Leiden had zijn
societygebeuren
Koord
Studio
aan
Oude
Rijn
dicht
Wie betaalt het gelach?:
een kleurrijk spektakel
Koningin wandelde
ontspannen in Kooi
ZATERDAG 16 OKTOBER 1976 j
LEIDEN
1
1
1
LEIDEN - „De opvang van ex-
psychiatrische patiënten schiet
in Leiden zeer tekort. Er zijn
voor hen niet alleen moeilijk
heden bij het vinden van woon
ruimte en werk, maar ook in de
ontspanningsfeer zijn er weinig
mogelijkheden. Ook de GGD
komt bij de opvang handen te
kort. Een goed sociaal-cultureel
programma en een goede coör
dinatie door de gemeente is
daarom noodzakelijk".
Gisteren was het drie jaar gele
den dat aan de Oude Rijn Koord
Studio werd geopend. Die ge
beurtenis is zonder feestvieren
gepasseerd, want dit „centrum
voor intermenselijke betrek
kingen", zoals Koord afficieel
heet. is onlangs definitief geslo
ten. Bovenstaande is de conclu
sie van de bestuurs- en mede
werkersvergadering, die be
sloot niet langer op de oude voet
door te gaan, maar de deuren
voorgoed te sluiten. Die beslis
sing betekent het einde van een
particulier initiatief, dat in het
sociale verkeer in de stad een
belangrijke roi heeft gespeeld.
Koord Studio werd opgericht
op initiatief van Willem van
Buuren en An Huisman, des
tijds beiden verbonden aan de
verpleeginrichting Leythenro-
de. samen met een aantal vrij
willigers richtte Koord zich op
de leeftijdsgroep tussen de 25
en 60 en kreeg daardoor mensen
over de vloer als kamerbewo
ners, alleenstaanden, gehandi
capten en daklozen. Koord
Studio bestond uit een grote
huiskamer, waarin ruimte was
voor „een praatje, een krantje
en een drankje". Waar nodig
probeerden de rhedewerkers in
te spelen op behoefte aan hulp
Tijdens de kerstdagen was
Koord Studio dag en nacht
geopend en werden Kerst-ins
georganiseerd. Wekelijks stond
een gehandicaptensoos op het
programma, in samenwerking
met de invalidenbond. Ook
werden muziekavonden, dia
vertoningen, exposities en le
zingen georganiseerd.
Vorig jaar ontstonden in Koord
Studio voor het eerst proble
men. Er kwam een aantal be
zoekers, die Koord beschouw
den als een kroeg, waar goed
koop bier gedronken kon wor
den en dat leverde moeilijkhe
den op.
„We hebben besloten, zegt An
Huisman, „om niet langer meer
alcohol te schenken. De goeden
moesten toen maar onder de
kwaden lijden. Achteraf geloof
ik dat we die maatregel te laat
hebben genomen. Veel mensen
waren door de moeilijkheden al
weggebleven en dan blijf je met
een sterk uitgedunde groep zit
ten".
De medewerkers van Koord
hadden ook grote moeite om al
het werk in hun vrije tijd te blij
ven doen. In de notulen van hun
vergadering, die naar tal van in
stellingen zijn gestuurd, wordt
gewezen op de noodzaak om
snel een centrum op te richten
voor daklozen en alleenstaan
den en dat centrum een profes-
Opening Schouwburg aan Oude Vest
sionele leiding te geven. De
stichting Koord, die nog niet is
opgeheven is bereid daar me
dewerking aan te verlenen.
Koord Studio zou volgend jaar
voor het eerst subsidie krijgen
van de gemeente. In het verle
den werd met eigen geld ge
werkt (Willem van Buuren:
„Dat vonden we geen bezwaar
en dat is ook niet de reden dat
we er mee ophouden") en waren
er incidenteel bijdragen van ïn-
stelligen als het Julianafonds,
„Zomerzegels" en van een aan
tal Leidse bedrijven. Aanvanke
lijk bestond er grote belangstel
ling van Leidse instellingen op
sociaal-cultureel gebied, maar
Willem van Buuren wijst erop
dat die interesse later sterk af is
genomen.
