Brahms-symfonie 'gebed in boskapel' Tweede verzamel-lp van Zweedse Abba WAARDEVOL BEZIT 'Completa-muziek' van Joseph Haydn Onbestemd schemerrijk NIEUWE ALWEER OP STAPEL De pianomuziek van Gershwin MANN: EVEN WENNEN Crosby/Nash echt jammer VRIJDAG 1 OKTOBER 1976 EXTRA PAGINA 11 Rafael Ku- belik, hier tijdens een archief-opname voor het Concert gebouworkest (1970) diri geert het symfonie-orkest an de eierse om roep. Johannes Brahms: „symfonie nr. 3 in F-groot", (BASF). Het is dat het een beetje ijdel- tuiterig is, maar anders zou den ze bij m'n crematie maar het poco allegretto uit Brahms' Derde symfonie •moeten spelen. Om twee re denen misschien toch maar liever niet. Ten eerste hoef ik nog niet dood en ten tweede heeft Brahms in zijn melodische en contrapunc- tische avonturen nooit aan het elektrische orgel in een aula hoeven te denken. Dus kun je het de oude Johannes nu ook niet aandoen. Het gaat dus even om de derde van Brahms in een zeer aan te bevelen uitvoering van de Müncher Philharmoniker onder leiding van Rudolf Kempe. Het is de mooiste symfonie van de yier en waarschijnlijk ook de meest Brahms-achtige, soms ve derlicht en teder, dan weer klagend, verlangend, vroom of terughoudend. Clare Schumann heeft dit stuk eens "een biddende in een kleine boskapel" genoemd. Maar de contrasten, toch al zo kenmerkend voor Brahms, hier optimaal ge hanteerd, laten ook her oïeke momenten toe. Een andere muziektheoreticus heeft de Derde eens Brahms' Eroica genoemd. Als elke vergelijking, trekt volgens mij ook deze enigs zins met het been. Het is bij Brahms niet de heroïeke. strijd, uitgedrukt in twee tegen elkaar opbiedende thema's, maar veeleer een moeizaam naar harmonie zoeken tussen stemmingen die elkaar qua startpunt niet welgezind zijn. Het orkest drukt heel die lyri sche sfeer in brede muzikale strofen uit. Een genot om keer op keer in op te gaan. H.M. Gustav Mahler: "Symphonie nr. 1 D-groot" door het Symphonie-Orchester des Bayerischen Rundfunks, dirigent: Rafael Kubelik (DGG). In zijn voordelige serie "Re- e' brengt DGG op- uw de eerste symfonie i Gustav Mahler uit, zoals die in 1968 door Rafael Ku belik en het Symfonie orkest van de Beierse om roep is opgenomen. Of schoon een jeugdwerk, is de eerste symfonie al razend gecompliceerd door gelijk tijdige verwerking van ver schillende melodische lij nen, die gemakzuchtiger di rigenten dan Kubelik al gauw tot een smeuïge muzi kale kaleidoscoop plegen te verleiden. Kubelik werkt toe naar authentieke Mahle- riaanse klankcomplexen, zonder het met de partituur op een akkoordje te gooien, iets, waar Mahlers op zich vrije contrapuntische schrijfwijze, gemakkelijk aanleiding toe zou kunnen geven. Aanbevolen dus. H.M. Queen" al weer enkele weken op de eerste plaats van de Ne derlandse hitlijsten. Vorig jaar bracht Polydor een elpee uit waarop de grootste suc cessen van Abba waren sa mengebracht. De elpee was getiteld "The best of Abba" en daarop stonden onder meer Waterloo, Ring ring, Honey, honey, Mama mia. So long, I do, I do en SOS. Enkele maanden later is er nog eens een herpersing uitgebracht, waarop toen ook het nummer "Fernando" stond. Toppers In verband met de grote belangstelling die in Duits land ontstond na de Abba- show in het populaire pro gramma Musikladen (de show was enige tijd geleden ook op het Nederlandse tele visiescherm te zien), is er nu een dubbel-elpee uitgebracht waarop opnieuw alle Abba- toppers zijn samengebracht. Naast de nummers die al stonden op de elpee "the best of.." zijn daar een aantal composities en uitvoeringen aan toegevoegd die stammen uit de beginjaren van Abba, namelijk 1973 en 1974. Dat zijn bijvoorbeeld