"Elk programma is een stuk solidariteit Varaombudsman is(met respect) surrogaat Ombudsman Johan van Minnen: V»§1 ZATERDAG 30 OKTOBER 1976 Op de Amsterdamse PC Hooftstraat werd hij in het open baar omhelsd en geknuffeld door een spontane huismoeder die zijn tv-programma kennelijk kon waarderen. Niet lang daarna bracht hij een slapeloze nacht door, gestoord als hij werd door een anonieme telefoonfreak die met sombere regelmaat zijn gram over hetzelfde tv-programma loosde. Op zijn bureau in een Hilversumse villa komen dagelijks waarderende reacties binnen, maar ondertussen wordt zijn auto door andersdenkenden beklad en krijgt het VARA- hoofdbestuur een - alweer anoniem - telegram binnen met de mededeling: "Johan van Minnen is een KGB-agent". De aldus ontmaskerde ombudsman roept klagerig uit dat hij het toch wel vervelend vindt dat zijn schnabbels op die manier allemaal ontdekt worden: in het verleden werd hij ook al eens aangebracht als CIA-medewerker. Kortom, de meningen over Johan van Minnen (44) lopen uiteen. Een linkse jongen, daar kan geen twijfel over bestaan. Al twintig jaar lid van de PvdA, schrijft voor Vrij Nederland en erkent sinds 1971 de VARA als zijn werkgever. AR-grootouders en een Friese jeugd. Nagalm uit dit verleden (gedeklameerd met dominee- stem): "Ik ben heilig overtuigd 1 van de ontoereikendheid van de menselijke geest en van de t - amusement maar het programma heeft een merkwaardig grote kijkdichtheid. Waarbij het opval lend is dat het merendeel van de kijkers-reacties niet van VARA- leden afkomstig is, maar uit krin gen van de AVRO en de TROS, De barrières tussen de zuilen val len kennelijk weg als je wezen lijke problemen aansnijdt". Bolle kop JK Door Alexander Münninghoff slechtheid van de menselijke ziel". Begon in 1958 met een baantje voor de NCRV in Luxemburg en kon toen nauwelijks vermoeden dat hiermee een begin was gemaakt met een 17-jarige zwerftocht die hem als steeds meer geëngageerd verslaggever in landen bracht waar de demokratie op het spel stond: Chili, Portugal, Grieken land. En de Duitse Bondsrepubliek na tuurlijk, zijn standplaats gedu rende een tiental jaren. Met zijn vrouw Lies, zijn zoons Hessel en Jelle en zijn dochter Saskia ont wikkelde hij in het lieflijke Nie- derbachem am Tossenberg, vlakbij het regeringscentrum Bonn, het voor de buitenlandse correspondent typerende dua lisme: afstandelijke, beschou wende houding ten opzichte van de Duitse politieke ontwikkeling maar tevens een vervlakkend raakvlak met de Nederlandse achterban. J J Bijpraten Af en toe speciale reisjes naar het vaderland om bij te praten: hoe gaat het eigenlijk met de mensen waarvoor ik spreek en schrijf? Deel-integratie met de omgeving waarin gewerkt wordt Duitse vrienden, Duitse speelmakker tjes van de kinderen, Duitse boodschappen in Duitse super markten. Maar thuis wordt Ne derlands gesproken. Resultaat wellicht: een sceptische houding tegenover alles wat naar nationalisme riekt. Zoals blijkt uit een opmerking tegenover ex-bondskanselier Willy Brandt, de Duitse politicus die door Jo han van Minnen niet alleen be roepshalve gevolgd maar ook be studeerd is. Van Minnen: "In een interview vertelde Brandt me, dat hij ervan beticht werd een "Vaderlandloser Geselle" te zijn. Ik heb hem toen gezegd dat hij die kwalitikatie wat mij betreft als een eretitel kon voeren. Na tuurlijk begreep Brandt wat ik bedoelde, maar het werd toch even stil. In het boek dat over Brandt's interviews is versche