Tekst
Paul de Tombe
Foto-montage
Jan Holvast
ALKMAAR - Héél toevallig is
één van de veronderstellingen
al ontkracht nog voor die ter
discussie is gekomen. Of Wim
van Hanegem af en toe niet
goed "mazzelt" dankzij zijn po
pulariteit? "Dat dacht je", zegt
de dan juist bij het Alkmaarse
AZ'67 gearriveerde voetballer.
"Ik heb net wéér een bekeuring
gekregen voor te hard rijden. Ik
wou dat het waar was dat ze
zeiden: oh, ben jij het, nou rijd
dan maar door. Dat zou me al
een hoop boetegeld hebben ge
scheeld".
Een deel van de mythe brokkelt daar
mee af. Ging onlangs immers niet het
graag vertelde verhaal dat Willem
zomaar zonder sanctie door mocht
racen in zyn Triumph, die even daar
voor royaal de snelheidslimiet had
overschreden? Louter op grond van
het feit dat die rijkspolitie-agent hem
herkende als dè voetballer zou een
bekeuring destijds uitgebleven zijn.
Van Hanegem prikt dwars door de
fabel heen. "Ja, ik weet wat je be
doelt. Daar heb ik later op een andere
manier nog van gehoord. Had ik ie
mand van de rijkspolitie, die ik ken
de, een paar voetbalschoenen gege
ven. Toevallig in het bijzijn van een
fotograaf, dus die plaat kwam de vol
gende dag in de krant. Ongeveer op
dezelfde tijd verscheen dat verhaal
dat ik niet bekeurd zou zijn. Die agent
moest de schoenen gelijk terugbren
gen van zijn baas".
Zo kan populariteit ook averechts wer
ken. Kan een goed bedoeld gebaar de
mist ingaan door de bekendheid van
de maker, rond wie zo snel de bewon
derende en jaloerse, "zie-je-wel-
verhalen" worden opgetrokken. Als
onderdeel van het aan zulke personen
opgehangen aureool, dat slechts bij
tijd en wijle de glans verliest, als om
te bewijzen dat ze toch ook van deze
aarde zijn. Een besef dat meer bij
henzelf, dan bij de massa lijkt te leven
en dat onvermijdelijk voert naar de
vaak bittere realiteit aan het einde
van zo'n carrière in de püblieke be
langstelling.
"Gewoon"
Wim van Hanegem weet dat. Hij zal
straks dan ook geen moeite hebben
met het afscheid van de popu
lariteit. "Alleen het afscheid van het
voetbal zal moeilijk zijn". De afdaling
naar normaal niveau zal volgens hem
bovendien goed verlopen, omdat hij
zichzelf nooit "hoog heeft neergezet"
en altijd "doodgewoon" is gebleven.
Levend in een constante verbazing
over het verloop van zijn eigen carriè
re. "Want ik had nooit gedacht dat ik
het ooit zo ver zou brengen. Ik ben
begonnen als bouwvakker en mis
schien eindig ik toch wel zo. Ik heb
nooit de vaste idee gehad om prof
voetballer te worden. Er werd dan
wel tegen me gezegd: jij kunt leuk
voetballen, maar zelf had ik daar
nooit bij stilgestaan.
Ik zag het ook bepaald niet meer zitten,
nadat ik twee keer afgewezen was
door Velox. Via een speeltuinvereni
ging ben ik er toch nog ingekomen.
Werd ik linksbuiten. Moetje nagaan.
Ik met mijn snelheid .Linksbui
ten Het heeft me toen zelf verwon
derd dat ik na drie maanden een con
tract kreeg".
Toch werd juist hij, een idool. Was juist
hy lang de meest geadoreerde voet
baller in Nederland. Met een com
plete Van Hanegemcultus in de pe
riode dat de tijd er rijp voor was door
allerlei factoren.
