Atte Bouma en de flauwe geur van wierook Angelika ski-ster in de dop Bundesliga- schandaal afgesloten ZATERDAG 18 DECEMBER 1976 DAVOS-PLATZ - Het zou wel eens kunnen gebeuren, dat Nederland over enkele jaren een echte grote skister zal krijgen, die wel van het NOC de uitzending naar de Olympische winterspelen zal kunnen afdwingen. Dit in tegenstelling tot Linda Esser, die al jaren in Zwitser land woont en aan allerlei internationale wedstrijden deelneemt, maar vorige winter toch niet goed genoeg werd bevonden om zich met de ski-elite in Innsbruck te meten. In het Zwitserse Davos-Platz woont een elfjarig blond meisje met vlechtjes, die daar geboren is en getogen en die het skiën met de paplepel neert ingeicre- gen. Ze heet Angelika van de 'Kraats, dochtertje van Neder landse ouders, die 15 jaar gele den naar Zwitserland verhuis den in verband met de gezond heidstoestand van de vader. De familie Van de Kraats bewoont een bungalow op de fraaie sneeuwhellingen van deze be faamde wintersportplaats, zo dat men zo het huis uit kan skiën. Het is dan ook begrijpe lijk dat de kinderen Van de Kraats bijna nog eerder konden skiën dan lopen. Nauwelijks drie jaar oud gleed Angelika al achter haar twee jaar oudere broertje Eduard naar beneden en nog geen half jaar later ging zij alleen met de skilift naar de top van de Jakobshorn pal ach ter het ouderlijk huis. Een skile raar kwam er niet aan te pas, maar het duurde niet lang of de kleine Angelika legde wel met succes haar gouden test af. Broer Eduard heeft zich meer op de ski-acrobatiek toegelegd en hij suist tot schrik van me nige skier in de meest vreemde wervelingen van de bergen af. Vader Ed van de Kraats: „Je hield in die tijd ook wel eens je hart vast als die hummel Ange lika lang weg bleef, maar dat wende gauw, want als je zag met wat een gemak ze naar bene den kwam suizen." Spelenderwijs De altijd lachende en grappen makende Angelika is nu al uit gegroeid tot een van de beste jeugdige skimeisjes van Zwit serland, die spelenderwijs de ene prijs na de andere in de wacht sleept, steeds begeleid door haar zorgzame vader en de laatste jaren ook door een prive-skileraar, Marcel Jagfi, die van tevoren samen met zijn pupil de pistes verkent, traint en haar op de moeilijke punten in het parcours wijst. Haar va der neemt het Wachsen van de ski's voor zijn rekening, een uit erst precies werk, waarbij weer somstandigheden en sneeuw- temperatuur van het grootste belang zijn. De kleine Angelika bekommert zich om al die bij komstigheden nog maar erg weinig. Ze beschouwt de train ingen en de wedstrijden meer als een opwindend spel. In de herfst heeft zij al weer getraind op de Stelvio met haar trainer en met de regionale groep van Graubunden. De eerste wed strijden van het seizoen zijn ook al weer achter de rug met de in ternationale FIS-r zij als jongste deelneemster toch vierde werd uit drie ren nen. Beladen met medailles, bekers en skibenodigheden komt zij dan terug om even later weer verdiept te zijn in haar poppenspel. Over de wedstrij den zegt zij lachend: "Ach, je gaat maar zo hard mogelijk naar beneden en dan hoor je later wel of je in de prijzen bent geval len." Dat is al enkele jaren vele malen het geval geweest. Vorige win ter eindigde Angelika bij de Nederlandse jeugd kampioenschappen, begin ja nuari in Spital - voor meisjes tot 16 jaar nota bene - als tweede in de reuzeslalom. Zij zou naar alle waarschijnlijkheid ook de titel hebben gewonnen als zij in de tweede manche van de slalom niet een van de laatste poortjes had gemist. Nu ging de titel naar een meisje die zelfs nog via de Stemmbogen naar beneden kwam. In het kanton Graubun den staat Angelika aan de top. Tijdens selectiewedstrijden in Sils werd zij eerste en maakte van alle deelnemende meisjes en jongens (300 in getal) de op een na beste tijd. Door Piet Kienhuis Haar vader „Het is jammer dat de trainingen van de Neder landse ski-vereniging niet sa menvallen met de schoolvakan ties in Zwitserland. Daardoor heeft zij ook de herfsttraining van de NSV moeten missen en moet zij nogal