„De kermis is een echte zigeunerin" DRIE BURGERMEISJES ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1976 "De kermis is een echte zigeunerin. Van oord tot oord zwerft zij steeds voort; zij schikt zich naar alle toestanden, kleedt zich in ie der gewaad, neemt alles voor lief. Zij blijft nog opgewekt en vroo- lijk, al ziet zij dat vroegere vrien den te voornaam zijn geworden om zich met haar in te laten, dat zij haar smadelijk den rug toe- keeren. Zoo zal het blijven, tot het eind ha- rer dagen. Alle instellingen heb ben een tijd van opkomst en van bloei, en wat daarna volgt behoe ven we niet te zeggen. Ook de kermis is als eene die betere tij den heeft gekend Hoewel men uit dit commentaar van het Leidsch Dagblad op de kermis van 1890 de indruk zou krijgen dat het met deze traditie al bijna gedaan was, hield de Leidse juli-kermis nog bijna twintig jaar stand. Een blik op de attracties die er in die tijd te ge nieten waren, maakt duidelijk dat de kermis ook toen nog een grootse manifestatie was, die de gehele stad een week lang op zijn kop zette. Van oudsher bestond in allerlei steden de gewoonte een jaar markt te houden ter bevordering van de plaatselijke handel en nij verheid. Ook Leiden kende zo'n jaarmarkt of kermis. Op Hemel vaartsdag werd om twaalf uur 's middags met zwaar klokgebeier van de Hooglandse Kerk het be gin van de kermis aangekondigd, die tot donderdag voor Pinkste ren duurde, wanneer weer om twaalf uur diezelfde klok de jaarmarkt uitluidde. Allerhande goederen werden uit gestald. Men vond in kramen langs Hooigracht, Nieuwe Rijn, Vismarkt en Apothekersdijk manufacturen, prenten, para plu's, hoeden en allerlei modear tikelen. Er waren uitstallingen met porselein en aardewerk, mat ten en vloerkleden. Ter verster king van de inwendige mens kon men bij de zuur-, koek-en wafel kramen terecht. Verder waren er veel vertoningen en openbare vermakelijkheden. In grote tenten vonden voorstellin gen plaats met koorddansers, springer en paardrijders. Op straat traden muzikanten, lied jeszangers en orgelmannen op. Men zag mensen met gedres seerde honden, apen en beren. Grote belangstelling trokken ook de vertoningen met marionetten, Chinese schimmen en Jan Klaas- senspelen. Juli-kermis Vanaf 1854 werd de Leidse kermis gehouden in de laatste volle week van juli, van maandag tot en met zaterdag. Ook de opzet was enigszins veranderd. Aangezien de binnenlandse handel uitge breid was en de winkelnering flink toegenomen, was het oor- spronklijke doel bevordering van de plaatselijke handel langza merhand vervallen: alles kon immers in de winkels gekocht worden. Koek- en speelgoed- kramen bleven over, soms ook de galanterie-uitstallingen. Meer en rijen en speelgoed. Op de Koren beurs was de poppenkast, maar ook een Poolse reuzin. Wonderen Wonderen der natuur hadden altijd veel bekijks: reuzen, dwergen, Siamese tweelingen, de vrouw met de baard, menseh zonder armen en benen, twee mannen met één hoofd en wat er al niet verder aan echte of gefingeerde spelingen der natuur te beden ken is. Ethische bezwaren tegen dit tentoonstellen had men nog niet. Niet gehinderd door enig gevoel van gêne bewonderde men het kleine meisje met de aan elkaar gegroeide beentjes en de "handige" mejuffrouw Camillia zonder armen, met één been en één voet met vier tenen, die on danks deze handicaps kon breien, borduren en schrijven. Daarna verliet men tevreden de tent Een belangrijke kermis-attractie was ook het rariteitenkabinet, waar het inwendige van de mens, soms in was geboetseerd, ge toond werd. Daarbij bevond