Sal SantenStormvogels, een integere autobiografie Het Trauma van München Prachtig vierluik voltooid Een obsederend verhaal over augustus 1914 Dickens kerstverhaal met sterke tekeningen van Arthur Rackham Vervelend stuk proza over sex ZATERDAG 27 NOVEMBER 1976 EXTRA Om over vroeger te praten, jeugd herinneringen op te halen, meteen traan in het oog te zeuren over de dagen dat de jongenskiel nog om de schouders gleed, is niet alleen een geliefd verjaardagsvermaak, het is ook sedert het eind van de oorlog, de grote literaire mode geweest: de kapstok waaraan veel schrijvers hun boek konden ophangen. Reve, Hermans, Wolkers, Mulisch heb ben dit genre beoefend en in hun kielzog is een hele vloot van kleinere letterknechten meegeva- ren. Sedert Heere Heeresma (in "Han de Wit gaat in de ontwikke lingshulp) het genre onsterfelijk belachelijk heeft gemaakt, zou het wel afgelopen zijn met de jeugdher inneringen, dacht ik. Maar nee. In het tijdsverloop van een paar jaar schreef Sal Santen zes boeken die allemaal over "vroeger" gaan en tot mijn verbazing slaagt hy er in om, wat een afgelikte boterham leek te zijn, nieuw leven in te blazen: zijn laatste boek, Stormvogels is dan ook zeer de moeite waard. De her inneringen aan de vooroorlogse pe riode, waarin een joodse jongen zich probeert te emanciperen, pro beert te ontsnappen aan de dubbele druk van het ouderlijk milieu en de kapitalistische crisis zijn bij mijn weten uniek. Hij verzette zich tegen zijn bazige vader, zijn sloof van een moeder, de borneerdheid van zijn joodse, vrome familieleden. Maar hiermee valt het verzet tegen de minstens even geborneerde maat schappij van bazen en sloven sa men: het is niet toevallig dat Santen zich aansluit bij wat waarschijnlijk de integerste politieke beweging in het vooroorlogse Nederland was de door Sneevliet aangevoerde Trots kisten. Over Sneevliet, die zijn stief-schoonvader zou worden, heeft Santen al eerder een ontroe rend boekje geschreven: Sneevliet, rebel. In Stormvogels blijft hij bin nen de kern van zijn gezin-een be perking van horizon die zeker ver dieping ten gevolge heeft. Maar eerst een voorbeeld van Santen simpele eerlijkheid als hij poogt zijn rancune van zich weg te schrij- "Zij (zijn moeder, PM) was bij mij komen zitten en praatte maar, praatte maar. Wanneer was er een kortsluiting tussen ons gekomen? Lang geleden was ze trots op mij geweest als ik met een goed rapport thuiskwam, doch anderen, een buurvrouw, een familielid mocht zij het niet vertellen, dan liep ik woedend weg. Moesten er boodschappen gedaan worden dan riep ze mij, ook als-het mijn beurt niet was. Ik schreeuwde tegen haar dat ik het gemeen vond. Soms pro beerde zij mij voorzichtig aan te ha len, zei dat ze mijn haar mooi vond, mijn ogen diepzwart, maar ik werd er wrevelig van. Ze had die strijd opgegeven, en toen ik mijn vader eens verweet dat hij haar te weinig geld gaf omdat alles naar de winkel ging, en hij me op mijn kop gaf, dat ik me met myn eigen zaken moest bemoeien, snotneus-dat-je-bent, had ze zijn kant gekozen, en me ook verwijten gemaakt, en daarna kon het me helemaal niets meer sche len. Zonder dat ik het voor me zelf wou weten, had ik ontzettend met haar te doen en voelde me toch op een vreselijke manier door haar verwaarloosd, zoals zij, op een an dere manier, door ons". Dat is toch vakmanschap, zou ik zeggen. Herkenbaarheid, eerlijk heid, zoals ook in de scène waar de ik-figuur ongenadig op zijn donder krijgt van zijn vriendin, vanwege zijn lullige houding tegenover zijn ouders, dat is allemaal prima, echt literatuur, en nog leesbaar ook. Do cument van een tijdsgewricht, een stem uit het verleden, enzovoorts, enzovoorts. Maar er is meer aan de hand. Als Santen niets anders had ge schreven dan eene reeks herinne ringen die opvallen door eerlijk heid, was hij domweg de zoveelste beoefenaar van de meeslepende zonde der autobiografie geworden een kwaal waar je, net als van on aneren, trouwens heel goed her senverweking kunt krijgen zie Ge rard Reve. Maar