eens op prive- basis trainen en dat kost veel geld. En de wedstrijden hakken er ook al in; je moet gemiddeld toch wel rekenen op honderd gulden met vervoer, verblijf en dergelijke. Maar het is natuur lijk het belangrijkste als zij tus sen de Zwitsers ver komt. Dat betekent vanzelfsprekend veel meer dan de resultaten temid den van de Nederlandse kinde ren, waarvan sommigen zich een flink gedeelte van het jaar tevreden moeten stellen met training op borstelbanen. Angelika van de Kraats kan echter, met de befaamde ski gebieden van de Parsenn en de Jakobshorn naast de deur bijna het hele jaar op de lange latten staan. Maar als ze dat niet doet gaat ze als rechtgeaarde Neder landse ook erg snel op de Noren op de beroemde piste van haar woonplaats. En in de zomer is zij ook actief bij zeilwedstrijden op het Davoser meer. Vorig jaar bij de Zwitserse titelstrijd in de Optimistklasse eindigde zij ook al in de voorste gelederen Angelika van de Kraats, de elfjarige Nederlandse die, wonend in Davos,het skiën met de paplepel heeft ingekregen. Ze verzamelde tijdens wedstrijden al heel wat medailles maar ruilt die thuis weer in voor de poppen. Atte Bouma - "De ware gro tendat zie je in je leven tel kens weer, zijn gewoon en indrukwekkend"En dat is de reden dat hij tussen de mannen van grote auto's, lange suede jassen en dure sigaren helemaal uit de toon valt. We dolen wat rond in de staart van ons gesprek, als Atte Bouma een eerder ge dane uitspraak herhaalt. Bijna roepend: ,,'t Is m'n vak. 't Is mijn alles". Hij schrikt er zelf wat van, want haastig krijgt dit getuigenis een vervolg aangeplakt: „Maar mijn kinderen komen daar nog voor". Atte Bouma is voetbaltrainer, op dit moment van CEC een eerste klasser met zorgen uit Emmer- compascuum. Atte Bouma wil omhoog en de veengrond van Drente's zuidoos ten. zal hem niet zo lang kunnen vasthouden. ,,Ik wil terug in het betaalde voetbal". Atte Bouma heeft een plakboek, dat te groot is voor een 28-jarige met assistentschappen in Heer enveen en Leeuwarden, waar hij het vorig seizoen hoofdtrainer was bij Cambuur. „Ik heb vanaf mijn achtste altijd trainer willen worden. Siem Plooyer was mijn voorbeeld". Atte Bouma heeft dat te grote plakboek doordat hij regels doorbrak. In het wereldje van mooie auto's semi-klassieke meubels en lange suede-jassen moest Atte Bouma, ruglange ha ren, spijkerstof met restjes wie rookgeur en een fiets wel detone- Inspiratie „Dat weet ik, en soms maak ik er gebruik van. Het heeft jaloezie opgewekt Een jaar trainer bij Cambuur en dan zulke verhalen. Maar het wekt ook nieuwsgierig heid op. Nu onderhoud ik nauwe lijks kontakten met collega's, dus van praten komt niet veel. Maar ik zou ook niet precies vertellen hoe ik over mijn vak denk, waar voor mij de inspiratie ligt, welke hulpmiddelen ik gebruik. Dat zijn mijn zaken!" Veel trainers zijn standaardtypen, de lange suede jas, het dunne sigaartje, de kaarten en het glas. „De ware gro ten, dat zie je in het leven telkens weer, zijn gewoon en indru kwekkend. Met Spitz Kohn, toch een trainer van Europees niveau, kan ik goed praten. Vondeling, die eigenlijk heeft bewerkstelligd dat ik trainer bij Cambuur werd, vind ik een groot man. Zonder kapsones, gewoon op' de fiets, petje op". Atte Bouma houdt niet erg van mensen, wier persoonlijkheid onder de motorkap zit. „Ik heb geluk gehad, heb veel publiciteit gekregen en ben vooral in Friesland een bekend iemand. Mijn ouders vinden dat aspect leuk, „Onze Atte is be kend" - maar dat ik mijn geld verdien met trainen is in hun ogen niet best. Ik zie ze niet veel meer. We leven erg op onszelf!" Ons: Petra, die verpleegster was, toen Atte haar leerde kennen, de kinderen Edith, Tamar en Frodo de katten en Tarzan, de herden een hecht clubje. Winnen Winnen is voor Atte Bouma le venssap. Ik heb eens op zijn gezicht gelet bij het mini-voetbal. Bij de eerste overwinning straalde vreugde op Attes gezicht. Voldoening in de Ahoy. „Ja prachtig, winnen is prachtig. Het risico van het vak, veel colle ga's leggen daarop de nadruk, is voor mij een zijstraat. Een