Voor volks
dansen ben
je nooit
te oud
Prentbriefkaarten en het
verleden in Zilver's alkoof
ZATERDAG 31 JULI 1976
LEIDEN - Het volks-
dansfestival zal volgende
week - 6, 7 en 8 augustus -
van Leiden een interna
tionale stad maken. Een
stad waar de klank van de
bouzouki zich vermengt
met die van de doedel
zak; waar de sabra's en de
hora's zullen worden af
gewisseld met zwaard-fen
tapdansen.
Een festival dat even de
sfeer van verbroedering
zal oproepen, al is het dan
maar voor drie dagen
De Groenoordhal zal het
hoofdtoneel zijn van dit
grote dansfeest; waarbij
naast de uitvoeringen
ook openbare lessen op
het programma staan.
Lessen die bijgewoond
kunnen worden door alle
deelnemers en volksdan-
senthousiasten. En dat
blijken er nogal wat te
zijn.
Het volksdansen heeft in
een kleine tien jaar
enorm aan populariteit
gewonnen. De Neder
landse Volksdansvereni
ging, die het evenement
nu voor de tiende keer, en
voor de vijfde keer in
Leiden, organiseert, zag
het ledental in acht jaar
royaal verdubbelen.
Naast de Nevo zijn op dit
gebied ook nog actief de
Nederlandse Volksdans-
stichting, de Katholieke
Volksdansvereniging, de
Federatie van Folkloris
tische Groepen en de
Stichting Spelevaart.
Van die groeperingen
houdt de Nevo zich spe
ciaal bezig met de buiten
landse dansen. Maar wat
is nu precies volksdan
sen, dat vragen we Joop
van Tol, directeur van de
Nederlandse Volksdans
vereniging.
Dfft IbOffïï
V@(ïï) dl®
feDfëfeö"®
"Voor Nederlandse begrippen is de
volksdans een levende dans, die
zijn oorsprong vindt in de folklore
maar door iedere generatie op eigen
wijze wordt geïnterpreteerd. Je
moet er bijvoorbeeld niet gek van
staan te kijken als over een jaar of
tien, twintig elektrische gitaren of
elektrische orgels bij het volksdan
sen worden gebruikt. De folkloris
tische dans is een dode dans, waar
van de passen nog net zo worden
uitgevoerd als honderd jaar gele
den.
In het buitenland kent men dit on
derscheid niet. Alles wordt daar
folklore genoemd."
Wat we in Leiden te zien krijgen
zijn dus volksdansen, dansen zoals
ze vandaag de dag nog worden uit
gevoerd op marktpleinen; bij brui
loften en begrafenissen. Want de
dans is de meest primitieve uitin
gsvorm van de mensen. Hij wordt
teruggevonden in de oertijd maar
ook op hoogtepunten in de bescha
ving.
Vanuit de oudheid kennen we de:
uitingsdansen, de voorstellings-
dansen en de magische dansen. De
primitieve mens danste indivi
dueel; en masse of in gescheiden
groepen, pas toen de volkeren zich
(ongeveer 5000 jaar voor Christus)
gingen vestigen ontstonden de ge
mengde en paar-dansen.
De scheiding tussen de zuivere
volksdansen, zoals die van de be
sloten boerengemeenschappen en
gilden en de gezelschapsdansen (de
pavane uit de renaissance, de
country-dance uit de 17de en 18de
eeuw, de wals uit de 19de en de rock
and roll uit de 20ste eeuw) ontstaat
in de late middeleeuwen.
Een uitelkaar groeien van dansstij
len door een duidelijke maat
schappelijke verandering. De
derde stand komt op, de vorsten
hoven worden luxueuzer. Er komt
een duidelijk verschil aan ontspan
ningsbehoefte van de drie standen.
Uit de hofdansen zal later, via Ca-
tharina de Medici, die de „ballet-
traditie" meebracht uit haar ge
boorteland Italië toen zij de Franse
kroonprins trouwde, het ballet
zoals we het nu kennen ontstaan, al
is er wel een Russische revolutie
voor nodige geweest om het ballet
terug te brengen naar West-Europa.
Maar ook het volksdansen leidde -
zeker in Nederland tot na de eerste
wereldoorlog een pover bestaan.