Sitting in the palmtree, Suzy hang- around, Love isn't easy en Gonna sing my lövesong. Verder staat er op de dubbe- laar het volledige instrumen tale nummer Intermezzo no 1 Voor degenen die de elpee "the best of' al bezitten, is dit dubbel-album een overbo dige zaak, voor anderen die de plaat niet hebben betekent "the very best" het bezit van alle successen. Splinternieuw Met uitzondering van èèn, na- ('melijk de laatste. "Dancing queen" staat er niet op, maar komt op een splinternieuw Abba-elpee, die waarschijn lijk over enkele weken zal verschijnen. Daarop staan nog een aantal nummers die inmiddels al via de tv-show te horen zijn geweest. B.v.L. The very best of Abba (Poly dor). Dat een overwinning in het Eurovisie-songfestival niet altijd een waarborg is voor een langdurige internationale carrière heeft de Nederlandse groep Teach-in bewezen. Na een kortstondig succes met name op nationaal niveau is men al snel van het podium verdwenen. De groep viel uit een, zangeres Getty probeert het nog alleen, maar een elpee vol Teach-in-hits gaat inmid dels voor een prijs die lager ligt dan een single de deur uit. Fris Hoe het ook anders kan bewij zen Björn, Benny, Anna en Frida, samen vormend de. Zweedse groep Abba. Enkele jaren geleden gingen ook zij strijken met de hoogste eer in de Europese liedjescompeti tie, maar het werd van meet af beter aangepakt. Niet langdu rig blijven teren op het succes van een liedje als "Waterloo". En ook daarna niet komen met een single die sprekend lijkt op het eerste succes. Nee, Abba kwam met een afwisse lend repertoire, een uitste kende act op de bühne en een frisse aanpak. Iets dat in het wereldje van de populaire muziek vaak node gemist wordt. Sinds het eerste suc ces in 1974 zijn er inmiddels een groot aantal hits uitge rold. Nummers van eigen makelij als "SOS", I Do I Do" en "Fernando" behaalden in heel Europa maar ook daar buiten hoge verkoopcijfers. En inmiddels staat de groep met de single "Dancing Björn, Anna, Benny en Frida The best of the Sutherland Brothers and Quiver (Island). De doorbraak voor de Sutherland Brothers and Quiver in ons land is gekomen met het nummer "Arms of Mary" dat wekenlang de nationale hitparades heeft geregeerd. Dat was dan ongeveer vijf jaar nadat de broers Gavin en Iain Sutherland aan hun muzikale carrière begonnen samen met Kim Ludman en Neil Hopwood, respectievelijk bassist en drummer. De eerste elpee van de groep heete simpelweg "The Sutherland Brothers Band", maar de ver bintenis duurde slechts kort. Na negen maanden samenwerken besloten de broertjes Sutherland allèèn verder te gaan. Het tweede album "Lifeboat" werd er èèn samen met een groep session-players. Maar ook dat was geen onverdeeld succes. Dat begon pas toen met besloot samen te gaan werken met de groep "Quiver". De eerste samenwerking in de studio resulteerde in een goede single, getiteld "You got me anyway". In de zomer van 1973 maakten ze een grote tournee door Amerika samen met Elton, een jaar later kwam de elpee 'Dream kid". Weer een jaar later verscheen de elpee "Beat on the street". Er bleek weinig belangstelling voor te bestaan en het werd tevens de laatste elpee op het Island-label. De rest van de SB Q-historie is, snel verteld: vorig jaar stapte men over naar een andere platen maatschappij, namelijk CBS. De eerste elpee werd een groot succes, mede dankzij het nummer "Arms of Mary" dat in vele landen de top bereikte.Ariola-Eurodisc Benelux heeft in het spoor van dit succes een elpee uitgebracht waarop de successen van SB Q uit de beginjaren zijn samengevoegd onder de titel "The best of.Er staan een aantal nummers op die nooit eerder op elpee zijn