Industrieterrein genoeg, of niet?
Leidse gemeente-ambtenaren zijn het niet eens
Gemeente was partij bij fiasco
„Ook oog voor eisen
industrie en handel"
Bezorgdheid bij onderzoek Migrantencentra
MAANDAG 16 AUGUSTUS 1976
LEIDEN
LEIDEN - "Leiden jaagt de industrie de stad uit".
"Vervangende bedrijfsterreinen nodig".
"Geen uitverkoop van bedrijfsgrond".
Onder dergelijke koppen verschijnen er geregeld stukken
in deze krant. In die stukken komen over het algemeen
bezorgde lieden aan het woord, die vinden dat het met de
werkgelegenheid in Leiden niet goed gaat.
ADVERTENTIE
i iim mui ui———
Zoekt U een goed
Ankerhorloge
reeds vanaf 40- of
Electronic-QUARTS
De beste merken brengen wij
U.
SEIKO - CASIO - CERTINA
PRISMA - CITIZEN -JUNG-
HANS - EWE - ANKER
Horioger v. d. Water
Haarlemmerstraat 181
Altijd voordelig.
EIGEN ATELIERS
onaanvaardbaar
De uittocht van bedrijven moet tot
stand worden gebracht, wordt dan
gezegd, en voor het aantrekken van
nieuwe bedrijven zijn nieuwe in
dustrieterreinen nodig.
Dergelijke uitspraken komen niet
uit de lucht vallen, maar zullen o.a.
worden ingegeven door de vol-
gende overwegingen:
i het industrieterrein "De Grote
Polder" in Zoeterwoude is bijna
vol;
9 de gemeente Leiden zal als ge
volg van binnenstadsreconstruc
ties voor een aantal ambachtelijke
bedrijven (die nu nog in de binnen
stad zijn gevestigd) vervangende
bedrijfsruimte moeten scheppen;
de ontwikkeling van de werkge
legenheid in de regio - en vooral die
in Leiden - geeft inderdaad reden
tot bezorgdheid
Kortom, de noodzaak tot het creë
ren van nieuwe industrieterreinen
lijkt overduidelijk aanwezig.
Ambtelijke nota
Aan die noodzaak wordt echter
ernstig getwijfeld in een ambtelijke
nota, die is opgesteld door het
hoofd van het bureau Sqciografie,
de heer M. W. Hoek. In Leiden zelf
|s er volgens hem maaf een tekort
van 9.5 ha., dat bovendien "goed
wordt gemaakt door een deel van
het industrie-oerrein "De Grote
Polder" in Zoeterwoude - met veel
Leidse werknemers r- als Leids in
dustriegebied te beschouwen".
Wanneer er gekeken wordt naar de
behoefte aan industrieterrein voor
de hele Leidse agglomeratie in 1985
is er volgens de sociograaf zelfs
zonder nieuwe terreinen al ruim
schoots voldoende terrein be
schikbaar om de te verwachten be
hoefte te dekken.
Een dergelijke uitspraak komt in
het geheel niet overeen met de con
clusie van een onderzoek naar de
toekomstige behoefte aan bedrijf
sterreinen, dat het bureau Rietman
Marketing Bouwnijverheid vorig
jaar m opdracht van de Kamer van
Koophandel heeft uitgevoerd.
Rietman komt tot de conclusie, dat
er in de omgeving van Leiden (in
clusief Katwyk, Rijnsburg en Val
kenburg) slechts tot en met 1978
voldoende industrieterrein be
schikbaar is. Voor de vestiging van
een nieuw industrieterrein beveelt
het bureau het gebied begrensd
door Europaweg, Rijn- en Schieka-
naal, Hoge Rijndijk en Rijksweg 4
Onderzoeksmethode
Ket zeer grote verschil tussen het
rapport van Rietman en de nota van
sociograaf Hoek wordt met name
veroorzaakt door een verschillende
onderzoeksmethode
Rietman heeft aan in deze regio ge
vestigde bedrijven gevraagd, hoe
veel ruimte ze in de toekomst nodig
dachten te hebben Gemeente
ambtenaar Hoek gaat echter uit van
het aantal inwoners van Leiden
Een bepaald gedeelte daarvan
werkt, dat is de beroepsbevolking.