nen is deze passage geschrapt, gebrek aan nationalistisch gevoel valt in de Bondsrepubliek nu eenmaal slecht. Maar ik meende het' mij, als gebo ren Nederlander, doet het Wil helmus helemaal niets. Nul komma nul, het kan me werkelijk niets schelen waar ik woon. Con sequent redenerend kom je tot de konklusie dat ik het VARA- ombudsmanprogramma, dat ik nu ruim een jaar presenteer, tot buiten de Nederlandse grenzen zou willen uitbreiden. Dat is inderdaad zo: ik denk wel eens aan een Europese ombuds man, maar daar is de tijd kenne lijk nog niet rijp voor. Nederlands leed en onrecht bestaat niet, dat soort dingen is immers interna tionaal. De burger die tussen de raderen van de overheid bekneld raakt, geen uitweg meer vindt. Autoritair optreden, machtsver toon: ik vind het net zo erg dat de Duitsers bij Arnhem Nederland binnenvallen als dat de Neder landse marechaussee een inval doet in Ureterp". Pas sinds een paar maanden heeft Johan van Minnen zijn gezin op het nieuwe werkterrein kunnen herenigen. Passende scholen voor de kinderen werden eerst na veel moeite gevonden, het repre sentatieve huis aan de Vecht be gint nu qua interieur gestalte te krijgen. Voor de kinderen, die Nederland uitsluitend uit overle veringen en een paar bezoeken kennen, is het acclimatisatiepro- ces het zwaarst. "Scheisse" Van Minnen citeert, een regel uit een brief van zoon Hessel (15) aan een Duits schoolvriendje van het Konrad Adenauer Gymnasium in Bonn: "Ons huis is gezellig, de Vecht is mooi, maar Ajax is niks meer en de Schule ist scheisse". Ook de aan het begin van dit ver haal omschreven inbreuken op het privéleven van de ombuds man zijn wel even wennen voor het gezin, dat in Niederbachem am Tossenberg een betrekkelijk rustig, onherkend leven gewend Van Minnen quoteert wederom Hessel, die na de eerste nachte-^ lijke telefonische scheldkanon nade en de daaraan gekoppelde, in huiselijke kring geuite zorge lijke toekomstverwachtingen, so lidair uitriep: "Dat geeft toch niets, vader, dan kopen wij ons toch een luchtgeweer en zetten ons in de kastanjeboom". Het lichte Bernhard-accent en de germanismen van zijn zoon imi teert Van Minnen met speels welbehagen. Op het redaktiebureau van de Stichting Ombudsman, waar Van Minnen samen met tien redaktie- leden zijn programma voorbe reidt, komen dagelijks honder den reakties binnen. Een betrek kelijk klein deel daarvan kan via eenvoudige suggesties beant woord worden, de meeste brief schrijvers hebben echter pro blemen die nadere bestudering vereisen. Geen wonder, want in vele gevallen wendt men zich pas tot de ombudsman als de officiële instanties, de koningin inbegre pen, geen oplossing kunnen bie den. Van Minnen: "Iedere brief die mij beFeikt is een brok schandaal. Radeloze mensen die niet meer weten waar ze hun recht halen moeten, burgers die zich sufge- beukt hebben tegen het kastje en de muur. Met mijn team bespreek ik dan, welke onderwerpen voor behandeling op de buis in aan merking komen. Wij geven daar bij bewust de voorkeur aan struk- turele gevallen boven individuele problemen. Tita-tovenaar Ook al oogt het als tv-spektakel misschien beter wannneer je een huilende huisvrouw bij je uitno digt en je haar dan ten aan- schouwe van een paar miljoeft' kijkers uit de zorgen helpt. Het titatovènaar-effekt noem ik dat, maar ik zou het verkeerd vinden als het publiek die indruk van ons kreeg. Het gebeurt wel, dat men sen me op straat aanspreken of in een café iets aanbieden en dan met een