Joop van Tol: „Echt door heel Ne
derland populaire volksdansen
hebben we eigenlijk niet. Volks
dansen moetje zoeken in kleine be
sloten gemeenschappen, bijvoor
beeld op Terschelling en in de Ach
terhoek. Wij zijn nu eenmaal geen
volk van spontane dansers; dat zal
wel te maken hebben met onze Cal
vinistische inslag."
Door
Henriëtte v.d. Hoeven
De opleving van het volksdansen
kwam na de eerste wereldoorlog,
gestimuleerd door o.m. de AJC.
Ook op het platteland fleurde de
volksdans weer op. In 1919 werd in
Arnhem een „Vaderlands Histo
risch Volksfeest" georganiseerd
waarbij de schaarse Nederlandse
volksdansen weer onder de aan
dacht van het grote publiek werden
gebracht.
Balkan
De Nevo werd in 1948 opgericht
maar de vereniging kwam pas tot
bloei toen de Balkan-dansen wer
den ontdekt. Joop van Tol: „De
Balkan-dansen hebben het volks
dansen een beetje uit de sfeer van
de klompendans gehaald en dat
hebben we goed kunnen merken.
Vooral de jeugd voelt zich erg aan
getrokken tot de Joegoslavische en
Israëlische dansen".
„Volksdansen kan iedereen", zegt
Joop van Tol, „of je nu acht of tach
tig bent. Dat klinkt misschien onge
loofwaardig maar weetje dat bij be
jaarden het volksdansen ontstel
lend populair is? Ik weet zeker dat
er in Nederland 10.000 bejaarden
zijn die aan volksdansen doen. Wij
hebben voor bejaarden dan ook een
speciaal programma ontworpen,
want het volksdansen voor bejaar
den is natuurlijk op andere leest ge
schoeid dan dat voor tieners. In
structeurs en instructrices krijgen
in samenwerking met de Lande
lijke Stichting voor Opleidingen
Bejaardenwerk een kadercursus,
waar ze naast dansen iets leren over
de specifieke eisen die het omgaan
met bejaarden vraagt. Ze moeten
iets meer dan de gewone instruc
teurs leren over EHBO, ze moeten
leren hun groep te bekijken en hun
programma aan te passen". En
hierbij is dan een heel ander facet
van het volksdansen naar voren
gekomen, namelijk net sociale.
Joop van Tol: „Volksdansen be
vordert het onderling contact. Kijk
maar eens goed als je in de Groe
noordhal bent. Waar wordt gedanst
gaan mensen hand in hand. Bij
volksdansen kun je als volslagen
vreemde binnenstappen en er na
een paar uur al echt helemaal bij
Die sociale functie van het volks
dansen vind ik eigenlijk nog be
langrijker dan het dansen op zich
zelf".
Daarom ook is er tijdens het Leidse
festival een uurtje (zondag) voor de
bejaarden ingeruimd. Eerst kun
nen ze volksdansen en daarna kun
nen ze kijken naar de prestaties van
de jeugd.
Groenoordhal
de vereniging in Leiden geplaatst.
Waarom speciaal Leiden? Joop van
Tol: „Je zou kunnen zeggen dat we
goede ervaringen met elkaar heb
ben, de stad Leiden en de Nevo. De
Groenoordhal is een ideale plaats
voor zo'n evenement, juist omdat je
meer dan toneelruimte nodig hebt.
Dit jaar is er bijvoorbeeld een grote
„folkloristische" markt waar de
buitenlandse gasten kennis kun
nen maken met onze oude ambach
ten; een café-terras, een hoek voor
amateurtuinders en stands van de
verkeersbureaus van de deelne
mende landen. In een kleinere hal
zou je dat nooit onder dak kunnen
brengen.
Ook de contacten met B en W zijn
goed. Neem nou zo'n ontvangst op
het stadhuis. Dat is voor mij nog de
leukste gebeurtenis van het hele
festival; dan kun je zien wat spon
taan dansen is".
Amateurs
Pratend over Balkan-dansen komt
natuurlijk bij iedereen de vraag op
„Hoe amateuristisch zijn die
Balkan-volksdansgroepen?" Joop
van Tol: „Het zijn amateurgroepen,
geloof me. We krijgen hun adres
van zusterorganisaties in dat land
of ontdekken ze zelf. Zoals de
Roemeense groep die nu komt. Een
van onze mensen heeft die „opge
doken". De Roemenen die twee
jaar geleden naar Leiden kwamen
waren nog nooit in het buitenland
geweest: logisch toch dat ze hard
hebben getraind en aan hun kos
tuums gewerkt om er die eerste
keer piekfijn uit te zien
Niet duur
Wat kost het?
