'Als de paus
gesproken
heeft, is de
kous af
voor mij
Luns sloeg
record op
NAVO-SECRETARIS
WORDT 65 JAAR
19 JAAR MINISTER
"Ik houd
mijn hart
vast voor de
ontwikkeling
van de r.k.
kerk in
Nederland"
"Sommige
geestelijken
houden op de
kansel linkse
redevoeringen
in plaats
van preken"
ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1976
Mr. Joseph Luns, secretaris-generaal'van de NAVO, werd op 28 augustus
1911 in Rotterdam geboren als zoon van de bekende hoogleraar en kunste-
naarprof. HuibLuns. In 1918 verhuisde hij naar Den Bosch en in 1923 naar
Amsterdam, alwaar hij in de Valeriusstraat opgroeide "in een flamboyante
omgeving, vol levenskunst, esprit, hard werken en vrolijkheid".
In die jaren reeds - hij was pas 12 jaar las hij alles, hoofdartikelen en
kamerverslagen incluis, over de buitenlandse politiek. Na 4 jaar het gym
nasium aan het St. Ignatiuscollege te Amsterdam gevolgd te hebben ging
hij naar Brussel om aan het Instituut Saint Louis zijn gymnasiale studies af
te maken en zich te bekwamen in de Franse taal. Na het behalen van het
diploma wilde hij aan het Koninklijke Instituut voor Marine te Den Helder
een opleiding volgen voor beroeps marine-officiër. Hij was echter 3 dagen
te oud en werd zodoende afgewezen.
Leidse universiteit
Na zijn militaire dienstplicht deed hij enige tijd praktische handelserva
ring op bij het scheepvaartkantoor Van Es en Van Ommeren in Amster
dam. Daarna ging hij rechten studeren aan de Rijksuniversiteit in Leiden
en de gemeentelijke universiteit van Amsterdam. Aan de laatste universi
teit was hij rector van de senaat, commandant van de studentenweerbaar
heid, praeses van de studententoneelvereniging en van het katholiek dis
puut Hera.
In 1937-38 volgde hij een cursus in politieke economie aan London School
of economics van de universiteit van Londen, waar hij later tot honorary
fellow (ere-professor) werd benoemd. In 1938 volgde hij een cursus aan het
"Deutsches Institut für Auslander" van de universiteit van Berlijn. Na het
afleggen van het examen voor de Buitenlandse dienst werd hij begin
september 1938 benoemd tot gezantschapsattaché en verbonden aan het
departement van Buitenlandse Zaken in Den Haag als secretaris van de
toenmalige minister mr. J. A. N. Patijn. Hij was in verschillende diploma
tieke betrekkingen werkzaam eerst in Bern 1940—*41daarna in Lissabon
(1941—*43) en tenslotte in Londen (1943—*49). Van 1949 tot 1952 was hij als
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger van Nederland met de
rang van ambassaderaad bij de Verenigde Naties werkzaam. In 1952 werd
hij benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken. De eerste 4 jaar deelde
hij de functie met "z'n Beijen", de laatste 15 jaar - medio 1971 werd hij
opgevolgd door de fractievoorzitter van de KVP in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal drs. W. K. N. Schmelzer - deed hij het alleen. Met die 19
jaar aan BZ sloeg hij het bestaande record, dat op naam stond van jhr. mr.
dr. Van Karnebeek (1918-1927) zelfs met 100 pet. In 1971 trad hij in functie
als secretaris-generaal van de NAVO en vertrok hij naar Brussel. Daarmee
verliet een unieke persoonlijkheid Nederland.
energieke, kundige
"Een jovialeflinke
Met zijn eeuwige blauwe pak
met lichtgrijze streepje, zijn
machtige gestalte van 1.96
m., die boven iedereen uitto
rent, zijn schorre hese stem,
zijn groot gelaat met klein
snorretje onder een uitge
sproken aanwezige neus -
"bijzonder fraai gevormd,
een neus om zo te zeggen,
waarmee men voor de dag
mag komen, een neus ook,
waarmee geen moeder haar
kroost ongaarne getooid zou
zien", aldus de man zelf,
schertsend in zijn voor
woord bij Oplands politieke
prenten - zijn droge humor,
zijn losse manier van doen
en niet te vergeten zijn
Schotse plaid tot over zijn
schoenen was mr. Joseph M.
A. H. Luns. secretaris
generaal van de NAVO, vlak
voor zijn heengaan naar
Brussel vijf jaar geleden en
na 19 jaar ministerschap van
Buitenlandse Zaken, vol
gens een NIPO-onderzoek
naar voren gekomen als een
"sympathieke, aardige, jo
viale. flinke, energieke.
kundige, capabele, telege-
nieke en humoristische
man". Zo oordeelde, op een
enkele uitzondering na, het
totale Nederlandse volk over
deze volstrekt onimponeer-
bare man, die zaterdag 28
augustus a.s. 65 jaar wordt.
