Die morgen was er niets aan de hand,
maar 's avonds ramde hij op me in
Geestejijk
mis
handelen
is eve
erg
fysiek
martelen
TTütos
Een van de meest duidelijke geboden, waar de mensheid zich aan te houden
heeft is wel het "Gij zult niet doden".
En waarschijnlijk is er geen gebod dat zo met voeten getreden wordt, als
juist dit ene.
In een tijd, waarin vraagstukken als abortus en al dan niet actieve eutha
nasie (het verlossen van stervenden uit een onmenselijk lijden) de discus
sie over het "doden" vpn leven hoog doen oplaaien, wordt vaak voorbijge
gaan aan een vorm van doden, die weliswaar geen einde aan lichamelijk
menselijk leven maakt, maat minstens even erg is: het geestelijk doden.
We weten het allemaal: oorlogen en martelingen zijn aan de orde van de
dag. Elk weldenkend mens is het erover eens, dat dit niet de weg, is voor de
mensheid om te bewandelen. Men is geneigd te oordelen over dingen, die
eigenlijk van ons bed ver verwijderd zijn. En gaat voorbij aan wantoe
standen dicht bij huis. Een oordeel vellen over een onzinnige uitputtings
slag als in Libanon,of over het martelen van politieke gevangenen in Chili,
Indonesië of het Oostblok, is wellicht gemakkelijker dan de hand in eigen
boezem te steken.
Toch is dat even noodzakelijk. Al is het tegenwoordig moeilijk om de
wereld te verbeteren door bij jezelf te beginnen.
Ook onze geroemde en - terecht - verguisde welvaartsmaatschappij kent
rotte plekken, die er misschien niet waren geweest, als men het "gij zult niet
doden" wat soepeler zou interpreteren.
i wat ruimere opvatting heb gekozen van dit wel
Zonder de rol van feministe te willen spelen, zonder de man de oorlog te
willen verklaren (dat zou in dit kader al helemaal niet passen), ben ik van
mening, dat er een groot probleem is, dat wij maar al te gemakkelijk
afdoen met dooddoeners als "Daar heb je weer zo'n vrouw, die zo nodig de
man de schuld wil geven" of "Waar twee kijven hebben twee schuld". En
dat is het probleem van de mishandelde 1
Truus, twee vrouwen, die op het
het huis van de stichting "Blijf van
Ik sprak met twee van hen, Tiny et
ogenblik onderdak hebben gevonden i
m'n lijf' ergens in Amsterdam.
Deze stichting zorgt voor de opvang van vrouwen, die - vaak met hun
kinderen - het huis zijn ontvluchtomdat de toestand niet langer houdbaar
en vaak zelfs gevaarlijk was.
Het adres van het huis wordt geheim gehouden, mannen worden geweerd,
een reden voor velen om te zeggen, dat de door zijn vrouw verlaten man
geen kans krijgt tot weerwoord. Misschien is dit waar, maar men moet niet
vergeten, dat vrouwen die hier komen al zo vaak hebben proberen te praten
zonder dat het hielp, dat ze nu aan het eind van hun Latijn zijn. Er valt niet
meer te praten, ze willen alleen maar weg bij degene, die een bedreiging
vormt voor henzelf en hun kinderen.
Lichamelijke mishandeling gaan in deze gevallen bijna altijd samen met
geestelijk mishandelen. Jarenlange treiterijen, gepaard gaande met be
dreigingen, slaag en verkrachting, hebben deze vrouwen gemaakt tot wat
ze nu zijn: vluchtelingen met een grenzeloze angst voor degene met wie ze
aanvankelijk toch een goede verhouding hebben gehad: de vader van hun
kinderen.
Twee vrouwen vertellen hieronder van hun bevindingen. Het is een relaas,
dat slechts de ene kant van de medaille laat zien en daarom wellicht
eenzijdig is. Maar niettemin het overdenken waard
Rommeligmaar in ieder
geval een opvang
Een wat mollig vrouwtje zit tegen
over me op een tochtig en ongezel
lig bovenkamertjè van het JAC
(Jeugd Advies Centrum) in Am
sterdam. Je zou haar ouder schat
ten dan de zesendertig jaren die ze
telt.
Ze zit al een jaar in het huis van de
stichting "Blijf van m'n lijf'. Af
komstig uit Utrecht, durft ze niet
terug naar die stad uit angst voor
represailles van haar voormalige
echtgenoot. Ze wacht op een huis,
voor haar en haar twee kinderen, in
Amsterdam of elders, maar niet in
Utrecht
"Het was m'n eerste huwelijk. Ik
had al een dochtertje, was onge
huwde moeder. We kenden elkaar
een jaar toen we trouwden. Ik wist
nog niet de helft van z'n verleden.