facet. Het is mijn hobby met mensen te werken, met levend materiaal en dat is ook mijn werk. Daardoor ken ik het plezier van reizen, werkelijk interessante mensen ontmoeten, de vreugde van het winnen, de betrokkenheid en de vrijheid. De teleurstellingen zijn er ook. Dat ik niet bij Cambuur kon blij ven vond ik vreselijk. Maar in mei hoop ik het A-diploma bij me te kunnen steken en dan wil ik- verder. Werken in de natuur. Als mensen tegen mij beginnen over het weer, ben ik weg. Dat gezeur over te koud en te warm". Pas in de staart van het gesprek valt me op, dat Atte Bouma niet veel lacht. „Ik lach wel, met de jongens op het veld, trainen met vreugde. Ik heb zolang ik train nog nooit een speler uit het veld hoeven halen omdat hij zich verstopte. Je moet willen en geïnspireerd zijn. Een trainer moet stralen, voorbeeld zijn. Je kunt tegen voetballers zeggen: rook niet. Maar als de be stuurskamer blauw is van de rook en de trainer dampt zelf ook mee, waar blijf je dan". En dan: Astrologie „Je moet onder de spelers leven. Goed voorbeeld doet goed vol gen. Je moet je spelers kennen. Iedereen weet dat ik belangstel ling heb voor astrologie. Ik weet dat ik geen drie rammen in mijn voorhoede moet hebben en datje in de kreeft een goed klever, een goeie mandekker hebt. Maar het is maar een hulpmiddel. Ik heb je al eerder gezegd, iedereen wil er iets over weten. Door Thom Olink „Vroeger wilde ik dat iedereen en alles veranderde. Nu niet meer. Ik weet nu, dat de weg die ik be wandel er niet voor iedereen is". Atte Bouma streng katholiek op gevoed in een volkswijk van Heerenveen, al vroeg bezig zijn eigen leven in te delen, stierf een beetje toen hij tien jaar geleden werd aangereden. Zwaar hersen letsel. „Ik lag meer dan tien mi nuten onder water, was dus ver dronken. Door kunstmatige ademhaling hebben ze me weer- teruggeroepen. Mijn vader en moeder zeggen, dat het door het ongeluk komt, dat ik nu zo ver ben verwijderd van hun idealen en leefpatroon. Ach". „Ik heb veel nagedacht over een opmerking, die een zenuwarts tegen me maakte na het ongeluk: „Je bent tien jaar ouder gewor den". Ik ben zeker veranderd, ik besef nu hoe zeer ik aan het leven hang. Lichamelijke conditie, volkomen abstinentie, vegetarier-zijn: ze horen bij el kaar. Leven en dood, de evolutie, de randgebieden; occulte weten schappen, magie, dat interesseert me hevig". Stimuleren In zijn benadering van voetbal lers, tezamen toch geen bolwerk van vooruitstrevendheid vor mend, is Atte Bouma een gedre- „Ik zal nooit een speler in het openbaar laten vallen. En een slechte wedstrijd is geen aanlei ding hem eruit te gooien. Daar mee maken veel trainers spelers onzeker en uiteindelijk kapot. Een mens heeft zijn goede en slechte dagen. Niets ligt_yast. Ja er is lente, zomer herfst en winter, maar wie kan mij vertellen wan neer ze precies beginnen. Die da tum op de kalender zegt me niets. Je moet mensen aanvoelen en stimuleren. Een elftal trainen is niet modelleren, naar jc eigen hand zetten. Dat is het ideaal van veel trainers en coaches: stempe len. De handtekening van hun grootheid op een elftal schrijven. Ik vind het nog steeds van een grote menselijkheid en een juiste opvatting getuigen, dat Fahdronc destijds zei: Desnoods poets ik hun schoenen. Niet datje schoe nen moet poetsen, maar de ge dachte erachter is juist. Je bent dienstbaar. Spontaniteit en crea tiviteit. Zorgen dat je een ploeg krijgt, die verband heeft met di verse typen mensen, die samen winnen en samen verdriet voe len. Wie als trainer geen vertrouwen krijgt, mislukt. Ik maak me ondergeschikt en ik weet dat de eigen weg de beste is. Dat betekent ook wel eens door de muur lopen". Atte Bouma gaat zijn eigen weg en verdoet niet veel tijd aan men sen, die ver van hem staan. „Nee, een erg sociaal type is hij niet" constateert Petra Bouma. „Als er iemand op bezoek is, die hij niet mag, dan zegt hij niets, maar dan straalt hij gewoon On wil en verveling uit. Dan jaagt hij mensen weg, zonder een woord te zeggen". Sociaal Atte zelf: „Ik ben inderdaad niet erg sociaal als je