Complex
De laat zestiger jaren brachten Neder
land aan de voeten van de Europa
Cup, dat wanstaltige sportrelikwie
met die onfatsoenlijk grote oren. Iets
nieuws in een materialistische wereld
vol wankelende waarden en verva
gende zekerheden, waarin de
recreatie- en consumptiemogelijk-
heden vergroot werden door de stij
ging van de vrije tijd en het inkomen.
Het Nederlandse voetbal was boven
dien onderweg naar z'n beste tijd,
uitvoerig meebeleefd door de media.
Het samenspel van de twee nieuwe
symbolen (voetbal en tv) leidde tot
een bijna afgodische sportbeleving,
al is moeilijk aan te geven waar be-"
wondering ophoudt en verafgoding
begint. Op de grens daarvan won het
voetbal in elk geval op alle fronten
terrein.
Zelfs in de meest orthodox kerkelijke
kringen drong de zondagsport door.
Het aanvangstijdstip van kerkdien
sten werd verschoven - midweekse
vergaderingen en evenementen wer
den uitgesteld. Soms eeuwenoude
tradities werden omvergeknald in
een paar momenten. De Kerk werd de
Kuip, de Kuip werd een voetbaltem
pel. Een opvangcentrum voor twijfe
laars, die anoniem in een geestver
wante massa (het legioen) naar
nieuwe aanklampingspunten zoch
ten in de vorm van successen.
Feyenoord verschafte die in het begin
van de zeventigerjaren als eerste, be
vrijdde Nederland van het complex
dat in het buitenland sportief gezien
alles beter was en voetbal kon van
bijzaak hoofdzaak worden. Voor een
niet geringe menigte, die zich nieuwe
helden koos om zich via het vereen-
zelvigingsproces aan de vergaarde
roem te spiegelen. Liefst tastbaar.
Angst
Steeds weer komt die uitspraak terug
die Henk Wery ooit deed nadat Feye
noord als eerste vaderlandse club de
wereldcup had bemachtigd. "Tijdens
de wedstrijd ben ik geen moment
bang geweest, maar jongen, jongen,
wat ik daarna heb moeten uitstaan
Toen ik met die Cup een ereronde
maakte en al die toeschouwers om me
heen draafden en er aan begonnen te
trekken. Toen ben ik echt bang ge
weest. Ik moest over lichamen heen-
springen om die ,mensen te ontwij
ken".
De dans en de knieval voor een gouden
kalf? Wellicht is het niet eerlijk de
voetbalsfeer van toen op die manier
te benaderen.
Was het alleen een massale uitbarsting
van de drang tot zelfbevestiging.
Daaruit zou dan de blinde haat ver
klaard kunnen worden die de kop
opstak zodra het verwachtings
patroon werd doorbroken en de
favoriet teleurstelde of faalde.
Het bleef wèl een sfeer waarin persoon
sverheerlijking kon gedijen, waarbij
één moment bepalend kon zijn.
Van Hanegem, eerder door zijn
groeiende populariteit al gerechtigd
tot het voeren van de bijnaam De
Kromme: "Voor mezelf was het
tweede jaar bij Xerxes m'n beste pe
riode - met die supporters is het alle
maal begonnen nadat ik die tweede
goal had gemaakt in die Europa
Cupwedstrijd tegen AC Milan. Toe
vallig een belangrijk doelpunt, waar
door Van Hanegem voor veel mensen
opeens een goede speler was".
Zes- tot zevenduizend brieven per jaar
bevestigden dat schriftelijk. Van Ha
negem liet ze beantwoorden door de
vrouw van één van zijn weinige echte
vrienden. Allemaal. "Als die mensen
de moeite nemen mij te schrijven,
vind ik dat ze een antwoord verdie-
Geen geld
Het was de enige concessie die hij open
lijk aan het hem opgedrongen hel
dendom wilde doen. Al kon hij er als
publiek bezit niet onderuit her en der
openingen te verrichten en even
ementen met zijn aanwezigheid op te
luisteren. Vaak zonder honorarium te
vragen, daarmee beantwoordend aan
de tegenwoordige giro-reclame van
echtgenote Truus ("Willem? Die be
moeit zich niet met geld") en zeker
tegemoetkomend aan het beeld dat
hij een gewone jongen is gebleven.
