Een compleet boek
voor de zeezeiler
Boekenplank
Tacuinum
Sanitatis:
goede
wenken
van
verre
voor
vaderen
Winkler Prins Grote
Wereldgeschiedenis
handhaaft hoge peil
Twintig fietsroutes
door Zuid Holland
Zeilsport, Zeiltechniek, Zeiljachten
Adresboek
Katholiek
Nederland
Amerika
Vogels
Allure
Kind
Handig
Böll wil een
'gewoon'
burger zijn
i Een van de vaak aandoenlijk primitieve miniaturen.
Tacuinum Sanitatis, middeleeuwse
gezondheidsleerFacsimile-uitgave
van vijf manuscripten uit de 14de
en 15de eeuw (uitgave Het
Spectrum-Utrecht! Antwerpen, 156
bladzijden, prijs 75.-)
Een juweeltje van een boek, deze
verzameling met goede wenken
van onze verre voorvaderen uit de
Middeleeuwen. Het ging hierbij
overigens allereerst om lectuur
voor de heelmeesters en zeker niet
om een soort middeleeuwse medis
che encyclopedie voor de modale
poorter van die jaren. Het was alle
maal Latijn wat de klok sloeg. De
voorschriften vervat in die hand
boeken gingen terug op genees
kundige theorieën uit de Oudheid
en met name op het Corpus Hippo-
craticum, vernoemd naar de be
roemde Griekse arts Hippocrates,
auteur ook van de eed die iedere
hedendaagse geneesheer nog aflegt
alvorens hij zich op de lijdende
mensheid stort. De basis van de leer
wordt gevormd door de lichaams
vochten, de humores: phlegma
(slijm), cholus (gele gal), sanguis
(bloed) en melancholia (zwarte gal).
Naar gelang één van die humores in
een lichaam overheerst, ontstaan er
vier mensentypen flegmatici, me
lancholici enzovoorts. In de loop
van de tijd zijn de lichaamsvochten
dan ook aan de vier elementen van
Aristoteles gekoppeld, aarde, lucht,
water en vuur. De gezondheid van
de mens en eventueel zijn herstel
wordt bepaald door het evenwicht
van de vier humores. Soms komt
het aan op "uitscheiden" van een
vocht (laxatio), soms juist op het
vasthouden (constrictio). De klas
sieke kennis van de geneeskunde is
in de donkerste middeleeuwen
juist door de Arabische geneeshe
ren bewaard. Vooral aan deze Ara
bische varianten ontlenen de ge-
zondheidsvademeca van de late
middeleeuwen hun kennis.
Deze "Tacuina" sommen alle mo
gelijke soorten van dagelijks voed
sel op en noemen de voor- en nade
len en vermelden bovendien een
middel om de nadelen op te heffen.
Zelfs gaan de schrijvers nog verder
en stellen ook de medische facetten
van wollen kleding of een jaarge
tijde aan de orde. Zo is de lente
schadelijk voor "onreine licha
men". Tegenmiddel: "het lichaam
rein te houden". Sla is heilzaam bij
"slapeloosheid en zaadbevloeing.
Daarentegen schadelijk voor de
bijslaap en de ogen. Tegenmiddel:
mengen met selderie. Kweeperen
maken iemand opgewekt en ener
giek. Zij zijn echter schadelijk bij
koliek. Het tacuinum schrijft als
remedie dadels met honing voor.
Schitterend zijn vaak de aandoen
lijke primitieve miniaturen afge
beeld. Een treffender beeld van le
ven en werken van de mens op zijn
laatste middeleeuwse benen kan
men zich nauwelijks wensen. De
stelligheid, waarmeee allerlei mid
deltjes worden aangeprezen ver
schilt trouwens niet zo heel veel
van de methoden die menige tekst
schrijver voor de moderne farma
ceutische industrie toegepast. Eet u
dus maar gerust een perzik bij
brandende koorts.
H.M.
