IAN SMITH SPEELT HOOG SPEL i vis I sport Aas dat weinig wordt gebruikt Wrange smaak rond viering Nachtvissen in ons land is nog steeds verboden Opstand zal steeds meer uitgroeien tot echte oorlog «P BLOEDWORM EN HENNEP HENGELTIP VAN DE WEEK Fa. Verhoog ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1976 VAN INDONESIË Sinds ons land in 1966 vriendschappelijke betrekkingen heeft aan geknoopt met het generaalsbewind in Djakarta wordt ook in Den Haag jaarlijks feestelijk herdacht dat op 17 augustus 1945 in Indonesië de onafhankelijke republiek werd uitgeroepen door de eerste president Sukarno. Ook dit jaar is ongetwijfeld een lange rij van Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders en zakenmen sen zijn opwachting komen maken bij de Indonesische ambas sadeur om hem te feliciteren met de verjaardag van de Indonesi sche revolutie. Ook het militaire gala-uniform zal bij de receptie op de Indonesi sche ambassade zeker niet hebben ontbroken, want sinds jaren is Indonesië niet alleen het land dat verreweg de meeste ontwikke lingshulp van Nederland ontvangt, het krijgt ook nog aanzien lijke militaire steun, onder meer door de bouw van drie marine korvetten op Nederlandse werven. Het geeft wel te denken dat de contacten met het voormalige Nederlands Indië weer zo hartelijk zijn geworden sinds in dat land een generaalsbewind aan de macht is dat een zware verantwoordelijkheid draagt voor de moord op een half miljoen mensen, waaronder veel arme boeren en communisten, een bewind dat het recht van de bevolking om voor zijn eigen belangen op te komen heeft ingeruild voor goede economische betrekkingen met het Westen. De viering van de Indonesische onafhankelijkheidsdag heeft dit jaar een extra wrange bijsmaak omdat dit land zojuist de onaf hankelijkheid van een klein buurvolk met voeten heeft getreden. Het afgelopen jaar heeft Indonesië in strijd met alle regels van het internationele recht de vroegere Portugese kolonie Oost-Timor militair onder de voet gelopen en geannexeerd. Natuurlijk heeft Indonesië geprobeerd hierbij een schijn van legitimiteit op te houden. In mei van dit jaar werd door de Indonesische bezet tingsmacht een "volksvertegenwoordiging", bestaande uit een aantal pro-Indonesische stamhoofden, bijeengeroepen die tot Djakarta het verzoek richtte bij Indonesië te mogen worden inge lijfd. Dit "verzoek' was een nogal povere bekroning van maan denlange Indonesische pogingen om vaste voet te krijgen in Oost Oost-Timor. In augustus 1975 had Indonesië al een coup gesteund die gericht was tegen het FRETILIN (het revolutionaire front voor de onaf hankelijkheid van Oost-Timor) Hoewel een aantal FRETILIN- leiders werd vermoord liep de coup op een smadelijke nederlaag uit voor de door Indonesië gesteunde partij, voor het merendeel bestaande uit mensen die in de voorgaande jaren ijverig met het Portugese koloniale bestuur hadden samengewerkt. Eind no vember 1975 volgde een gewapende Indonesische inval in Oost- Timor door een troepenmacht van 30.000 elitesoldaten. Deze in val werd tot tweemaal toe krachtig veroordeeld door de Veilig heidsraad van de Verenigde Naties. Niettemin lijken de meeste Westerse regeringen, waaronder ook de Nederlandse, de situatie zoals die nu is best te vinden, al zouden ze waarschijnlijk de voorkeur hebben gegeven aan een "nettere" oplossing. Dat de bevolking van Oost-Timor er heel anders over denkt blijkt uit het feit dat op Timor op dit moment de oorlog nog in volle hevigheid voortduurt. Ondanks de overweldigende Indonesi sche overmacht beheersen de 