zich meestal ook een beeltenis van een zwangere vrouw, die dames vanwege het delicate karakter van de voorstelling apart konden bezichtigen. Dit soort kabinetten had een bij zonder educatief aspect, want men deed hier kennis op die men meestal nergens anders kon krij gen. Men zag er tal van misge boorten op sterk water en ook werden de verschrikkelijke ge volgen van een losbandig leven - geslachtsziekten - aanschouwe lijk getoond. Kijkspellen De kijkspellen en optische verto ningen vormden eveneens een trekpleister. De bezoeker kreeg hier evenals bij het wassenbeel denspel een blik op de wereld buiten ziin woonplaats. De een- meer kwam de nadruk te liggen op de specifieke kermisverma ken, zoals potsenmakers, gooche laars, waarzeggers en kwakzal- Stoommachine Vanaf molen de Valk tot aan de Grote Ruine (het huidige Van der Werffpark) strekte de kermis zich uit. Op de IJzerengracht (Lam mermarkt), ook wel Draaimolen- gracht genoemd, stonden de grote draaimolens, voortbewo gen door man of paard. Door ge brek aan een krachtige energie bron was de omvang en de snel heid van die molens beperkt. De uitvinding van de stoommachine bracht hierin grote verandering. Het wassenbeeldenspel fungeerde als een beeld reportage. De kran ten waren nog niet geïllustreerd en werden bovendien slechts door een kleine groep mensen ge lezen. Door het wassenbeelden spel raakten de toeschouwers be trokken bij het wereldgebeuren en waren zij als het ware aanwe zig bij gruwelijke moorden, folte ringen en executies. Op de Turfmarkt kon men de schiet- en werpspelletjes vinden, evenals de Kop van Jut. Om de hoek, op de Apothekersdijk, vonden vertoningen van licht beelden plaats in "Grunkorns Electrische laatst verbeterde Ci- nematograafIn de Kermisbode voor Leiden en omstreken vragen tegen Zaterdagavond drio flinks gezellige Burgerjongens om den Zaterdag avond van K e r 111 i s prettig door te brengen. Stipste geheimhouding. Franco brieven aan het bureau van dit blad onder letter R, Deze afdruk maakten wij van een wat vergeelde foto uit de oude doos. Foto graaf Jonker legde eens dit beeld vast van de kermis zoals die vroe ger was. DE POFFERTJES.KRAAM. m Ljrit gij niet wat eren, Heerenl" Vraagt een meisje met geviel: Vet van boter, zoet van suiker, Zijö de Poffertjes bij mij Komt. gaat binnen, lieve Heerent m Poffertjes v«n 't beste deeg Lekkerder bont gij niet eten En een kamertje Is nn leeg.'* Dikke lijs zit vast te vollen Al de boleu van de pan *t Zweet gutst langs baar bolle wangen: Of dat wijf ook bakken kanf finnen sluipt een frissche jonker Met zijn meisje aan de band: Poffertjesmet smaak, te smullen, Is de regte kctralsrrant. Smaaklijk eten, goede raenschenl Maar eet schielijk, op een draf: L«*r de Poffertjes niet koelen. Want dan Is de smaak er af. Vlooientheater Behalve apen- en hondentheaters kende men in Leiden ook het vlooientheater.De heer Wittevin nodigde het publiek uit voor "het grootste wonder der wereld", "het ongelooflijk en wonderlijk programma", waaraan driehon derd gedresseerde vlooien deel namen. Aan het einde van iedere voorstelling volgde "eene volle dige uitlegging over de spijs en het handelen der vlooien". Ge ruststellend stond in de adver tentie: Het publiek is gewaar borgd tegen deserteurs. voudigste vorm van een optische vertoning was de rarekiek, waar bij men door één of meer gaten in een houten kist kon kijken naar leerzame, maar soms ook ge waagde voorstellingen. De kijk- kastman droeg zijn teksten zin gend of declamerend voor, zich zelf vaak begeleidend op een buikorgeltje. In de "théatres