Door Leslie Gelb, diplomatiek correspondent New York Times ZATERDAG 8 JANUARI 1977 Henry A. Kissinger zal de ge schiedenis ingaan als een groot staatsman, maar niet om de re denen die hij wel graag zou wil len, en niet zonder een paar zwarte vlekken op zijn blazoen. Hij zou willen, dat de wereld zich hem herinnert als een Bismarck of een Castlereagh, die een nieuwe internationale orde hebben gevestigd, een orde die duurzamer en recht vaardiger was dan welke ze hadden geerfd. Het ziet er meer naar uit dat er aan hem zal wor den gedacht als aan de Don Juan van de internationale di plomatie, die zich fantaserend en bokken schietend een weg baant door gevaarlijke avontu ren, waaruit hij tenslotte toch als overwinnaar te voorschijn komt. Bezien echter van het voordelige ogenblik van heden lijkt Kis singer weliswaar een zwakke strateeg maar een briljante tac ticus, die in staat is de kansen te doen keren en zich te herstellen op het moment, dat alles verlo ren lijkt. Kissinger zou liever hebben dat de geschiedenis vluchtig aan zijn rol in Vietnam, Cambodja en Chili voorbijgaat en als dat niet mogelijk blijkt dat zijn op treden daar tenslotte wordt ge zien als iets noodzakelijks. Het is zonder meer een feit dat de toestand in deze drie landen al behoorlijk moeilijk was op het ogenblik dat hij ten tonele ver scheen, maar de trauma's, die zich onder zijn leiderschap hebben ontwikkeld, waren niet onvermijdelijk. Wat is dan wel precies de erfenis, die Kissinger achterlaat? Wat heeft hij gedaan dat onveran derlijk en yoor altijd durend is? Is hij een grote, kracht voor de vernieuwing geweest of was hij domweg geniaal in het hand haven van de bestaande toe stand? Gegapt Het beleid van Kissinger i.an worden "gevolgd via ,drie ge scheiden fases. In de eerste, die duurde van 1969 tot de Yom Kippoer-oorlog van 1973, had Kissinger de titel van assistent van de president voor zaken van nationale veiligheid, maar in feite deed hij dienst als mi nister van buitenlandse zaken, waarbij hij de wezenlijke taak die aan deze positie ten grond slag ligt gapte van de man, die haar formeel maar weinig doel treffend bekleedde, namelijk William P. Rogers. Kissingers reputatie schoot als een komeet omhoog toen pre sident Nixon de geheime on derhandelingen openbaar maakte, die de vroegere hoog leraarvan de Harvard Universi teit had gevoerd met Moskou, besprekingen die leidden tot afspraken over de kernbewa pening, vervolgens zijn ge heime reis naar Peking, die een opening naar China tot gevolg had, en tenslotte zijn geheime ontmoetingen met Le Doec Tho, die uitmondden in de Pa- rijse wapenstilstandsakkoor den voor Vietnam. Pendeldiplomatie Gedurende de tweede fase werd Nixon helemaal opgeslokt door Watergate en dook Kissinger op als ware hij President voor Buitenlandse Zaken, die zich zelf dan toevallig ook nog eens van de titel minister van bui tenlandse zaken bediende. Hij bereikte het toppunt van zijn macht met zijn pendeldiploma tie in het Midden-Oosten en de eerste afspraken tussen Ara bieren en Israëliërs over de troepenscheiding. Maar in dit succes werd het zaad gezaaid voor zijn nederlaag. Politiek- rechts en een groot aantal joodse leiders verenigden zich in een aanval op de ontspan- ningspolitiek met de Russen onder de beschuldiging dat Rusland tot de oorlog had aan gezet en dat Kissingër Israel van de overwinning had be roofd. En daar bovenop kreeg hij twee pijnlijke tegenslagen te verduren. In het najaar van 1974 verwierp het Congres zijn beleid ten aan zien van Cyprus. Op een bij eenkomst, waarop Kissinger zijn toelichting gaf, vroegen senatoren hem waarom hij het advies van zijn eigen juridische deskundigen op het ministerie van buitenlandse zaken in de wind had geslagen - een advies dat erop neer kwam dat de Ver enigde Staten de militaire hulp aan Turkije moesten stopzetten omdat dit land op Cyprus ille gaal gebruik maakte van Ame rikaanse wapens. Kissinger antwoordde: „Er zijn momenten dat het nationale belang van grotere waarde is dan de wettelijke