Hoewel Koord Studio definitief
dicht is, zijn de medewerkers
niet teleurgesteld. „Het idee
was goed, het kan op die ma
nier, maar alleen wel met full
time krachten. Ik hoop dat onze
ervaringen er toe bijdragen dat
er snel wat gebeurt. De groep
van Koord-bezoekers bestond
de laatste maanden zeker voor
tachtig procent uit ex-
psvchiatrische patiënten. Een
groep die duidelijk opvang no
dig heeft, maar die in Leiden
niet krijgt. Met alle gevolgen
van dien", aldus Van Buuren.
Zoals in de krant van gisteren al
stond vermeldt is voor de soos
voor lichamelijk gehandicapten
tijdelijk een onderdak gevon
den in Oegstgeest.
Leiden had zijn societygebeuren en
we schrokken er allemaal een
beetje van. Grote dranghenkken op
de Oude Vest, lieve oma's met hun
kleinkinderen in de regen, goed in
gepakt. Er waart immers weer een
griepje rond. Om kwart over zeven
komen ze al: keurige pakkken ja
ponnen onder de autocoats en re
genmantels uit.
Het college' om door een ringetje te
halen. Zelfs die alternatieve we
thouder Tesselaar in het pak; nauw
zichtbaar op een lichte zucht bolde
zijn rode trui daaronder op.
Wat een verrukkelijke bonbonniere
is die herrezen schouwburg. En wat
een geestdrift op het toneel. Die
plaatjes van de finale met alle me
dewerkenden moet het krantenle
zend. niet uitverkoren gepeupel te
goed houden. De hoge omes van de
rijksvoorlichtingsdienst houden
niet van flitslicht. Ze houden van
rust. Jammer voor de enthousiaste
lingen, die zich maanden in zweet
en dramatische expressie hadden
gebaat. Jammer ook voor wethou
der Oosterman, Kloris op klompen
onder een smoking en ook voor zijn
voorgangster 'Elly den Haan. als
i schouwburgdirecteur Han
Roosje met antieke muts, wier ope-
ningssketch voor eens en altijd
door de onverbiddelijke vergetel
heid werd verzwolgen. Een camera
blijft bij voorkeur in de foudraal,
vinden de omes van de rijksvoor
lichtingsdienst.
"Wie betaalt het gelach" heette de
musical. Zestien lange scènes en de
babysit zou maar tot twaalf uur
blijven. Voor het schrijven en spe
len van een musical laten zich velen
roepen, slechts weinigen steeds
weer uitverkoren. Zij zijn zeldzaam
en men moet ook niet alles willen.
Leiden heeft sinds gisteren immers
al de mooiste schouwburg van heel
Nederland.
Alle hangijzers uit een al wat verder
heengevlogen verleden waren er
ineens weer. Niet zo heet meer, dus
het kon best: de c
LEIDEN - "Ach, laat u ze maar",
riep Koningin Juliana gistermid
dag bij de Floresstraat tegen een
politieman, die een paar kleine jon
gentjes op zij wilden halen, omdat
ze volgens hem te dicht bij haar lie
pen. Die reactie kenmerkte de on
gedwongenheid, waarmee de ko
ningin gistermiddag door de
Leidse wijk "De Kooi" wandelde.
Omringd door tientallen Kooibe-
woners, gemeentebestuurders en
politiemensen, wandelde ze ont
spannen door de straten en liet zich
door wethouder Verboom alles ver
tellen over de renovatieplannen in
de wijk. Belangstellend bleef ze af
en toe staan om de opgeknapte wo
ningen beter te bekijken.
De ontvangst begon wat stijfjes in
de renovatiewinkel aan de Java-
straat, waar projectleider ir. R.
Leitner en I. van Apeldoorn, van de
dienst Gemeentewerken, een toe
lichting gaven op de rehabilitatie-
en renovatieplannen in de wijk. De
koningin onderbrak de wat dorre
opsomming van feiten, toen ze
hoorde dat er in de Kooi nog wo
ningen zijn die verstoken zijn van
riolering. "Meent u dat werkelijk?"
riep ze verbaasd uit. "Ja, net als in
de binnenstad", bevestigde bur
gemeester Vis.
