ZATERDAG 15 JANUARI 1977 PAGINA 15 Op gezette tijden, steeds als het jaar tal eindigt op een vijf of een nul, tref je in tennisbladen wel een ranglijst aller tijden aan. Een ge liefde, uiterst subjectieve bezig heid van tennisjournalisten. Op die staatjes paraderen spelers als Laver, Hoad, Kramer, Budge, Vi nes, Perry, Lacoste, Cochet e.a. Vrij wei-altijd bovenaan de rang lijst prijkt de naam van de Ameri kaan Tilden. William Tatem Til den jr. Hij leefde van 1893 tot 1953. Zijn top had hij in de jaren 1920-1926, toen hij maar hoogst zelden een nederlaag leed. Naarmate de tijd voortschrijdt, worplt het aantal menseh dat Til den in actie heeft gezien steeds kleiner. Steeds moeilijker zal vast te stellen zijn of Tilden inderdaad de grootste was, nog daargelaten of je de kampioenen van volstrekt verschillende tijdperken wel met elkaar mag en kunt vergelijken. Allison Danzig, de bejaarde tennis- journalist van de New York Times en als geen ander kenner van het spel, heeft ze nog'allemaal bezig gezien. Van Tilden tot Ashe. Voor hem is er geen twijfel. Tilden was de beste door zijn veelzijdigheid. De moderne kampioenen moeten het vrijwel allemaal hebben van de kracht van hun aanval, hun ser vice en volley. Een zekere mate van verdediging bezitten zij wel, maar ze kunnen er geen wedstrijd mee winnên. Tilden kon dat wel. Hij speelde precies dat spel waar tegen zijn tegenstander het slechtst bestand was. Van het service-en-volley type, de netstormer, moest hij niets heb ben. Ze vermoordden het spel, vond hij. In zijn tijd had hij met dat soort spelers niet veel moeite, maar de aanval was in de jaren twintig en dertig ook nog lang niet zo geperfectioneerd als nu. William Tilden (bijgenaamd "Big Bill", ter onderscheiding van zijp trouwe Dav'is-Cuppartner "Little Bill" Johnston) kwam niet zo vaak naar Engeland toe. Toch ver overde hij drie keer de Wimbledon titel: Jde laatste keer in 1930 op 37- jarigé leeftijd. Hij werd zevenmaal Amerikaans kampioen (Forest Hills) en won evenzovele malen de Davis Cup voor zijn land. In 1930 werd hij prof en tot op hoge leeftijd bleef hij een speler met wie rekening moest worden gehouden. Tennis werd in het Amerika van vlak na de eeuwwisseling als sport niet helemaal voor vol aangezien. Men vond het iets aardigs voor meisjes. Degene die tennis een bij uitstek mannelijk karakter gaf, was Til den. Big Bill Tilden, de homofiel. En daarmee zijn we aan een geheel andere kant van zijn turbulente leven beland. Een leyen dat niet over rozen ging, integendeel, veel kwellingen kende en dat zeer tra-. gisch eindigde. Frank Deford, eeh Amerikaanse journalist, heeft de levenswandel van Big Bill Tilden, 23 jaar na zijn. dood, nagegaan en op schrift ge steld. Het is een aangrijpend boek geworden: "Big Bill Tilden" (Si mon and Schuster, New York 8.95). Deford schildert het leven van de man die zichzelf niet kón en niet wilde zijn. Tilden was ondanks de vele glorie die hij vergaarde een man die deernis opwekte. Om wat hij van zijn leven maakte, om wat hij an deren aandeed en om wat hij zich zelf aandeed. R.P In 1920, op 27-jarige leeftijd, werd Big Bill Tilden voor het eerst winhaar van de belangrijkste tennistitels ter wereld: Wimble don en Amerika. Een kampioen als hij had de tenniswereld nog niet aanschouwd: een lange, su- perslanke speler, met een ka nonskogel van een service, met een prachtige stijl van slaan, zich soepel en met vederlicht voeten werk bewegend tussep net en ba seline. Zijn slagenrepertoire was enorm. Op het gebied van "spin" (effect) bezat hij een kennis en een in zicht die door geen tijdgenoot werden geëvenaard. Een tennis- leraar was er bij hem nooit aan te pas gekomen. "Ik