voorschrif ten" en de bijeenkomst liep uit op een woedend geschreeuw toen Kissinger dat probeer de uit te leggen. Cyprus toonde aan dat Kissinger fouten kon maken en hij faalde later in hetzelfde jaar opnieuw toen, ondanks zijn bezwaren en zeer tot zijn ongenoegen, sena- tor Henry M. Jackson een wet erdoor drukte, waarbij normale handelsbetrekkingen met Rus land" werden gekoppeld aan de voorwaarde dat Russische jo den gemakkelijker uit hun land zouden kunnen emigreren. En in november 1975 - als was het een antwoord op Kissingers ta nende geluk - ontnam Ford hem zijr) nevenfunctie van eer ste adviseur van de president op het gebied van de nationale veiligheid. Beknot Nu hij sterk in zijn macht was be knot werd Kissinger in zijn laatste fase meer pragmatisch, minder uitbundig over de „de tente" (zoals de ontspannings- politiek tegenover de commu nisten bekend staat) en meer belangstellend voor de tradi tionele bondgenoten van het land. Van de vooruitstrevende politieke stromingen nam hij de bezorgdheid over de uit breiding van de kernenergie en de betrekkingen' met de ont wikkelingslanden over - en in sommige opzichten adop teerde hij zelfs hun voorstellen ten aanzien van d.eze proble men. Je zag de „oude" Kissin ger alleen nog /naar in zijn vruchteloze pogingen om het Congres ervan te weerhouden in 1975 de militaire hulp aan het regime in Saigon stop te zetten en een einde te maken aan de sluikse acties 'in Ango la in 1976. Maar de hardste klap zou nog komen. Midden in zijn verkie zingscampagne schrapte Ford onder druk van de rechtse stromingen het woord "déten te" uit het woordenboek van de regering. Détente Die „détente" was de zaak, die Kissinger en Nixon het naast aan het hart lag. Ze was hun grote ontwerp, hun toegangs kaartje tot de geschiedenis boeken. Maar natuurlijk was het niet hun uitvinding: de wortels ontsproten bij Dwight Eisenhower en John Kennedy, en Lyndon Johnson was in 1968 met Leonid Bre^jnjew overeengekomen onderhande lingen te beginnen over het in voeren van beperking van stra tegische wapens. Maar John son stelde de zaak uit toen de Sowjet-troepen Tsjecho- Slowakije binnentrokken en dit gebruik van geweld tegen een „socialistische" broeder- staat China ertoe bracht avan ces naar Washington te maken. Dit was allemaal al in beweging toen Nixon werd geïnstalleerd; zijn aandeel - en dat van Kis singer - was om de groeiende neiging tot toenadering tussen Oost en West te maken tot hoofdschotel van het Ameri kaanse beleid. Zij hadden hun oog op twee doelen gericht. Het ene was om de détente te ge bruiken als een houvast om Moskou ertoe te brengen Hanoi zijn ambities in Zuid-Vietnam te laten beteugelen waardoor het voor de Verenigde Staten mogelijk zou worden zijn troe pen uit Indo-Ghina terug te trekken. Het tweede was de vestiging, van een nieuw evenwicht van machten. Het was hun overtui ging dat de militaire kracht en de invloed van de Sowjet-Unie in sterkte toenamen, terwijl Amerika's wil om daar weer stand aan te bieden afnam op grond van de ervaringen in Vietnam. Het was hun krijgs plan om de détente te ontwik kelen tot een nieuwe manier om de Sowjet-Unie in toom te houden - of liever nog om de Russen zelf tot intoming te brengen. Duivel Hun eerste stap was de ideologi sche barrières te slechten, die het thuisfront tegen onderhan delen met de Russen had op geworpen. Het is natuurlijk nooit een pretje om met de Duivel te onderhandelen maar is het in het algemeen niet toe laatbaar om te onderhandelen met een tegenstander? Dus vertelde Nixon al gauw aan de wereld dat al die „ismen" van de koude oorlog hem niet te pas kwamen in zijn diplomatie. De volgende stap was om belang rijke stromingen in de Sowjet-Unie in détente te inte- In de ogen van Kissinger was de benadering in de vorm van een „vreedzaam naast elkaar le ven" van vorige regeringen te passief, omdat deze geen reke ning hield met Moskou's be langstelling voor handeldrij ven en voor toegang tot de Wes terse kredieten, graanleveran- ties en technische