernstig?" wordt dan
gevraagd. Ja, wat heet! Door
de week is 't ook niet eenvou
dig. Je belt woensdagmorgen
de arts. Je krijgt de goed afge
richte assistente. Het blijkt
dat ik deze week al geen kans
meer heb. Misschien de vol
gende week om kwart voor
twee: "Dan zie ik nog een
gaatje voor U", zegt ze be
moedigend.
Het ministerie van Onderwijs
en Wetenschappen, 't Ant
woordapparaat beveelt:
"Zegt U maar in 't kort wat
Uw probleem is. Heeft U over
14 dagen nog geen antwoord
dan kunt U het nog eens pro
beren".
Drukke wereld
Je belt een vriend op, een za
kenman. "Wanneer zou ik je
even kunnen ontmoeten?"
Hij antwoordt: "Deksels, ke
rel, dat is moeilijk! De vol
gende week vrijdag kan ik
misschien tussen twee be
sprekingen door even babbe
len"
Op 't eind van een vergadering
zegt de voorzitten "Nu nog
even de datum voor de vol
gende vergadering. Ik stel
voor 15 maart", 'n Tumult
breekt los. "Onmogelijk",
roept de een. "In maart heb ik
geen uur meer vrij", zucht een
ander vertwijfeld.
Het horloge regelt het hele le
ven. We spreken van "spitsu
ren". Of 't nu nog donker is, of
de wegen smerig zijn, glad en
gevaarlijk, 't doet er niet toe:
om 8 uur heb je binnen te zijn.
Wie te laat komt krijgt met de
prikklok te doen. Zelfs de
kinderen worden van jongsaf
aan in het keurslijf van de tijd
gewrongen.
Lopen gaat te langzaam. Toen
ik onlangs door een park
wandelde werd ik bijna om
ver gereden door 'n paar fiet
sende scholieren. Met mijn
beste leraarsgezicht zei ik be
straffend: "Je mag hier niet
fietsen!"
v 't Antwoord: "Ga dan met je au
to, c
lui".
Snelle auto's zijn in. Allang
vliegen we met een superso
nische snelheid. Tijd is geld.
En hoe hoger mensen stijgen
op de maatschappelijke lad
der hoe voller hun agenda's.
Ik weet van iemand dat hij 52
bestuursfuncties heeft. En
dan te weten dat ik met hem
samen eens moeizaam Plato
zat te vertalen.
De mensen die ons op stedelijk
of landelijk niveau heten te
besturen zijn uiteraard grote
woekeraars met de tijd. Mi
nisters en Kamerleden huren
ver van huis en haard een
flatje in Den Haag en Sche-
veningen want 't op en neer
reizen kost te veel tijd. Soms
ziet iemand de waanzin ervan
in. 'n Witte raaf. Ik denk hier
aan mevrouw Joke Kool-Smit
die wegliep uit de gemeente
raad van A'dam. Bij haar af
scheid in september 1971
stelde zij aan haar eventuele
terugkeer enkele voorwaar
den. Eén ervan was deze:
"Een derde voorwaarde is dat
wij alleen terugkomen in een
bestel waarin werkweken van
80 uur of meer zijn afgeschaft
en als lachwekkend worden
gezien. En dat geldt niet al-
Door
Piet Wesseling
leen voor onszelf, het geldt
ook voor onze echtgenoten.
Wij achten het n.l. uitgeslo
ten, dat iemand die jarenlang
geen tijd heeft voor liefde,
voor vriendschap, voor een
gezinsleven of voor emoties
een psychisch gezond per
soon kan blijven. En wij wen
sen bestuurd te worden door
psychisch gezonde perso-
Boekje
Jaren geleden kreeg ik toevallig
een onaanzienlijk, klein,
goedkoop-uitgegeven boekje
in handen "De Papalagi", dat
me onmiddellijk in vervoe
ring bracht. (De Papalagi be
tekent: de blanke, zowel en
kelvoud als meervoud), 't
Werd uitgeleend aan een ge
wetenloze die het zoek maak
te. Onlangs kreeg ik 't wéér in
handen, 't Is nu uitgegeven
door Real Free Press Int.
(Stichting), Oude Nieuw-
straat 10, A'dam.
Het boekje bevat 11 korte rede
voeringen van Tuiavii uit Tia-
vea, geschreven in de taal der
.inboorlingen en bestemd
voor zijn Polynesische land
genoten. Toen hij les kreeg
van de paters Maristen op zijn
eiland had hij de wens opge
vat het verre Europa te leren
kennen. Die wens was later in
vervulling gegaan en hij had
alle staten van Europa be
zocht.
