Hans van Helden: 'Dan klinkt (F(s)(S©ffi) ©in) fisj D®v<s>ira WHviWII...' "ID)© d!<i«= W@K2H?<al®[? Ba IkofiKal ©KM ZATERDAG 4 DECEMBER 1976 De residentie van een (ge slaagd) autocoureur. Huize Hezemans sluimert op de grens van herfst en winter, het zwembad leeg, onwezenlijk blauw, de bladeren ritselend door de Eindhovense tuin Snel sterft het vale middag licht af en vervagen de kraaien in de kale bomen tot. wazige vlekken. Op zo'n mo ment lijkt het allemaal zo ver weg, het geraas van de race banen, de hitte, de chaos van banden, sleutels, olieplassen, de stank van rubber en benzi- Niets is, zoals weldra zal blijken, min der waar. De racerij kent geen winter stop, de voorbereidingen op het nieuwe seizoen zijn in volle gang. Een eerste gevolg: de coureur is niet thuis op het afgesproken uur. Zijn vrouw gelukkig wel, Mariene, toevallig net dertig jaar geworden; ze kentToine al van haar veertiende, biecht ze op, hij was toen zestien, zag er ontzettend uit in die tijd, werkte dag en nacht in de garage; eigenlijk kent ze hem alleen maar onder de olie en de smeer die eerste jaren De Europese kampioen - voor de derde keer in zijn glanzende carrière - blijkt elders nog even iets om handen te 'hebben. Mariene vertederd: "Hij heeft het altijd druk, is altijd ergens mee bezig. Natuurlijk is hij egoïs tisch, dat is elke coureur, anders kom je nooit aan de top". Ze bewijst "Vorig weekeinde was hij thuis. Zou hij met m'n zoontje Mike gaan motorcrossen, mooi natuurlijk voor zo'n joch van zes. Maar het ging mooi niet door. Er was een Back- gammontoernooi in Amsterdam. Hij zegt tegen Mike, jammer, maar echt, de volgende week ben ik elke dag thuis. Zegt Mike, weet je wat Toine, blijf morgen maar thuis en ga de hele volgende week maar weg. Enfin we kwamen er niet uit en toen hebben we familieraad gehouden, gestemd, drie tegen één natuurlijk, m'n dochtertje van drie is automatisch op mijn hand, en toen reisde Toine toch vrolijk af naar Amsterdam. De volgende morgen heel vroeg gaat de bel. Toine op de stoep. Iets wazigs groens in z'n handen, ik kon niet zien wat want ik had m'n contactlenzen nog niet in. Het bleek een gigantische plant. Toine trots: "Alsjeblieft. Ik ben derde geworden, maar dat bracht al leen een Backgammonspel op. Ik zeg tegen die wedstrijdleider, als ik nu met zo'n spel nog thuiskom ook kan ik beter gelijk de advocaat bellen, dus geef me liever die plant. Die man zegt, dat kan niet dat is de eerste prijs. Ik zeg, alles kan Soesjes Alles kan Zo lijkt het inderdaad vaak in de racewereld waar de miljoenen verdwijnen als sneeuw voor de zon. De coureur komt binnen. Drinkt thee, eet soesjes, rookt de ene sigaret na de andere. Beantwoordt de achter elkaar rinkelde telefoon, in rad Duits, Frans, Italiaans, het schijnt hem weinig uit te maken. Hij hangt graag de bohemien uit. Grijnst: "De deurwaarder is hier kind aan huis. Ik betaal uit principe niet gelijk". Mar iene: "Uit principe niet. Onzin. Je bent gewoon te laks in die zaken. Je hebt geen zin in de rompslomp". Onze held kan het niet wisselen. Bla dert in ijltempo wat autobladen door. Toont tenslotte trots een foto over twee pagina's, de Porsche waarin hij Europees kampioen werd, kleur fel rood, de uitlaat dankzij de Turbower king witgloeiend. Hij reed in zes maanden tijds 22 races bijeen. Won er elf, een krankzinnig hoog aantal in een vak waarin de successen de tele urstellingen reeks zich zeer schaars plegen te larderen. Verklaart "Het is gek maar het gaat me steeds beter af. Ik ben nu 33 