kennis en ook niets deed om tegemoet te N komen aan het verlangen van de Russen naar een „status" - naar de erkenning als een su permacht gelijkwaardig aan de Verenigde Staten. Nixon en Kissinger zocfhten naar wegen om deze verlangens ge stalte te geven in formele over eenkomsten en daarbij de Rus sen in te kapselen in een web van lokkingen aan de ene kant en bedreigingen aan de andere. Het wederzijds belang om een kernoorlog te voorkomen werd nagestreefd via de SALT- besprekingen. Men ging ervan uit dat Moskou het risico niet zou nemen om deze nieuwe verstandhouding in gevaar te brengen door te gaan avontu ren in nevengebieden, zoals het Midden-Oosten en Vietnam. In mei 1972 werd deze theorie aan het papier toevertrouwd - een beginselverklaring waarin beide regeringen beloofden am „de ontwikkeling van situaties te voorkomen, die zouden kunnen leiden tot een gevaar lijke verbittering in hun ver standhouding", om „eenzijdige bevoordeling te vermijden" en „alles te doen wat in hun ver mogen ligt om conflictsituaties te vermijden die tot verhoging van de internationale spannin gen zouden kunnen leiden". Bedorven Als actieplan klonk dat allemaal nogal aannemelijk, als één grote opzet of als een strategie werd het zowel in vorm als uit voering bedorven. De opzet om Moskou tastbare voordelen te geven in ruil voor vage beloften tot goed gedrag was een hoogst bedenkelijke zaak. Een hoop van deze af spraken - honderden miljoe nen dollars aan gesubsidieerd export-krediet en graanverko- pen, opheffing van het verbod tot verkoop van technische za ken als computers, spektakel stukken in de ruimte die laten zien hoe de Russen en Ameri kanen in een harmonie van grootmachten ruimteschepen aan elkaar koppelen - dat alles b.racht een niet te ontkennen voordeel aan Amerikaanse za kenlieden en voor de 'Ameri kaanse programma's, maar als geheel genomen schiepen zij een riskante politiek en een di plomatie vol gevaren. In plaats van gerechtvaardigd te worden door zijn eigen verdiensten kreeg elke transactie al gauw de schijn van verleiding of om koping. Kissinger wekte zo de indruk dat hij op overeenkom sten uit was omwille van de overeenkomst en wel tot elke prijs. Hoe dan ook, er was weinig reden om in ruil goéd gedrag van de Russen t$ verwachten. Er was weinig grond om te geloven dat de Sowjet-Unie bereid was om haar ambities in gebieden' bui ten haar grenzen over boord te zetten - al was het alleen maar omdat het onwaarschijnlijk was dat Moskou zou willen buigen in zijn conflict met Chi na in deze gebieden. Overschat En als we de wederzijdse vrees voor een kernoorlog buiten be schouwing laten was er moei lijk een gelijke grondslag te vinden tussen een op expansie belust land als de Sowjet-Unie en de aan stabiliteit verknochte Verenigde Staten. Op een ander vlak lijkt Kissinger zijn mogelijkheden om voor deel te trekken uit de Chinees-Russische scheuring te hebben overschat. Die tweedracht maakte zonder twijfel zowel Moskou als Pe king rijp voor betere betrek kingen met Washington, waar- heeft verzwakt om een posi tieve rol in de wereld te spelen. Als men dat .vèrzwakken van de wil" wil uitleggen als de on wil om te worden betrokken in plaatselijke en regionale con flicten als Vietnam, dan zou Kissinger gelijk hebben. Maar anderen zouden deze weerzin uitleggen als een wijs stand punt. De overgrote meerderheid van de vooruitstrevende critici van Kissinger heeft nooit de nood zaak van de Amerikaanse ver plichtingen tegenover West- Europa en Japan in twijfel ge trokken - maar zij weigerde gewoonweg, al of niet terecht, toe te geven dat de wereld draait om de machtsstrijd tus sen de Sowjet-Unie en Ameri ka. In hun ogen waren de be langrijkste bronnen van span ning en conflicten van econo mische aard - en wel tussen de geïndustrialiseerde landen on derling en tussen deze en de ontwikkelingslanden. De Nixon-Kissinger-strategie maakte echter alles onderge schikt aan de verhouding tus sen de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie. Dit veroorzaakte