Iedereen die poogt enig inzicht te krijgen in de literatuur
die er op het gebied van de zeilsport is uitgebracht, komt al
vrij spoedig tot een tweetal conclusies.Ten eerste: er wordt
- naar het schijnt --meer geschreven dan daadwerkelijk
gezeild. Ten tweede: een speurtocht naar ,,het complete
zeilboek" zal altijd vruchteloos zijn, want een dergelijk
boek bestaat niet.
De oorzaak daarvan is tweeledig.
Enerzijds valt het zeilen uiteen in
het met zeilboten bevaren van bin
nenwateren en de zee en anderzijds
zijn defce twee categorieën dan weer
onder te verdelen in wedstrijdzei
len en toerzeilen. We hebben het
dan nog niet over specialismen als
brandingzeilen, windsurfing en zei
len op bevroren water het zoge
naamde ijszeilen
Gelukkig zijn er toch nog mensen
die erin slagen op elk van deze ge
bieden een gespecialiseerd boek te
produceren. Een van hen is Juan
Baader. een man die vrijwel alle
wereldzeeen afzeilde, die met
„Zeilsport, Zeiltechniek en Zeil
jachten" (El Deporte de la Vela) een
opvallend compleet boek schreef
voor en over hen die in competitie
verband oceanen, zeeën, straten en
kanalen bevaren. Kortom een boe,k
voor de wedstrijd-zeezeiler, waarin
overigens ook de toerzeiler een
forse hoeveelheid nuttige gegevens
en tips zal vinden. Het boek, dat de
zer dagen by uitgeverij „Hollandia"
zijn vijfde druk beleefde werd her
zien door luitenant ter zee J. F.
Brongers, die het veertien jaar ge
leden voor het eerst verschenen
werk aanvulde met gegevens over
transatlantische zeilraces, jacht
bouw, meerrompboten en zelfstuu-
rinrichtingen.
„Z,Z en Z." - om de titel maar even
te simplificeren - begint met een
chronologisch overzicht van de
ontwikkeling van het zee-zeiljacht.
In het eerste hoofdstuk zijn be
schouwingen over Vikingschepen,
brikken, jonken en klippers opge
nomen. Deze episode wordt direct
gevolgd door de ontwikkeling van
de jachtbouw en het zeilen met
jachten, de luxe vorm van datgene
wat het zeilen aanvankeijk eigen
lijk was. Want een ontwikkeling die
men in de binnenvaart pas veel la
ter zag zette zich al zeer vroeg in op
de zee: de bittere noodzaak van hen
die er hun dagelijks brood mee
moesten verdienen werd tot plezier
voor de rijke man. Zoals de Friese
skütsjes en tjalken nu alleen nog
maar fungeren als enerzijds toeris
tische attractie en anderzijds aan
gename weekend- en vakantiever
pozing verschenen ook op zee - zij
het al korf na de middeleeuwen - de
luxe-jachten en uiteindelijk bleken
trotse vrachtvaarders als klippers
en schoeners alleen nog maar ge
schikt voor zeilraces, zoals die vrij
kort geleden nog werden gehouden
ter opluistering van de tweehon
derdste verjaardag van de Ameri
kaanse onafhankelijkheid.
Baader, en in diens voetsporen lui
tenant Brongers, geven in het boek
verder een uitstekende uiteenzet
ting over wat er allemaal nodig is
om een jacht te bouwen, de voor- en
nadelen van verschillende bouw
wijzen en tuigages, de zelfbouw en
wat dies meer zij. Verder, hoe kan
het anders, krijgt de wind ruime
aandacht waarbij zelfs de aërody
namische aspecten van het zeil niet
vergeten worden.
Voor hen die het boek alleen maar
uit oppervlakkige belangstelling
lezen wordt een en ander halver
wege oninteressant, want dan ko
men de cijfers, omrekengetallen,
"Yardstick" getallen, relatieve
vaart en de weerstand van de va
rende boot om de hoek kijken. De
ware wedstrijdzeiler vindt vooral
daar een schat van informatie die -
voor het halen van een zo optimaal
mogelijk zeilvermogen - van essen
tieel belang is. Baader wijdt zeer in
teressante beschouwingen aan het
trimmen - zelfs voor veel ingewij
den vaak nog een duister spel met
de stand en de vorm van de mast.