Erich Scheurmann was jaren
lang zijn vriend en heeft de
redevoeringen in het Duits
vertaald. De tekst verscheen
voor 't eerst in 1929. Scheur
mann zegt in zijn inleiding:
"Er zullen zeker mensen zijn,
vooral cultuurenthousiasten,
die zijn zienswijze kinderach
tig en onnozel zullen vinden;
maar wie verstandiger en
vooral deemoediger is, zal
door wat hier gezegd wordt,
tot nadenken en zelfkritiek
gebracht worden, want zijn
wijsheid komt voort uit een
voud, de grootste gave, die
God een mens geven kan en
die ziet wat geen wetenschap
kan doorgronden". Hier een
paar citaten uit wat Tuiavii
zegt over "de tijd".
Hartstocht
"De Papalagi hebben een hart
stocht die niet te grijpen is en
toch bestaat: de tijd. Hoewel
er nooit méér tijd is dan ver
loopt tussen zonsopgang en
zonsondergang, hebben ze
daaraan nooit genoeg. Elke
dag snijden ze in stukjes,
zoals men het vlees van een
kokosnoot met een kapmes in
partjes snijdt. Elk partje heeft
een naam, het zijn seconden,
minuten en uren. De seconde
is kleiner dan een minuut, en
de minuut kleiner dan het
De Papalagi hebben nooit tijd.
Dat is een soort ziekte. Wan
neer hij lust heeft iets te doen
waar hij zin in heeft, wanneer
zijn hart ernaar verlangt in de
zon te lopen of in een boot op
de rivier te varen of zijn
meisje lief te hebben, dan be
derft hij zijn eigen pleizier
doordat hij niet los kan ko
men van de gedachte, dat hij
er eigenlijk geen tijd voor
heeft. Omdat de Papalagi
voortdurend doodsbang zijn
hun tijd kwijt te raken weten
ze ook allemaal precies, zelfs
de kleine kinderen, hoeveel
maal de zon en de maan zijn
opgegaan, sinds ze voor de
eerste keer het licht aan
schouwden. Wanneer mij ge
vraagd werd hoe oud ik was
en ik het niet wist, begonnen
ze me uit te lachen.
De Papalagi doen hun best om
de tijd zo dik mogelijk te ma
ken. Ze maken ijzeren wielen
onder hun voeten en schaffen
zich vleugels aan om maar
meer tijd te hebben. En wat
doen ze met hun tijd? Ik ben
daar nooit helemaal achter
gekomen. Ik geloof dat de tijd
hen ontsnapt als een slang uit
een natte hand.
Maar de tijd is stil en vredig en
heeft de rust lief en ligt graag
stil op de mat.
O, mijn geliefde broeders! Wij
hebben ons nooit over de tijd
beklaagd. Wij hebben hem
liefgehad zoals hij kwam,
nooit zijn we hem nagelopen
of hebben hem in stukken ge
sneden. Nooit heeft hij ons
zorgen of verdriet bereid. Wij
hebben alle tijd in overvloed.
We weten, dat we zeker op tijd
ons einddoel zullen bereiken
en dat de Grote Geest ons zal
roepen wanneer het hem
goeddunkt, ook al kennen wij
het getal van onze manen niet.
Wij moeten die arme, ver
dwaasde Papalagi van hun
waandenkbeelden bevrijden.
Laten we hem die kleine
ronde tijdmachines afnemen,
ze stukslaan en zeggen, dat er
tussen zonsopgang en zon
sondergang veel meer tijd is
dan een mens gebruiken
kan".
Op "De Papalagi" hoop ik nog
eens terug te komen. Ik moet
er eens met de hoofdredac
teur over praten. Als hij tijd
heeft.
Het verkiezingsjaar 1977 is gestart.
De Tweede Kamer is aan de laat
ste ruk begonnen, met alleen nog
rondom Pasen even adempauze,
en sluiting juist voor Koningin
nedag. Een reeks van wetsont
werpen, grondwetsherzieningen,
zelfs nog begrotingen staan op de
rol, die ook nog voor 26 mei door
de Eerste Kamer behandeld moe
ten zijn: verder verschillende no
ta's zoals bejaardennota, kunst
nota's nota's over het gevange
niswezen; wetsontwerpen, waar
voor de eerste schriftelijke in
breng tot stand moet komen, en
dat alles onder de druk van de
eigenlijk al gestarte verkiezings
campagne, en de nog niet tot
stand gekomen loonafspraken.
Ook de afspraken tussen PPR en
PvdA houden voorlopig voor ie
dereen de spanning er nog in. Of
D'66 nu wel of niet mee zal doen is
nog niet duidelijk, in ieder geval
is deze partij niet betrokken bij
de vaststelling van de z.g. regeer
akkoord t.w. de 15 kernpunten.
Op 29 januari spreekt de PvdA zich
uit.. Ik hoop werkelijk, dat het een
duidelijke uitspraak is. Vóór de
verkiezingen kan dat dus nooit
een getalsverhouding tot een
mogelijke regeringspartner zijn.
Wel kan de samen-uit-samen-
thuis verklaring tussen PvdA en
PPR tot stand komen, maar ook
die prolongatie geeft geen duide
lijkheid over partnerkeus. Ook
kan je vraagtekens stellen bij de
steun die een dergelijke afspraak
van onderaf uit de twee partijen
krijgt.