jaar, maar heb me nog nooit zo in vorm gevoeld. En dan die Porsches, Niet stuk te krijgen". Hij klopt het eerst af. "Weet je dat ik in vier jaar nog geen kras op de wagens heb gehad". Sportwagens Hij won naast drie Europese titels ook klassiekers als de Targa Florio. Reed als fabriekscoureur o.a. bij Alfa, kwam uit in sportwagens voor het wereldkampioenschap merken. In open wagens. Kapte daar tenslotte mee. Hezemans: "Ik dacht op een ge geven moment wat wil je Toine, je wil geld verdienen, racen en in leven blij ven. Dan moet je uit die open din gen Hij heeft een ijzeren mentaliteit, waar deert dat vooral in concurrenten. "Op Hockenheim vorige week kwam ik Huub Rothengatter tegen. Stond ie z'n formule 3 uit de truck te tillen. Alleen. Zonder hulp. Kwam ie twee voorbanden tekort. Had ie nog pre cies 600 op zak. Die banden kosten 625. Hij naar Good Year. Hij zegt, kan ik die banden krijgen voor 575 gulden, dan kan ik nog net vier keer eten deze dagen. Zegt die kerel, nee dat kan niet. Ik kwaad. Ik zeg, als je die banden niet voor die prijs geeft, trek ik je kop er af. Daar had ie maling aan. Ik zeg, als je het niet doet ga ik op Dunlop rijden. Daar had ie geen ma ling aan. Affyn, ik geef Rothengatter nog een paar honderd piek want zo'n jongen verdient steun. Hij zegt Toine, kan je me er nog wat bijlenen. Ik zeg nee, dat zit niet in de voordelige aan bieding. Geld geven ok. Geld lenen, nee bedankt. Waarom niet? Dat is namelijk in de racerij hetzelfde. Kwijt ben je het toch Vroeger Hij zat zelf vroeger nooit in geldnood. Hezemans verduidelijkend "Kunst. Ik pakte het goed aan. Werkte me ka pot om het beste materiaal te kunnen kopen. Ik wilde niet voor schut gaan". Hij vergaarde zijn beginkapi taal bijeen in die branche die door de consumentenbond als louche wordt afgedaan, de obscure tweedehand sautohandel, met simpele garanties als" niet goed, geld weg, en niet krim pen bij het wassen Kocht vervolgens een Abarth en reed de fabrieksrijders compleet van de baan. Verbijsterde gezichten. Wie is dat in godsnaam, die zigeunerachtige Hollander die zo verschrikkelijk hard gaat? Het leverde hem een fabrieks- contract op bij meneer Abarth. Hij werd tenslotte een even gewiekst r als zakenman. Verkocht zich de ene stal naar de andere. Maar maakte, voor wie hij ook reed, zijn salaris volledig waar. Door veel te winnen, door nimmer op te geven, door net zolang aan de wagens te knoeien tot ze wat harder gingen dan die van de concurrenten Dit alles binnen de reglementen als het kon. Maar ook wel eens daar buiten, vroeger toen de racerij nog op de rand van het amateurisme bivakkeerde. Dan was de wagen met veel romme len een eind onder het minimumge wicht gekomen. Dan klom direct na dat onze held de fïnishvlag winnend had overschreden, boezemvriend Anton Keizer naast de bestuurder, een regenjas strak om het brede lijf getrokken. Dan ging tijdens de ere- ronde de jas open en kwamen de plakken lood te voorschijn die keurig onder de voorbanken werden gelegd. Dan was de wagen bij weging exact op gewicht de streep, na anderhalf i scheelt het precies 2/100ste seconde. Ik tuimel m'n wagen uit, twee kilo lichter van het zweten, drijfnat, m'n benen slap als boter van al dat rem men en schrapzetten voor de hoeken. We staan op het erepodium en hij zegt tegen me, Toine ben jij van titanium. Dat laatste half uur heb ik aldoor ge dacht, die verrekte Hollander moet toch eens afbranden Tevreden: "dat zijn natuurlijk de mooiste races". Eerlijk Verdienen Hezemans: "De mensen denken