Van die beroepsbevolking werkt
een bepaald gedeelte in de indus
trie. De industrie hoeft niet persé
op speciale industrieterreinen te
zitten, veel bedrijven zijn opgeno
men in de bestaande stadsbebou-
wing. In de industrieën, die wel op
speciale terreinen gehuisvest zijn,
werken ongeveer 100 mensen per
hectare. Als je dus weet hoeveel
mensen er behoren tot die categorie
van de beroepsbevolking, weet je
ook hoeveel terrein er nodig is.
Door Joop Maat
Hoek komt voor 1985 tot een bruto
terrein-behoefte van 96 ha. Aanwe
zig is al 51,5 ha, dus er is nog 44,5 ha.
nodig. Als nieuwe mogelijkheden
noemt hij:
Zuid-West 2,5 ha.
Merertwijk 6 ha.
DE Waard 9 ha.
Roomburg 5 ha.
Stevenshof 10 ha.
Leiden west 2,5 ha.
Totaal 35 ha.
Er blijft dus nog een tekort van 44,5
35 is 9,5 ha, bruto terrein. Deze be
nadering van de terrein-behoefte
gaat natuurlijk wel voorbij (en dat
erkent de sociograaf ook in zijn no
ta) aan de individuele terrein-
behoefte van bedrijven van hier of
van elders.
De nota heeft dan ook een heel an
der uitgangspunt, namelijk het
streven naar een evenwicht tussen
de aanwezige beroepsbevolking en
het aantal arbeidsplaatsen, met
vermijding van forensenstromen.
Op basis van dat uitgangspunt is de
conclusie: "Met de bestaande
industrie-terreinen en de nieuwe
terrein-mogelijkheden zal er ge
noeg ruimte zijn voor de wenselijk
geachte en bij de beroepsbevolking
passende industriële arbeidsplaat
sen op terreinen"
Commentaar
De nota van de heer Hoek zal bij
zyn collega van het bureau Econo
mische Zaken, de heer P R S Wol-
terbeek, niet zo goed gevallen zijn.
De laatste heeft in ieder geval een
kritisch commentaar op de nota-
Hoek geschreven, en dat aangebo
den aan de wethouders voor Ruim
telijke Ordening en van Economi
sche Zaken.
Volgens de heer Wolterbeek is het
helemaal niet zeker, dat op alle in
dustrieterreinen de norm van 100
LEIDEN - De plannen van minister
Westerterp (Verkeer en Waterstaat)
voor het openbaar vervoer zijn voor
Leiden als centrumgemeente on
aanvaardbaar. Dit is de opvatting
van het CPN-raadslid Hoeven. In
een brief aan B. en W. vraagt hij het
college om dezelfde mening ken
baar te maken aan de minister.
Het voornemen van de minister
moet volgens Hoeven worden ge
zien als een „intimidatie- en rancu
nemaatregel tegen de reeds jaren
lange bestaande eis van het perso
neel bij het streekvervoer voor een
harmonisatie van de arbeidsvoor
waarden bij het openbaar busver
voer' Hoeven somt in zijn brief de
gevolgen op, die Westerterps be
zuinigingsplannen volgens hem
zullen hebben: vele gebieden in de
avonduren en weekeinden worden
voor de lage-inkomensgroepen on
bereikbaar; door inkrimping of op
heffing worden ook andere buslij
nen onrendabel; de werkgelegen
heid en de inkomenspositie van de
mensen, werkzaam bij het streek
vervoer worden aangetast, het
openbaar vervoer wordt gestaag
afgebroken.
LEIDEN - PV „De Sleutelstad"
vloog vanaf St. Quentin. De uitslag:
l.A. J. Pracht, 2,8, N. Nievaart,3, 9.
T. Platteel, 4,7 W. v.d. Nieuwendijk
5,A. v.d. Dop en Zn. 6,10 C.
v.d.Nieuwendijk.
PV „Het Oosten" vloog met jonge
duiven vanaf St. Ghislain. In con
cours 57 duiven. De uitslag: 1.3.10
W. Gijsman, 2,6 D. Koet, 4. C. Gijs
man, 5, 7, 9 B. Singeling, 8. P. Juf
fermans. Uitslag navlucht vanuit
Essen met 279 duiven: 1,6. W. Fok
ker, 2,3. B. Singeling, 4,5,9, C. Gijs
man 7, H. van Klaveren, 8,10 I. de
Wolf.
