'Bethlehem' hof wordt opgeknapt Kostbare Leidse bezitting: 35 hofjes Meermansburg grootste hofje van Leiden met dertig panden Indeling van vele hofjeswoningen totaal verouderd Bram van Leeuwen ZATERDAG 6 NOVEMBER 1976 EXTRA LEIDEN - Leiden telt op dit ogenblik 35 hofjes. Daaron der zijn grote en kleinere, fraaie en minder fraaie, en de één is harder toe aan res tauratie dan de ander. De toestand waarin een groot aantal hofjes verkeert, is be droevend. Onderhoud is gezien de hoge kos ten maar mondjesmaat mogelijk en de indeling van de hofjeswoning is totaal verouderd. Voorzieningen als water, gas en elektriciteit zijn dikwijls ontoereikend en een aantal is brandgevaarlijk. Lichtpunten Uit die opsomming zou gemakke lijk geconcludeerd kunnen wor den, dat er slechts in mineurstem ming over de Leidse hofjes gespro ken kan worden. Dat is niet hele maal waar, want er zijn ook enkele lichtpunten Toekomstperspectie ven in de vorm van restauratie plannen, die binnenkort in uitvoer ing zullen komen en zullen bijdra gen tot een herstel en een verbete ring van het woongenot in een aan tal Leidse hofjes. De dienst Gemeentewerken heeft onlangs een inventarisatie gemaakt van de hofjessituatie in Leiden. Daarbij is onder meer gebleken dat verscheidene hofjeswoningen in Leiden niet meer aan bejaarden verhuurd worden, maar overge dragen zijn aan de Stichting Stu dentenhuisvesting, die er, zoals de naam al zegt, studenten in huisvest. Het gaat om een zestal hofjes met in totaal 83 woningen. De hofjes zijn het Francois Houtijnshofje (9), het Jan de Laterehofje (20), het Jean Michelshof (12), het Pieter Lori- danshof (12), het Sint Salvatorhof (15) en het Van Assendelfthof (15). Sinds een vorige inventarisatie (in 1958) zijn er ook twee hofjes ver dwenen. Het Woudendorphof, dat aan de Vrouwenkerkkoorsteeg lag werd gesloopt, en het Elisabeth Gasthuishof aan de Caeciliastraat, wordt na een restauratie in de jaren '68—*71 gebruikt als verpleeghuis. Dan is er nog het Klein Sionshof aan de Lange Schoolsteeg, die oor spronkelijk vijf woningen had, maar op het ogenblik door één echtpaar wordt bewoond. Telt men dat laatste hofje mee, dan zijn er in Leiden nog 28 hofjes met in totaal 390 woninkjes die be schikbaar kunnen blijven voor het huisvesten van de bejaarden. Een uitgangspunt dat het college van B en W heeft ingenomen in een eerder dit jaar gepubliceerde nota over het volkshuisvestingsbeleid in de ko mendejaren. Het aantal woningen dat na restauratie beschikbaar komt is ongetwijfeld lager dan de 380 die nu geteld zijn, omdat een aantal huisjes zo klein is, dat ze ver heeld (dat wil zeggen samenge voegd) moeten worden om een leef bare ruimte te krijgen, volgens mo derne maatstaven. Voor de 28 "bejaardenhofjes" is nog een nadere onderverdeling te maken wanneer gelet wordt op de "bescherming" die het hofje geniet. Zo zijn ,er tien hofjes met 150 wo ningen, die "beschermd monu ment" zijn en waarvoor plannen voor restauratie en verbetering in voorbereiding zijn. Deze hofjes zijn: Bethlehemshof (17), Jan Pe- sijnhof (12), Meermansburg (30), Mierennesthofje (5), Pieter Gerritz Speckhof (8), Schachtenhof (12), Sint Jacobshof (16), Sionshof (15), Stevenshof (15) en Tevelshof (20). Het Sint Janshofje met 15 wonin gen is geen beschermd monument,' maar er is wel een restauratieplan voor. Dan zijn er zes hofjes (86 wo ningen) die ook op de monumen- 'tenlijst staan, maar waarvoor nog geen verbeteringsplannen bestaan. Tot die zes behoren het Anna Aal- moeshuishofje (13), Brouckhoven- hof (16). Coninckshof (12), Eva van Hogeveenshof (12), Joost Frans van de Lindepoort (12) en Samuel de Zee s Hof (21). Vier Leidse hofjes zijn als £>eeld- ondersteunende panden aange merkt, maar een restauratieplan is er nog niet voor. Dat zijn de Groe- neveldstichting (9), het Jacobs- dochterenhof (14), het juffrouw Maashofje (6) en het Sint Anna's Hofje (16). Tenslotte zijn er nog zes hofjes met 89 woningen die niet "beschermd" zijn en waarvoor ook nog geen verbeteringsplannen zijn gemaakt. Deze "vogelvrijen" zijn het Barend van Namenshof (12), het Betaniëhof (12), het Catherina Maartencjochtershof (14), het Heili gen Geesthofje (24), het Jeruza- lemshof (15) en het Justus Carel- huis (12). Volgens de directeur Gemeente werken in Leiden, ir. H. H. Vos vormen de zeer hoge kosten vaak een ernstige belemmering om ver beteringsplannen te kunnen uit voeren. Ook al wordt van de be schermde hofjes driekwart van de kosten gesubsidieerd, dan nog zijn die bijdragen meestal niet toerei kend om een sluitende exploitatie te krijgen met een redelijke huur prijs. Vooral dat laatste is een groot probleem, omdat de huren die nu bestaan vaak niet meer dan een symbolisch bedrag zijn en meer op een stukje liefdadigheid lijken dan een werkelijke afspiegeling van de kosten. Opgevoerd Conclusie is dan ook dat de subsi die nog verder zal moeten worden opgevoerd. Om voor de komende jaren een duidelijker beeld te heb ben van de kosten, die gedragen zullen moeten worden door de ge meente, provincie en rijk heeft Gemeentewerken e^n planning gemaakt waarin de restauratie van de 28 bejaardenhofjes is opgeno men. Voor zover er plannen be staan zijn die verwerkt. Voor de andere hofjes is zonder overleg met de regentencolleges een globaal schema opgesteld, dat zich uitstrekt tot begin 1982. LEIDEN - De Leidse hofjes zijn al vele malen op de gevoelige plaat vastgelegd. Ook zijn e in de loop der jaren diverse boeken over verschenen. Maar een echte speelfilm is voor zover bekend nog niet eerder gemaakt. Dat is nu gebeurd cioor een oud-bewoner van het Leven daal, Hans Meester. Hans, die nu in de Merenwijk woont, heeft die film samen gemaakt met zijn vriend Ge rard Bijkerk. Het tweetal heeft zich eerst verdiept in de geschiedenis van het Bethlehemhofje heeft daar na een compleet draaiboek opgesteld voor de film. In de film wordt een feitenre laas opgenomen, dat zich on geveer honderd jaar geleden in het hofje afgespeeld zou kunnen hebben. Om alles zo realistisch mogelijk in beeld te brengen heeft men een van de huisjes onlangs helemaal in oude stijl aangekleed. Compleet met potkachel en olielampvjerlichting. Onder meer wordt in de film in beeld gebracht hoe een der regenten van het hofje de woningen langs gaat om de "preuve" (gaven) uit te delen aan de bewoners. Hans Meester: "In de jaren dat we in het hofje hebben ge woond zijn we er zo mee ver bonden geraakt, dat we von den dat die film gemaakt moest worden". LEIDEN - Eén van de Leidse hofjes, die binnen afzienbare tijd gerestaureerd zullen kunnen worden is het Hof Be thlehem aan het Levendaal. Alvorens nader op de plan nen voor herstel in te gaan eerst iets over de historie van het hofje. HetBethlehemshofje is in feite ont staan uit twee hoQes. In 1630 werd door Gernt Frankensz. van Hoogmade aan de noordzijde van de Langegracht het oude hofje Bethlehem gesticht en vervol gens geschonken aan de Water- landsche Doopsgezinde Ge meente. In 1660 werd door de Vlaamsche Doopsgezinde Ge meente aan het Levendaal het hof "De Hoeksteen" gesticht, be stemd voor de oude zusters. "Hoeksteen" Beide gemeenten gingen in 1701 een fusie aan en vanaf dat ogen blik had men dus twee hofjes ter beschikking. In de loop van de 18de eeuw begon het aantal leden van de gemeente te dalen, zodat rond de eeuwwisseling werd be sloten om beide hofjes samen te voegen. Het hofje "Bethlehem" werd door de toenmalige regen ten verlaten en men verhuisde naar "De Hoeksteen". De naam van het hofje aan het Levendaal werd gewijzigd in "Bethlehem". Op het ogenblik is het hofje aan het Levendaal hard aan een grondige opknapbeurt toe. Het binnenge- deelte is nogal