„Op weg= waarheen Kwestie bewust kiezen ,lk kom tot rust op de fiets...' 'Auto niet meer weg te denken' VRIJDAG 31 DECEMBER 1976 EXTRA PAGINA 23 Door Paul Sneijder Niemand heeft het ooit bijge houden, maar Nederland telt waarschijnlijk honderden be- langengroepjes of actiecomi tés, die zich op de een of an dere manier met verkeer be zighouden. Met de verkeer sproblemen in hun straat of in hun buurt of zelfs in hun dorp of stad. Ook op landelijk ni veau zijn er in de loop der ja ren heel wat comités uit de grond geschoten, die zich met het verkeersbeleid in Neder land bezighouden. Ruim een jaar geleden heeft een belangrijk aantal van deze „verkeersgroepen" besloten de koppen bij elkaar te steken en de initiatiefgroep Verkeer en Vervoer op te richten. „Gaandeweg bleek het slag vaardiger en nuttiger om als een groep te kunnen reage ren", zegt Jan-Willem van Grondelle van de initiatief groep. In „verkeer en ver voer" zijn vertegenwoordigd de ENWB, Stop de Kinder moord, stichting Natuur en Milieu, ROVER, Milieude fensie, werkgroep 2000, maar ook de NS, het streekvervoer, de wetenschappelijke bu reaus van de PvdA en de christelijke partijen en de- verkeerswerkgroep van de PPR. De initiatiefgroep kiest voor een ander verkeersbeleid. Een beleid, waarin het lang zame verkeer(voetganger en fietser) meer ruimte krijgt, de tram, bus en trein worden be vorderd en het autogebruik, met name in de steden, wordt teruggedrongen. „In feite steunen wij de uitgangspun ten van het Meeijarenplan Personenvervoer, waarin mi nister Westerterp kiest in de richting van „beheerst ver keer". Alleen in de praktijk blijkt er nauwelijks iets van dit beleid terecht te komen". In de randstad zijn volgens Jan-Willem van Grondelle de mogelijkheden voor het openbaar vervoer en dus be perking van het autogebruik het best. „Relatief gezien is daar het openbaar vervoer het best geregeld en doen zich de meeste knelpunten op de weg voor. Het parkeerbeleid is de sleutel in de steden om het gebruik van de auto te ver minderen. Als iemand op weg naar de binnenstad een paar keer heeft vastgezeten en dan ook zijn auto nergens kwijt kan, zal hij van lieverlee zijn auto thuis laten". „Andersom geldt hetzelfde: als je de voorzieningen voor de auto uitbreidt, zal het gebruik en bezit ervan toenemen. Dat zie je in Eindhoven. Daar heb je de beste autovoorzieningen en tevens de grootste auto dichtheid". AFWEGING Maatregelen, die het gebruik van de auto wat aan banden moeten leggen, hebben, zo vindt Van Grondelle, niets met pesten of vrijheidsbe perking te maken. „Het gaat om de afweging van de indi viduele tegen de collectieve belangen. Je kan wel blijven rijden in je auto en misschien nog wel blij zijn ook, maar we zitten nu eenmaal met 13,5 miljoen mensen in een erg klein landje. Om wat voor re den dan ook zullen groepen uit onze samenleving nooit van een auto gebruik kunnen maken. Zij worden op hun beurt door de autobezitters in hun vrijheid beperkt". UITERSTEN De discussie over de auto ver zandt vaak in uitersten: alles met de auto of niets met de auto. „Het gaat om een be wuste keuze: niet van de auto gebruik maken, als er een goed alternatief is. Zoals bij voorbeeld in het woon werkverkeer, waarin het openbaar vervoer veel beter benut zou moeten worden. Wat zie je nu: de man neemt de auto mee naar zijn werk, om dat ding daar de hele dag ongebruikt op het parkeerter rein te laten staan. Zijn vrouw, achtergebleven in een stil dorp op het platteland, wil Jan-Willem van Grondelle van de initiatiefgroep Verkeer en Vervoer, waarin een aantal actiegroepen zijn samengebun deld, bepleit, een ander ver keersbeleid. Een beleid, waarin het langzame verkeer meer ruimte krijgt, het openbaar vervoer wordt bevorderd en waarin de auto wordt terug gedrongen. Jan-Willem van Grondelle van de initiatiefgroep Verkeer en Vervoer: dan ook een auto. De tweede auto in het gezin, om de kin deren naar school te brengen, boodschappen te doen, ken nissen of familie te bezoeken. Zij heeft in feite veel meer profijt van de auto". SAMENHANG Nederland mist een samenhan gend verkeers- en vervoers beleid, vindt Van Grondelle. „Een apart rijkswegenfonds is onzinnig. Het bestaan van zo'n fonds heeft een auto noom