het in die zin be doelt. We hebben weinig vrien den, zeker in de sport. Met de buren onderhoud ik geen con tact. Wat moet ik? Lullen over het gras dat de buurman altijd zo af schuwelijk kort knipt?" „We zijn veel met elkaar, buiten met de hond. Als ik lees is het meestal ter zake doende, sportli- teratuur. Vroeger was ik een bloedechte Rolling Stone-fan, nu draai ik van alles. Muziek heb ik nodig. Je ziet dat we niet veel om luxe geven, maar de geluidsin stallatie is echt goed. De een een auto, de ander een draaitafel. Ik luister nu graag naar mensen als Peter Schaap, Zuydervelt en El- lie Nieman. Als voetballer was Atte Bouma „eerzuchtig, hard, veel mentali teit en met een redelijke tech niek". Ik had het nooit echt ver geschopt, maar ik zou een waar devolle speler, ausputzer zijn ge weest voor een Cambuur, een Heerenveen". Nu moet hij zijn eerzucht kwijt via de groep. „Gelukkig ben ik tolerant. Nu weet ik wel dat het makkelijker is tolerant op een trainingsveld dan op een kantoor, waar je nergens naar toe kunt. Maar ik voel het als een van mijn sterke punten: tolerantie. Ik ge loof wel, dat je van mensen, die meer kunnen, zeer goede voetbal lers ook, iets meer tolereert dan van anderen. Maar dat probeer- je tegen te gaan. Weetje, ik doe eigenlijk niets an ders dan een bepaald groepspro ces controleren". Over de toekomst ten slotte zijn we kort: „Ik weet het niet, ik wil hogerop. Clubs als Twente en AZ '67, die stralen de ambiance uit, waarin ik me lekker voel. Maar een duidelijk beeld kan ik niet opleveren. Niets is onmoge lijk, dat geldt ook voor mij. Ik heb me eens het apezuur gelachen om een vegetarier. Twee jaar later was ik het zelf'. Helmut Schön, trainer van de Duitse nationale voetbalploegzal, als 14 januari voor Klaus Fischer het Bundesliga-schandaal verleden tijd is, weer kunnen over deze speler die zich de afgelopen twee jaar heeft ontwik keld. tot een van de beste spitsen die West-Duitsland rijk is FRANKFORT (ANP) - Na ruim vijf en een half jaar is het omko pingschandaal in de Bundes liga ten einde. Herman Neu- decker (voorzitter) en Otto And res (vice-voorzitter) van de Duitse voetbalbond zijn on langs tot een overeenkomst met de voorzitters Karl-Heinz Hütsch van Schalke en Helmut Beyer van Borussia Möncheng- ladbach gekomen. Besloten werd de bij het schandaal be trokken spelers Fischer, Lütt- kebohmer, Rüssmann en So- bieray (allen Schalke en Jürgen Wittkamp (Borussia Mön- chengladbach) met onmiddel lijke ingang tot 14 januari 1977 te schorsen. Bovendien moeten deze spelers samen 50.000 gul den in het fonds voor de kan kerbestrijding storten. De vijf spelers kregen voor een opzettelijk geleden nederlaag van Schalke tegen Arminia Bie- lefeld (0-1) op 17 april 1971 ieder 2300 gulden. Het bekend wor den hiervan mondde uit in een gigantisch schandaal, waarvan het einde jaren zoek was, maar op donderdag 9 december 1976 toch gevonden werd. In fe bruari van dit jaar had de voet balbond de vijf spelers bestraft met het intrekken van hun li centie tot 1 januari 1977. Daar tegen gingen de spelers via de rechtbank in Essen en de arbitrage-commissie van de voetbalbond in beroep. Dit had tot gevolg dat de straf werd op geschort en de spelers tot het moment van nieuwe uitspraken aktief konden blijven voor hun clubs. Tot nieuwe uitspraken is het dus niet gekomen en zal het ook niet meer komen, omdater door de bond een overeenkomst werd gesloten met de clubvoor zitters. Omdat de spelers een betrekkelijk lichte straf kregen hebben zij hun beroep bjj de rechtbank en de arbitrage commissie ingetrokken. Voor Klaus Fischer, de spits van Schalke, die de laatste twee jaar algemeen als de beste spits van West-Duitsland werd aan gemerkt, heeft deze straf ook een positieve kant. Als hij na 14 januari weer goed speelt is hij helemaal af van het Bundesliga-schandaal en kan hij - mits hij door Helmuth Schön geselecteerd wordt - de spitspositie in het Duitse elftal innemen. De bondscoach had hem om die reden tot nu toe buiten de selectie gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 21