ingewikkeld persoonlijk probleem komen waarvoor ze a la minute een oplossing van mij verwachten. Ik moet ze dan bijna altijd teleurstellen. Individuele-gevallen gebruiken wij als voorbeelden om bepaalde verschijnselen te illustreren. Die verschijnselen gaan wij als om- budsteam te lijf, waarbij we naar mijn idee optimaal gebruik ma ken van het machtige medium dat de televisie is. We proberen in onze uitzendingen een zekere kontinuïteit te brengen door op een paar thema's geregeld terug te komen: de werkloosheid, de gezondheidszorg, het beleid ten opzichte van de buitenlanders in ons land, om een paar voorbeel den te noemen. Uit de reakties van de kijkers blijkt dat deze strukturele aanpak wel degelijk aanslaat. De VARA- ombudsman is weliswaar anti- Aan een vergelijking met Van Min- nen's voorgangers valt niet te ontkomen. De goedmoedige bolle kop van Marcel van Dam en diens persoonlijke benadering van het opgevoerde leed sprak indertijd wel aan, Hans Ouwer- kerk was daarentegen een snel vergeten bleke schim. Een kleine privié-enquête leert, dat Johan van Minnen als voorvechter van de verdrukten zeer geloofwaar dig overkomt, dat zijn puntige, stekelige taalgebruik als hoogst effektief wordt beoordeeld maar dat hij van een wat schraal emo tieleven wordt verdacht. Hij protesteert "Jongen, ik barst soms van de emoties. De dingen die ik soms te behandelen krijg, daar ga ik helemaal in op. Die grijpen me ontzettend aan. Maar op het scherm ben ik geconditio neerd, omdat ik geloof dat je zo veel mogelijk emoties moet ver mijden wil je je bedoeling duide lijk in de huiskamer laten over komen. _.aat de kijker zelf maar bepalen of dat wat hij ziet hem beroert. Daarin hoef ik hem niet te leiden. Ik presenteer een geval, wat ik er persoonlijk bij voel, is van onder geschikt belang. Hoofdzaak is, dat de visie van het instituut om budsman helder wordt geformu leerd. Een progressieve visie, dat spreekt vanzelf. Al ben ik niet partij-politiek ge bonden, neutraal ben ik ook niet. Een oud-plantagebezitter uit ons voormalig Indié, die bij ons komt klagen over 200.000 gulden die hij nog van Soeharto moet ontvan gen, kan bij ons niet terecht. Ie mand die van ons wil weten hoe hij zijn aanslag van de inkom stenbelasting met 80.000 gulden kan terugschroeven verwijzen wij naar een - dure - belasting consulent. Een programma van ons is een stuk solidariteit met de tot je spreekt, bepaalde categorieën horen daar niet bij". Vaak hebben wij in ons programma direkt te maken met regerings functionarissen. Bij een paar staatssecretarissen, zoals Meijer en Van Rooy, is er al begrip te bespeuren, een soort van om- budsdenken. Maar iemand als Hendriks van Volksgezondheid, die weigert gewoon op het scherm te komen praten. En dan blijkt dat de zaak die je wilt aansnijden op de tv toch dood loopt, gewoon omdat een man het vierkant laat afweten. Dat vind ik zorgwekkend. Een tv- ombudsman zou het recht moe ten hebben bewindslieden voor het oog van de bevolking vragen te stellen namens die bevolking". Het heeft lang geduurd en er zijn vele studies over geschreven voordat Nederland zijn om budsman heeft. Al vlak na de oor log werd in het parlement het idee geopperd om een instantie in te stellen, die tot taak zou hebben klachten over de overheid te be handelen en die daartoe over uit gebreide onderzoekbevoegdhe- den zou moeten beschikken. Diverse commissies hebben de zaak sindsdien bestudeerd. Pas in 1971 kwam het tot een rege ringsnota, waarin