planningsmechanisme tot gevolg. Als er vijf miljoen gulden wordt bespaard op rijksweg 19, kan dit niet on middellijk ten goede komen aan de Almere-spoorlijn. Ik ben daarom voorstander van een algemeen verkeersfonds, waar een samenhangend ver keersbeleid kan worden gefi nancierd". Van visie op het openbaar ver voer is op dit moment geen sprake. „Die tienpérsonen- norm voor de streekbussen is toch een noodsprong. De PTT overweegt toch ook niet om bij mensen, die maar een keer in de week een brief krijgen, de bezorging te staken". ANDER BELEID Er zijn wel enkele goede aanzet ten naar een „ander", ver keersbeleid te bespeuren, vindt Van Grondelle. Zoals de regeling voor het woonerf, de subsidies voor fietspaden, het instellen van stiltegebieden voor wandelaars en fietsers, maar van een werkelijk sa menhangend beleid is geen sprake. Ten slotte over het verzet tegen autobeperkende maatrege len: „Toen een aantal jaar ge leden werd begonnen met het instellen van voetgangersge bieden in binnensteden, klaagde iedereen ook steen en been. Nu kan niemand zich haast meer voorstellen, dat het ooit anders is geweest. Mensen zijn nu eenmaal sta tisch". Het auto-probleem is altijd goed voor een pittige dis cussie. Wie in gezelschap iets ten voordele dan wel ten nadele van de auto laat ont glippen, loopt het risico met tegen- respectievelijk voor standers in urenlange de batten verwikkeld te raken. In dit opzicht heeft de „au to" dezelfde geladenheid gekregen als andere pro blemen van deze tijd, zoals- abortus, drugs, emancipatie. Hoe dan ook, de auto is een probleem geworden. In vijf tien jaar tijd is het auto- „park" zeven maal zo groot geworden: van zo'n 500.000 stuks in 1960 naar zeker 3,5 miljoen anno 1976. De voor spellingen voor de toekomst lopen sterk uiteen en han gen nauw samen met het be leid, dat mogelijk ten aan zien van de auto zal wor den gevoerd. De autoverkoop heeft alleen tijdens de oliecrisis, eind werken aan de beteugeling van de auto. Onlangs kwam het resultaat van dit onder zoek in de openbaarheid en bracht de tweeslachtigheid van het auto-probleem on verbloemd aan het licht: ie- 1973, een kleine inzinking beleefd. Het was in die tijd, toen we eenmaal per week de auto thuis moesten laten, dat de regering aan het So ciaal en Cultureel Planbu reau opdracht gaf te onder zoeken, in hoeverre de be volking bereid was mee te dereen geeft grif toe, dat het met het verkeer in Neder land de verkeerde kant op gaat, maar om daarvoor minder kilometers met de auto te rijden zijn slechts weinigen bereid. „Op weg waarheen?" is de titel van een serie artikelen, die zich met het auto- probleem, de mogelijkhe den of de onmogelijkheden van de beperking van het autogebruik, bezig zal hou den. Natuurlijk zullen daar door ook het openbaar ver voer en andere middelen van vervoer aan de orde komen. In deze eerste aflevering twee totaal verschillende vi sies op de auto: drs. E. van Gianotten van de actie „Blij dat ik rij" en Jan-Willem van Grondelle van de initiatief groep Verkeer en Vervoer. Bovendien laten we iemand aan het woord, die drie jaar geleden de auto bewust uit bande. Hij lijdt er niet onder. Dr. Teilegen, na drie jaar zonder auto: De BOVAG en de RAIorganisaties uit de auto-industrie, hebben zich opgeworpen als belangenbehartiger van 'De Automobilist''Blij dat ik rij' is de leuze, die de autobezitter het liefst met sticker, stropdas, T-shirt, paraplu moet uitdragen. De actie loopt nu enkele maanden en de initiatiefnemers hebben onlangs besloten hun 'zen dingswerk' ook volgend jaar voort te zetten. Drs. E. Gianotten 63) is bestuurslid van de RAI en voorzitter van de stuurgroep, die zich belast met de actie 'Blij dat ik rij'. Het autoge bruik, zo ook het bezit ervan is volgens hem niet meer te beperken. "Een jaar of twintig geleden was dat misschien nog mogelijk geweest. Maar we kunnen nu de klok onmogelijk nog terugdraaien. De auto heeft een belangrijke plaats in onze samenleving ingenomen. Wij hebben woonsteden gebouwd, het werk elders geconcentreerd en wegen aangelegd. Dat bij elkaar is de acceptatie van het particu lier vervoer. Het openbaar vervoer kan onmogelijk de verkeers stromen, die zich vooral in het spitsuur voordoen, verwerken" "De auto