Wanneer Wim Meijer in een inter-
vieuw in de NRC breed uitmeet
over de hechte samenwerking
tussen de PvdA/PPR en D'66 en
zelfs de totstandkoming van het
CDA aan die samenwerking wijt,
is noch het een, noch het ander
juist.
Om met het laatste te beginnen
moet ook Wim Meyer weten, dat
men al in 1968 op plaatselijk ni
veau met de samenwerking van
de drie CDA-partijen is gestart.
De vier uittredende Tweede Ka
merleden van de KVP, de grond
leggers van de PPR, zochten in
die tijd juist hun nieuwe plaats.
In die afdelingen ontstond het
CDA het heeft daar zijn steun
punten en daarmee zijn invloed
op de landelijke samenstelling.
De hechte samenwerking tussen
PvdA-PPR en D'66 mag wellicht
in de verkiezingsperiode 1972 be
loften hebben ingehouden, maar
juist de grondslag aan de basis
ontbrak eraan. Op plaatselijk ni
veau kan men toch moeilijk van
Door Til Gardeniers
Tweede Kamerlid KVP
een fractie, of een partijopstelling
praten, waarbij zowel Leiden als
Amsterdam als voorbeeld kun
nen gelden.
Een overzicht van de vele en ver
schillende samenwerkingsver
men in gemeenteraden laat zien
dat D'66 niet alleen in de lande
lijke samenwerking een buiten
beentje bleef. De plaatselijke
PPR blijkt in haar partnerkeus
vaak van andere smaak dan de
landelijke politici. Toch zijn dit
de leden, die op de partijcongres
sen de inhoud en draagwijdte van
de samenwerking gaan bepalen,
of is de besluitvorming niet zo
democratisch als het zou kunnen
zijn? Er is in ieder geval wel enig
verschil tussen de congressen
van PvdA en PPR.
Te weinig aandacht kregen tot nu
toe de laatste twee punten van de
ontwerpresolutie, die mede van
belang is voor iedere regerings
partner van de PvdA en PPR.
Deze punten luiden o.a.:
D8. De leden van de kamerfrakties
zijn, wat hun stemgedrag betreft,
gebonden in de volgorde 1. re
geerakkoord, 2. eigen verkie
zingsprogramma. Afwijking van
-het regeerakkoord wordt vast
gesteld in D9.
D9. Het congres draagt het partij
bestuur op onder de paraplu van
het Permanent Overlegorgaan
een platform in te stellen waarop:
a. het toezicht op en de bewaking
van de uitvoering van het regeer
akkoord plaatsvindt,
b. het overleg over eventueel in de
loop van de regeringsperiode
noodzakelijke programmatische
aanpassing en bijstelling plaats
vindt.
Wie en wat kiest de kiezer nu eigen
lijk? De kandidaat - het program.
Ja zeker, maar tegelijkertijd het
vraagteken in de vorm van een
onbekend lid van het platform en
de door het platform vast te stel
len afwijkingen.
Het gaat mij er hierbij helemaal niët
om, dat er geen bijstelling van
programpunten of wel vaststel-T
ling van partijstandpunten over
nieuwe problemen zou kunnen
en mogen plaatsvinden. Maar de
kiezer wordt onrecht gedaan,
wanneer het kamerlid daar bij
voorbaat mee akkoord moet
gaan. Het ontbreekt er maar aan,
dat er een terugroepmogelij kheid
bij "het gebonden is aan" staat,
hoewel het eigenlijk consequent
De PvdA is toch juist met het z.g.
schaduwkabinet de eerste ge
weest, die de mens achter het
program wilde tonen. Het gaat
toch niet alleen om de foto. Ook
een kandidaat presenteert zich
persoonlijk met zijn of haar des
kundigheid; maakt .zich sterk
voor het programma en trekt
daarmee kiezers. Daarbij past
geen marionetterij, zoals een bij
voorbaat akkoord-verklaring.
Maar voor die verkiezingen valt er
buiten het partijwerk ook nog
wat anders te doen. De grond
wetsherziening grondpolitiek,
onteigeningswet, voorkeursrecht
gemeenten, om van de wetswijzi
ging op de ondernemingsraden
en de VAD niet te spreken. Een
ding is duidelijk, met een ultima
tum aan de CDA-frakties "slik
ken of stikken" is niemand en
niets geholpen. Gezindheid moet
blijken, democratische gezind
heid evengoed. Onaanvaard
baarverklaringen en crisissfeer
tjes zouden uitvluchten beteke
nen. Laat de Kamers de wetten
behandelen, eventueel trachten
te wijzigen met amendementen.
Laat de democratie haar loop
hebben. De democratie biedt
ook de' mogelijkheid wet
te veranderen.
Meningen op
deze pagina
weergegeven zijn
voor rekening
van de auteurs