Wachten, wachten en redden Donald voelt niets voor het leger visitekaartie voor luchtmacht Dienstplichtige wil "broederdienst" van Mil va-zus Patricia OKTOBER 1976 Door H. J. Oolbekkink "Als je in een week één patiënt mag overbrengen, dan zeggen wij: nou, ik heb hier deze week niet voor niks gezeten". Ze zitten ontspannen wat te kaar ten in de kantine. Er wordt veel gelachen Af en toe ontbrandt een stoeipartij. Een gespierde witz wordt niet uit de weg gegaan. Een mannenwereld, kortom. Een kleine ruimte op de vliegbasis Soesterberg. Het is de ,.cre- wroom" van de SAR (Search en Rescue), de helikopter- reddingsploeg van de lucht macht. Er gebeurt die dag eigen lijk njets. Maar het kan. Elke se conde. Daarom zitten de mannen in hun grijze vliegoveral, gereed de kaarten neer te werpen als de telefoon gaat om vier minuten la ter in de lucht te hangen in hun Alouettehelikopter. Op 30 september 1959 ortdernam de ploeg zijn eerste actie: een uit een neerstortende Hunter-straaljager gesprongen vlieger werd met de lier uit zee gehesen. Het is nu 544 reddingen laten het aantal wordt zorgvuldig bijgehouden op een papier boven de bar. Aan de wanden hangen reddingsboeien van schepen - souvenirs van hulpverleningen aan in het onge rede geraakte schepen, zoals de Russische Archangel en de Duitse Mulus. En twee van de SAR-vliegers mogen een Russi sche medaille op de borst spelden omdat ze een Russische zeeman hadden gered. Vermoedelijk zijn dit de enige NAVO-militairen. die een Sowjetrussische plak hebben gekregen. Maar de eerste opdracht van de SAR was en is het redden van vliegers, die tijdéns schietoefe ningen rond Terschelling in moeilijkheden zijn geraakt. Daar toe staat er permanent een Alouette geparkeerd op een lan dingsstrip op Terschelling. Dat is een taak van lang wachten, want zo veel toestellen storten er van daag de dag niet meer neer in de Waddenzee. Daarom is er - de ei landers zijn er dolgelukkig mee - ruimte overgebleven om ook ci viele taken op te knappen. Want ernstig zieke patiënten die, bij ontstentenis van een ziekenhuis op Terschelling, voorheen per veerboot naar Harlingen moesten worden overgebracht (en voor sommigen was die reis te lang), kunnen nu in luttele minuten naar het platteland getild wor den. Dat de tijdsfactor daarbij be langrijk kon zijn ondervond veteraan-vlieger Oscar Boskamp (50) vorig jaar. Hij vloog een uit erst zwangere dame uit Egmond aan Zee naar Harlingen. Vijf mi nuten na aankomst kwam er een zoontie ter wereld. Het jongetje gaat nu onder de naam Heli door het leven, aangevuld met Oscar (naar de vlieger) en Dick (naar de dokter die de beval ling heeft geleid). In het plakboek dat wordt bijgehouden van alle acties van de SAR is het geboor tekaartje geplakt. Daarin bevinden zich trouwens ook talloze dankbetuigingen van mensen en maatschappijen die door de SAR zijn geholpen. Adjudant Mies van Luyk, die er van het begin af bij was: "Vaak hoor je ook niks meer van iemand die je uit zee hebt gehaald. Ach, het is ons werk, dus daar til je niet zo zwaar aan Want voor ons is het. eigenlijk niks bijzonder. Je bent er voor opgeleid, het is je taak, en als je dan mensen kunt helpen ben je eigenlijk alleen maar blij. Het is trouwens erg fijn werk en reken maar dat we de pest in zou den hebben als we ooit overge plaatst zouden worden." Begrijpelijk De SAR is de kleinste zelfstandige eenheid binnen de luchtmacht, met de wapen spreuk "Servans in periculo" (Dienend in gevaar). Er heerst een bijzonder informele sfeer: de sergeant noemt de adjudant bij de voornaam, de adjudant roept Oscar naar de luitenant. Er wordt veel plagerig gestompt, het ge beurt in een sfeertje van kenne lijke genegenheid - het kan ook niet anders in een kleine gemeen schap die voordurend alert moet zijn. Achttien man telt de SAR: acht vliegers, acht boordmonteurs en twee