Van belang zijn zeker ook de tips
achterin het boek over zeilen tij
dens stormweer, veiligheidsmaat
regelen en koersberekening. Het
boek eindigt met een beschouwing
over motoren voor zeiljachten en
een zowel uiterst handige als nut
tige omrekeningstabel.
'Z, Z en Z" blijkt al met al een duur,
maar daarom zeker niet minder
nuttig boek te zijn.
Juan Baader. Zeilsport. Zeiltech
niek. Zeiljachten5e herziene druk
bewerkt door luitenant ter zee J. F.
Brongers. Vertaling H.J. L.en L. F.
Kliphuis onder redactie van mr. J
van Vollenhoven en A.de Boer. Uit
gave Hollandia BV. Baarn. Prijs
f69j0. bij intekening voor 1 okto
ber f64 jO.
HEM
Winkler Prins Grote Wereldge
schiedenis, deel 4 (uitgave Elsevier)
Prijs: 78-
Dit vierde deel uit Elseviers
prestige-uitgave behandelt de
nieuwe geschiedenis, waaronder
ook in het onderwijs sinds jaar en
dag de periode wordt verstaan van
na de grote ontdekkingen totaan de
Franse revolutie. Interessant in dit
deel zijn vanzelfsprekend onze ei
gen dramatische episoden in dat
tijdsbestek van driehonderd jaren.
De ..Pius-almanak" is jarenlang,
met name op de redacties van ka
tholieke kranten, een onmisbaar
naslagwerk gebleken. Er was geen
katholiek persoon van enige impor
tantie in Nederland of organisatie
hoe klein dan ook. die niet met adres
en telefoonnummer in dit omvan
grijke boekwerk was opgenomen,
leder jaar werd er dan ook reikhal
zend uitgekeken naar de volgende
herdruk. Het naslaan bespaarde
veel tijd en voorkwam ergernis. In
de tijd vóór de jaren 60 was het on
vermeld laten van één van de vaak
vele voorletters een "doodzonde"
met in sommige gevallen grote con
sequenties.
Toen de laatste redacteur, de on
volprezen Henri Overhof van De
Tijd, met pensioen ging in '70 ver
scheen de almanak nog één keer.
Daarna viel er een stilzwijgenHet
enige jaren geleden opgerichte se
cretariaat voor de R.K. Kerkpro
vincie in Utrecht wilde in de lacune
Een hoofdstuk is speciaal aan de
Nederlanden gewijd. Het is daarbij
zeer aangenaam dat de samenstel
lers zijn afgestapt van het traditio
nele 'Hollandse' standpunt. Daarbij
zal wel de praktische overweging
hebben meegespeeld dat deze
Winkler-Prinsgeschiedenis ook in
Nederlandstalig België op de markt
wordt gebracht. Derhalve is de be
schrijving van het tijdperk in drie
grote moten gehakt. Eén gaat over
de Nederlanden onder Karei de
Vijfde, éen behandelt de strijd, af
scheiding en bloei van de Zeven
(noordelijke) Provinciën, en één
houdt zich intensief met de aan de
Habsburgers onderworpen geble
ven zuidelijke Nederlanden bezig.
Opvallend is dat er zeer veel ruimte
wordt gereserveerd voor cultuur
geschiedenis.
Zoals ook bij de voorgaande delen
maakt men weer ruimschoots waar
een wereldgeschiedenis te schrij
ven met de nadruk op de beide eer
ste lettergrepen. Speciaal mogen
wel de bladzijden genoemd wor
den, gewijd aan China en Japan.
Daarbij is prachtig en goeddeels
onbekend illustratiemateriaal ge
bruikt. Daarbij vergeleken - en dat
is extra jammer in een afgewogen
werk als dit - zijn sommige van de
reprodukties gewijd aan renais
sance en barok wat aan de 'schelle'
kant. En hoekanjeoveremperisme
en over staatstheorieën praten, zo
dacht ik toen ik het register door
bladerde zonder Thomas Hobbes te
noemen? Ik was daarbij wat voor
barig, zo bleek, want op bladzij 150
kwam ik hem inderdaad tegen.