bouwvallig. Reden waarom dit als eerste zal worden aangepakt. De subsidie, die de restauratie mo gelijk maakt is drieledig. In.de eerste plaats een restauratie- subsidie, omdat het om een mo nument gaat. in de tweede plaats een renovatie-subsidie, omdat de panden beter geschikt worden gemaakt voor bewoning, en in de derde plaats een rehabilitatie- subsidie, omdat het hofje ligt in de Haver- en Gortbuurt, een ge bied, dat inmiddels als rehabilita- tiegebied is aangewezen. Poortwoning Het eigenlijke hofje omvat 14 wo ninkjes, één poortwoning en twee gemeenschapsruimten. Te vens behoren er dertien wonin gen aan het Levendaal bij het hof, dip overigens niet als monument geregistreerd staan. De huisjes in het hof hadden in vroeger jaren de beschikking over één ge meenschappelijke pomp en twee privaten. Aan het eind van de vorige eeuw onderging het hofje een grote op knapbeurt. Alle huisjes bestaan op dit ogenblik uit een ingang, een woonkamertje, een keu kentje en boven een afgeschoten slaapkamer. Er werden de laatste jaren in het hofje gewoond door Het Bethlehemshof je aan het Levendaal ontstond door een fusie van twee Leidse doopsgezindehofjes. zowel jongeren als bejaarden. Een combinatie, die naar het oor deel van de regenten uitstekend geslaagd is. Ten behoeve van de restauratie is het aantal bewoners de laatste tijd zo klein mogelijk gehouden. Dat kan, wanneer begonnen wordt met de werkzaamheden, beschikt worden over voldoende wisselwoningen. De plannen hebben overigens nogal wat voeten .in aarde gehad, omdat enerzijds gepoogd moest worden de huisjes aan te passen aan de eigetijdse eisen van woon comfort en anderzijds alles in het werk gesteld moest worden om het authentieke karakter van de woninkjes zo weinig mogelijk geweld aan te doen. Zo was bij voorbeeld een eis van Monumen tenzorg, dat de wenteltrap in zijn oorspronkelijke staat gehand haafd moest worden. Halletje Na intensief overleg is er tenslotte een plan uit de bus gekomen, dat voor de begane grond voorziet in het maken van een woonkamer van ruim 3 bij 4.5 meter. Als men de hofjeswoning binnenkomt, staat men in een halletje met gar derobe. Daarachter ligt een van uit het halletje bereikbare toile truimte. De ruimte op de begane grond wordt gecompleteerd' met een zogenaamde "kitchenette". Op de eerste verdieping is plaats in geruimd voor een badkamer en een ruimte waar bijvoorbeeld een wasmachine kan staan. Al naar gelang de wensen van de toekomstige bewoners kunnen cp de zolder een of twee slaap kamertjes worden ingericht. Als er twee slaapkamertjes komen hebben die de volgende afmetin gen: 3.15 bij 2.30 en 2.10 bij 2.10 meter. Aan de buitenzijde van de woningen zal ook het een en an der veranderen. In de panden die grenzen aan de Gortestraat komen grotere ra men en de ramen worden alle maal weer voorzien van luiken. Verder zullen alle zolderruimten opnieuw beschoten worden en krijgen de gevels een goede isole ring. Waar nodig zullen kozijnen en deuren vernieuwd worden. Zodra de eerste fase van de res tauratie is afgesloten hoopt men te kunnen beginnen met de wo ningen gelegen aan weerszijden van de ingang van het Levendaal. Zo zullen de beneden- en boven woningen tot één huis worden verheeld. Er blijven dan 9 ruime re woningen over. Twee hoekwo- ninkjes in het hotje zijn nu al aan de woonbestemming onttrok ken. De ene ruimte wordt benut als recreatiezaaltje en in de an dere ruimte zal de centrale ver warming worden ondergebracht. Eventueel zal de resterende ruimte gebruikt kunnen worden als fietsenstalling en wasserette. Kosten De kosten van de restauratie wor den in totaal begroot op een be drag van ruim 1.3 miljoen gulden. De huren die op het ogenblik f 30 per maand bedragen zullen na de restauratie worden opgetrokken tot f 218 per maand. door joen. De gemeentelijke bijdrage in de