Santen is, gedu rende een groot deel van zijn leven, geen schrijver geweest, maar Trotskist, politiek aktivist, die vanwege zijn activiteiten tenslotte zelfs in het gevang werd opgeslo ten, ongeveer twintig jaar na de be vrijding En de politieke overtui ging die hem eigen is geweest ge durende "barren years" bepaalt in zeer hoge mate zijn literaire metho de, zijn drie kinderen bestempelt hij als Stormvogels, omdat ze ver wekt worden tijdens een crisis, en vanwege een crisis. Dat de politieke crisis een persoonlijke lot tot ge volg heeft, en niet andersom, lijkt logisch. Maar in een land als Neder land, waar de doorsnee-auteur heimelijk de veronderstelling warm houdt dat het opmerkelijkste feit van heel de tweede wereldoor log is, dat hij zich op 10 mei '40 niet lekker voelde, is Santen afstande lijkheid opvallend. Geen ogenblik verliest Santen de verhoudingen uit het oog- een auteur die niet zijn privé-sorus als epicentrum van wereld narigheid beschouwt, maai koppig probeert om "deze vijan dige wereld" te beschrijven, vanuf zijn eigen gezichtshoek, zondei deze optiek te verwarren met de ge zichtshoek van God. Een autobio graaf, kortom, behept met eerlijk heid en vermogen de dingen in hui juiste perspectief te zien waar vin den we dat tegenwoordig nog? Kc pen, dat boek! Sal Santen: Stormvogels, De Ai beiderspers. Op deze pagina bijdragen van Han Mulder, Paul Marijnis, Ton van Brussel en C. J. Rotteveel „Met seks moet je leren le ven" is een naar, vervelend en irritant stuk proza. Een nogal hard, negatieve beoor deling, zo komt het wellicht over en dat is dan maar goed ook, want dat is precies mijn bedoeling. Het boek gaat volgens de flap over gevoelens en relaties, en is bedoeld voor de leeftijds categorie van ca. 13 tot 18 jaar. Niet voor mij dus, maar toch geef ik een oordeel al was het alleen al omdat ik overtuigd ben dat iedere pak weg 16-jarige zich niet, zoals ik, de moeite zal getroosten om het helemaal uit te lezen. Zo'n jongen of meisje houdt ongetwijfeld in het gunstig ste geval ergens in het mid den op of leest her en der een paar hoofdstukken om daarna van een kouwe ker mis thuis te komen. Ik zal doodvallen als het anders is. Willem de Regt heeft het vol ledig geschreven in een stijl van „heb je een probleem met 'seks' knul/meid, helemaal geen punt, want daar kun je tegenwoordig rustig over praten. Kom maar eens bij Nuttig Daarom alleen al is de studie van Professor dr. B. W. Schaper over "Het Trauma van München" zo'n nuttig boek. Dat het ook nog zeer intens en met gevoel voor het journalistieke detail is geschre ven, is extra aangenaam. Schaper wil in zijn studie adstrueren dat het begrip-"München" in situa ties van hoge spanning en ris kante confrontatie vrijwel altijd ome Willem en die vertelt je dat er geen reden is om je zor gen te maken, want proble men met 'seks' zijn heel nor maal en die hebben we alle maal". Het is geschreven op een toontje, waarmee je tien jaar geleden misschien nog kinderen in de lagere school leeftijd voor je kon winnen, maar waar tegenwooridg de rillingen van over je rug lo pen. Over de illustraties kan al evenmin gejuicht worden. Aardige plaatjes, maar niet meer dan een slap aftreksel van werk waar heren als Pe ter Vos en Co Westrik een hoog waarderingscijfer mee hebben behaald, is het niet. Kortom, alweer geen boek dat eindelijk eens op een reèle, toegankelijke en over tuigende manier dit onder werp benadert. „Met seks moet je leren le ven" door Willem de Regt met illustraties van Clemens Zijlmans, uitgegeven als Ou ders Van Nu Boek bij Kosmos-Amsterdam. Prijs f 14,90. T.V.B. "München" is in de loop der jaren een heel ruime vergaar bak geworden voor al dan niet terechte historische en poli tieke parallellen. Als niet meer rationeel geargumenteerd kon worden, verzekerden politici of beoordelaars zich ge noeg aandacht voor hun emoties, wanneer zij het woord "München" lieten vallen. Het werd een etiket, waarop el keen met de hand zijn eigen angsten kon schrijven, omdat papier nu eenmaal geduldig