heeft nadelige kanten, maar problemen van geluid en stank zullen door de techniek worden overwonnen. Het energiegebruik van het gehele autopark is slechts een schijntje van onze totale energiebehoefte. Er wordt ook druk geexperimenteerd met andere energiebronnen voor de auto. Het ruimteprobleem is maar betrek kelijk. Slechts twee procent van de hele oppervlakte van Nederland wordt gebruikt voor snelwegen. Ook al zou dat nog een weinig meer worden, leidt dit niet tot onoverkomelijke problemen" En de duizenden verkeersslachtoffers? "In het huishouden vallen jaarlijks veel meer doden dan in het ver keer. Er is toch ook niemand, die nu gaat beweren, dat we het huishouden moeten afschaffenDat wil niet zeggen, dat we het geen goede zaak vinden, dat er maatregelen worden genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren. De autoindustrie is zelf al ver met het ontwikkelen van een veilige auto". Is de actie wel nodig, heeft de automobilist het zo moeilijk? "Wij willen met onze actie tegenstoom geven aan de anti-auto- opvattingen, die bij steeds meer bewindsvoerdersopinieleiders en actiegroepen voet aan de grond krijgen. De auto is een wezenlijk deel van onze samenleving en moet als zodanig worden geaccep teerd. Wij zijn niet tegen openbaar vervoer, maar zijn er wel tegen dat er zulke grote sommen geld in het openbaar vervoer wordt gestoken, terwijl de auto onevenredia zwaar wordt belast". Vindt "De Automobilist" dat ook? "Voordat we de actie startten hebben we dit laten onderzoeken door de stichting voor sociale communicatie. Daaruit blijkt, dat de au tomobilist zich vaak in de tang voelt genomen". Is dat rapport gepubliceerd? "Nee, dat is geheim en dient als achtergrond informatie voor het bestuur van de actie. Uit dat onderzoek kwam ook naar voren, dat de automobilist met een schuldgevoel rondloopt" Maar dat is toch niet zo wonderlijk. Een automobilist schept beper kingen voor anderen, die niet over dat vervoermiddel kunnen be schikken, zoals kinderen, bejaarden, invaliden. "De automobilist brengt veel belastinggeld naar 's rijks schatkist. Mag hij dan een beetie plezier in het autori jden hebben". "De PPR stelt nu voor om de parkeergelegenheid even ver van je huis aan te leggen als de halte van het openbaar vervoer. Om op die manier het particulier en het openbaar vervoer vergelijkbaar te maken. Straks stelt minister Westerterp voor om van alle auto's de daken te verwijderen om het autorijden vergelijkbaar te maken met fietsen". "Het is een kwestie van realpolitik. De auto heeft een plaats ingeno men, die niet meer is terug te draaien. Tegenstanders van de auto baseren zich op kreten, niet op de werkelijke feiten", al dus drs. Gianotten. Sloten is een voorstadje van de gemeente Amsterdam. Het zou een rustiek oord kunnen zijn, als het niet werd over schaduwd door af en aan denderende vliegtuigen en het geraas op nabijgelegen rijkswegen niet zo nadrukke lijk hoorbaar was. In tegenstelling tot al die zo nadrukkelijk aanwezige ver- keersbinding is het openbaar vervoer in Sloten niet anders geregeld dan in andere dor pen. Met ruime tussenpozen doen twee bussen het dorp Egbert Tellegen (38) woont met zijn vrouw Tonny en hun twee kinderen (9 en 10 jaar) in Sloten. Zonder auto. Een kleine drie jaar geleden ging het vaak als onmisbaar afge schilderde vervoermiddel de deur uit. "Een milieuverpes- ter en een ruimtevreter", vond het gezin Tellegen. En zelfs in een gat als Sloten kun je zonder. "Wij hebben die beslissing niet van de ene op de andere dag genomen. Een flinke poos, voordat je de auto wegdoet, moetje je daar goed op instel len", vertelt Tellegen. "Het is niet zo dat we de auto hele maal afzweren. Wij willen de vaardigheid houden. Vooral met vakanties is een auto ge makkelijk en dan huren we er Dr. Tellegen, die tot voor kort voorzitter was van de vereni ging Milieudefensie, werkt als coördinator bij de interfa cultaire vakgroep milieu kunde van de universiteit in Amsterdam. Zijn werkterrein ligt in het centrum van Am sterdam. Goed tien kilometer van zijn huis in Sloten. Egbert Tellegen overbrugt de af stand dagelijks op de fiets. Weer of geen weer. "Ik heb al tijd een fietspak in mijn tas. Waar ik ook heen ga. Vroeger toen ik