Belangstellend informeerde ze ook
naar de achtergrondep van de slui
ting van twee scholen in de wijk.
Na een bezichtiging van de teke
ningen die door de Kooi-jeugd wa
ren gemaakt, liep de koningin via
Kooilaan en Medusastraat naar de
Floresstraat 41. om daar de woning
van de familie De Jong te bezichti
gen die nu wordt gerenoveerd.
Vervolgens wandelde ze via Drift-
straat en Javastraat om daar ver
welkomd met een applaus van de
istanders een bezoek te brengen
de
ning
De
Hollander en de heer De Haas. Het
gezelschap stapte daarna in de bu:
om een rondrit door de stad te ma
ken.
tiegroep. Het waren de zestiger ja
ren uitgelegd voor nette mensen uit
Leiden en Oegstgeest. Ondeugende
grappen ook En er werd geklapt en
gelachen. Jongens, we gaan met
onze tijd mee.
Daar zaten wij dan om kwart voor
acht. Alle 470 genodigden met hun
programmaboekje van drievijftig
op de knieën. Iemand vertelde dat
hij in zijn zwarte pak een brandgat
had ontdekt ter hoogte van het
derde knoopsgat. "Ik heb het met
een viltstift bijgewerkt", zei hij. "Ik
moet de boot nog naar de winter
stalling in Brouwershaven varen",
zei een ander.
Een schuchtere meneer van het ka
binet van de burgemeester kwam
tussen de gordijnen op het toneel
vandaan en las van een blaadje voor
dat we op het lampje moesten let
ten. We zijn geen volk van praters.
Als het lampje uitging mochten we
opstaan, omdat het dan pauze was
en de koningin reeds* met spoed
langs oosttrap, gang. toneel, trap,
naar de artiestenfoyer was geleid.
En als het afgelopen was, zou het
net zo gaan. Een mevrouw op de
derde rij zei steeds maar. is het licht
al uit, is het licht al uit? Ze was op
jaren, maar nog guitig genoeg.
Tussen scene zeven en acht wat af
gedwaald. Was dat niet Tsjechow
die door het zaaltje dwaalde. Een
Russische provinciestad en haar
Komedie. Is alles dan inderdaad al
eens eerder gebeurd Met de groot
vorst die over is uit Petrograd, met
de ambtenaren van de hoogste ca
tegorie, de notaris met zijn tweede
vrouw, de oude heelmeester die
moet blijven zitten, als steeds op
nieuw het doek wordt gehaald. Zijn
benen willen niet meer. Maar klap,
klap gaan zijn stroeve handen. De
huidenhandelaar Iwan Iwan-
owitsch met zijn paarse smoking.
Geld biedt nog geen adeldom. En
hoeveel werst is het eigenlijk naar
Den Haag.
Het is afgelopen. Vijf voor half
twaalf. Met de vestiaire mee is het
kort dag naar de babysit. Door de
nooduitgang naar buiten. Het re
gent nog altijd. De hofauto draait
stationair. De oma's zijn naar bed,
maar nu zijn er de manchester
broeken met de lage kruisen en po-
lvestertruien rond de nek. "Leve de
koningin, leve de koningin", roe
pen zij. als het staatshoofd naar bui
ten komt. De fotografen zijn nu
maar echt naar huis gegaan.
Tijdens het drankje achteraf kwa
men twee Leidenaars normaal in de
kledij die tijdens de premiere alleen
maar getolereerd was voor de me
dewerkenden op de planken, een
straattegel aanbieden. Er stond op
"Hallo, jij ook hier?" Zo kwam de
straat op de valreep ook nog bin
nen HAN MULDER
LEIDEN - Geen Molière of Mozart,
maar een malle musical dus. Giste
ravond tijdens een galavoorstelling
in de gerestaureerde Leidse
Schouwburg voor het eerst opge
voerd. Een musical voor en door
Leidenaars, geschreven door Watze
Tiesema en geregisseerd door
Steye van Brandenberg. Een kwasi
hip uitgemonsterd geval met mach
tig mooie muziekarrangementen
van Koos Mark en goed gebeeld
houwd balletwerk van Marjolein
Briër. Een luchtige melange van
kluchtig toneelspel, gemakkelijk in
het gehoor liggende liedjes en uit
stekend gedoseerde dansgein.