speel mijn ei gen spelletje", zei hij eens aan het begin van zijn carrière tegen een kennis die hem wat aanwijzingen wilde geven. Zijn leven lang heeft Tilden zijn eigen spelletje ge speeld. Nooit heeft hij van een ander wat willen leren. De grootheid van Tilden als tennis ser komt het markantst tot uiting bij een ernstig ongeval dat hem overkwam in 1923. Hij liep een infectie op aan de middelvinger en verwaarloosde die. Op zeker moment bleek amputatie van een deel van de middelvinger nood zakelijk. Tilden ving die ernstige handicap op verbluffende wijze op. Hij veranderde van greep en handhaafde zonder onderbre king zijn positie als sterkste spe ler ter wereld. Ster Trots, hautain, ijdel was Tilden en in niet geringe mate. Hij gedroeg zich als de ster, de grootste, de man die bepaalde wat wel en niet hoorde in tennis. Zijn houding nam bijna vorstelijke vormen aan. George Lott, zelf een speler van wereldklasse en iemand die een uitgesproken hekel aan hem had, zegt in het boek van Deford: "Als hij er was, met zijn arm vol rackets, kreeg je onwillekeurig het gevoel of je je in de nabijheid van royalty bevond". Uit deze gegevens rijst wellicht het beeld op dat Tilden iemand was die niet kon hebben dat iemand beter speelde dan hij, een man die lééd onder een nederlaag. Maar zo was het absoluut niet. Hij eiste veel van het spel (roem, aan dacht), maar hij diende het ook als geen ander. Niemand gaf zo veel terug als hij. "Big Bill" speelde in de eerste plaats tennis om de schoonheid van het spel, niet zozeer om de overwinning. De jager die het gaat om de jacht, niet om de prooi. En die instelling maakte hem moreel ook vrijwel on kwetsbaar. Toen hij als veertiger en vijftiger klop kreeg van spe lers die hij in de kracht van zijn jaren van de baan zou hebben ge veegd en iemand hem vroeg of dat geen pijn deed, zei hij: "Ach, kom, ik heb zelf zoveel spelers een pak slaag gegeven, mogen ze nu eens wat terugdoen"? Punten die hem niet toekwamen (zichtfouten) accepteerde hij niet. Hij verwachtte iets dergelijks ook van zijn tegenstander. Maar die dacht daar wel eens anders over, wat herhaaldelijk ernstige pro blemen gaf. Rotstreek Hy had ook zyn bedenkelijke kan ten. Wat hij zijn dubbelspelpart ner Vinnie Richards in de jaren twintig leverde, was een onge looflijke rotstreek. Tijdens de strijd om het Amerikaans "kam- pioenschap 1922 versloegen Til den en Richards in de eindstrijd met gemak de Australiërs Patter son en O'Hara Wood: 4-6,6-1,6-3, 6-4. In de laatste sets maakte Tilden er een show van. Bij één van de sla genwisselingen drukte hy zyn partner bijna van de baan om een bal te smashen. Driejaar tevoren was ook iets dergelyks gebeurd. Tilden had toen Richards hoofd geraakt. Nu was Richards ouder en zelfstandiger. Hij zei woedend tegen Tilden: "Bill, als je dat nog één keer lapt, sla ik je kop van je romp". Tilden was verbysterd, ontzet. Zo'n toon tegen hém. In de Davis-Cup-finale Ameri- ka-Australie, korte tijd later, kwamen Tilden en Richards op nieuw uit tegen Patterson en O'Hara Wood. Dit keer wonnen de Australiërs opvallend gemak kelijk in drie sets: 6-3, 6-0, 6-4. Aangezien Amerika alle enkel spelen won, deed die nederlaag er weinig toe. De Cup bleef in de VS;. - Maar tennissend Amerika wees Richards als de schuldige aan in het dubbelspeldebacle, want aan de grote Tilden kon het niet lig gen. Gedurende enkele jaren werd Richards daarom niet geko zen in het Davis-Cup-tam. Pas heel veel later kwam de aap uit de mouw: Tilden had met opzet slecht gespeeld, zijn partner in onmogelijke situaties gebracht. Want Richards moest gestraft worden voor de lelyke opmer kingen die hij had gemaakt. Borotra Er waren