Hij bleek de populairste Ne
derlander en bij eventuele
verdwijning van de monar
chie de meest genoemde
kandidaat voor het presi
dentschap van de republiek.
Die enkele uitzondering
stond in schrille tegenstel
ling tot de vele bittere aan
vallen die hij zich moest la
ten getroosten in de Tweede
Kamer en kranten, "on
danks het feit dat in die 19
jaar nog nooit een motie van
afkeuring tegen mijn beleid
in het kabinet is geweest en
nog nooit door de PvdA een
motie van afkeuring in de
Kamer tegen mijn beleid is
ingediend".
In die 19 jaar tevreden te
rugkijkend in een gesprek,
dat ik met hem aan de voor
avond van zijn 65ste verjaar
dag in het NAVO-
hoofdkwartier in Brussel
mochten hebben, stelt hij nu
dan ook met enig leedver
maak vast: "Dus zó rechts
ben ik kennelijk ook niet
geweest".
Zoals hij het publiek blijk
baar in brede kring positief
prikkelde en door zijn grap
pen en grollen snaren bij de
publieke opinie wist te be
spelen, zo ontlokte zijn op
treden bij menig waarnemer
sterke onlustgevoelens.
Vlak vóór zijn koperen
ambtsjubileum meende W.
F. Hermans Luns in Podium
als volgt te moeten portrette
ren: "Luns op de tv zien en
horen stamelen met zijn hese
hysterische stem, Luns pun
thoofd dat er altijd uitziet of
wat er op hoort er af gewaaid
is, nl. een slaapmuts, het di
lettanterig scheef geknipte
snorretje van Luns: tot voor
kort wist ik niet dat er iets
belachelykers betond."
In het gesprek benadrukt hij
het persoonlijk geweten en
de eigen verantwoordelijk
heid. "Ik ben een gewoon ka
tholiek. Overtuigd maar
niet vroom. Ik ga zondags
naar de kerk en ken de 10
Geboden. Maar op het punt
van de geloofsbelevenis heb
ik uiteraard mijn feiten".
Met zijn bekende voorover
gebogen houding naar de
toehoorder toe, waarbij men
het idee krijgt in vertrouwen
genomen te worden, en pre-
togen fluistert hij: "Ze moe
ten mij dus niet als voor
beeld nemen".
Dat zou ook niet mogelijk
zijn, want hij is volstrekt on
navolgbaar. Uniek in optre
den, met een acteertalent,
dat een professional niet zou
misstaan. Maar hij is ook een
man, die heel wat serieuzer is
dan hij overkomt. Een man,
die bijvoorbeeld erg gesteld
is op vormen en zich mate
loos ergert aan ongema
nierdheden. Een man, die
dieper over problemen
denkt dan ogenschijnlijk
lijkt. In zijn antwoorden op
vragen geeft hij echter vaak
de indruk van het tegendeel.
Vandaar zijn image.
Zo geeft hij de ander vaak
het idee hem niet altijd se
rieus te nemen. Dat komt
doordat hij al zijn verhalen
doorspekt met een humor,
waarvan niet iedereen is ge
diend. Maar deze overvloed
aan meestal in het Frans
verhaalde anekdoten geven
de wezenskenmerken van de
man Luns beter weer, dan
deze schuchtere poging tot
portrettering van een popu
lair en daarom omstreden
Nederlander in den vreem
de.
"Ik ben een gewoon, gelovig katho
liek. Overtuigd, maar niet vroom.
Voor mij staat centraal en is vol
strekt beslissend het oppergezag
van de Paus. Als de Paus heeft ge-
sproken - uiteraard in geloofszaken
- is voor mij de kous af". Weliswaar
I behoudende, maar daarom niet
minder duidelijke taal van mr. J. M.
A. H. Luns, secretaris-generaal van
de NAVO, die voor 100 procent
staat achter het beleid van "Rome".
Om alle misverstanden te voorko
men heeft Luns behoefte aan een
aanvulling op zijn woorden. "Ik
ben daarbij eerder een kritisch dan
een "rechts" katholiek. Ik ben na
melijk conservatief katholiek, zoals
dat in Nederland wordt aange
voeld, en normaal katholiek voor
het buitenland. Dat houdt in, dat ik
vreemde experimenten afwijs en in
hoge mate betreur dat er op geloof
en zeden zo'n wanorde heerst in de
rk kerk van Nederland".
Door
Theo Kroon
Wim Kan schijnt eens gezegd te
hebben: "Als ik Luns zou ontmoe
ten zou ik hem vragen wat hij nou
het akeligst vindt in Nederland".