op- tiques" waren vooral geografi sche afbeeldingen te zien, die al dan niet door vergrotende lenzen werden bekeken. Het straatbeeld werd in de kermis tijd verlevendigd door talloze straatmuzikanten met een har monica of een buikorgeltje en straatzangers, die hun liederen verduidelijkten met behulp van op een doek geschilderde tafere len over moorden, oorlogen en andere gruwelen. Al zingend we zen ze meteen stok op het plaatje, waarop het betreffende couplet werd uitgebeeld. Theater Tenslotte waren er de theatervoor stellingen, die plaats vonden in de grote tenten in het Van der Werffpark of de Douzastraat. Daar stond onder andere de co- medietent van Van Lier uit Am sterdam, waarover we in het Leidsch Dagblad van 23 juli 1890 "De heeren Van Lier toonen door de keuze van dit stuk (namelijk het blijspel De Jonge Garde) te begrijpen, wat het groote publiek in de kermis verlangt een stuk, dat niet al te diepzinnig, waarin de noodige afwisseling voor komt, en waarin zoowel oog als oor aangenaam worden bezigge houden". Opheffing Het grote publiek verlangde van de kermis plezier en vermaak na maanden zwaar werk, maar er waren ook tegenstanders van dit "volksvermaak voor de lagere klassen". Hun grootste bezwaar de kermis is een gezochte aanlei ding voor uitspattingen met als gevolg een enorm drankmisbruik en een groot aantal onwettige ge boorten! Het verweer van de voorstanders der Leidse kermis hierop luidde dat er altijd mensen zijn, die op een gelegenheid wachten om uit te spatten en als ze dat niet op de kermis doen, ge beurt het met 3 oktober of Pink ster Drie. De schrijver van een ingezonden stuk in het Leidsch Dagblad van. 19 oktober 1910 stelt dat het onzin is de kermis als "schuldige" aan te wijzen, immers "zou misschien het gezicht van een scheermes, een revolver, een dolk, tot mis bruik leiden? Zou het aanschou wen van een schoone rivier ons aansporen iemand daarin te wer pen? Zou een aankomende spoortrein in ons de behoefte doen ontstaan om ons zelf of an deren door hem te doen verplet teren"? Ondanks alle pleidooien voor het voortbestaan van de Leidse ker mis besloot de Gem'eenteraad op 20 oktober 1910 tot afschaffing. Een oude traditie hield daarmee op te bestaan. Alleen het 3-October-feest bleef over. Op de Lammermarkt was ook plaats ingeruimd voor de "bio scope" van "Albert Frères", de heren Mullens, die stomme films vertoonden, waarbij de een op trad als explicateur en de ander de muziek verzorgde. De hele Beestenmarkt stond vol met spel len en theaters, zoals het kleine paardenspel van Blanus, een honden- en apentheater en een wassenbeeldenspel met beweeg bare poppen. Meestal kwamen er buitenlandse gezelschappen met paardenspel len, zoals het in een grote ronde tent pptredende bedrijf van de heer Wollschlager, dat zich met de Franse naam "cirque eque- stre" aandiende. Hierin traden ook acrobaten en clowns op. Een vast onderdeel van het pro gramma waren de pantonimes ook hippodrama's of mimodra- ma's genoemd, waarin toneel, ballet en pantomime samengin gen en paarden de hoofdrol speelden. schreef Grunkorn: dit is het "volmaakste apparaat, de groot ste helderheid en duidelijkheid aan de beelden gevende, waar tegen geen Bioscope of zoog enaamde Biograph kan concur- reeren". De hoofdtableaus waren de aankomst van een trein in Lei den, het uitgaan van de hoogmis in de Hartebrugkerk en het uit gaan van de Katoenfabriek. Langs de Boommarkt, Vismarkten Botermarkt stonden de poffertjes- en wafelkramen en de kramen met goedkope snuiste-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 13