die ke rel verdient het makkelijk. Lekker een beetje rondtoeren en de zakken vullen. Vergeet het maar. Je moet toch echt wel iets kunnen. Neem dit seizoen. M'n grootste concurrent was Bob Wollek. Die kan echt rijden. Ik sta laatst te kijken op Hockenheim in een snelle bocht in de training. Komt ie aanzetten. Dik 230 km op de klok. Zie ik hem vol tegenstuur met een vierwielendrift de hoek omkomen. Dat is klasse. We rijden tegen elkaar op de Norisring bij Neurenberg. Ik op kop. Wollek op twee meter daar ach ter. Ik blazen als een gek. Optimaal rijden. Zo laat remmen voor elke hoek dat het telkens kantje boord is. In dat soort rondjes loopt je pols op tot dik over de 200. Dat kan je eigen lijk niet lang volhouden, maar mees tal laat je tegenstander het na een rondje of vier iets afweten. Dan ver slapt hij een fractie dan valt er een gat en dan is ie verloren. Niet Wollek. Die blijft komen. Na drie kwartier zit ie nog twee meter achter me. Ik maar in de spiegel kijken. Ik denk alsjeblieft Wollek, je moet toch eens afbranden. Vergeet het maar. öp Rijdt hij altijd overal voluit? Hezemans eerlijk: "Niet op de Nürburgring. Daar zitten een paar stukken in die ik niet zo zie zitten. Waar ik onwillekeu rig denk: Toine jongen, als je hier een keer het stuur in je handen houdt, je remmen begeven het of er knalt een band, dan ben je mooi verleden tijd. Daar rij ik dan ook iets van de grens af. Daarom blazen notoire blindgan gers als Mass en Stommelen me er op de Ring af. Die geven nergens om. Ik stap ook niet in iedere race. Le Mans ok, al is dat de grens. Ook Le Mans is link maar je bent er tenminste in pro fessioneel gezelschap. Maar de 24- uren van Francorchamps, vergeet het maar. Dan kom je aanblazen met dik 300 op de klok en dan remt er voor je zo'n Belgische lamlul die normaal op zondag met vrouw en kinderen gaat toeren vlak voor je omdat ie schrikt van een overstekend konijn en dan is het mooi gebeurd met je Bouwen Zoontje Mike komt thuis, de gelijkenis met de vader is opvallend. Toine: "Mike wat doen we achter in de tuin". Mike jubelend: "Daar bouwen we een racewagen Toine". De coureur knikt instemmend. Klopt. „Daar bouwen we een Escort". Hij maakte namelijk een overstapje. Van Porsche naar Ford ditmaal. Vertelt: "In Duitsland is er een enorme con currentie tussen Ford en BMW in de tweeliterklasse. Bij Ford willen ze die- BMW's eens goed op hun lazer geven het komende seizoen. Ik heb dankzij Ford en een paar sponsors nu de be schikking over 200.000 mark om een Escort zo op te zetten dat ik die BMW's eraf blaas volgend jaar". Heeft ie verstand van Escorts? Heze mans: "Ja kijk, ik was twee weken geleden in Zuid-Afrika om te racen en daar stond er één. Ben ik toen de ei genaar even niet keek bij de uitlaat eringekropen en bij de luchtinlaat eruit. Die wagen heeft geen geheimen meer voor me. Daarbij heb ik nog wat verrassingen in petto". Eerst Hij begint het omstandig uit te leggen. ,,In de racerij, waar je ook aanklopt is het altijd eerst nee. Kun je die as van aluminium maken. Nein herr Heze mans, dass geht leider nicht. Dan stap ik naar de chef-ontwerper en die zegt na een tijdje ik heb het uitgerekend, het kan. Dan met de flappen op tafel en je krijgt ze keurig thuis gestuurd. McLaren begon dit jaar in de formule I met een zesversnellingsbak van Hewland. Ik zeg maar zo, wat goed is voor de formule I is ook goed voor Hezemans. Kom ik daarbij Hewland, zeggen ze eerst, ach meneer Heze mans, alle formule I-stallen willen zo'n bak, u bent nog lang