een onbuds- man haar Engels model, werd voorgesteld. De tweede kamer zag echter veel meer in een om budsman met ruimere bevoegd heden, naar het Zweedse model, en verwierp het voorstel. Nederland krijgt dus straks een ombudsman, zoals die in Zweden al sinds 165 jaar kent. Reden om eens te gaan praten met de huidige Zweedse ombuds man, de heer Ulf Lundvik. Hij is jurist en was rechter, voordat hij in 1968 door het Zweedse parle ment tot ombudsman werd geko zen. Het bureau van de „Jusfi- tieombudsmannen", zoals de of ficiële Zweedse naam luidt, in Stockholm bestaat sinds kort uit vier ombudsmannen, die be schikken over een staf van onge veer 50 man, waarvan de helft ju risten. Ulf Lundvik, een vriende- Waakhond. Wat doet nu pre cies de Zweedse ombudsman? Ulf Lundvik: „De ombudsman fungeert als een waakhond over mogelijke misbruiken binnen het gehele juridische en administra tieve overheidsapparaat, zowel nationaal, als lokaal. Iedereen, zelfs burgers van andere landen, of iemand die niet in Zweden woont, kan een klacht bij de om budsman deponeren. Degene, die de klacht indient, hoeft ove rigens niet zélf bij de klacht be trokken te zijn. Kosten zijn er niet aan verbopden". Over welke middelen beschikt de Ombudsman om zo'n klacht te onderzoeken? Ulf Lundvik: „De macht van de ombudsman gaat zeer ver. We. hebben toegang tot alle officiële documenten. Alle ambtenaren zijn volgens de wet verplicht vol ledige medewerking te geven, als we een onderzoek instellen. Geen document is zo geheim en geen ambtenaar zo hoog, dat we er geen toegang tot hebben. We hoeven trouwens niet alleen op klachten van de burgers af te gaan. We kunnen ook zelf het in itiatief nemen tot een onderzoek. STOCKHOLM- Het heeft lang geduurd, maar het ziet er nu naar uit dat Neder land binnen afzienbare tijd een echte ombudsman zal krijgen. Een instantie, waar de vereenzaamde burger in deze bureacrati- sche en centralistisch op gezette maatschappij met zijn klachten en grieven over de behandeling door de overheid terecht kan. Zo'n ombudsman heeft de macht om overal zijn neus in te steken. Hij heeft ver gaande bevoegdheden bij zijn ondezoek over klach ten van burgers, die zich op welke wijze dan ook on juist behandeld voelen, door een overheidsinstan tie. Vorige week vrijdag is het betreffende wetsontwerp, dat de aanstelling van de ombudsman regelt, aan de Tweede Kamer aangebo den. Vervolgens gaat het parle ment zich over het wet sontwerp buigen. Het kan dan overigens dan nog wel langer dan een jaar duren voordat de „commissaris van onderzoek", zoals de ombudsman officieel gaat heten, achter zijn bureau zit. Maar we hebben in Neder land toch al een ombuds man, zult u misschien zeg gen! De Vara-ombudsman (zie artikel boven). Inder daad. De Vara begon in 1969 met een eigen ombudsman, omdat de officiële om budsman naar 't zich toen- dertijd liet aanzien nog lang niet op komst was. De Vara-ombudsman is echter - met alle respect voor zijn werk - een surrogaat ombudsman. Hij heeft in de verste verte niet de be voegdheden en de macht, die de officiële ombudsman zal krijgen. Bij routine-inspecties, die we steekproefsgewijs bij allerlei overheidsdiensten doen, stuiten we soms op iets, waarvan we vin den, ja, dat moet eens tot op de bodem worden uitgezocht. We le zen ook wel eens iets in de krant, wat ons op het idee -brengt van een nader onderzoek". Waarschuwing Ulf Lundvik: „Aanvankelijk was de functie van de ombudsman, die van speciale