PV „Leiderdorp" vloog met oude
duiven en jonge duiven vanaf Bre
da. In concours 222 duiven. De uit
slag was: 1,2,3,9,J. van Laar, 4,10. H.
Flippo 5. W. Hoogervorst, 6,7 M.
Reijerse, 8. H. Bonneur. Verder
werd met 59 jonge duiven gevlogen
vanaf St. Quentin. De uitslag was: 1
M. reijerse, 2,7 W. Hoogervorst,
3,4,5. J. van Laar, 6. M. Reijerse,
8,10. R. G. Slikkerveer.
PV „LPC" hield een wedvlucht
vanaif St. Dizier met jonge duiven
De uitslag was: 1. J. van Alphen, 2.
W. Schouten, 3,10. W. v.d.Hoogt, 4.
P. Groenendijk, 5,9. N. de Groot, 6.
W. Teske, 7. J. Groenendijk, 8. J.
Rozier. De uitslag van de jonge dui
venvlucht vanaf St. Quentin was:
1,2,9, N de Groot, 3. W. Schouten,
4,8. P. Groenendijk, 5,6. W. van de
Hoogt, 7. W. Onstenk, 10. P. de
Haas. Verder een wedvlucht vanuit
Breda. De uitslag: l.J. Groenen
dijk, 2. P. Groenendijk, 3. P. Koe
nen, 4,5 W. v.d. Hoogt, 6,8,9,10. P
Landesbergen, 7,. N. de Groot.
CPN: 'Plannen
Westerterp
k Het industrieterrein aan de Zijl waarover binnende Leidse raad grote verdeeldheid bestaat. Tegen de plannen om de bedrijven naar
eiders over te plaatsen bestaan grote bezwaren.
arbeidsplaatsen per hectare ge
haald wordt. Ook vindt hij de aan
name van de sociograaf, dat maar
30% van de beroepsbevolking in
1985 in de industrie en de groot
handel zal werken, te krap is uitge
vallen.
Verder oefent Hoek's collega Wol
terbeek felle kritiek op het feit, dat
de eerste in zijn nota als.nieuwe
"erkende" mogelijkheden onder
meer Roomburg en Stevenshof
heeft genoemd.
"De vermelde mogelijkheden in
Roomburg en Stevenshof zijn he
lemaal niet erkend", aldus Wolter
beek in zijn kritisch commentaar.
"Het is zelfs zeer de vraag of de
Raad er mee in zal stemmen, dat de
Stevenshof (het poldergebied ten
zuiden van de Rijndijk - red.) ooit
zal worden bebouwd. Bovendien
zijn de vermelde terreinen in
Leiden-west niet bestemd voor de
vestiging van industrie en groot
handel, maar voor kantoren", aldus
het hoofd bureau Economische
Zaken, die "aan werkelijke erkende
mogelijkheden" niet verder komt
dan 17,5 ha. in plaats van 35.
Nadat hij de nodige vraagtekens
heeft gezet bij de mogelijkheden
die De Waard, de Merenwijk en het
terrein in Zuid-West bieden,
schrijft de heer Wolterbeek, dat de
vraag of er wel voldoende terrein is,
maar van beperkt belang is. "Im
mers de terreinen moeten ook aan
de kwaliteitseisen, welke van de
kant van de industrie en de groot
handel worden gesteld, voldoen".
En hij concludeert, dat de beschik
bare mogelijkheden in kwalitatief
opzicht onvoldoende zijn. "De be
ste oplossing zou zijn een terrein
van ca. 50 ha. ten westen van
Rijksweg 4 voor industrievestiging
te bestemmen". Hetzelfde advies
als dat van het bureau Rietman dus.
Verder stelt Wolterbeek dat ook in
regionaal verband de beschikbare
terrein-hoeveelheid in het bezit van
de gemeenten dusdanig is, dat dit
geen oplossing kan bieden voor het
tekort van Leiden. Ook ontbreekt
het bestuurlijk kader (gewest),
waar binnen een regionaal werkge
legenheidsbeleid zou moeten
plaatsvinden.