niet aan de beurt. Maar ja ik smoes wat, en ik kan je zeggen dat als Ken Tyrrell bak 00 I krijgt, dan heeft Hezemans type 000 al een week in huis. Zo ligt dat. Ik heb er zes besteld, ze kosten acht rooitjes inkoop, de concurrenten kunnen ze bij mij krijgen voor vijftien. Ja, hal verwege het seizoen pas. Niet eerder want te veel concurrenten verstoort de markt Hij mijmert tenslotte over zijn droom: een formule I wagen bouwen. Heze mans: "Niet alleen, dat gaat niet. Maar nu de Fransen (Renault) ook komen, zou je toch zeggen dat die moffen niet achter kunnen blijven. Het wordteen soort van obsessie voor ze. En ze kunnen het. Als ik geld had zou ik naar Porsche gaan, en zeggen, hier heb je tien miljoen, bouw me een formule I. Dan stoppen ze wat teke ningen in een computer en dan rolt er zo één uit die onverslaanbaar is". Vragend: "Het moet er toch eens van komen daar in Duitsland? En als het zover is dan verzeker ik je dat Toine Hezemans een stevige vinger in de pap zal hebben DEN HAAG - Hans van Helden herinnert zich zijn voordracht bij een pedagogische academie onlangs. "Er staat zo'n man op en die zegt, meneer Van Helden, als er bij u een neger in de kern ploeg zit en die wordt er omdat hij een neger is uitgezet, wat zou u dan doenIk zegik zou de Heer danken, want dan schoof ik lekker een plaatsje op". Misnoegd om zich heen kijkend: "Ja, wat een waanzinnige vraag. Daar kan je toch geen normaal antwoord op geven. Een week later sprak ik voor de WD-afdeling Zuidlaren. Dat was beter publiek. Die luister den. Je kon er een speld horen vallen. Ik heb er een uur aan elkaar gekletst zonder een spiekbriefje bij me te hebben. En lachen he. Vooral toen ik over mijn reis naar Rusland vertelde. Met grappen, je weet wel, bij het mausoleum van Le nin houden ze dag en nacht de wacht omdat ze bang zijn dat hij er weer uitstapt. Dat ging er. in als koek bij de heren". De populaire schaatsenrijder, aanvoerder van de lijst van de beste allrounders; "Drie keer brons had ik. Teleurstellend? Ben je gek. Drie plakken, dat is beter dan één. Om de kleur maal ik niet". Hij houdt zich nu duidelijk flink, want later, in een zeer Ajax ge tint Haags café biecht hij op dat hij leeft voor de volgende spe len. Van Helden: "Daarom heb ik het in het voorseizoen nu kqlm aan gedaan. Daarom zal ik van de winter alleen maar vlammen als de techniek het echt toelaat. Ik ga mijn kracht niet aanspre ken. Ik wil niet in één, twee sei- zoenen opbranden zoals Per Ivar Moe en Dag Förnaess. Daarvoor heb ik al teveel tijd in de schaatssport gestoken. Ik wil nog jaren mee op het hoogste plan. Goud moet er vallen in 1980". Hij is 28 jaar oud nu. Vindt dat hij per jaar nog sterker wordt. Hoopt vurig dat de schaatswe reld voor zijn prestatie nog eens de odfem in zal houden. Is de losbol van de ploeg. Van Hel den: "En dat geeft strubbelin gen. Leen Pfrommer een be roepsmilitair en ik een indivi dualist. Hij wil bijvoorbeeld dat we alle maal om zeven uur aan tafel zittenEii ik wil pas om vijf over zeven kunnen komen, zonder dat daar gedonder over ont staat. Ik haat kadaverdiscipli ne. Pfrommer moet wat water in de wijn doen en ik ook. Dan zullen we het best met elkaar vinden Hij is een pias, doet de meest waanzinnige dingen. Ging vo rig jaar met een auto naar Be rlijn voor de sprintkampioen schappen Bleek bij aankomst aan de Oostduitse grens een totaal ver ouderde foto op zijn visum te hebben. Werd een hokje inge stuurd, waar hij automatisch een nieuwe kon laten aanma-, kenVan Helden het hokje