uitgebracht. Dat is bijvoorbeeld het geval met "You got me anyway", een single die tevens de start betekende van de samenwerking van de Sutherland Brothers (vocaal) en de groep Quiver (instrumentaal). Ook de allereerste single van the Suther land Brothers, daterend uit 1972 staat erop. Het is de song "The Pie". Een zeer opmerkelijk nummer op de elpee is "Sailing" dat in ja nuari 1972 als een single werd uitgebracht "Sailing" is een num mer waaraan voor altijd de naam "Rod Steward" verbonden zal blijven, want hij maakte het nummer wereldberoemd. Maar het waren The Sutherland Brothers, die het nummer componeerden. Als historisch document is de elpee derhalve een waardevol bezit. Instrumentaal zit het allemaal erg aardig in elkaar, en ook vocaal worden er goede prestaties geleverd. O Met bijdragen van Henk de Kat Bram van Leeuwen a, Han Mulder Haydn: nogal wat gelegenheidswerk "The Paris Symphonies", Philharmonia Hungarica o.I.v. Antal Dorati, 2 platen (Ace of Diamonds). Enige jaren geleden kwam Decca met het prestige project van alle Haydn- symfonieën op de plaat. Het was een gelegenheidsorkest, de Philharmonia Hungarica - samengesteld uit musici die Hongarije waren ontvlucht - dat de gigantische onderne ming aanpakte en ook nog tot een goed einde bracht. Waarom zo'n soort perfectio nisme wordt nagestreefd, laat zich wellicht alleeen maar vanuit de psychologische in valshoek verklaren. Haydn schreef nogal wat gelegen heidswerk dat het aanhoren nauwelijks meer waard is. Misschien is de hebzucht, het idee om iets compleet te heb ben, welde belangrijkste menselijke drijfveer dat der gelijke goed in smaakvol ver pakte dozen, "completa"- muziek voor bij de koffie, in sneltreinvaart de platenne- ring verlaten. Op het reprisemerk "Ace of Diamonds" komt Decca nu terug met een paar van die Haydn-opnamen. Het zijn de nummers 82 tot en met 85, muziek-technisch volmaakt gespeeld, geluidstechnisch vooral bij de strij kers - hier en daar wat vlak. Deze "Parijs" symfonieën dateren van kort voor de Franse revolutie. Het is frivool en geestig wat de maat slaat. Haydns opdracht gever zou niet lang daarna het mes van de guillotine in de adellijke nek voelen. Op de manier, zoals dat in die woe lige jaren op prijs werd ge steld, allegro spirituoso. H.M. "Piano Music bij George Gershwin" door William Bolcom, piano; (Nonesuch). Door velen begeerd, door weinigen bezeten. Dat slaat pp een mooie vrouw, maar zeker ook op de pianomuziek van George Gershwin. Het is dat onbestemde schemerrijk tussen klassiek met een grote K en entertainment met water of on the rocks. Pettycoat Ik weet waar ik over praat, want "Summertime" of "The man I love", heb ik op zwoele zomeravonden in de jaren van de pettycoats en de flatjes (in tweeërlei betekenis) geregeld aan het met ivoor ingelegde jammerhout ontlokt. William Bolcom heeft op "Nonesuch", dat merk met de interessante produkties, achttien van die "songhits" van Gershwin vastgelegd. De arran gementen zijn van Gershwin zelf, ofschoon je met zo'n constatering wel eventjes moet oppassen. .Zo'n arrangement is een momentopname; hij stolt op het moment dat hij ismeergeschreven. Gershwin placht zijn stukken heel vaak te spelen. Hij was daarenboven niet wars van trends en van dingen die lekker lagen. Dat maakt z'n muziek in de op zich zorgvuldige verpakking van Bolcom bepaald gedateerd. Blijven oefenen Ragtime is de kleur van die muziek en al zou je het pedaal in de trant van Chopin bedienen, dan wordt Gershwin nog niet ingelijfd in het klassieke pantheon. Leuke muziek om naar te luisteren en na te doen. Blijvenen oefenen, dames. H.M. Manfred Mann and the Earth Band: "The roaring