luchtfotografen. Want on geveer 407c van het werk van dit ploegje bestaat uit luchtfotogra fie. Rijkswaterstaat wil bijvoor beeld weten hoe de stromingen voor onze kust verlopen: de Alouette gaat de lucht in en legt het stromingspatroon vast op film. Daarnaast brengt de heli kopter op Terschelling gemid deld twee patiënten per maand naar het ziekenhuis en wordt er ongeveer vier maal per jaar assis tentie verleend bij een luchtvaar tongeval. Adjudant Van Luyk: "Daar komt dan ook nog een paar keer loos alarm bij. Zo werden we een keer gealarmeerd omdat er een bad gast aan het verdrinken was. Toen we op die plek aankwamen bleek het een drijvende meeuw te zijn. Overigens komen we bij echte badgasten in nood wel eens te laat. Want eerst proberen ze zo'n man vanaf het strand te red den en pas als dat niet lukt wor den wij er bijgeroepen. Dan is die man inmiddels al verdronken." Van lieverlede is het takenpakket van de SAR steeds verder uitge breid. Ze hebben een keer, ten behoeve van een transplantatie, nieren overgevlogen van Gent naar Leiden. Ze knappen het plaatsen van een weerhaan op een kerktoren moei teloos op. In Oudkarspel en Wad- dinxveen hebben ze een ooie vaarsnest aan de uitklapbare lier van de Alouette laten zakken op plekken die zonder wentelwiek aanzienlijk moeilijker bereikbaar zijn. Niet zelden ook levert een toestel van de SAR een wees geworden zeehondje af in het Groningse Pieterburen waar mevrouw Le- nie 't Hart al jaren een pension voor deze vaak in de knoei ge raakte diertjes houdt. Bovendien wilde het ministerie van Volks- gezonheid in diezelfde omgeving eens watermonsters nemen. De SAR hing een helikopter boven de Waddenzee, de boordmonteur liet aan een touw een emmertje zakken en haalde de buit weer op Het is dit soort civiel dienstbetoon waardoor de SAR een vliegend visitekaartje voor de luchtmacht is geworden. Als er op Terschel ling een feestje te vieren is wor den de mensen van de SAR au tomatisch uitgenodigd. En tus sen het wachten door doen ze daar graag aan mee. Over dat wachten gesproken, adju dant Van Luyk zegt: "We zijn van maandag tot en met vrijdag van huis Als je dan in die week een patiënt mag overbrengen zeggen wij: nou, ik heb hier deze week niet voor niks gezeten." Donald Keasberry (21) uit Den Haag is niet zo enthousiast voor de militaire dienst. Do nald kan niet worden gere kend tot de stoere Hollandse jongens, die "man willen worden", maar dat soort din gen komt nu eenrpaal voor. Zijn directe familie denkt daar echter heel anders over. Pa is beroepsmilitair, jonger broertje Gijsbert zit vrijwillig bij de marine en zijn oudere zusje Patricia dient het vader land bij de Milva. Om dat oudere zusje draait het voor Donald nu allemaal. Op het moment dat hij de groene kaart van het stadhuis kreeg toegestuurd, waarop hem werd meegedeeld dat hij zich op 25 maart 1974 moest mel den voor de keuring, bedacht Donald dat hij dankzij Patri cia wel onder de wapenen vandaan zou kunnen blijven. Hij spoedde zich naar het ge meentehuis en vertelde de be trokken ambtenaar vrijstel ling te willen hebben. "Ik heb een broer bij de marine en een zus bij de Milva. Dat is dan wel geen broederdienst, maar zusterdienst." De ambtenaar slikte even en slikte nog een keer, want zoiets had hij niet eerder meegemaakt. Hij vond Do nalds gedachtengang echter niet zo vreemd en vulde nor maal het daartoe bestemde formulier in. Onder Patricia's naam streepte hij het broe der/halfbroeder weg en tikte daar keurig zuster achter. Donald was in de wolken en liet de dienstkeuring verder ook maar voor wat het was. "Ik heb toch vrijstelling dus daar ga ik niet naar toe", zo dacht hij. Afwijzing Het hoofd van het Bureau Vrij stelling dacht er anders heel anders over. Namens de mi nister van Defensie schreef hij drie maanden later een briefje, waarin Donald als antwoord