25.000 man sterke Indonesische troepen alleen maar de kuststrook van Oost-Timor terwijl het FRETILIN het binnenland blijft kontroleren en daar sociale her vormingen doorvoert. Een voorgenomen bezoek van de Indone sische minister van Binnenlandse Zaken Arnir Machmud aan de tweede stad van Oost- Timor, Baucau, kon op 24 juni j.l. niet doorgaan omdat het er te onveilig was geworden door FRETILIN-aanvallen. In de afgelopen maand meldde het FRE TILIN de verovering van verschillende dorpen, hevige gevech ten om andere dorpen, het sneuvelen van tweehonderd Indone sische soldaten en het neerhalen van vijf Indonesische helikop ters. Alleen de steun van westelijke regeringen, waaronder die van ons eigen land, stelt de generaals in Djakarta in staat om naast een omvangrijk binnenlands onderdrukkingsapparaat ook nog vast te houden aan een kostbare oorlog in het buitenland, waarbij bovendien moordpartijen onder de burgerbevolking en het ge bruik van moderne chemische verdelgingsmiddelen (napalm) niet geschuwd worden. Indonesiëwerkgroep Leiden Han Brouwer Schelpenkade 45 ■k Premier Smith: wanhopige behoeft Rhodesië wil guerillas tot over grens bevechten De strijd over Rhodesië is weer wat verder ontwikkeld in de richting van een internationaal conflict. Het bewind-Smith heeft besloten de aanvallen vanuit Mozambique door Rhodesische zwarte guerrillastrij ders en hun Mozambicaanse me destanders, niet meer alleen op Rhodesisch grondgebied te be strijden maar ook tot op Mozambi- caans gebied. Gewaarschuwd Smith weet natuurlijk ook dat dit gevaarlijke gevolgen kan hebben, want dat is hem vaak genoeg ver teld door de Zuidafrikaanse pre mier Vorster en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Kissinger. Ook president Kaoenda van Zambia heeft gewaarschuwd dat aanvallen, op één van Rhode- sië's buren beschouwd zullen wor den als aanvallen op alle buurlan den. Waarom legt Smith die waarschu wingen naast zich neer? Hij denkt drie goede redenen te hebben om zich toch te wagen aan achtervol gingen van het Bevrijdingsleger van Zimbabwe (de naam die de ne gers aan Rhodesië geven) tot in de opleidingskampen op Mozambi- caans gebied. Ten eerste zijn er mi litaire redenen om de vijand liever actief te bestoken dan af te wachten wanneer het hem zint om voor een aanval de onverdedigbare Rhode sische grens over te komen. Ten tweede moet er wat gedaan worden ter verbetering van het moreel van de blanke Rhodisiërs, die in steeds grotere aantallen het land verlaten. Het zat er natuurlijk altijd al in, dat het Rhodesische leger bij toene mende sterkte van de guerrilla strijders voor de keus zou komen te staan tussen een hopeloze verdedi gingsoorlog en een regelrechte krachtmeting zonder zich de han den te laten binden door zuiver po litieke en diplomatieke overwegin gen. Dat de Rhodesische troepen nu de grens over gestuurd worden, is wellicht een teken van groeiend succes van de guerillabeweging en van ontmoediging aan blank- Rhodesische kant. Noodsprong De derde reden van het besluit van premier Smith is zijn wanhopige behoefte aan bondgenoten. Hij weet dat blank Rhodesië niet op een overwinning kan hopen zonder grootscheepse buitenlandse hulp, vooral van Zuid-Afrika. Hoe kan hij nu het beste proberen om Vorster van zijn huidige beleid (of vertoon) van neutraliteit af te brengen en misschen zelfs de Amerikanen tot verwerping van Kissingers nieuwe opvattingen te krijgen? Misschien hoopt hij dat Mozambique open lijke communistische steun gaat vragen. Dat zou inhoud verschaffen aan zijn bewering dat Rhodesië ten