silence" (Bronze rec. Ltd). Van de allervroegste Merseybeat-groepen resteert nog slechts een enkele actie- veling. Jongens als Freddy (en zijn Dreamers), Dave Clark, wat verneem je nog van ze, behalve op gezette tijden hun oudjes in nostalgische radiorubrieken? Middenin in die beatgolf van dik tien jaar geleden dook Manfred Mann op. Een oor spronkelijk in jazz-kringen getogen pianist/organist, die ook door kreeg dat de tijden aan het veranderen waren. Met "Doo-wa-diddi" scoorde hij een allereerste hit in het popwezen. Van wat daarna volgde viel vooral het nog veel te weinig gewaardeerde "Pretty Flamingo" op. Diezelfde Manfred Mann is thans weer terug. De single van hem en zijn Earth Band (zanger/gitarist Chris Thompson, sologitarist Dave Flett, bassist Colin Pattenden en drummer Chris Salde), ge titeld "Blinded by the light" is de afgelopen week als zijnde de troetelschijf hele maal mi minstens zo gaaf is. Een beetje onbegrijpelijke taktiek ook, want op diezelfde "Rea ring silence" elpee staat het voortreffelijke "Questions", een nummer dat wèl van ei gen hand is en minstens zo veel hitkansen heeft, als het daarom gaat. Zowel "Blinded" als "Questio ns" zijn te typeren als nog ta melijk "klassieke" popsongs. Het opvallende is nu dat Mann's elpee opent met het ene, en eindigt met het andere nummer. Daartussenin staat in "moeilijkheidsgraad" op klimmend en weer afzwak kend materiaal van nogal an dere snit. Vooral in "Waiter, there's a yawn in my ear" en "The road to Babylon" leeft Manfred Mann zich uit op de mogelijkheden van de bijbe horende elektronica-toren. Maar hij houdt dat uitstekend in de hand, gaat niet blind op in de techniek. En zo wordt in die vijf "middenrif"- nummers een sfeertje opge bouwd. waar je even aan moet wennen: wat oud-Oosters aandoend (Babyion), ook al door de ijle polyfone zang fragmenten, maar uiteinde lijk wordt nergens de afkomst "Blinded" is gelicht van "The roaring silence", de elpee waarmee bovengenoemde heren hun opwachting weer- maken. Het betreft hier een compositie van de Ameri kaanse wonderzoon Bruce Stringsteen En dat is toch een beetje een zwaktebod, prij ken met andermans werk, dat in de originele uitvoering uit industrieel Engeland ver loochend. De ruigere- gitaar partijen komen telkens weer tevoorschijn en dat is een knappe combinatie. Nogmaals: het is even wennen aan deze Manfred Mann, maar na een paar keer draaien ga je je steeds meer hechten aan zijn tegenwoordige muzikale uitingsdrift. Crosby and Nash: "Whistling down the wire" (ABC re cords). Ook na vijf keer beluisteren van "Whistling down the wi re" kan die nieuweling van Crosby en Nash me maar niet bekoren. Sterker nog, de elpee gaat me steeds meer tegen staan. David Crosby en Graham Nash maakten enkele jaren geleden furore met die wonderschone elpee die ze in combinatie met Steven Stills en Neil Young maak ten. Stills en Young (zeer re centelijk toch weer samen met een elpee uitgekomen) gingen daarna hun eigen weg, de twee anderen ble ven aan elkaar plakken. Anderhalve week geleden traden Crosby en Nash in Amsterdam op. Dat werd een ontmoedigend gebeu ren. Een concert van twee in zelfgenoegzaamheid ba dende en op beter werk uit het verleden terende heren. "Whistling down the wire" beaamt die indruk helaas. Het is een plaat die geen moment beroering wekt, die met geen enkel gedeelte be klijft. Natuurlijk: als je gaat ontleden hoor je weer fraaie duetten, van perfect op el kaar sluitende stemmen. Maar het blijft zo krachte loos, en het wordt nooit sfeer-scheppend. Nee, dit is echt een zaak van jammer, maar het is niet anders. HdK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 11