Volksdansen is geen dure hobby.
Het lidmaatschap van de Nevo kost
12.50. Voor leden van een volks
dansgroep bedraagt dat 5,- per
jaar. Het lidmaatschap van een
groep kost doorgaans tussen de
5,- en 7,50 per maand.
Leiden heeft vier volksdansgroe
pen: Achalay, Miserlou, Oud Poel
geest, Tarantella. Oegstgeest Krici,
krici Ticek. Alphen aan den Rijn:
Nirkoda.
Voor inlichtingen: Nederlandse
Volksdansvereniging, Provenier
straat 9b, Rotterdam 3004, telefoon
010-246383.
AMSTERDAM - Hoe bestendig de
loop der dingen is in het Interna
tionaal prenten briefkaarten Prent
briefkaarten Antiquariaat de be
daarde Ernst Zilver bleek ons eerst,
toen we na een gesprek in ons ar
chief doken.
Die morgen had Ernst, die al zo'n
zeventien jaar gelukkig is tussen
zijn ontelbare ansichten, vol trots
het volgende verteld: „Onlangs heb
ik een ochtend gehad rnet eenent
wintig bezoekers"
Eer u schamper gaat doen, moet u
weten dat Zilver's zaakje in Am
sterdam drie meter breed en zes
meter lang is. En dan is het met ee
nentwintig bezoekers wel zo, dat
als iemand zijn bril wil schoonma
ken, hy naar buiten moet lopen.
Maar goed, we hadden het over de
bestendigheid der dingen. Wat la
zen we in een interwiew van acht
jaar geleden?
Jawel: „Onlangs heb ik een och
tend gehad met eenentwintig men
sen! Van dat record wil Ernst Zil
ver nog steeds best weten. Het zij
hem gegund. We zochten hem in z"n
poppenhuiskamer op, omdat we
hadden gehoord, det de hittedeken
boven Nederland de goeie loop in
Zijn ansichtenhandel niet in het
mir.si beiemmerde Opvallend,
wantje zou denken dat de concur
rentie van de waterkant de deur van
het benedenkamertje aan de Kei
zersgracht in het slot zou houden.
Geschiedenis
„Als ik aan de andere kant van deze
gracht had gezeten, zou ik heel wat
minder mensen in deze tijden op
bezoek hebben gehad. De bomen
voor de deur geven een zalige koel
te. Mensen zeggen, dat het hier een
verademing vergangelijkheid. al
koof van Ernst Zilver ademt een
sfeer van vergankelijkheid. De an
sichten voorop de dozen blikken
terug en de grijze, chamois- en
roomsoestinten beteugelen elke
onrust.
„Dit is overigens een kamer met ge:
schiedenis in twee opzichten. Weet
je, dat aan dit bureau Wim Sonne-
veld brieven aan zijn secretaresse
dicteerde en dat hierboven Albert
Mol heeft gewoond?"
Ernst Zilver, die maar even Rotter
dammer was, is vergroeid met de
achttien vierkante meter aan de
Keizersgracht.
Als hij niet in zijn onderhuisje in
het eens zo roemruchte Hoorn ver
blijft, of op speurtocht is voor een
aanvulling op-zijn gigantische voor
raad prentbriefkaarten, zit hij te
midden van het gezellige gerommel
van de klanten.
Het zijn veelal verzamelaars, die de
bel in beweging zetten. „Verzame
laars zijn vasthoudend, ze komen
met regelmaat terug. In alle be
scheidenheid durf ik te zeggen, dat
ik ansichten verkoop tegen een zeer
schappelijke prijs. Aardige mensen
willen mij vaak kaarten verkopen
en schrikken dan van de prijs
waarvoor ik ze verkoop. Dat kan
toch niet, zeggen ze. Nou het kan
nog steeds en voor een piek heb je
een fraai exemplaar. Ik heb nu een
aanbieding voor de mensen, die
willen gaan verzamelen. Die iets op
poten willen zetten; driehonderd
oude kaarten voor honderdvij
fentwintig gulden. Veertig tot vijf
tig jaar oude kaarten. Overigens,
prentbriefkaarten zijn zo ongeveer
1898 verschenen, bij de troonsbes
tijging van koningin Wilhelmina".