strijde trekt „tegen het nisme, voor het Westen". Het is een noodsprong, maar blank Rhodesië verkeert in een noodsi tuatie. Uit Salisbury bekeken lijkt het dus heel wat minder hoog spel. Mozambique, nog maar een jaar onafhankelijk, kan zijn eigen gren zen niet verdedigen. Als het Rho desische leger blijft aanvallen, zal president Machel ongetwijfeld hulp bij het buitenland moefen zoeken. Waar Smith zich misschien in verrekent, is de veronderstelling dat Machel daarvoor in de eerste plaats de Cubanen, Russen of Chi nezen binnen zal halen. Misschien kan hij het met Afrikaanse hulp redden. De president van de vier buurlan den Mozambique, Tanzania, en Botswana blijven eensgezind in hun streven om alle grote buiten landse mogendheden buiten de oorlog tegen Rhodesië te houden. Zij hebben het westen en Vorster verzekerd dat er geen troepen uit andere werelddelen in de strijd be trokken zullen worden, tenzij het Zuidafrikaanse leger of een om vangrijk in het westen geworven huurlingenkorps erin betrokken raakt, zoals in Angola gebeurd is. Zij erkennen echter wel het recht van Mozambique om te beslissen of er vreemdelingen aangetrokken zullen worden om het Mozambi caanse leger te oefenen en uit te rusten. Embargo In het volgende stadium van ver heviging van de oorlog zullen dus misschien steeds meer Ameri kaanse militairen naar Mozambi que komen. Zambia heeft een klein legertje zelf nodig om zijn eigen veiligheid te waarborgen, maar landen zoals Tanzania, Somalië, Egypte, Soedan en vooral Nigerië zijn in staat om leger- en luchtmachteenheden te leveren die sterk genoeg zijn om verdere Rhodesische aanvallen af te slaan. Zolang de regering-Smith vastbes loten blijft om "het uit te vechten" is de gang van zaken voorspelbaar: wat als een guerrillaopstand be gonnen is, zal deze steeds meer uit groeien tot een werkelijke oorlog. Dat zal stap voor stap leiden tot grote internationale deelneming - eerst van Afrikaanse legers, later misschien ook van enkele grote mogendheden, vooral uit de com munistische wereld. De vier presidenten geloven wel dat Vorster niet openlijk tussen beide zal komen, maar zij zijn toch wel wat bezorgd over de mogelijke omvang van wapenzendingen naar Rhodesië uit of via Zuid-Afrika. Zij willen dat Vorster een wapenem bargo afkondigt tegen het bewind-Smith. Dilemma Voor Vorster is dat een moeilijke zaak. Hij zit stevig in het zadel, maar zijn blanke kiezers willen toch niet dat hij openlijk het graf helpt graven van blank Rhodesië. Smith begrijpt Vorsters dilemma heel goed en hij hoopt dat het ultra rechtse blanke verzet tegen Vor sters beleid aan te wakkeren. (Observer-dienst) 's Nachts vissen in Nederland is nog altijd verboden. Volgens de visserij wetgeving is het niet toegestaan om een hengeltje uit te gooien tussen één uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang. Dat betekent wanneer de duisternis eenmaal is ingevallen de hengel in de foudraal gestopt dient te worden en er pas weer gevist mag worden, wanneer de dag aanbreekt. Een uitzondering op deze regel geldt voor het vissen met de peur. u weet wel dat vissen op aal met behulp van een trosje wormen aan een peurstok. Dat peuren wel wordt toegestaan is een logische zaak. Immers deze viswijze is ge baseerd op het feit dat de aal zich vastbijt in de peur en vasthoudt (als u tenminste enige handig heid heeft) totdat hij boven de boot is. Peuren Overdag peuren is een volstrekte onmogelijkheid omdat de aal, di rect wanneer hij naar de opper vlakte wordt getrokken zou losla ten, geschrokken van het dag licht. Een