Een typisch gelegenheidsstuk ook,
dat een reeks van tien achtereen
volgende voorstellingen wel recht
vaardigt. Niet al te sterk van con
structie, enigszins gedateerd ook,
maar toch geschikt voor een gezel
lig avondje in het eigen culturele
huis. Kortom, „wie betaalt het ge
lach?" verdient een milde beoorde
ling. Omdat deze muzikale kome
die dank zij het enthousiasme van
een grote groep amateurs tot stand
is gekomen. En omdat men van
goedwillende amateurs niet de
veelzijdigheid van geroutineerde
musicalspelers mag verlangen.
De musical heeft een doldwaze ge
schiedenis tot onderwerp. Het ver
haal speelt zich af in een niet nader
genoemde, kleine provinciestad,
waarin het financieel en bestuurlijk
niet zo best gaat. Een stad als Lei
den dus. Met schreeuwende actie
groepen, wanhopige wethouders
en waarschuwende vingers uit Den
Haag. Met intriges in en rond het
stadhuis en met een behoudende
burgemeester aan het hoofd van
het op de rand van een bankroet
balancerend stadje. De koffiejuf
frouw van het stadhuis speelt in het
geheel een belangrijke rol. Zij is het
namelijk die de heren van het col
lege in contact brengt met een
snelle reclameboy. Het
a-reaiistische verhaal begint op dat
moment al de vorm van een klucht
aan te nemen, zo wordt bijvoor
beeld de ontmoeting met de com
municatieexpert gevolgd door een
doldwaze verkleedpartij geheel in
de stijl van het Theater van de Lach.
De regenten komen er uit tevoor
schijn als hippe vogels, die hun be
leid als zodanig moeten zien te ver
kopen. Er ontstaan dan omkerin
gen van situaties, waarin de bur
gemeestersvrouw alle taboes, die
haar zijn opgelegd, tracht te door
breken door het aan te leggen met
de vlotte jongen van het reclame
bureau.
Watze Tiesema noemt het zelf spe
len met het gedrag van mensen. Hij
doet dat op satirische en parodië
rende wijze in zestien scènes, die
elkaar in redelijk tempo opvolgen,
maar opzicht zelf nogal breed zijn
uitgesponnen. Er wordt in een aan
tal scènes gebruik gemaakt van
dia-projecties, die het komisch ef
fect van de musical moeten accen
tueren. De musical als geheel is een
kleurrijk spektakel, waaraan men
als Leidenaar in elk geval plezier
kan beleven. Voor dat plezier zor
gen vooral Bob Hageman, die met
brede gebaren een op carrière be
luste burgemeester op de planken
zet, Pieter de Jong. die de figuur
van de reclamedirecteur op jon
gensachtige wijze manier gestalte
geeft, en Jan Verplancke, die als de
orde op zaken stellende regerings
vertegenwoordiger onverstoorbaar
zijn „gewichtige" rol vervult. Mar
tha Kramer komt als de burge
meestersvrouw solistisch leuk naar
voren met het liedje „Mijn jeugd is
vergiftigd door de deugd. Pamela
Teves tenslotte is een verrukkelijke
vertegenwoordigster van het
Leidse Studententoneel. Hoewel ze
zich te „sophisticated" beweegt om
haar rol van het koffieschenkend
knuffeldier helemaal aanvaardbaar
te doen zijn. Haar raffinement heeft
althans weinig tc maken met dat
van het „lekkere kantinestuk".
Maar een Nurks die daar over valt.
Eindconclusie: een brave verto
ning die onderhoudend genoeg is
om er met z'n allen heen te gaan. En
dat is dan weer in overeenstem
ming met de beroemde uitspraak
van Molière dat alle toneel moet
amuseren en niet anders dan dat
PIETER C. ROSIER
Koningin Juliana in gesprek met wethouder Verboom.