meer spelers tegen wie Big Bill wat had en dat liet hij dan wat duidelijker merken. Zo kon hy de beroemde Fransman Jean Borotra niet luchten of zien. Bo rotra was evenals hy een artiest, een man die veel toeschouwers om zich heen nodig had om op zijn sterkst te spelen. Het publiek bewonderde, respecteerde Til den, maar het hield van die dolle Fransman, met zijn komische ba ret, die zo vaak in een uiterste po ging een bal te halen in het pu bliek belandde en dan altijd op de schoot van een vrouw terecht kwam. Tilden vond dat er niet twee acteurs tegelijk op de baan konden staan en hy was nu een maal de topartiest. Diep in zijn hart was hij jaloers op Borotra, omdat die bij machte bleek de genegenheid van het publiek te winnen, wat hem. Tilden, maar niet gelukte. Over Borotra liet hij zich nogal denigrerend uit. Na zeven Amerikaanse enkelspelti- tels, drie kampioenschappen op Wimbledon en vele overwinnin gen voor de Davis Cup, werd Big Bill in 1930 prof. De Amerikaanse tennisbond zag hem met een zucht van verlichting vertrekken, want de ruzies tussen de bond en Tilden over de toepassing van de amateurregels waren legio ge weest. Hij schreef namelijk tal van boeken en artikelen over tennis en verdiende daar uiter aard geld mee. Dat kon niet vol gens het toen geldende regle ment. Nu we het toch over zyn schrijver sschap hebben. Tilden was een merkwaardig auteur. Zijn in structieboeken genoten terecht grote faam. "Match play and spin of the ball' ontwikkelde zich tot een klassieker in de tennislec- tuur. Zijn novelles, allen gevuld met tenniskarakters, waren veel minder, nogal prekerig en mora listisch, al valt dat in deze tijd veel meer op dan toen hij ze schreef. Maar wat er ook allemaal op aan te merken was, hij hanteerde de pen zelf, in tegenstelling tot de mo derne kampioenen die alles maar dan ook alles door anderen laten doen. Tilden schreef ook een aan tal toneelstukken en speelde daarin veelal de hoofdrol. Hij stak er een hoop geld in en zag er weinig van terug. De critici warén over het algemeen niet zo erg te spreken over zijn toneelavontu- Tilden was verder een bridgespeler van formaat en een muziekken ner. Maar alleen in tennis werd hij groot. Fortuin Als prof verdiende hy een fortuin. Hij was en bleef jarenlang de grote vedette om wie alles draai de. In 1934 ging Ellsworth Vines, Wimbledonkampioen 1932, tot het professionalisme over. Tilden kwam tegen hem uit in een twee kamp die uit vele tientallen par tijen bestond. De eerste match vond plaats in Madison Square Garden in New York, voor vele duizenden toeschouwers. Tilden won na een schitterende demon stratie van all-round tennis met 8-6, 6-3, 6-2. Hij was toen 41 jaar, Vines 22. Op den duur trok Vines wel aan het langste eind, omdat het reizen Tilden vermoeide, maar steeds moest hij voor de oude man op zijn qui-vive zijn. Zo bleef het tot ver in de tweede wereldoorlog toe. Profs als Budge en Perry hadden de eerste set nog hpel wat te stellen met hem. Want Tildens armen konden nog alles, alleen de benen en de longen gingen te kortschieten. Zijn carrière brak af in 1947, toen hij veroordeeld werd wegens onzedelijke hande lingen meteen jongen van 16 jaar. Opvoeding Die stierven allen tijdens een difterie-epidemie. Het wierp een schaduw over het huwelijk die nooit meer zou verdwijnen. Drie jaar later kwam er weer eeri kind, Herbert, die de oogappel van zijn vader werd. Zes jaar daarna, op 10 februari 1893, meldde zich op nieuw een zoon: William Tilden, het latere tennisfenomeen. En hij zou helemaal van zijn moeder zijn. gens naar school gaan en ver wende hem tot in de grond. Dat mevr. Tilden op het gebied van gezondheidszorg zeer nauwgezet