Ernst Zilver is achttien jaar geleden
begonnen met zijn handeltje. Daar
voor was hij vertegenwoordiger in
stalen meubelen. Binnenkort
wordt hij vijfenzestig en een van de
weinige wolken boven zijn zonnig
humeur heeft te maken met zijn
opvolging.
Sinkel
„Ik ben zo gehecht aan dit antiqua
riaat, dat niemand rijk maakt, maar
wel een goed leven biedt. Degene,
die mij opvolgt moet een tas vol
liefde voor dit specifieke werk
meebrengen"
Toen Ernst Zilver begon daar aan
de Keizersgracht, leek het kamertje
een winkel van Sinkel. Bierglazen,
postzegels, lucifermerken, suiker
zakjes. Maar zijn persoonlijke
voorkeur voor de prentbriefkaart
drukte alle andere vezamelaarsob-
jecten de straat op. Tien jaar gele
den koos hij voorgoed voor de an
sichtkaart. (Een woord overigens,
dat bijna niemand nog als Duits er
vaart).
De modegolven, die over Neder
land spoelen hebben hun uitlopers
tot in het knusse kamertje van
Ernst Zilver. „De reclame voor al
lerhande zaken is een tijdlang
doordrenkt geweest met nostalgie.
Nu, dat heb ik heel goed kunnen
merken. Herderinnetjes, bloem-
stukjes, zoet en lief, dat soort werk.
Erg in trek". Als Ernst Zilver in de
toekomst blikt heeft hij nog een
zorg.
„Het wordt steeds moeilijker
prentbriefkaarten op te sporen. Je
weet ook vaak niet hoeveel er van
een bepaalde voorstelling in om
loop zijn. Wij verzamelaars, aange
sloten bij de vereniging De Verza
melaar ('t logisch denken loopt
voorop bij de nauwkeurige inplak-
kers) weten wel ongeveer wat er
onder de mensen moet zitten, maar
het komt steeds moeilijker los".
Ernst Zilver koestert tradities en zo
Ernst Zilver in zijn alkoofje.
kan het bijna niet anders of je krijgt
bij bezoek aan het Internationaal
Prentbriefkaarten Antiquariaat
een snoepje aangeboden. Een zoet
hartje. En te midden van een we
reld vol met wat ons hartje begeert,
gebeurt het toch dat de binnenge
lopen klant geruime tijd spendeert
om een snoepje te bemachtigen
met een opdracht naar zijn keuze:
Kus mij Dag. Ik hou van je Enz.,
Natuurlijk heeft ansichtman Zilver
kritiek op de huidige fabrieksprul-
len, die de markt opkomen „Er
wordt geen zorg meer aan besteed.
Tienduizend maal een poortje in
Harderwijk, duizend maal een
kerkje, je kent dat wel. Waar zijn de
meesters gebleven, dat een prent
briefkaart met de hand weergaloos
knap inkleurden" U hoort het
vervlakking, ook binnen de muren
van de kaartenwinkel.
We wilden wel even weten, hoe het
staat met de filmsterren, die toch
altjd naast Nederlands-Indie, het
Koningshuis, klederdrachten en
stoomboten in tel waren op de an
sicht. Waar zijn de tijden, dat je bij
de HEMA rondsnuffelde in de bak
met Doris Day en Roy Rogers?
„Ook zo'n beetje verdwenen. Nee
echt, wat goed is komt uit het ver
leden".
Ernst Zilver neemt van ons af
scheid met een verzoek. „Laten de
mensen die kaarten kwijt willen,
mij bellen en schrijven. Ik kom ze
wel afhalen". Achter onze ruggen
schuifelt een verzamelaar binnen.
De koelte in Zilver's kamer en de
hem vertrouwde aanblik van zoveel
heerlijks in de dozen, doen hem
knorren van plezier.
Het samen-dansen is een van
de belangrijkste evenementen
tijdens het Leidse Internatio
nale Volksdansfestival. Iets
waarin dit festival zich duide
lijk onderscheidt van de andere
volksdansfestijnenwaarbij al
leen wordt opgetreden.