Meer dan die ander die zichzelf uit de
markt van de populariteit prijsde
door extreme eisen en zijn vertrek
naar Spanje, waar hij werd ontvangen
als El Salvador - de verlosser!
Cruijff werd dan ook de afgod achter
het glazen raam, gezeteld op een berg
valuta. Van Hanegem is een idool tus
sen de gewone mensen. Een speler
die zich gaf zonder prijscompensatie
en daarvan tenslotte bijna de dupe
werd. Van Hanegem heeft altijd ge
weigerd misbruik te maken van zijn
positie, wilde zijn eenvoudige ik niet
prijsgeven en koos vaker voor harte
lijkheid dan voor de zakelijke bena
dering. Ondanks de grote haat-liefde
belangstelling die hij óók ontmoette.
Met schyn-vrienden en felle tegen
standers, die het leven van een idool
zo eenzaam kunnen maken. Van Ha
negem: "Ik besefte altijd waarom die
mensen om mij heen liepen".
Werk
Voor het overige bleef hij het voetbal
beschouwen op de manier, waarop
hij er nog altijd tegenaan kijkt.
Broodnuchter, met oog voor de be
trekkelijke verhoudingen.
"Jij doetje werk, die fotograaf doet zijn
werk, de vuilnisman doet zijn werk
en ik doe mijn werk. Bij het mijne
hoort publiek. Het zou gek zijn als dat
niet zo was en het is bovendien fijn als
er dan mensen op je staan te wachten.
Nee, beangstigend is dat nooit ge
weest. Natuurlijk moest ik ook we
ieens wegrennen, maar voor de rest
heb ik het altijd als normaal ervaren.
Het hoort er nu eenmaal bij. Dat be
tekent dat je je werk goed dóet. Soms
wordt er alleen meer van je gevraagd
dan je kunt geven. Ook buiten het
voetbal. Dan zou je gedwongen leuk
moeten doen, maar die instelling tot
overdrijven, heb ik niet. Op het veld
doe ik wat ik moet doen. Zo goed mo
gelijk. Daarbuiten doe ik waar ik zin
in heb. Of ik daar nou een ander mee
voor het hoofd stoot zal me een zorg
zijn".
Opgedrongen
Van Hanegem heeft er anders dan door
kwaliteiten en mentaliteit tenslotte
niet zelf om gevraagd tot "ster" be
stempeld te worden. "Dat wordt door
iemand opgedrongen. Wat mij betreft
is iedere speler gelijk. Alleen - niet
iedere voetballer durft voor zijn me
ning uit te komen in Nederland. Uit
angst voor een boete of voor zijn
plaats. Zelfs al zou ik ergens in het
zevende hebben gespeeld, dan nog
zou ik mijn mening hebben gegeven.
Dat heb ik altijd gedaan. Daarom ben
ik ook vaak in de publiciteit gekomen
en daarom heb ik zoveel voor- en
tegenstanders gekregen. Tegenstan
ders zijn vooral die mensen, die zoiets
zelf niet durven zeggen, maar het wel
graag zouden willen".
Een frustratie die Van Hanegem vaker
ziet optreden: overal waar de schijn
wereld van glamour begint en waar
de moderne bespelers van het pu
bliek ter sprake komen. Zelden ge
bruiken die gevoelige gebaren, veel
vaker zijn er tartende, provocerende
acties en opmerkingen om de voor
oordelen te versterken. Alleen de
kwalitatief echt groten kunnen dat
riskante spelletje spelen om (als het
goed uitpakt) de haat voor altijd in
sympathie om te buigen, of (in het
andere geval) de haat te bevestigen.