nog een auto had ging ik overdag ook al altijd op de fiets, maar als ik dan 's avonds voor vergaderingen terug moest nam ik de auto. Nu blijf ik in Amsterdam over of neem "s avonds ook gewoon de fiets. In feite helemaal niets bijzonders, want er zijn toch zoveel mensen, die nooit van hun leven over een auto zullen beschikken". "Dat stukje fietsen elke dag vind ik een mooie schakel tussen mijn werk en thuis. Je komt heerlijk tot rust op de fiets. Als ik dichterbij mijn werk zou komen te wonen zou ik dat fietsen missen", zegt Egbert Tellegen. Onmisbaar Nadat Egbert en Tonny Telle gen tien jaar geleden het huis in Sloten betrokken, werd spoedig daarna een auto aan geschaft. Een automatisme, dat bij het merendeel van de Egbert Tellegen: dqgelijlcs heen en weer op de fiets naar het werk Weer of geen weer. jonge gezinnen gewoon is: huisje, boompje, autootje. "Op dat moment besef je de gevolgen niet van die beslis sing".' Het milieuvraagstuk, de zorgen over lucht, water, ruimte, energie, tekenden zich in de laatste tien jaar steeds duide lijk af. De milieu-vijandige auto hoefde voor het gezin Tellegen niet langer. "Het valt niet te ontkennen, dat de auto in sommige gevallen plezier geeft. Maar het is per tinent onwaar om te zeggen dat een auto onmisbaar is. Als je kleine kinderen hebt dan is. de behoefte iets groter en met de vakantie is het ook ge makkelijk. Maar er niet bui ten kunnen is niet waar". Zonder auto leven heeft duide lijk gevolgen. "Je moet meer plannen maken. Als je met het openbaar vervoer reist, moet je je terdege informeren over vertrektijden en de tij den van de aansluitende ver bindingen. Je moet je reis vantevoren uitstippelen". "Voorde kinderen heeft het een gunstige invloed. Zij worden veel zelfstandiger, doordat ze op eigen houtje bijvoorbeeld met de bus naar Den Haag gaan. De meeste ouders bren gen hun kinderen overal met de auto naar toe". Het gezin Tellegen heeft niet de indruk dat er contacten of ui tjes blijven liggen. "Er zijn plaatsen waar we graag zou den willen komen, maar die met het openbaar vervoer onmogelijk te bereiken zijn. Zoals Alphen aan den Rijn, niet ver hier vandaan, maar het is gewoon niet te berei ken. Toch trekken we in ver gelijking met andere gezin nen er vaker op uit/Met de NS maken we soms prachtige fiets- of wandeltochten. We zijn heus niet zo honkvast". Trimbanen De meeste plaatsen zijn wel goed met openbaar vervoer te bereiken en als het te laat wordt, nemen we gewoon een taxi terug. Dat kunnen we makkelijk doen, omdat je een hoop uitspaart als je geen auto rijdt". De auto kan ook bij Egbert Tel legen emoties losmaken: "Het is toch een idiote zaak, dat er trimbanen langs rijks wegen worden aangelegd. Automobilisten jakkeren pijlsnel van de ene naar de andere plaats, maar moeten dan onderweg stoppen om te trimmen. Om te voorkomen dat ze dichtgroeien". "Aanvankelijk was de auto voorbehouden aan een elite groep. Er is toen in de politiek op aangedrongen, dat ieder een de beschikking kreeg over dat ding. Maar het is toch een veel socialer en recht vaardiger beleid, wanneer je dan gezamenlijk besluit de auto uit te bannen. Toen de rijken grote landgoederen bewoonden, pleitte men er toch ook niet voor dat ieder een de beschikking krijgt over een landgoed". Hypocriet vindt de oud milieudefensie-voorzitter het om het autobezit ongemoeid te laten, maar het gebruik er van te beperken. "Dat du peert opnieuw de lager be taalden. Die kunnen zich niet de luxe veroorloven om er én een auto op na te houden én met het openbaar vervoer te reizen". Vrijheid "Je wordt vaak uitgelokt tot discussies over de auto. Men sen vinden het gek, dat je zonder auto kunt leven. Maar het is toch veel idioter om in zo'n volgepakt land als Ne derland, met z'n allen in een autootje te gaan zitten". Maar één auto minder maakt niet vèel uit. Is dat niet ont moedigend? "De gedachte, dat je door indi vidueel gedrag iets kunt ver anderen, is tanende. Het is goed om je los te vechten van dingen, die volgens iedereen onmisbaar zijn. Dat losvech- ten, dat is pas vrijheid". Drs. E. van Gianotten: plaats auto in de sa- menleving niet terug te draaien. Drs. E. Gianotten van RAI-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 23