aanklager. Wanneer geconstateerd werd dat een amb tenaar onjuist gehandeld had, dan kon de ombudsman een ge rechtelijke vervolging beginnen. Door Jan Kees Kokke Vorige eeuw hadden we er erg veel van dat soort vervolgingen, maar in de loop der tijd werden ze minder. Vaak kreeg de ambte naar alleen een waarschuwing. Aangezien dit soort berispingen uitgebreid in de pers werden ge rapporteerd, evenals in het veel gelezen jaarverslag van de om budsman aan de Rijksdag, het parlement, hebben ze een tame lijk grote invloed". „Het belangrijkste wapen van de ombudsman zal in de toekomst zijn het publiekelijk waarschu wen of kritiseren van ambtena ren in overtreding. In de meeste gevallen zal de ombudsman de handelingen van de ambtenaar onvoldoende, onjuist of onge schikt achten, maar feitelijk niet onwettig. De ombudsman zal dan, aangeven, hoe de zaak naar zijn mening, behandeld had moeten worden, en welke maatregelen of verbeteringen er moeten worden getroffen. Hij mag zich ook tot het parlement of de regering rich ten en om wijzigingen in voor schriften of wetten verzoeken". „In die gevallen waar personen schade hebben geleden, kan de ombudsman hun aanspraken voor vergoeding steunen. In ge vallen, waar mensen onrechtma tig gestraft zijn, kan de ombuds man 4e veroordeelden helpen door een nieuw proces te eisen". Hoeveel klachten krijgt de Zweedse ombudsman jaarlijks? Ulf Lundvik: „Gedurende de eerste honderd jaar, dat het bureau van de parlementaire ombudsman bestond, waren er per jaar slechts 70 klachten. Sindsdien is het aan tal snel gestegen. In 1963 kwa men er 1.300 klachten binnen, in 1968, 2.120 en vorig jaar ontvin gen we 3.025 klachten.(Zweden heeft nog geen 9 miljoen inwo ners, red.). Dit jaar zullen het er ongetwijfwld weer meer zijn, ge zien het feit dat we de eerste helft van dit jaar al 1.622 klachten heb ben gekregen." Groei Wat is volgens u de oorzaak van die groei van het aantal klach ten? Ulf Lundvik: „Door de groei van het overheidsapparaat de laatste jaren, neemt het aantal contacten met het publiek toe. De man in de straat krijgt dus veel vakèr met de overheid te maken dan vroeger. In de tweede plaats zie je in de hele westelijke wereld de ten dens om niet zonder meer genoe gen te nemen met een bepaalde gebeurtenis of behandeling. Dat uit zich in steeds meer klachten. In de derde plaats hebben de uit spraken van de ombudsman hier in Zweden na de oorlog steeds meer publiciteit gekregen. En hoe meer publiciteit we krijgen, des te meer mensen er een brief naar de ombudsman schrijven. Dat is heel duidelijk te merken." Wat is de aard van de klachten? Ulf Lundvik: „De klachten komen werkelijk uit alle hoeken van de maatschappij. Doorgaans van gewone mensen die meestal geen speciale opleiding hebben". Van de ruim 3.200 klachten die we vorig jaar hebben afgehandeld, betroffen er 322 de politie, 283 de rechtbank, 274 de medische ver zorging en 267 de belastingen. Van in totaal 3.200 gevallen gaven er bijna 14 procent of 440 reden om tot een of andere soort van actie over te gaan. Daarbij kwam het in drie gevallen tot een ge- rechterlijke vervolging. De over ige 437 klachten resulteerden in een publieke waarschuwing. Van het totaal aantal klachten van 3.200 bleek ruim 45 procent on gegrond nadat we een onderzoek hadden ingesteld. Ongeveer 36 procent van alle klachten bleek direct al ongegrond Drie procent van de klachten werd naar een andere instelling."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 13