Maar daar ging wel enig zoeken aan
vooraf en dat mag eigenlijk niet in
een dergelijke uitgave. Ik hang er
ook weer niet al te zwaar aan: het
belangrijkste is dat de Grote We
reldgeschiedenis ook in dit deel het
hoge peil handhaaft.
H.M.
r De boten met meerdere rompen,zoals deze trimaran i
ken 33" krijgen in het herziene boek van Baader ext
Rivieren, dijken, polders en over
zetveren: Meta de Visser-Ameling:
uitgeverij SARI. Dordrecht, f 6,90
De schrijfster heeft een grillig
boekje gemaakt met twintig fiets
routes door Zuid-Holland teen en
kele in de buurt van Leiden) en do
cumentatie over haar strijd om
overzetveren te behouden. Al le
zende is het verbazingwekkend om
te ontdekken hoeveel overzetveren
er in heel Zuid-Holland nog zijn.
Uit het gebied rond Leiden worden
benoemd de roeibootveer over de
Rijn bij Valkenburg, de roeiboot-
veer over de Wijde Aa en de auto-
veer aan de noordkant van de
BraassemermeerAlle tijden en ta
rieven staan achterin vermeld.
De interessante fietsroutes zijn ge
lardeerd met allerhande gegevens
over de strijd om ruimte voor de
fiets te behouden. Deze documenta
tie biedt een kaleidoskopisch beeld
van wat er in Zuid-Holland zoal
Op deze pagina
bijdragen van:
Han Mulder
Hans E. Meijer
Tom Maas
Theo Kroon
..Dit is Amerika, portret van de
Verenigde Staten i Winkler Prins
Paperbacks, prijs f 19,50).
De twee eeuwen oude (want jong
kan je zoiets toch niet noemen)
Verenigde Staten inspireerden
menig uitgever tot activiteit. Veel
opzienbarends is daar tot nu toe
niet bij. Ook het boekje van de re
dactie van Winkler Prins-
encyclopedie lijkt een gelegenheid-
onderneming zonder werkelijke
pretentie. Bondig vertelt het de ge
schiedenis van het land, zijn staat
sinrichting en geografie. Voorts
stagn er hoofdstukjes in over eco
nomie, de cultuur, het onderwijs en
nog zo een paar dingen meer. Om
dat het boekje waarschijnlijk nog
niet dik genoeg was is er ook nog
een honderdtal biografietjes van
„grote" Amerikanen toegevoegd.
Wat de criteria waren om al of niet
in deze galerij van de overzeese on-
sterfelijken te worden opgenomen,
werd er niet bij verteld. Zo kunnen
boekjes die bedoeld zijn om vragen
te beantwoorden, juist vragen op
roepen. Voor encyclopédie
redacteuren om slapeloze nachten
te krijgen.
H.M.
Book Review over de nieuwe
kleine roman van de jonge Ameri
kaanse schrijver Kotzwinkle ge
schreven. Zoals alle aanprijzingen
op boekenkaften een beetje over
dreven, maar in dit geval wel waar.
„Zwemmer in de geheime zee" is
een eenvoudig en eerlijk versteld
verhaal dat zich op volkomen van
zelfsprekende wijze ontwikkelt,
ongedwongen en natuurlijk, en
daardoor zeer aanspreklijk is. Be
schreven wordt de geboorte van
een kind; het eerste kind na tien
jaar wachten en honen van een jong
echtpaar. Wat voor effect nieuw
geboren leven en daaraan gekop
peld de dood hebben op de emoties,
de liefde van de twee ouders, wordt
beeldend beschreven.
T.M.