LEIDEN - Staatssecretaris Van
Dam (volkshuisvesting) heeft van
middag de eerste paal geslagen
voor een gebouw van de Stichting
fiuisvesting Werkende Jongeren
aan de dr. Lelylaan hoek Storm
Buy sing straat in het Nfcrskwartier
Er worden daar 93 flats gebouwd
met een huur van ongeveer twee
honderd gulden per maand.
Het gebouw zal het eerste concrete
resultaat zijn van de samenwer
king die is gegroeid tussen de Stich
ting Huisvesting Werkende Jonge
ren, de Stichting Studenten Huis
vesting en de universiteit. De 93
flats zijn onder te verdelen in 77
tweekamer-appartementen. De
tweekamer-appartementen zijn 45
m2 groot en bevatten een woonka
mer van 25 m2,een slaapkamer van
vijf m2, een keuken, een douche en
een wc. Als de bouw geen vertra
ging oploopt zal de flat omstreeks
januari of februari 1978 voor be
woning gereed zijn. Zowel wer
kende jongeren als studenten kun
nen er een plaats krijgen.
De ontwikkelingsmaatschappij
Projekt 5 te De Bilt heeft de ontwik
keling van het plan gecoördineerd
Zij heeft voor het ontwerp een op
dracht gegeven aan het Rotter
damse architectenbureau Tol,
Noordhoek en De Ruyter. Het ge
bouw zal een., zeker voor de Mors.
nogal ongebruikelijk, terrasvormig
uiterlijk krijgen (zie tekening). De
bouw wordt uitgevoerd dóór Wilma
uit Den Haag
LEIDENIOSS - In Oss wordt op het ogenblik hard gewerkt aan de bouw
van de kabeltv-mast van de Stichting Mast. Dat gebeurt bij de maste-
nonde rneming Kaal van der Linden bvDe Leidse wethouder Van Aken
voorzitter van de stichting heeft zaterdag in gezelschap van de twee
secreta rissen van de stichting - de heren Cremers en Van Winterswijk -
een bezoek gebracht aan Oss.
Directeur Kaal jr. gaf een uiteenzetting over de unieke constructie van
de voor Nederland hoogste ontvangstmastDe mast wordt 116 meter
h&og en krijgt een plaatsje op het terrein van Ketelmeerlaan en Broe-
kweg in de Merenwijk. Vorige week werd de eerste paal voor deze mast
geslagen De Stichting Mast zal voor kabel-tv en -radiosignaal gaan
zorgen voor de bewoners van Leiden en Leiderdorp.
Zoals bekend zal Multivisie in Uegstgeest een mast bouwen en neeft
staatssecretaris Van Huiten zijn bertiiddeling aangeboden om alsnog te
komen tot de bouw van slechts één mast in de Leidse regio.
LEIDEN - "Het had mogelijk
ten zijn de tekorten eerder te sig
naleren". "Het accountantson
derzoek had geregeld plaats
ten vinden, dat is veel te laat ge
beurd". Dit is de conclusie over
de moeilijkheden bij Migranten-
centra van K. H. Dekker, chef van
Bureau Huisvesting, die enige ja
ren namens de gemeente Leiden
in het algemeen bestuur van de
Stichting Migrantencentra zat.
Na bijna drie jaar huizen voor
gastarbeiders beheerd te hebben,
moest Migrantencentra zich eind
1975 uit Leiden terugtrekken,
met verliezen die nog steeds niet
afgehandeld zijn.
De positie van Dekker roept daarbij
vragen op. Had hij de tekorten
zelf niet eerder kunnen signale
ren? Wat betekent het onderzoek
dat de Rotterdamse officier van
justitie instelt naar het handelen
van Migrantencentra voor de
gemeentelijke vertegenwoordi
ger Dekker die enige jaren in het
bestuur heeft gezeten?.
De financiën beschouwde Dekker
in eerste instantie als een zaak
van het dagelijks bestuur en van
de penningmeester in het bijzon
der Zonder speciale opdracht
van de gemeente was hij in het
algemeen bestuur gekomen, en
hij hield zich bezig met "de grote
lijn" en de huisvestingsproble
men. wat tenslotte ook zijn werk
bij de gemeente is. Hij benadrukt
dat hij nogal moeite had tijd te
vinden voor dit bijbaantje "Al
leen in mijn vrije tijd heb ik er
aandacht aan kunnen besteden".