Klasse
Treffend voorbeeld is natuurlijk de be
nadering van Mohammed Ali door
zwart en door blank Amerika, dat via
de felsten laat weten: "God zal niet
toestaan dat je blijft winnen". Van
Hanegem noemt dat voorbeeld ook.
"Hoeveel mensen zijn er niet die een
hekel hebben aan Clay en waarom
hebben ze een hekel aan hem? Omdat
ze in wezen zelf graag zo hadden wil
len zijn. Een ander voorbeeld is Nas-
tase. Hoe kun je nou een hekel heb
ben aan die man. Het is toch klasse
wat hij doet? Als hij tennist gaat het
om bedragen van tien, vijftien
duizend dollar. Mag hij dan proteste
ren tegen diïbieuze beslissingen?
Die Worden vaak genomen, want als er
maar even twijfel is, wordt er m zijn
nadeel geteld. Eenvoudig omdat ook
lijnrechters een hekel aan hem heb
ben. Door zijn eigen inbreng, zijn ka
rakter. Dat is belangrijk in dit werk.
Het moet van jezelf uitgaan watje het
publiek biedt. Er zijn er die gelijk
denken dat ze -ik-weet-niet-wat zijn
als het even goed gaat. Ik vind dat je
als topsporter nooit tevreden mag
zijn. Daarom doet kritiek me ook niet
veel. Ik probeer alles wat ik doe, zo
goed mogelijk te doen, maar wat ik
doe valt mij zelf altijd tegen. En als ik
loop te lummelen, mag het publiek
ook best fluiten. Dat betaalt tenslotte
mijn salaris".
Eenheid
Een besef dat sterk leeft bij Van Hane
gem. Gestimuleerd wellicht door het
gegeven dat de algemene voetbalroes
voorbij is sinds de grote clubsucces
sen uitblijven. Nog slechts inciden
teel is er sprake van de felle opwin
ding van vroeger dagen. De suppor
ters hebben zich volgevreten uit de
vele Cups - op het verzadigingspunt
sluimert de belangstelling die zich al
leen nog manifesteert bij onver
wachte resultaten (het wk in 1974).
Over het algemeen is er een tendens
die zich afzet tegen het topvoetbal.
Het nieuwtje en de lol zijn er vanaf,
steeds grotere agressie sluipt de sta
dions binnen. Topvoetbal trekt min
der. Door de wijze van spelen (in wis
selwerking met de publieke wens,
louter op resultaat) en door het feno
meen eenheidsvoetballer dat is ont
staan. De tijd van de vrije, wilde ta
lenten is voorbij. Ajax en Feyenoord
moeten tegenwoordig óók keihard
zwoegen voor het resultaat. Collecti
visme, nivellering en binnenkort van
bovenaf opgelegde regels, met o.m.
een cao. Het laat nog maar weinig
ruimte open voor de ongebreidelde
vrije expressie op het veld en de tri
bune. De dagen van de idolen lijken
geteld.
Alleen
Van Hanegem merkt het. Niet alleen
tegen de logische achtergrond van
zijn vorderende leeftijd en zijn inlij
ving bij een kleinere club - maar ook
zeer persoonlijk. Nog altijd kan hij
met een handgebaar het publiek diri
geren ("Onbegrijpelijk dat mensen
net zo lang je naam roepen tot je dat
hebt gedaan"), maar het aantal brie
ven is al fors teruggelopen tot 2000.
Nog altijd doen verhalen over hem de
ronde, maar het onderwerp moet nu
alleen nog maar leuk zijn. In conflict
situaties komt hij pijnlijk alleen te
staan.
Onlangs nog bij zijn overgang van
Feyenoord naar AZ'67. "Van de hon
derden vrienden die om me heen
hadden gelopen, bleven er in die
moeilijke tijd nog maar twee over.