„Kotzwinkle realiseert een onont
koombare sfeer van liefde en ver
lies". heeft de New York Times
'Grofe Spectrum Encyclopediedeel
9 Humor-Joodse Godsdienst tuitge
verij Het Spectrum UtrechtlAnt-
werpen)
In dit deel komen nogal wat landen
uitgebreid aan de orde: Italië, Ier
land, India, Iran, Indonesië en Ja
pan bijvoorbeeld. Voorts zijn er in
teressante artikelen over „inpolder
ing" en „industriële revolutie" Het
hoge niveau van vormgeving en
functinele illustraties wordt onver
kort gehandhaafd. De prentenge-
wijd aan de anatomie van het insect
zijn juweeltjes van grafisch kun-
Met de opzet van meestal langere
artikelen herinnert de Grote Spec
trum soms aan de „ENSIE", „En-
sie" den og altijd zeer lezenswaar
dige systematische encyclopedie
van pas na de oorlog. Het stuk over
„Internationale Politiek" is afge
wogen en evenwichtig, maar
vanzelfsprekend heeft men zich te
voren beperkingen opgelegd op
een terrein dat op zich moeiteloos
en verantwoord is uit te breiden.
Omdat een encyclopedie toch een
leidsman moet zijn naar verdere
kennismaking, mist men - juist bij
goede artikelen - verdere literatuu
ropgave. Dat gemis is naarmate
men de Spectrum meer gaat raad
plegen, opvallender geworden. Het
is waarschijnlijk te laat om de opzet
van de encyclopedie in zoverre nog
bij te pleisteren dat er voor derge
lijke bibliografie plaats is. Boven
dien vereist een verantwoorde bi
bliografie heel wat deskundige
mankracht. Ook alweer een kwes
tie van geld dus. Maar dat gemis
mag niet de grote waardering over
schaduwen voor een encyclopedie
van waarlijk internationale allure
HM.
Handig boekje voor het opslaan
van beknopte informatie. Er staan
16 duizend trefwoorden in en bo
vendien is men niet karig met illus
traties en tabellen. Helemaal con
sequent wordt daarmee niet ge
werkt. Zo is er wel een kaartje over
de verspreiding van de Islam, maar
niet over de andere wereldgods
diensten. De romaanse kunsten de
gothiek worden met een paar af
beeldingen van architectuur en
meubels naar stijl gekarakteri
seerd, maar bij renaissance en ba
rok wordt volstaan met één simpel
plaatje. Ook hanteert men soms be
grippen zonder er volledig uitleg
over te geven. Voorbeeld is een
ranglijst van landen in stadium van
ontwikkeling. Daarbij wordt de
„ontwikkelingsindex" gebruikt.
Onder het trefwoord wordt dan wel
vermeld welke aspecten een rol
spelen bij de vaststelling van die
ontwikkelingsindex, maar hoe de
Er werden contacten ge
legd. maar de reacties waren zó
overstelpen overstelpend uiteenlo
pend. dat een nieuw adresboek in
74 niet haalbaar bleek. Men bleef
het secretariaat echter bestoken met
vragen naar het al of niet bestaan
van oude en nieuwe instellingen en
naar namen en adressen van per-
Nu eindelijk is het adresboek ver
schenen bij de uitgeverij Gooi en
Sticht. Door zijn geringe omvang
heeft het nauwelijks gelijkenis met
zijn „eerbiedwaardige" voorgan
gers, maar het zal zeker in een be
hoefte voorzien. Onder de bekende
titel "W'ie, wat waar. Adresboek
voor katholiek Nederland 1976" ligt
er nu een naslagwerk, dat op de
meest voorkomende vragen ant
woord geeft. En daar ging het om.
Uiterst geslaagd en bepaald onmis
baar voor iedereen, die bekend wil
raken in het wereldje van katholiek
Nederland.
"Wte, wat, waar. Adresboek voor
Katholiek Nederland 1976".Gooi en
Sticht f 15,-
T.K.
omgaat op het gebied van land
schapen milieu, welke beslissingen
van de overheid op welke manier
beïnvloed konden wordenVeel lite
ratuurgegevens maken dit curieuze
werkje tot een belangrijke bijdrage
in de stroom, van informatie over
het Hollandse landschap.