Als in de gelederen van de ge
meente de positie van Dekker ter
sprake komt naar aanleiding van
de moeilijkheden met Migran
tencentra, voelt Dekker zich in
het nauw gedrongen en wijst op
de kwetsbaarheid van de ambte
naren die namens de gemeente in
een of ander bestuur gaan zitten,
vaak zonder specifieke opdracht.
Daar is wel tegenin gebracht dat
een regelmatige rapportage aan B
en W die positie minder kwets
baar maakt
Toen Migrantencentra zich uit Lei
den wilde terugtrekken, richtte
de gemeente de Tijdelijke Com
missie (TC) op. Daarin kreeg
Dekker een plaats. Maar als (ge
wezen) bestuurslid van Migran
tencentra kwam hij af en toe "in
de mangel" bij de onenigheid die
tussen Migrantencentra en de TC
ontstond bij de overname van het
beheer van de huizen voor gas
tarbeiders.
De overname van de panden ver
liep bijzonder rommelig waarbij
steeds duidelijker het financiële
debacle van Migrantencentra aan
het licht kwam.
Naar aanleiding van de houding
van Migrantencentra in de Groe-
nesteeg trok Dekker zich 1 april
terug uit het bestuur van deze
Stichting.
De TC eiste op een gegeven mo
ment van Dekker om de papieren
die hij had van Migrantencentra
aan de TC te geven, dan zou deze
commissie kunnen onderzoeken
of de vorderingen die Migranten-
centra meende te hebben op de
gemeente terecht waren. Maar
Dekker voelt er weinig voor die
papieren te geven: hij wil zich
niet in de vingers snijden en geen
last krijgen met de andere be
stuursleden, hoewel hij op dat
moment al niet meer in het be
stuur zit. Hij vraagt zich af, of hij
als oud-bestuurslid wel papieren
véin het bestuur mag geven, en
verwijst naar het secretariaat van
Migrantencentra. Dat zette veel
kwaad bloed in de TC.
Dekker "Een commissie kan mij
dat niet opdragen, hoogstens iets
vragen. Ik heb bedenktijd ge
vraagd en erover nagedacht. Ik
heb de problemen bij de gemeen
tesecretaris naar voren gebracht,
waarom ik dit als bestuurslid niet
moest doen".
"Een onderzoek moet door de
afhankelijke accountant
schieden"
"Als oud-bestuurslid jnocht ik
zomaar stukken geven, da
mocht ik niet doen. Bij het op
zeggen van het bestuurslidmaat
schap, dan gooi ik alles weg, dan
kan ik alles weggooien. Ik zat
namens B en W, en die hebben
niet gevraagd om de stukken. Die
zaak is door de gemeentesecreta
ris behandeld in B en W. Daar
over was ook niets vantevoren
afgesproken".
"Wat is de rede dat de Tijdelijke
Commissie de stukken wilde
hebben? Ik heb nooit antwoord
gehad op die vraag".
"Het uitgangspunt is: stukken
moetje halen bij het secretariaat;
niet bij een bestuurslid. Als ik
tegen jou iets wil beginnen, ga ik
jou niet vragen om materiaal te
leveren..."
Gemeentesecretaris Lodder, als
baas van Dekker, ziet geen moei
lijkheden met zijn verantwoorde
lijkheid ten aanzien van Dekker,
geen reden om in te grijpen. Waar
Lodder zich wel zorgen over
blijkt te maken, is het onderzoek
naar Migrantencentra waar B en
W bij de officier van justitie om
gevraagd hebben. Het feit dat een
ambtenaar van de gemeente in
het bestuur,van Migrantencentra
heeft gezeten, maakt het onder
zoek niet gemakkelijk voor de
gemeente. De gemeente zou als
partij in deze schade op kunnen
lopen.
Enige tijd geleden besloten B en W
dan ook dat het beter is als niet de
afzonderlijke ambtenaren met de
officier van justitie gaan praten,
maar wethouder Verboom zelf,
samen met Lodder. Het college
van B en W en Lodder zijn bang
dat de gemeente bij het onder
zoek in discrediet raakt en willen
de uiterste zorgvuldigheid in acht
nemen om de rust onder de amb
tenaren te bewaren.
Tom Maas