Het antwoord is vrij simpel. Luns:
"De ontgeestelijking in de rooms-
katholieke kerk". Dat antwoord
behoeft een toelichting. Luns gaat
er recht voor zitten. "Als ik zie hoe
veel priesters eigenlijk humanis
tisch georiënteerde figuren zijn
geworden, die op eigen houtje,
zonder dat de leiding er iets van
zegt, van de regels van "Rome" af
wijken en de Paus niet meer ge
hoorzamen; hoeveel priesters het
met de dogma's, het bidden en de
plichten van de priesterlijke staat
niet meer zo nauw nemen; hoe al
lerlei obsceniteiten worden geduld;
hoe weinig hiertegen stelling wordt
genomen; wat men op katholieke
scholen de jeugd voorhoudt, dan
houd ik mijn hart vast en ben ik
bepaald niet optimistisch, zeg maar
pessimistisch, over de ontwikke
ling van onze kerk in Nederland".
Dat het mis zou gaan met de katho
lieke kerk in Nederland voorspelde
hem kardinaal Giobbe reeds 20 jaar
geleden. Tussen de voorbeelden
die hij geeft door, strekt hij zijn li
chaam, gaat duidelijk achterover
leunen, voorzover de stoel dat toe
laat, heft zijn rechterarm op en
steekt zijn wijsvinger in de lucht als
een uiting van aanklacht.
Vage ideeën
Hij zegt alles duidelijk bewogen
met het lot van de kerk van Rome
en Nederland. Hij maakt van zijn
hart geen moordkuil, in de stellige
overtuiging dat het gelijk aan zijn
kant staat. Daar twijfelt hij geen
moment aan. En in die overtuiging
moet vooral de clerus het ontgel
den. Als hij het daarover heeft kan
hij onparlementaire taal nauwelijks
onderdrukken. "Wat mij beangstigt
is het steeds meer vervangen van
dogma's en leerstellingen door
vage humanistische ideeen. En het
merkwaardige doet zich in ons land
voor dat wanneer men in de rk kerk
er linkse ideeën op na houdt, dat
gaat. In de kerk wordt soms ge
preekt door geestelijken, die op de
preekstoel in plaats van preken
wil hij over de kardinaal nog wel
het navolgende kwijt: "Ik geloof
dat hij subjectief volstrekt te goe
der trouw is. Hij is kennelijk uitge
gaan van het standpunt, dat hij alles
moest doen om een schisma te
voorkomen. Nu, dat is hem gelukt".
De heer Luns denkt lang na en geeft
dan een algemeen oordeel: "Het is
een zeer behoorlijke (stilte) doch
ongetwijfeld geëngageerde prelaat,
doch die in zijn beoordeling van de
mensen blijk heeft gegeven van een
wellicht te groot optimisme". Hij
zucht opgelucht en is blij, dat de
kardinaal er zo positief uitkomt.
Het heeft de Nederlandse katholie
ken naar zijn stellige overtuiging
aan goede op Rome afgestemde
bisschoppelijke leiding ontbroken.
Met de bisschopsbenoemingen van
de laatste jaren hoopt hij dat de lijn
van de traditionele kerk wordt
doorgezet "Ik zou het zeer toejui
chen als de bisschoppen duidelijke
taal zouden willen spreken". Hij re
fereert hierbij aan de uitspraken die
de Roermondse bisschop mgr. Gij-
sen heeft gedaan, "een man. voor
wie ik grote bewondering heb".
"Hildebrand"
Met de komst van kardinaal Wille-
brands is hij weer optimistisch ge
worden. Hij verspreekt zich - hij
schijnt geen namen te kunnen ont
houden, of is hef spel? - en heeft het
over "Hildebrand". Als hij wordt
verbeterd zegt hij op zijn bekende
wijze: "Wij in Rome kijken niet op
een medeklinker, zeker diaken
Luns niet".
Hij spreekt over de nieuwe
kardinaal- aartsbisschop als "een
ruim denkend man voor wat betreft
dogma, structuur, moraal en zeden.
Als primaat van de rooms katho
lieke kerkprovincie en als hoofd
van het bisschoppencollege zal hij
denkelijk waar nodig duidelijkheid
brengen. Ik denk bijvoorbeeld aan
priesters, die het dogma niet meer
aanvaarden. Ik hoop, dat hij kerke
lijk uiterst links weer recht zal
trekken".
In zijn benadering van de relatie
tussen de katholiek en zijn geloof
en kerk wil hij geen afbreuk doen
aan de waarde van de eigen ver
antwoordelijkheid en het persoon
lijk geweten. "Overigens zaken, die
altijd een grote rol in de kerk heb
ben gespeeld". En met een glim
lach: "U ziet, Bekkers had ook kan
ten die mij aanspraken". Zijn image
van uiterst conservatief katholiek
acht hij niet de juiste. "Ik behoor
namelijk tot die katholieken, die
van mening zijn dat katholieken die
volstrekt betrouwbaar naar per
soonlijk geweten handelen, vol
gens de leer van de kerk door God
zullen wordep ontvangen".