volledig verbod om 's nachts te mogen vissen zou dus automatisch de natuurlijke dood van de peurvisserij betekenen. Het verbod om met de gewone hengel in nachtelijke uren te vis sen is al sinds jaren aan hevige kritiek onderhevig. Ook al omdat in vele landen in onze omgeving wel toestemming wordt gegeven voor de nachtvisserij. Wie zich verdiept in de zaken die aanlei ding zijn geweest tot een verbod van de nachtvisserij, komt daar bij een aantal oneigenlijke argu menten tegen, naast een aantal begrijpelijke. Een van de belang rijkste overwegingen is destijds geweest, dat de nachtvisserj de criminaliteit in ons land zou ver sterken. Immers het doorkruisen van een polder of het afgemeerd liggen in de buurt van een of an der waardevol bezit met een hen gel zou een keurige dekmantel kunnen zijn voor het plegen van inbraken en diefstallen. Men zou namelijk altijd kunnen beweren dat men aan het vissen was, of op weg was naar de stek. Een argument derhalve dat niets met de sportvisserij uitstaande heeft. Datzelfde geldt voor een verstoring van de nachtrust, die de nachtelijke hengelaars zouden veroorzaken. Zaken die wel op het terrein van de hengelsport liggen zijn bijvoorbeeld de angst die er bestaat, dat de diefstallen uit fuiken en netten van de be roepsvisserij zal toenemen. Dat laatste kan helaas niet worden ontkend. Er blijken nog altijd sportvissers te zijn die niet van de eigendommen van beroepsvis- kunnen afblijven, al ban je nengelverbond m nachtelijke uren. Want ook op dit ogenblik worden er geregeld fuiken ge licht en netten leeggehaald. Waarbij overigens wel moet wor den aangetekend dat de daders in de praktijk lang niet altijd henge laars blijken te zijn. Tenslotte is er nog het argument van de con trole. Het opsporen van de „zwartvisserij" levert in het nach telijk duister veel meer proble men op dan overdag, nog afge zien van het feit dat de toch al onderbezette waterpolitie nog meer uren zou moeten maken. Alles op een rijtje zettend moet ik zeggen, dat er toch geen spijker harde argumenten op tafel liggen om de nachtvisserij te verbieden. De meeste zijn een beetje uit de tijd en andere zijn beslist geen visserij-argumenten. Het zou daarom best aardig zijn, wanneer de overkoepelde hengelorganisa- ties eens bij de minister aanklop pen met het verzoek de zaak nog eens te bekijken. Verlokken Want dat de hengelaar door het nachtelijk verbod veel visplezier wordt ontnomen staat voor mij als een paal boven het viswater. Er zijn namelijk enkele vissoor ten, die zich met name in het nachtelijk duister uitstekend la ten vangen. Sterker gezegd: ze la ten zich bij daglicht veel moeilij ker tot aanbijten verlokken. De Nederlandse vissoorten bestaan namelijk voor een niet onbelang rijk deel uit zogenaamde "nach- tazers". Zij voeden zich bij voor keur wanneer het donker is, wat duidelijk blijkt uit toenemende vangsten in de vroege ochtendu ren en tegen het vallen van de avond. De aal is zo'n typische nachtvis en in niet mindere mate de karper. Vooral de belangstel ling voor deze laatste vissoort zou - schat ik - enorm toenemen. De afgelopen week ben ik bij het vissen in een karperrijk water eens een uurtje langer blijven zit ten, dan volgens de wet is toeges taan. Niet om de wetsovertreder uit te hangen, maar om te zien of er werkelijk beter gevangen kan worden. Hoewel ik dus niet op een rijke ervaring kan bogen mag ik wel zeggen dat het resultaat me verrast heeft. Ik wist dat er in het bewuste water veel karper huis- Vissen op karper zonsondergang er de, maar hoeveel werd mij pas het