optrad, was na het verlies van de drie kinderen niet vreemd. Maar naarmate Bill ouder werd, nam de zorg de vorm aan van een ob sessie, met alle kwalijke trekken vandien. Ze was om de eén of an dere reden als de dood dat haar zoon een geslachtsziekte zou op lopen en hield hem daarom hard nekkig voor dat hij niet met meis jes moest omgaan, want die zou den hem ziek maken. Mevr. Tilden stierfin 1911, toen Bill 18 jaar was. Haar dood schokte hem heftig en wierp hem lang uit zijn evenwicht. Hij had zijn moe der verafgood - de gevoelens voor haar zouden nimmer ver bleken. Vier jaar later stierven, binnen enkele maanden, zijn va der (die weinig naar hem had om gekeken) en zijn enige broer. Bill Tilden stond alleen in de wereld. Geen vrienden Hij trok in bij een goed voor hem zorgende tante en een nichtje. Het nichtje - volkomen gedomi neerd door de tante - waar schuwde hem: blijf hier niet han gen, want dan vergaat het je zoals mij. De kamers in de woning hield hij aan: het enige thuis dat hij in zijn leven zou kennen. Grote delen van het jaar zwierf hy van hotelkamer naar hotelkamer. Kennissen had hij bij de vleet, vrienden niet éen. Hy kon niet goed met mensen overweg. Zoals een familielid na zijn dood zei: "Oom Bill was bly je te zien, maar nog blijer als je vertrok". Zijn le ven lang bleef hij Big Bill Tilden was de zoon van Wil liam Tilden, een gefortuneerd za kenman, en Selena Hey. Het was aanvankelijk een vrij goed huwe- lyk, waaruit drie kinderen wer den geboren. Door de manier waarop mevr. Til den de jonge Bill opvoedde, legde zij in hem de kiemen voor het on heil en de tragiek, die hem later zo overvloedig ten deel zouden val len. Selena Tilden schermde hem min of meer van de buitenwereld af,, liet hem later dan andere jon Wat hem nu precies naar een tenni scarrière dreef, is onduidelyk. In het boek zegt dr. Carl Fischer die hem goed kende dat het vermoe delijk een drang was om de moe der alsnog eer te bewijzen - ze moest trots op hem kunnen zijn. In elk geval wierp hij zich van 1915 af met grote bezetenheid op het spel. In vijfjaar tijd rukte hij op van nummer 70 van de Ameri kaanse ranglijst naar nummer 1 van de wereld. Zo lartg Tilden op zijn top stond, aldus Deford, was hij a-sexueel. Het optreden op de baan, het spel voor duizenden toeschouwers schonk hem alle bevrediging. Meer had hij niet nodig, aldus biograaf Deford die inzage heeft gehad van enkele psychiatrische rapporten. Pas toen Tildens spel peil zakte en minder mensen naar hem kwamen kijken, kregen zijn homo-sexuele gevoelens de overhand, al poogde hij dat voor zichzelf te ontkennen. Het leidde tot een aantal kortstondige, geld verslindende affaires met jon gens die rond de tennisbaan zwierven; nimmer tot een relatie met een volwassene. Dat kwam omdat Tilden zelf in zijn denken en doen niet wezenlijk volwassen werd. In die jaren ging hij met een ijver, een betere zaak waardig, op zoèk naar een zoon/opvolger, die de door hem verlaten tennistroon zou kunnen bezetten. Tot de pu pillen die deze eer te beurt vielen plaatste Tilden zich, aldus De ford, in een vaderrol. Met die jongens onderhield hij geen verdergaande betrekkingen. De meeste "zonen" waren echter, hoe talentvol ook, niet bereid zich zo aan tennis te wijden als hy deed; ze ontgroeiden hem, kre gen andere interessen. Zodra Til den dat merkte, kapte hij abrupt. De tragedie voor Tilden was dat hij zijn opvolger werkelijk enige tyd onder zijn hoede heeft gehad. In 1936 oefende hij de toen 15-jarige Jack Kramer (Wimbledon kam pioen 1947 en als prof de sterkste ter wereld in de periode 1948-'53). De jeugdige Kramer was een ij verige leerling, maar al jong een sterke persoonlijkheid met