Alleen had 'ie me verteld dat hij
zo'n rotjeugd had gehad. In tehui
zen gezeten en zo. Aan z'n vader en
moeder had hij niks gehad. Het leek
een beste man. En voor m'n doch
tertje was hij een echte vader. Dat
kind was z'n oogappeltje. Hij was
dol op haar.
Vlak voor we trouwden had hij me
verteld, dat hij gescheiden was. Ik
vroeg waarom hij dat niet eerder
had gezegd. Hij was bang, dat ik
hem dan niet meer zou willen. On
zin natuurlijk.
We waren nog maar kort getrouwd,
toen er 's avonds een man van de
reclassering op de stoep stond. Die
vertelde, dat hij vier kinderen had
bij z'n vorige vrouw. Het was of ik
een klap in m'n gezicht kreeg. Of hij
maar alimentatie wilde betalen
voor die kinderen. Die ambtenaar
vroeg me of ik er niks van wist "Als
u alles van hem wist, mevrouw", zei
die man.
ko-
Politie
Het bleek, dat hij al diverse malen
in aanraking was geweest met de
politie. Meer wou die man ook niet
kwijt.
Toen m'n man thuiskwam en hoor
de, wat die reclasseringsambtenaar
had verteld, begon hij tegen mij te
keer te gaan. Hij verweet mij dat ik
al een kind had en dat ik vroeger de
hoer had gespeeld. Maar over zyn
eigen vier kinderen mocht ik hem
niet aanvallen.
Een tijdje later was ik in verwach
ting en toen begon het mishande
len. Het leek wel of 'ie jaloers was
op dat kind. En alle problemen
verweet hij mij.
Voor de buitenwereld waren we het
ideale echtpaar. Op verjaardagen
was hij poeslief voor me. En gul, dat
hij was.
Het huis van de stichting
Blijf van m'n lijf'
Toen het kind er was, mocht ik er
nauwelijks aandacht aan besteden.
Als ik het naar bed bracht en ér nog
even mee speelde, of later, verhaal
tjes voorlas, stond hij al te roepen,
waar ik zo lang bleef.
Als ik hem vroeg mee naar boven te
gaan, om ook met het kind te spe
len, wilde hij dat niet. En later werd
ik dan weer beurs geslagen.
Toen begon hij steeds van baan te
veranderen. Als ze van de reclasse
ring zijn loonstrookje kwamen op
vragen bij een baas - dat was na
tuurlijk voor de alimentatie - dan
was de vogel gevlogen. Op een
avond (hij had me een blauw oog
geslagen, ik liep met zo'n gezicht)
hoorde ik, dat hij betrokken was
geweest bij een inbraak. Voor mij
was de maat toen vol. Ik had op' de
televisie wel eens van de stichting
"Blijf van m'n lijf' gehoord, maar
natuurlijk het telefoonnummer
niet onthouden, dus ik heb toen
m'n boeltje gepakt en ben met de
kinderen naar Amsterdam gegaan.
"Je past je aan"
Ik zit hier nu een jaar in het huis en
het bevalt me best. Ik ben weer vrij
en ik begin weer een beetje de oude
te worden. M'n familie zegt ook, dat
ik veranderd ben. Tja, weet je wat
het is, als je zo'n man hebt en je
steeds maar geslagen en geschopt
wordt, doe je alles om dat maar te
voorkomen. Je past je helemaal
aan, je bent jezelf niet meer. Hij zei
altijd, dat ik een rot-karakter had en
dat ik maar moest veranderen maar
zijn eigen karakter was ook niet
best. Maar dat wilde hij niet veran
deren.
Ik ben nu gelukkig gescheiden van
die man, de kinderen zijn mij toe
gewezen en ik heb een goed contact
imet de vader van m'n dochtertje.
Daar heb ik veel steun van gehad.
Toen ik hier in huis kwam, viel het
me wel tegen. Zo'n rotzooi en ie
dereen rommelde maar wat door
elkaar. Heleboel mensen op kamer
tjes. Maar een week later was dat
voorbij. Ik voelde me vrij, durfde de
straat weer op. Daar was ik eerst
bang voor, want hij had tegen me
gezegd: "Als je wegloopt, zal ik je
terughalen en dan schop ik je in el
kaar".
Nu weet hij, waar ik zit. We zijn van
de zomer met z'n vieren een dag uit
geweest. Want m'n dochtertje was
jarig en toen had hij gevraagd of ik
niet bij" hem die verjaardag wilde
komen vieren. Maar ik zei, dat ik
dat niet deed. Want ik was bang, dat
ik dan niet meer weg zou kunnen
komen. Nou toen zijn we een dag
met z'n vieren uit geweest. Echt
leuk hoor.
Maar hij probeerde wel, of ik niet
terug wou komen. Hij speelde het
echt op de kinderen. Dat het zo zie
lig voor ze was en dat ze nou geen
vader meer hadden.