vaak overdreven reacties op I gebeurtenissen in andere lan den - of aan de andere kant ge brek aan belangstelling daar voor. Vietnam ,en Angola wer den opgeblazen tot zeer be langrijke proeven op de som ten aanzien van de Ameri kaanse geloofwaardigheid. De verspreiding van kernenergie, de economische noord-zuid relatie, Afrika als geheel en de betrekkingen met de oude bondgenoten werden vaak verwaarloosd totdat zij een „Sowjet-afmeting" kregen, of die nu alleen in de verbeelding bestond of dat die nu echt was. Nederlaag Om de zaak nog ernstiger te ma ken was de manier, waarop de détente-strategie werd uitge voerd zodanig, dat in eigen land een nederlaag onvermijdelijk werd. Geheime onderhande lingen die dan werden gevolgd door openbaar theatraal ver toon veroorzaakten een gevoel van onbehagen en wakkerden de verdenking aan, dat Kissin ger grote verhalen vertelde om zijn persoonlijke weggeverij- tjes te maskeren. Die verdenking nam nog toe door zijn steeds weer veranderende spel met woorden. Eerst om schreven hij en Nixon détente als een „structuur van vrede", die zij afschilderden als iets dat al bijna was bereikt. Na de oor log in het Midden-Oosten van 1973 nam Kissinger de uitleg over die de Russen aan détente gaven en begon hij erover te praten als over „een proces". Toen het Angolese conflict ontvlamde en toen het leek dat de Russen zich met Portugal zouden gaan bemoeien, krab belde hij terug t,ot de redene ring „dat er geen ander alterna tief voor détente was dan een kernoorlog" zonder te trachten, het begrip détente nader te de finiëren. Helsinki Wat hem echter meer dan wat ook in moeilijkheden bracht - en misschien het minst verdiend - waren de akkoorden van Hel sinki van 1975. In deze afspra ken gingen de Verenigde Sta ten met de landen van Europa mee door in te stemmen met de „onschendbaarheid" van alle Europese grenzen (hetgeen een goedkeuring inhield van de onder Russische controle staande Oosteuropese grenzen) en met meer bewegings vrijheid voor mensen en een vrijere meningsuiting (hetgeen betekende dat de Russen hun beperkingen zouden moéten verzachten). Aanvankelijk wilde Kissinger niets met deze onderhandelin gen te maken hebben, maar de Russen en de meeste Europese leiders bleven aandringen en Kissinger ging mee, trachtend het belang van de besprekin gen te bagatelliseren. Niette min werd „Helsinki" het sym bool van de bij Kissinger- ver onderstelde onverschilligheid tegenover het lot van de „in slavernij zuchtende Oosteuro peanen en Russen" - en dat werd nog eens zo erg toen dat werd geköppeld aan zijn advies aan president Ford om Alexander Solzjenitsin niet op het Witte Huis te ontvangen. Toén détente in 1976 in verband met de verkiezingen een poli tieke inzet werd vocht Kissin ger wanhopig om zich staande te houden. Om zijn critici op het rechtse front te kalmeren waarschuwde hij Moskou dat zijn acties in het Midden- Oosten, Portugal en Angola „onvermijdelijk andere be trekkingen bedreigden". De boodschap was duidelijk: "hou daarmee op of jullie brengen je verhouding met de Verenigde Staten in gevaar". Maar Mos kou bond niet in en Kissinger deed er niets tegen. Hij verde digde dat met te zeggen dat hij de graanleveranties aan Rus land niet kon stopzetten zonder de Amerikaanse landbouwers tegen zich in het harnas te jagen en dat de SALT-besprek'ingen van een zo doorslaggevende betekenis waren dat ze niet in gevaar mochten worden ge bracht omwille van Angola: maar hoe juist zijn oordeel in deze ook geweest moge zijn, het feit dat hij er niet in slaagde zijn dreigementen waar te ma ken leidde tot een verdere uit holling van de algemene steun aan de détente. Toen Ford het woord détente tot een soort schuttingtaai op de muren van het ministerie van buitenlandse zaken verklaarde beperkte Kissinger zich tot een in zichzelf gekeerd hoofd schudden en tot wat gegrom over „zo is nu eenmaal de poli tiek". Of dat nu om politieke redenen was of omdat ze dach ten dat de Amerikanen de dé tente niet zouden slikken als die