kosten zal rond de 370.000 gulden liggen. Evenals in het hof Bethlehem lig gen de huren in de Meermans burg op het ogenblik erg laag. Een bedrag van 40 gulden per maand is niet meer dan een sym bolisch bedrag. Na de restauratie zal dat bedrag aanmerkelijk ver hoogd worden namelijk tot rond 205 gulden per maand. Huursubsidie Geen rekening is daarbij gehouden met het feit of de toekomstige bewoners in aanmerking komen voor een individuele huursubsi die. Ingang van hof "Meermans burg" Een ander hofje waar de res taurateurs binnenkort aan de slag kunnen gaan is de "Meermansburg" aan de Oude Vest 159. De historie van dit Leidse hofje gaat terug tot het jaar 1474, toen de Graauwe Zusters van de orde van Sint Franci- scus begonnen met de bouw van een klooster ge naamd "Nazareth". Tijdens het beleg van Leiden door de Spanjaarden in 1574 worden de meeste nonnen verjaagd en nadat het nog jaren als onderko men heeft gediend blijft er aan het eind van de 16de eeuw een vervallen kloostercomplex over. Armenschool In verband met de komst van vele Vlaamse arbeidskrachten voor de textielindustrie wordt het klooster verbouwd tot tientallen Het hof "Meermansburg" aan de Oude Vest 159 op de plaats waar eens het klooster "Nazareth" stond. kleine woninkjes. De kapel wordt in de loop der jaren voor verschil lende doelen gebruikt. Onder meer als gildekamer voor schoolmeesters en een armen school. De naam Meerman komt voor het eerst ter sprake wanneer Maarten Ruyckhaver Meerman het stads bestuur overeenstemming be reikt over de verkoop van het kloosterterrein. In 1680 wordt met de bouw begonnen. In juli van dat jaar wordt een begin ge maakt met de huisjes aan de westzijde en na voltooiing van het poortgebouw en de hoekhui zen wordt in 1682 een begin ge maakt met de bouw van de huis jes aan de westzijde en na vol tooiing van het poortgebouw en de hoekhuizen wordt in 1682 een begin gemaakt met de bouw van de huisjes" aan de oostzijde. Uit het reglement dat voor het hof werd opgesteld blijkt dat het be stemd is voor eerbare weduwen en vrouwspersonen van onbe sproken gedrag. In vergelijking met de conditie van de woninkjes iQ het Hof Bethle hem verkeren de 30 hofjeswo ningen van de Meermansburg in een veel betere conditie. Architect ir. Schutte: "De huisjes zijn mooi en goed gebouwd en moeten alleen opgeknapt wor den". Na de renovatie zullen de woningen er als volgt komen uit "te zien: de woning wordt betre den via een entree met garderobe en twee muurkasten. Achter de garderobe ligt een toiletruimte. De woonkamer heeft een lengte van ruim vier meter en een breedte van ruim drie meter, met een uitbouw achter de toiletruim te. Onder de trap naar de eerste ver dieping komt een bergruimte, terwijl de ruimte op de begane grond wordt gecompleteerd met een kitchenette. Er komen in het keukentje een inbouw-koelkast en een inbouw elektrische kook plaat, terwijl tevens ruimte is ge reserveerd vooreen wasmachine. Op de eerste etage komt men via een trap, die uitkomt op een over loop. Verder is er een portaal en een badcel. De slaapkamer heeft een lengte van 4.44 meter en een breedte van 2.90 meter. Aan weerszijden van de ingang van het hofje liggen twee grotere wo ningen, waarvan er één bestemd is voor de conciërge en de ander voor de wijkzuster. Als de renovatie is voltooid komt de zaal boven aan de beurt. In het voorgebouw is bovendien ruimte voor een cv-ketelhuis en een werkplaats en bergruimte voor de monteur. In september van het vorig jaar werd het plan ingediend bij B. en W. Volgens een raming komen de kosten van de renovatie op een bedrag dat dicht bij de tweeën half miljoen gulden ligt. Daarvan neemt het ministerie van Volks huisvesting bijna een miljoen voor zijn rekening en het ministe rie van CRM bijna een half mil-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 13