kreeg dat zijn aan vraag om vrijstelling werd af gewezen. "Daar stond bij, dat ik in beroep kon gaan", vertelt Donald Keasberry. "Ik moest een brief schrijven aan de konin gin. En dat heb ik *toen ge daan." In een bijna drie kan tjes tellende brief schreef Do nald, dat er toch ook vrijstel ling wordt verleend, wanneer het om een stiefbroer gaat, omdat volgens een koninklijk besluit van 1966 niet meer dan twee kinderen uit een gezin als offer aan de militaire dienst mag worden gevraagd. "Ik begrijp niet waarom de meisjes in het Nederlandse leger niet meetellen in deze tijd waarin de emancipatie van de vrouw steeds duidelij ker gestalte krijgt. Lopen de dames er dan zo maar bij? Dienen zij het land niet?", liet Donald weten. Gelijkgesteld Donald verwonderde zich he lemaal over de afwijzing, toen hij van zuslief te horen kreeg, dat de vrouwen in 'dienst in rang en salariëring aan de mannen zijn gelijkgesteld. Waar hij echter nog het meest over verbolgen was, was de inhoud van het bovenge noemde briefje van het hoofd van het Bureau Vrijstelling. "Het is afgewezen en daarmee uit. Geen enkele uitleg of wat dan ook", zegt Donald. En dat heeft hij de koningin oók ge schreven. September 1974 kreeg de Ha genaar een brief, waarin hij werd uitgenodigd bij da afde ling van de Raad van State voor de Geschillen van Be stuur te verschijnen om zijn beroep mondeling toe te lich ten. Ruim een jaar later kwam het antwoord van de Kroon: opnieuw was zijn verzoek af gewezen. Het ministerie van Defensie liet Donald de uit slag echter pas eind mei dit jaar weten. Wet Om ons de regeling van de broederdienst nog maar eens goed te laten uitleggen het bureau dienstplichtzaken ge beld. "Vrijstelling wordt al- verleend, wanneer twee broers tenminste dertig da gen hebben gediend. Ook wanneer ze als beroeps of kortverbander hebben gete kend telt dat als broeder dienst", legt de heer F. Sein- stra uit. "We zijn erg soepel. Zelfs wan neer broer 1 in dienst is ge weest en broer 2 studeert nog, geven we nummer 3 toch vast vrijstelling, als hij daarom vraagt." "En als broer 3 het nu zo leuk vindt, dat hij wel in dienst wil, kan broer 2 dan vrijstelling krijgen?", vragen wij. Vol gens de heer Seinstra kan dat inderdaad. "Alleen moet die nummer 3 dan wel in dienst zitten". We geven 2 geen vrijs telling als 3 wel wil, maar er nog niet in zit." Hieruit valt dus op te maken, dat iemand die niet dienst plichtig is, maar vrijwillig dienst neemt meetelt voor de broederdienst. Dat wil zeg gen: als het een HIJ is, want het Jaar van de Vrouw blijkt toch nog niet genoeg binnen de muren van de kazerne te zijn doorgedrongen. "Als ik de zaak van meneer Keas berry moet beoordelen, wijs ik die af. De wet spreekt al leen over broederdienst en daar komt het woord zus niet in voor," zegt de heer Sein stra. De Kroon heeft Donalds beroep onder meer afgewezen, om dat Patricia's militaire positie niet op één lijn kan worden gesteld met die van een vrij willig dienende broer. Zij is niet aan de dienstplicht on derworpen en vervult dus ook geen verplichte dienst gelijk met haar vrijwillig aangegaan verband. Maar hoe zit het dan met het bovenvermelde broertje 3, die niet dienst plichtig is, wél vrijwillig gaat en daarom meetelt voor de vrijstelling van nummer 2? Donald weet er geen ant woord op. Tegen het besluit van de Kroon kan hij niet meer in beroep gaan en zijn hoop is nu gericht op een briefje, dat het hoofd van het Bureau Beroepsza ken hem gelijk met het be sluit toestuurde. Daarin staat "Gezien de ontwikkeling welke tijdens de procedure op het terrein de vrijstelling broederdienst op gang is ge komen, acht ik termen aan wezig u niet tot dienstvervul ling te verplichten. Omtrent uw verhouding tot de dienst plicht ontvangt u zo spoedig mogelijk nog nader bericht."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 19