in. Er' weer uit. Foto tonend aan de douane-ambtenaar. Grote woede bij de man. Omdat Nee'r- lands hoop op de smalle ijzers niet zijn hoofd maar zijn ge slachtsdeel had gefotografeerd een verschil dat de dienst doende ambtenaar niet ont ging Van Helden: "Ach wat, die foto's. Wie weet 'hoeveel mensen hij al niet had doodgeknald.lk wilde trouwens helemaal niet naar Berlijn. Ik dacht, houdt hij me tegen, dan ga ik lekker naar In zeil. Dan had Kleine nooit de kans gekregen daar mijn re cords af te jatten. Maar ja, na een tijdje lieten ze ons er toch door. Dat was jammer Hij komt uit een uiterst religieus gezin. Van Helden: "Zeg maar uitzonderlijk christelijk. Er stonden bij ons op dorp langs de weg twee kerken. Daar moest ik altijd langs voor ik naar school ging. Naar die ene kerk gingen we zelf. En als ik er dan langsi. liep dacht ik, ach God, wat ver schrikkelijk voor al die kinde ren die naar de andere kerk gaan. Die moeten allemaal naar de hel straks. Want zo leerden ze het ons". Hij maakte zich los uit de' extreem-christelijke omklem ming. Van Helden "Nu krijg ik brieven van mensen die zeggen, meneer Van Helden, dat u zo geweldig schaatst, dat is een ge schenk gods. Maar juist daarom moet u toch nooit meer op zondag schaatsen. Dan denk ik, waar bemoeien ze zich mee. Als ik met mensen aan één tafel zitzal ik altijd zeggen, wie wil er bidden. Dat mag van mij. Ie dereen moet dat voor zichzelf weten. Ik respecteer dat. Maar ik wil wel schaatsen wanneer mij dat uitkomt. En wereld kampioenschappen worden nu. eenmaal ook op zondag verre den". Wat aarzelend: Mijn ouders hebben het er wel moeilijk mee. Ze zijTi toch trots op me. Zijn ze. gekomen vorig jaar naar Heer- Het hele weekend. Ik weet zeker dat de anderen op dorp ze er daarop aankijken. Er was namelijk ook nog een bus met supporters uit Alm- kerk. Die ging zaterdagavond nog terug. Mijn ouders die ble ven. Mijn vader kwam-zelfs op zondag naar het ijsstadion. Mijn moeder niet. Die vond dat toch al te dol. Die keek op haar hotelkamer toen maar naar de televisie". Hij is, het is overduidelijk, nog steeds bezeten van het schaat sen. Mokt: "Snap je nou zo'n KNSB. Je zou toch zeggen, dat je op de centrale trainingen een video zou moeten hebben om eens te zien wat er nog aan je techniek verbeterd kan worden. Vergeet het maar. Pfrommer roept, ik heb er wel een, maar die is stuk. Wat koop ik daar Hij bewijst: "Drie, vier jaar gele den in Davos was er een man die had mij op de video gezet. Een stukje van honderd meter misschien maar. Ik ben wel twintig keer bij hem gaan kij ken. En toen zag ik precies wat ik verkeerd deed. In die weken heb ik echt schaatsen geleerd". Hij begint uitvoerig te verhalen over zijn beste afstand, de 1500 meter. Afzien. Een zuurstof schuld na 800 meter. Er zit een moment in, 600 meter voor de finish zowat, dat je denkt, dat kan niet, ik haal die streep nooit,ik ga kapot. Dan komt het er op aan. Daar wordt het kaf van het koren gescheiden. Al leen de groten kunnen dan nog een keer uithalen. Dan kom je over de streep en pas honderd meter na de finish komt dan de reactie. Dan krijg je wat wij schaatsers noemen, de 1500 meter-hoest. Dan is je keel kurkdroog van het hijgen. Dan klinkt je hoest als rauwe ham. En dan komt de pijn in je benen opzetten. Niet zo'n beetje. Je verrekt zowat. Ik heb wel eens zo ontzettende pijn gekregen, dat ik in mijn broek begon te wateren. Gewoon op het ijs. Het was niet tegen te houden PIM STOEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 19