is. Het wuift in de wind, net als het beroemde papier van de toenma lige Britse premier Neville Chamberlain, waarmee hij op het Londense vliegveld zwaaide naar een dankbaar publiek bij terug komst in Londen na zijn bezoek aan Hitier. Tsjecho-Slowakije (een land "een heel eind weg en waarmee we niet veel gemeen hebben") werd geofferd aan de nazistische vraatzucht en Enge land kon zich koesteren in een kortstondige illusie. Dit oer-model met illusies, defai tisme en brute dreigementen als variabelen bleek in de jongste ge schiedenis ruim genoeg om steeds weer naar terug te grijpen. Heel vaak echter voldoende ken nis van zaken en zonder ogen schijnlijke kleinigheden op te merken die vergelijkingen met het "oer"-München wezenlijk frustreerden. te onpas of in elk geval slordig is gebruikt. Hij hanteert daarbij zeven "case- stories", te beginnen met Stalin ("als appeaser") ten tijde van het Duits-Russisch non- agressiepact, vervolgens de con ferentie van Jalta, de Koude Oor log, Korea, het Brits-Franse Suez-avontuur van 1956, de Russisch-Amerikaanse crisis rond de raket-installaties op Cuba en tenslotte de tragedie van Vietnam. Schaper is zeer beducht voor de analogie als historische catego rie. Iets anders is natuurlijk wel, in hoeverre de analogie, zoals po litici die trekken (om welke reden dan ook) ontwikkelingen op gang brengen, die er niet zouden zijn geweest, indien men die analogie niet had geconstrueerd. Schaper wil die kant waarschijnlijk op, Drie hoofdrolspelers uit „cose-story" november 1943). wanneer hij refereert aan Mare Bloch: "wat men vreest op grond van de historische analyse, pro beert men en weet men soms te voorkomen". Verwijt In zijn serie hoofdstukken gewijd aan München 1938 zelf, verwijt Schaper de westelijke Europese machten en vooral de Britten de arrogantie van de onmacht. Het aspect van Britse politiek samen te vatten in de zin "we hebben geen boodschap aan jullie" krijgt in Schapers boek de aandacht die in andere van de - spaarzame - Nederlandstalige publikaties over het onderwerp nogal eens tekort schiet. De opmerking over Tsjecho-Slowakije noteerde ik al een paar alinea's eerder. De nauw verholen bijval die Hitier in de eerste jaren in de Britse aris tocratie kreeg (en niet alleen in de Cliveden Set van Lady Astor!) i Jalta: Stalin, Roosevelt en Churchill (hier gefotografeerd in Teheran, zijn ook een teken aan de wand. Zou de Britse zakenelite (in En geland een mengsel van upper middle class en de aristocratie) op net zo grote schaal hebben ge collaboreerd als de Franse, in dien het eiland ooit door de Duit sers zou zijn veroverd? Summier Niet op alle vragen geeft Schaper een antwoord. Hij blijft bijvoor beeld nogal summier over de bolsjewistenvrees die de burger lijke kabinetten tot illusies over de fascisten en nazi's van Zuid en Midden-Europa inspireerden. Tegen het einde van het boek komt Schaper zelfs scherp in het geweer tegen collega-historici die de hele geschiedenis van deze eeuw willen plaatsen in het licht van een permanente botsing tus sen communistische revolutie en burgerlijke contra-revolutie. Schaper wil lang zo ver niet gaan. Toch hebben de politiek- beslissende relaties van een "Eu ropees Concert" een non- ideologisch machtsevenwicht, op de duur moeten plaats maken voor een twee-deling van super machten die met elkaar ideolo gisch in concurrentie zijn. Liefhebbers van eigentijdse ge schiedenis mogen zich gelukkig prijzen met deze voortreffelijke studie. "München" was het pro- dukt van de huiver voor militaire verwikkelingen, de illusie en de quasi-schone handen; "Vietnam'' was het resultaat van geperver teerd militair handelen, geba seerd deels op naïviteit, deels oj belangen van het verre van naie militair-industrieel complex "München" en "Vietnam" zijl eikaars luguber spiegelbeeld. H.M Prof. Dr. B. W. Schapen "He Trauma van München" (uitgav Elsevier, documentair f22,50) Tot de mooiste uitgaven, die de laatste jaren hier te lande ver schenen zijn, behoort ongetwij feld de vierdelige