eigen ideeën over tennis. Dat laatste to lereerde Tilden niet. Hij eiste gehoorzaamheid; zijn op vattingen over tennis waren wet., Kramer weigerde daarmee ak koord te gaan en volgde verder zijn eigen pad. Gevangenisstraf De homosexualiteit van Tilden bleef in de kuise (nou ja) jaren twintig en dertig lang voor het publiek verborgen; zeer vele Amerikanen wisten trouwens niet eens wat het was. Kranten waagden het niet over die dingen te schrijven. Maar in 1939 was er al zoveel over Tilden bekend dat het hem de grootste moeite kostte een ge woon baantje als tennisleraar in Californiè te krijgen. Steeds meer deuren, zo schrijft Deford, gingen, voor hem djeht. In 1947 werd hij, zoals hiervoor al vermeld, aangehouden tijdens een autoritje met een jongeman van 16 jaar. Hij werd ervan be schuldigd onzedelijke handelin gen te hebben gepleegd. Zijn advocaat raadde hem aan alles te ontkennen. Dat zou de ouders van de (zeer door de wol gever fde) jongen er toe dwingen hun zoon in het openbaar tegen Til den te laten getuigen. De advocaat wist dat de ouders daartoe niet zouden overgaan en dat zou vrijspraak inhouden. Til den hoorde de argumentatie aan en wees ze van de hand. De eer lijkheid van de tennisbaan kwam weer bij hem boven en hij legde een volledige bekentenis af. Door een rechter, die homosexualiteit wel zo ongeveer het ergste vond wat er op de aardbodem kan plaatsvindén, werd hij tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld Nadat hij zyn straf had uitgezeten merkte Tilden dat zijn kennis senkring danig was geslonken. Niet velen wilden nog met hem te maken hebben. Met een tennis- lesje hier en een lesje daar schar relde hij zijn kostje bij elkaar Nog voor zijn proeftijd om was werd hy opnieuw gearresteerc omdat hij een jongeman had be naderd. Tegen de rechter zei hij beschaamc en ontgoocheld: "Meneer, ik kan het echt niet helpen". Opnieuw ging hij voor een jaar de gevan genis in. Weer op vrije voeten gesteld, raakte hij volkomen geïsoleerd. Dege nen die de eerste veroordeling nog door de vingers hadden wil len zien, braken-nu ook met hem Hij werd overal zeer hard beje gend. Zijn portret moest uit de galerij van ereleden van de tennisclub van Germantown (Philadelphia) worden verwijderd. Gloria But ler, één van zijn weinige vrouwe lijke kennissen, merkte dat hij uit angst niemand meer durfde te groeten. Ze nam hem op een dag mee naaf een tennistoernooi in Los Angeles om hem wat aflei ding te geven. Men keek hem daar met de nek nog niet aan en na een paar uur bracht ze de van schaamte en ellende bevende Tilden terug naar huis. Ondergang De in hygiënisch opzicht zo zorg vuldige opgevoede Big Bill raakte langzamerhand ten prooi aan een zekere vervuiling. Hij douchte niet meer na tennispar- tyen, liep wekenlang rond in smoezelige tenniskleding. In de meest letterlyke zin werd zijn ondergang zichtbaar. Hij leefde van het weinige geld dat zijn ten- nislessen opleverden. Af en toe als de nood erg hoog steeg, sprong Vinnie Richards bij. Uit gerekend Richards, de man die in 1922 door Tilden zo afschuwelijk was behandeld. Op 5 juni 1953, juist toen hij weer durfde aan een toernooi mee te doen, maakte een hartaanval een einde aan zijn leven. Hij werd 60 jaar. Bij zijn crematie verscheen slechts een handjevol mensen een paar tennisspelers waren zo fatsoenlijk hem op zijn laatste tocht te vergezellen. Hem. Tilden de grootste. Zijn as kreeg een plaats in het tami- liegraf van de Tildens in Phila delphia. Daar rust hij aan de zijde van degene die zyn inspiratie bron was geweest en die - onwe tend - zoveel had bijgedragen tot zyn tragisch lot zijn moeder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 15