Het boekje is zowel in de boekhandel
als bij de Werkgroep Fiets (Kaiser-
straat 63, Leiden) te koop.
TM.
preciese berekening verloopt, ver
neemt men niet.
In het algemeen een heel bruikbaar
werkje dat een plaats verdient op
de plank naast het verklarend
woordenboek voor de moedertaal.
H.M.
Vogels van zee, meer en moeras:
Henning AnthonlA. P. en G. den
Hoed: Moussault: f 23,50.
Dit is het tweede deel uit de driede
lige Vogelencyclopedie van Mous
sault. Vogels van bos, tuin en park
vormen het onderwerp van het al
verschenen eerste deel en het derde
deel (Vogels van veld, heide en
hoogte) zal nog dit jaar verschijnen.
Het zijn degelijk uitgevoerde werk
jes van ruim 250 bladzijden, met
een gedeelte dat bestaat uit heldere
en duidelijke kleurenplaatjes van
de vogels, die verderop in het boek
uitvoerig beschreven worden.
Handiger zou wellicht toch zijn als
de tekst direct bij het plaatje had
gestaan, maar dat zal technisch wel
moeilijk te verwezenlijken zijn.
Voordeel van het opsplitsen van de
vogelstand in drieën is dat men niet
hoeft te sjouwen met een lijvig
boekwerk als men de natuur in
gaat, maar zo'n driedeling heeft na
tuurlijk altijd te lijden onder een
zekere willekeur. Maar wie doelge
richt in de in de inleiding ge
noemde zoutwater- en zoetwater-
gebieden op zoek gaat naar vogels
zal in het boekje stellig elke vogel
aantreffen. De handige en stevige
pocket is prijzig, maar zeker zijn
prijs waard.
T.M.
Heinrich Boll
Drie dagen in maart, gesprekken
van Christian Linder met Hein
rich Bol: Elsevier; f 12,50; 104
bladzijden.
Heinrich Bol is een fenomeen, niet
alleen als schrijver maar meer nog
als verschijning in het Duitse poli
tieke leven. Zijn unieke positie
(„Het geweten van de Bondsrepu
bliek") maakt hem omstreden en
kwetsbaar, en zijn talloze werken
lokten steeds opnieuw discussies
uit, vooral in de rechtse en ultra
rechtse pers in Duitsland.
Christian Linder heeft drie dagen
met Böl gesproken (over zijn plaats
in het Duitse openbare leven, zijn
herinneringen, de oorlog, zijn ro
mans en schrijvershouding daar
tegenover enzovoorts). De neerslag
van deze gesprekken is niet een af
gerond geheel; hoewel Bol en Lin
der samen de letterlijke tekst van
de gesprekken hier en daar hebben
aangepast of ingekort blijft het
boek het karakter van de gesprek
ken weerspiegelen: hoe deze moei
lijk op gang komen, soms op niets
op deze wijze geven de gesprekken
langzamerhand een markant beeld
vam de beroemde schrijver. Heel
helder komt de realistische kijk van
Böl op de samenleving en zijn
schrijverschap naar voren: een-
ware (en hoognodige!) ontmytise-
ring. Het blijkt ook duidelijk uit de
gesprekken dat die mythevorming
Böll danig dwars zit: hij wil als
„gewoon" burger leven. „Het is in
derdaad een mal, onzinnig image.
Ik heb dat image nooit gewild. Ik
kan het ook niet waarmaken. Weet
u, het feit dat men monumenten
maakt en mensen tot monumenten
maakt zonder dat ze er iets voor of
tegen kunnen doen - dat is een zo
ondemocratische gang van zaken
dat ik bereid ben, heftige kritiek en
vernietiging van mijn image te aan
vaarden. Maar verdachtmakingen
aanvaard ik niet".
Zijdelings komen nog verschil
lende van Bolls boeken ter sprake.
Voor wie zich nader wil informeren
over Böll, zyn manier van werken
en zijn drijfveren is „Drie dagen in
maart" een boeiend en waardevol