serie "Grote tijdperken uit de geschiedenis": "Dagelijks leven in Bijbel tijd"; "Griekenland en Rome, grond leggers van onze beschaving"; "Riddertijd, dagelijks leven in de middeleeuwey"; "Renaissance, de bakermat van de moderne Nu pas, vele jaren na de oorspronkelijke Amerikaanse uitgave verschijnt de Nederlandse versie van „The guns of August", het obsederende ver haal over augustus 1914, de maand die als een opeenstapeling van mis verstand, onmacht, paniek, eerzucht de beslissende vorm gaf aan wat eerst de Grande Guerre en veel later de Eerste Wereldoorlog zou heten. Barbara Tuchman schreef daarmee een boek dat nu al klassiek mag worden genoemd. Professor Schaper schrijft in zijn boeiende studie over het trauma van München (zie elders op deze pagina) dat president Kennedy juist in de dagen van het Cuba-incident met de Sowjet-Unie met het boek van Barbara Tuchman bezig was en wellicht er mede door werd geïnspireerd tot zijn voorzichtige politiek jegens Chroetsjow. Immers, de historie van het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog is een gruwelijke les van wat ijdelheid, onbekwaamheid, al of niet vermeend gezichtsverlies mag. Het knappe, zonder inzinkingen vertelde relaas van Tuchman geeft een verbijsterend inzicht in de malle ziel van de mens, of hij nu met de verantwoordelijkheid over honderdduizenden is belast, of dat hij ge woon als anonymus wordt gestuurd om de nationale eer, de eer van Krupp, de eer van de laatste maitresse van de tsaristische opperbevel hebber of andere politieke kastanjes uit het vuur te halen. Men vraagt zich af, waardoor de leiders het meest geteisterd werden: door Over Pieck lijken maar twee me- hun grenzeloze stompzinnigheid of door zelfs door honderdduizenden ningen mogelijk. Leeg en burger doden niet aan te tasten verwatenheid. H.M. lyk werk, waarin op een goedkope DE Haagse uitgeverij Omniboek heeft een tweetal boekjes uitgege ven met werk van Anton Pieck en dat is als de decembermaand weer in zicht is, nostalgische gevoelens een hoogtepunt lijken te bereiken en er weer cadeau's moeten worden gegeven, altijd een slimme zet, want Pieck ligt tegenwoordig weer goed in de markt. „Ontmoeting met Hildebrand" geeft illustraties bij de Camera Obscura, die Nicolaas Beets onder dit pseudoniem schreef en „Langs de waterkant" bevat stadsgezich ten van onder meer Haarlem, Den Haag, Amsterdam en Antwerpen. In het eerste boekje begeleidende teksten uit de Camera Obscura, in het tweede teksten en poëzie van schrijvers als Van Lennep, Huy- gens en ook weer Nicolaas Beets. Hans Vogelesang stelde de bundels manier op sentimenten wordt ge werkt (in grote groepen wordt ge sproken over de „Pieckstijl" om aan te duiden dat bovenstaande kwalificaties op bepaald werk van toepassing zijn) of mooi, sfeervol en illustratief. Ook het werk in deze bundels van Pieck is bekend, van kerstkaarten, kalenders en andere uitgaven en eigenlijk hoef je er dan niets meer over te zeggen, ware het niet dat ik tot de groep behoor, die vind dat Pieck wordt overschat en over gewaardeerd en recentelijk weer eens in die opvatting ben gesterkt. Een paar weken geleden namelijk verscheen Dicken's Christmas ca rol in een vertaling van Anton Coolen met illustraties van Arthur Rackham. Leg genoemde drie boeken naast elkaar en je ziet wederom een inte ressante overeenkomst in het werk van de twee illustratoren, voer voor vergelijking, waarna Rackham al tijd de grootste mdruK na laat. Op zijn positiefst gezegd dan, want wil je echt naar doen, dan moet Pieck gezien worden als een slecht imitator van het helaas en ten on rechte vee-1 minder bekende werk van deze Engelse tekenaar. Dan is Pieck niet veel meer dan iemand, die Rackham's techniek en compo sitie wel aantrekkelijk vond, maar (in grote nou net dat vermogen en compositie wel aantrekkelijk vond, maar die nou net dat vermogen om echt te interpreteren mist en ook dat gevoel om feilloos aan te geven hoe de vork in een bepaald verhaal in de steel zit, niet heeft. Van de opgenomen teksten