Maar terugkomen doe ik nooit
meer. Misschien dat het in het be
gin goed gaat, maar dan later zal het
toch weer gebeuren, dat 'ie me
slaat.
Trouwen doe ik ook nooit meer. Ik
ben geen mannenhaatster gewor
den hoor, maar een man bij me over
de vloer halen doe ik niet meer.
Misschien af en toe een vriend,
maar een vaste relatie? Nooit van
m'n leven.
Door
Annemiek Ruygrok
trouwen. Met'dat boterbriefje is alle
ellende begonnen. Toen dacht hij
me te bezitten en alles over me te
zeggen te hebben.
De eerste twee weken was er nog
niks aan de hand. Alles rozegeur en
maneschijn. Tot op een dag, hij
komt thuis en ik zeg nog "Hallo
schat, 't eten is zo klaar", komt 'ie
op me af en begint toch op me in te
rammen.
Truus is veertig jaar. Ze heeft drie
kinderen, èèn uit haar eerste huwe
lijk en twee uit de relatie met de
man, voor wie ze nu een grenzeloze
angst heeft.
"We hadden al zes jaar samenge
woond. Alles ging goed. Leuk huis,
leuke kinderen, een caravan op een
camping. Hartstikke leuk. Hij kon
toen alleen al niet uitstaan, dat m'n
oudste dochter zo'n goeie verhou
ding had met haar vader. Maar
goed, inmiddels waren er twee kin
deren geboren en toen zijn we gaan
Kantje-boord
Ik had drie gebroken ribben, en er
was een rib in m'n long gedrongen.
Het was kantje-boord, ik heb twee
maanden in het ziekenhuis gele
gen. Toen ik hem vroeg, waarom hij
het had gedaan, zei 'ie "Ik had ge
woon zin om je in elkaar te slaan".
Ik ben toch bij hem terug gegaan
om de kinderen. Bovendien was hij
wel erg geschrokken. Maar toen
kwamen er opeens allerlei briefjes
in de bus in de trant van "Ik ben een
kind van die en die vrouw, jij bent
Hij is Surinamer en die 1
waren met hun kinderen naar Ne
derland gekomen. Dus die konden
mooi eens op bezoek gaan bij pa.
Hij wilde er natuurlijk niéts van we
ten. Zei, dat het allemaal gelogen
was. Maar toen er een briefje van
een zoon van hem in de bus lag,
wilde ik toch dat die jongen langs
zou komen. Hij de deur uit, want hij
wilde er niks mee te maken hebben.
Wordt er 's avonds aan de deur ge
beld, staat ereen koter op de stoep
nou het leek wel of hij uit hem ge
sneden was zo sprekend leek hij op
Ik laat die jongen boven en zit een
tijdje met hem te praten. Leuk ge
sprek, aardige jongen, we konden
het best met elkaar vinden. Die
knul is weggegaan en "mijnheer"
komt thuis en vraagt of die jongen
een beetje op hem leek. Ik zeg "Op
'je leek, man het leek alsof je 't zelf
was". Ik heb hem toch zover gekre
gen, dat die jongen bij ons over de
vloer mocht komen. Hij ging ook
mee naar de camping.
Maar m'n man bleef me maar treite
ren en slaan. Hij sloeg ook m'n oud
ste dochter, omdat ze het met haar
eigen vader wel kon vinden en met
hem niet Vier maanden geleden, we
waren op de camping en die zoon
van hem was er ook, begint 'ie me
daar die jongen af te tuigen en te
schoppen en te slaan.
Op een gegeven moment ben ik
tussenbeide gekomen met het eer
ste het beste, wat me voor m'n han
den kwam: een mes. Ik wilde in m'n
woede, want dan weet je echt niet
meer wat je doet, op hem insteken,
maar iemand hield me tegen en het
mes ging in m'n eigen arm.
Dat was de reden dat ik hier naar
het huis ben gekomen. Ik zit hier
nou vier maanden bij de stichting,
lig in scheiding. De kinderen en het
huis zullen me wel worden toege
wezen, maar naar dat huis durf ik
nooit meer terug. Ik ben veel te
bang, dat hij de boel kort en klein
komt slaan. Hij heeft me gedreigd,
dat 'ie me koud zal maken als hij me
te pakken krijgt".
Lesbisch
Ik voel me hier bij de stichting vei
lig, al wordt je op straat wel nage
roepen met "vuile hoer", of ze zeg
gen, dat je lesbisch bent. Omdat je
met allemaal vrouwen in èèn huis
Nou dat is onzin natuurlijk, we
vangen elkaar alleen op, want we
hebben allemaal dezelfde ellende
achter de rug.
Hier in de buurt weten ze natuurlijn:
wel, wat voor huis dit is. En de
enige mannen die hier over de vloer
komen zijn loodgieters of elektri-