brood. Het aantal aangebeten duidelijk na de invallende nacht. is verrassend hoog, ook al omdat Karpers, grote en kleine kwamen er overdag in dit water nauwe- naar de oppervlakte om te azen. lijks of geen karper te vangen is. En dat laatste opent de mogelijk- Mocht het in ons land nog eens toe heid om te vissen met de drij- gestaan worden om 's nachts te Vandaag in de "hengeltip" aan dacht voor twee aassoorten, die in deze omgeving slechts op zeer be scheiden schaal worden toegepast en bij vele hengelaars volledig on bekend zijn: de vers de vase en de hennep. Aassoorten, die vooral in het zuiden van ons land veel opgeld doen en veel worden toegepast" bij visconcoursen. Vers de vase, ook wel bloedworm genoemd is de larve van een mug, die zich in de bodem van modderige sloten be- vindt. De roodkleurige larfjes zijn niet groter dan een tot anderhalve centimeter en zeer dun. Voof het aanslaan van een of meer van deze larfjes wordt een uiterst dun haakje gebruikt. Soms ook maakt men ge bruik van een speciale lijmsoort. De haak wordt even in de lijm ge doopt en vervolgens door een bakje vers de vase gehaald. Er blijven dan een paar van die minuscule kronke lende larfjes aanhangen. De vers de vase is op grote ware rage. Er zijn wedstrijdvissers, die soms een paar liter vers de vase in het water gooien om de vis te lokken. Een kostbare aangelegen heid. Er zijn gevallen bekend waar bij op die manier voor bijna hon derd gulden "voer" wordt gebruikt. In onze omgeving is de vers de vase zeer moeilijk te krijgen, reden waarom het gebruik van deze aas- soort bij viswedstrijden nogal eens wordt verboden. Hennep, is een van de zaden die ook als aas bij de visvangst kan worden gebruikt. Het moet eerst een nacht in de week worden gelegd en ver volgens aan de kook worden ge bracht. Het doorkoken moet ge beuren tot het ogenblik dat het hennepzaadje begint te kiemen. Het zaadje wordt zodanig op de haak bevestigd dat het in de bocht van de haak komt te hangen en het puntje eruit steekt. De resultaten die met hennep worden geboekt zijn nogal wisselvallig in deze om geving. vende korst. Geen pennetje op de lijn, geen loodverzwaring, maar alleeen een haak, waaraan een korstje brood is bevestigd. De overeenkomst met de vliegvisse- rij dringt zich op, wantje kunt de vis in het schemerig duister naar de aas zien happen. Draaikolk Het is werkelijk een fascinerend gezicht om de karper aan de op pervlakte te zien azen. Een paar stukjes brood in het water en je ziet het een na het ander verdwij nen. Eerst een grote bek, vervol gens een draaikolk .en weg is vissen, dan is er naast wenteling in de hengelsport ook veel nieuw hengelsportmateriaal te verwachten. Als we alleen al denken aan de grote variatie aan beet-indicators die er in landen als Engeland bestaan. Dat zijn apparaatjes waarmee in het don ker de aanbeet wordt geregi streerd. Bijvoorbeeld door een brandend lampje of een zoe- mertje. Verder kunnen de produ centen van muggenwerende spulletjes zich in de handen wrij ven. Want één ding is zeker zon der dat spul is de lol van nacht visserij in de zomermaanden er gauw af. Boelee's hengelsportartikelen HOGE RIJNDIJK 110, LEIDEN TELEFOON 121393. Alles voor de vissport Maden en v ELAN VISB0TEN Zeew vis/tourboten met riemen en certificaat v a. 1495.- YAMAHA buitenboordmotoren van 2 tot 55 pk v a 675.- BOOT - CENTRUM B.V. Leidseweg 14, Voorschoten, telefoon 01717-2430. De enige speciaalzaak voor al uw HENGEL SPORTARTIKELEN DE SPORT Haarlemmerstraat 11, tel. 124020

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 17