uit de Camera Obscura moet gezegd dat ze helaas (ook niet samen met de illustraties) niet meer dan een ma ger beeld geven van dit werk van Hildebrand. De teksten en gedich ten in „Langs de Waterkant" zijn daarentegen weer wel lezenswaar dig, maar daar moet dan weer aan toegevoegd dat dit soort uitgaven bijna louter voor de „plaatjes" wor den gekocht en dat de teksten veelal na een vluchtige blik, niet meer worden bekeken. Meer hulde dus voor Dicken's kerstverhaal, in een sterke verta ling van Coolen en met nogmaals geweldige illustraties van Rack ham. Die hulde was wat Rackham betreft overigens al ten volle gerechtvaar digd door zijn illustraties bij Lewis Carroll's „Alice in Wonderland" en bij verhalen van Edgar Allen Poe. „Langs de waterkant" en „Ont moeting met Hildebrand" uit de wereld van Anton Pieck, samen gesteld door Hans Vogelesang, uitgegeven door Omniboek, voor 14,90 per deel. „Een kerstlied in proza" door Charles Dickens in de vertaling van Antoon Coolen en met illus traties van Arthur Rackham, uit gegeven door Hollandia voor 19,90. T v B. Om een indruk te geven van wat dit vierluik aan boeiende tekst en prachtige afbeeldingen bevat, deze cijfers: totaal ruim 1700 bladzijden met tweeduizend af beeldingen waarvan niet minder dan 1700 in voortreffelijke kleu rendruk. En dat alles voor nog geen tweehonderd gulden, een zeer lage prijs die alleen mogelijk is geweest door de samenwer king van de Nederlandse uitge ver De Haan (Bussum) met de Amerikaanse "National Geo graphic Society". Eerder werd te dezer plaats met lof gesproken over de beide eerste delen. Van de R i d d e r t i j d en de "Renaissance" kan hetzelfde gezegd worden: ver antwoorde wetenschap van een keur van deskundigen, wier ken nis in een aantrekkelijke vorm gegoten werd zodat men blijft le zen. En verder een kostelijke ver zameling afbeeldingen in warme kleuren. Die afbeeldingen zijn vaak een pagina groot, soms twee en in een enkel geval zelfs zes tien! Dat laatste is het geval met de complete reproductie op vouwbladen van het vermaarde tapijt van Bayeux, dat de roem levend houdt van de Normandis- che verovering van Engeland. Het is eigenlijk een negen eeu wen oud "stripverhaal", gebor duurd op linnen en voorzien van Latijnse tekst (die in de bijschrif ten natuurlijk vertaald is). De zelfde precieuse zorg werd be steed aan de op acht bladzijden gedrukte afbeeldingen van Mi chelangelo's fresco's op de zol dering van de Sixtijnse kapel. Waar men deze boeken ook opslaat, overal vindt men levendige tekst en prachtige afbeeldingen. Wat die laatste betreft het zijn niet al leen kleurenfoto's van land schappen of talloze oudheden - die er zeer sterk toe bijdragen de sfeer uit die oude tijd op te roepen - maar ook reprodukties van spe ciaal voor de National Geograp hic Society geschilderde histori sche taferelen. Die zijn zonder uitzondering indrukwekkend, ze ondersteunen de fantasie van de lezer en zijn historisch volkomen verantwoord. En als er moderne foto's nodig zijn om een bepaald onderdeel te il lustreren, zijn die zodanig geko zen, dat wij ten volle passen in het historisch kader, zoals het vuur werk "als treurwilg boven de Arno in Florence, waar Dante, treurend om zijn goddelijke Bea trice, zijn liefde neerlegde in hartstochtelijke, nog steeds flon kerende dichtregels". Opvallend en verheugend is, dat tal van foto's, van een eigen visie ge tuigen, zoals bijv. het prachtige panorama van het al zo vaak gefo tografeerde Carcassonne, geno men by bijna ondergaande zon (bl. 306, Riddertijd), en zovele an dere foto's, in beide delen. En zo zou men kunnen doorgaan met het opsommen van de vele aantrekkelijke facetten van deze vierdelige u«tgave, die een schit terend panorama levert van de Bijbelse, Griekse, Romeinse, Ita liaanse, Spaanse en Noordeuro- pese wereld, in totaal over een tijdvak van dertig eeuwen. Al by al, een bijzonder verzorgde uitgave vooreen, in verhouding tot het gebodene, geringe prijs. C.J.R.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 19