er niet uitzag als het Dui zendjarig Godsrijk: Nixon en Kissinger hadden de détente te hoog aangeprezen en er onmo gelijke normen aan -gesteld. Misschien begrepen ze niet wat Eisenhower, Kennedy en Johnson hadden ontdekt - na melijk dat de Amerikanen over het algemeen vanzelfsprekend en hartgrondig voor alles wa ren dat een redelijke kans bood om het vooruitzicht te verbete ren op een blijvende vrede met Rusland. Zij zouden hun détente-strategie veel ellende hebben bespaard als zij er van begin af aan wat bescheidener over waren geweest. Tacticus Toch had Kissinger als strateeg een eigenschap die hem kon redden. Hij was een man van het grote begrip, een man die dacht in termen van de alge mene lijn, maar hij was geen ideoloog. Hij zou proberen om de gebeurtenissen in te passen in zijn grote raam - en dat deed hij vaak genadeloos - maar als zij er niet in pasten dan draaide hij bij. Hij kon zijn koers wijzi gen en dan slagen. Daar lag zijn kracht als tacticus. Begin vorig jaar bracht hij de Russen niet-offïcieel aan hun verstand dat als het niet zou lukken de- nieuwe SALT- besprekingen over het dode punt heen te helpen en een nieuw verdrag over strategi sche wapenen tot stand te brengen de kans van Ronald Reagan om de Republikeinse presidentskandidatuur in de wacht te slepen zou groeien - en daarmee een sterke toene ming van de Amerikaanse uit gaven voor bewapening. Tezelfdertijd vertelde hij de chefs van staven dat zonder een ver drag, waarin hun nieuwe pro gramma's voor strategische bewapening waren opgeno men, deze programma's zo goed als zeker'in 1977 om zeep zouden worden gebracht door een Democratische regering of door een door de Democraten overheerst Congres. Deze om standige poging om van twee kanten naar het midden toe te werken maakte geen eind aan de impasse in het SALT- gesprek, maar zij is wel type rend voor zijn wijze van werken en die heeft vaker wel dan geen succes gehad. bij beide hoopten hun positie ten opzichte van de ander te kunnen verbeteren, maar het blijkt minder duidelijk dat Kis singer in staat was om van één van de partijen extra conces sies in de wacht te slepen door het nastreven - van zijn „driehoeks-diplomatie". Op het einde was er maar weinig resultaat te zien van al zijn in spanningen in die richting. Deze strategie herbergde een nog sterkere vertekening van de realiteit - de idee dat de Russen een reusachtige macht waren. Toen Nixon en Kissinger hun oog oyer Moskou lieten gaan zagen ze alleen maar de sterk ontwikkelde militaire machten ambitie van de Russen. Ze'ke- ken heen over het feit - of on derschatten dit - dat Rusland nog een ontwikkelingsland was in menig opzicht; dat zijn Oosteuropese satellieten onbe rekenbare bondgenoten wa ren; dat de westerse commu nistische partijen minder af hankelijk werden van Moskou; dat de Derde Wereld het eco nomische en politieke systeem van de Sowjet-Unie niet als aansprekend voorbeeld zag en dat die landen Rusland nauwe lijks beschouwden als een aan trekkelijke en nuttige partner. Als men het belang in aanmer king neemt dat hij niet alleen hechtte aan de inhoudelijke maal ook aan de uiterlijke vorm - en hoe de Verenigde Staten bij de rest van de wereld overkwamen - was het hoogst merkwaardig dat Kissinger een tijd moest doorgaan om de Sowjet-Unie af te schilderen als een opkomende macht die van wereldformaat kon worden en de Verenigde Staten als één, die op zijn retour was. Hij ontkent dat hij dit doet, maar de meeste mensen die in de loop der jaren met hem hebben gepraat kwamen terug met die indruk. Zijn gevechten met het Congres over geheime hulp aan Angola en geheime hulp aan het regime in Saigon waren een uitgroeisel van wat hij zag als noodzaak om het verlies van de Amerikaanse geloofwaardig heid en de golf van vooruitgang van de Russen het hoofd te bie den. Machtsstrijd Waarschijnlijk zal de geschiede nis uitwijzen, dat het niet juist is om te beweren dat de oorlog in Vietnam de Amerikaanse wil

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 15