Verplichting
Maar naar zijn mening zijn er duide
lijk verplichtingen aan het katho
liek zijn verbonden. "Als men die
niet meer aanvaardt kan men zich
geen katholiek meer noemen. En er
zijn dan ook nogal wat katholieken,
die in feite niet meer tot de Kerk
behoren, bijvoorbeeld zij die de
dogma's niet meer aanvaarden".
Volgens Luns moeten we terug
naar de traditionele kerk. Hij voegt
er haastig aan toe om zijn - in de
ogen van velen - conservatisme wat
af te zwakken: "Waarbij ik dan niet
doel op de kerk van 1920, maar de
kerk zoals zij is hervormd en ver
anderd door het tweede Vaticaans
('nniiln-"
ingen houden, doorspekt met on
juistheden vooral op buitenlands
gebied".
Aan het afglijden van de priesters
wijdt Luns de teruggang van de
KVP. Een secretaris-generaal van
de NAVO wordt geacht geen lid te
zijn van een politieke partij "in eni
gerlei land van de Alliantie".
Luns: "Het leek mij dan ook zui
verder mijn lidmaatschap van de
KVP op te zeggen. Als ik lid zou zijn
gebleven had men mij terecht ver
wijten kunnen maken". In kringen
die hem niet welgezind zijn heeft
men destijds een rel willen maken,
zo is zijn stellige overtuiging. Voor
zichzelf ziet hij in de Nederlandse
politiek geen plaats meer". Als men
eenmaal wei' is uit het v,irlr--lanH
krijgt men geen kans meer. Dat is
typisch Nederlands".
Als dat wel zo zou zijn. zou zijn
werk toch weer op buitenlands ter
rein liggen Maar dat is ook na hem
in goede handen geweest en nog,
"want op buitenlands gebied ben ik
het eens met de politiek van mijn
opvolgers, ook in het huidige kan-
binet. Minister Van der Stoel is een
progressieve en bewogen man,
doch die het landsbelang laat pre
valeren boven het partijpolitieke
belang
voor de kritiek op zijn buiten
landse politieke beleid wil hij des
noods zijn schouders ophalen. Het
gescheld op de paus echter neemt
hij van niemand. Hij ergert zich aan
grofheid jegens de paus. "Het is te
betreuren dat er geestelijken zijn
die het oirbaar achten de paus on
behoorlijker aan te vallen dan
vroeger door extreme protestanten
werd gedaan. In vele opzichten ge
dragen protestantse dominees zich
ten opzichte van de paus waardiger
en behoorlijker dan sommige Ne
derlandse priesters".
En deze paus is hem dierbaar "in
zijn kwaliteit van hoofd van de door
Christus ingestelde kerk, maar ook
als persoon". "Ik bewonder hem
voor zijn lankmoedigheid en cari
tas. waarmee hij zoveel verdwaalde
priesters en leken tegemoet treedt.
Hij is éen van de grote vernieuwers
van de kerk en zal zeker als een
Het bijzondere in de man is, dat hij
iedereen zich laat uiten. Hij wacht
af en stippelt dan een duidelijke be
leidslijn uit. Het is een diploma
tieke paus, die de zwaarste functie
in de kerk vervult en dat in een bij
zonder moeilijk tijdperk. Hij is
daarbij in zijn uitingen vrijer, meer
open dan zijn voorganger"
De verbazing bij zijn toehoorder
bemerkend. "Pius XII, Pacelli, be
doel ik". Er aan toevoegend "Jo
hannes de XXIIIe was een vrome,
charismatische figuur, maar als be
stuurder zal hij zeker niet tot de
grote pausen worden gerekend".
Luns neemt ook aanstoot aan de in
tellectuele arrogantie en intoleran
tie van vele links georiënteerde le-
I 1
anti-democratische en anti-
Nederlandse tendensen. Regelma
tig buigt hij zich voorover, vouwt
zijn handen en lardeert zijn uit
spraken met voorbeelden, die er
niet om liegen. Hij meent dat die
niet naar buiten kunnen komen,
maar wil ze de interviewer niet ont
houden, om duidelijk te zijn. In zijn
algemeenheid wil hij bijvoorbeeld
wel gezegd hebben, dat hij met Pax
Christi niet altijd even gelukkig is.
En hoewel hij zich realiseert dat
kardinaal Alfrink internationaal
president is, laat hij toch opteke
nen- Pax Christi heeft nogal eenr
uitspraken gedaan, die niet door
dacht, die feitelijk onjuist en die
een enkele maal gevaarlijk waren".