Vrienden voor het leven. Anderen;
waar je heel dicht bij was, die je dag
en nacht zag, lieten je hard vallen. Ik
heb geweten waarom ze om me heen
liepen, maar dat het er zoveel waren,
was toch een teleurstelling.
Ook van de spelers is er maar één ge
weest, die wat gezegd heeft. Rijsber
gen ja, die durft tenminste ook. Dat
kan ik waarderen".
Rijsbergen
Die kenmerkende vrije meningsuiting
heeft hij dus. Toch heeft Wim Rijs
bergen nog nooit de ladder van de
populariteit beklommen. Hoewel hij
de sensatie van het WK 1974 was, lief
kozend de witte neger werd genoemd
en nu nog vaak de uitblinker van
Feyenoord is. Een echt idool is hij
niet geworden. Heeft dat te maken
met zijn als hard ervaren speelwijze,
zijn persoonlijkheid? Of is het een te
ken van de tijd?
Rijsbergen zelf ontloopt de belangstel
ling bewust. Kan nu nog verschrikt
terugdenken aan zijn ontvangst in
Leiden toen de zilveren WK-glans
van Orai\je ook op hem afstraalde. Hij
is het type van de moderne voetbal
ler, die zijn werk komt doen en van de
soesa daaromheen niets moet heb
ben. Rijsbergen: "Nee, zo'n gedoe om
me heen, zou niets voor mij zijn. Ik
heb ze niet nodig, die "vrienden", die
alleen op je afkomen als het goed
gaat. Ik kies de mijne zelf u/el, dan
heb ik er straks ook geen problemen
mee dat ze wegvallen. Loop ik ook
niet tegen die teleurstelling aan. Dat
lijkt me een bittere ervaring".
Dat hij nooit die speciale band met het
publiek heeft gekregen, wijt hij aan
de ernst waarmee hij zijn taak opvat.
"Ik wil gedisciplineerd spelen. Se
rieus, want zo bén ik ook in het dage
lijks gebruik. Op het veld kan ik me
niet anders voordoen en dat wil ik
ook niet. Daarbij komt dat een verde
diger toch al minder aanspreekt, om
dat hij zelden creatief bezig kan zijn.
Zeker nu die algemene vervlakking
plaatsvind. Zoals het toen geweest is,
wordt het ook nooit meer. Er is dan
wel sprake van een opleving in de be
langstelling, maar alleen bij resulta
ten. Bij een nederlaag merk je het
onmiddellijk".
Nooit meer
"Ik kan trouwens ook maar moeilijk
begrijpen dat er toen rond één per
soon zo'n cultus kon ontstaan. Dat
kan waarschijnlijk niet één voetballer
vatten. Die kent teveel achtergron
den, weet hoe knullig het er soms
achter de schermen aan toegaat. De
mensen kijken alleen tegen de bui
tenkant aan en aangezien er een groot
aantal is dat alleen voor voetbal leeft,
kan er een soort verafgoding ont
staan. Kijk naar Spanje, waar dat nog
erger is omdat het voetbal daar voor
velen het enige pleziertje is. Ook hier
kwam het voor. Vooral rond Van Ha
negem. Een sterk punt van hem vind
ik dat hij daarvan nooit misbruik
heeft gemaakt. Hy is altijd zichzelf
gebleven. Zoals het met hem is ge
gaan, zo zal het nooit meer gaan. Na
tuurlijk wordt er wel gezocht naar een
vervanger, maar een tweede Van Ha
negem zal niet meer te vinden zijn.
Die kwaliteit, openhartigheid, een
voud en humor vind je in geen enkele
speler terug.
Wie er eventueel voor geschikt zou zijn,
mist toch teveel".
Met Van Hanegem zal over een aantal
jaren dan ook het laatste voetbalidool
verdwijnen. De mythe is tot op de
grond afgebroken - het sprookje is