Kritische jongeren dwingen kerk tot gewetensonderzoek Paus Paulus schorst Franse aartsbisschop Conferentie over zeerecht in kritieke fase Molen bijna weer de oude Publiek Oorlog met chemische middelen "haalbaar WOENSDAG 28 JULI 1976 ËCONE - De traditionalistisch Franse aartsbisschop Marcel Lefè- bre heeft vorige week van de Ro meinse congregatie van de bis- schoppwn bericht ontvangen, dat hij geschorst is als priester en bis schop. Hiermee is een beslissing gevallen in een conflict, dat zijn oorsprong vindt in het Tweede Va- tikaans Concilie en met name in de invoering van de nieuwe liturgie. De 71-jarige mgr. Lefebvre, die van 1962 tot 1968 generaal overste was van de congregatie van de H. Geest en die missie-bisschop was in Da kar, richtte in 1969 in Econe, een dorpje in het Zwitserse kanton Wal lis, een groot-seminarie op in de traditionalistische stijl. Het semi narie was tevens de thuisbasis van de „Broederschap Pius X", een ge nootschap van traditionalistische priesters. Het genootschap Pius X ging er van uit, dat de hervormin gen van hetTweede Vatikaans Concilie niet acceptabel waren. „Een verraad aan het geloof' noemde mgr. Lefebvre het concilie. Het het Ro meinse missaal in de liturgie le verde ook grote problemen op voor mgr. Lefebvre Hij hield vast aan de oude liturgie van Pius V uit 1570. Zowel het seminarie van Econe alsook de „broederschap Pius X" zijn herhaaldelijk door Rome en de Zwitserse bisschoppen tot de orde geroepen. Vorig jaar werd de goed keuring van de broederschap inge trokken, en verloor ook het semina rie van Econe het bestaansrecht. Desondanks ging het seminarie na de zomervakantie gewoon door. Gemaand Paus Paulus VI heeft mgr. Lefeb vre herhaaldelijk schriftelijk ge maand zich te onderwerpen. Mgr. Lefebvre ging door. Op 29 juni wijdde hij in Econe dertien pries ters en dertien diakens. Tijdens de plechtigheid wees mgr. Lefebvre er nogmaals op, dat paus en concilie niet het recht hebben iets te veran deren aan de liturgie en vormge ving van de heilige mis. Hij zei, dat sinds maart herhaaldelijk verte genwoordigers van de paus bij hem op bezoek waren geweest om hem tot andere gedachten te brengen, maar dat hij „Behoud van het ge loof belangrijker vond dan de schijn van gehoorzaamheid". De aankondiging, dat mgr. Lefeb vre bij de eerste mis van een pas- gewijde de preek zou verzorgen, was voor de bisschoppen van Zwit serland reden, mgr. Lefebvre een preekverbod op te leggen. Ook Franse en Westduitse bisschoppen stonden de nieuwe wijdelingen niet toe hun ambt uit te oefenen. Veer tien dagen geleden kreeg mgr. Le febvre een laatste aanmaning van paus Paulus af te zien van zijn starre houding. Toen daarop geem antwoord kwam, heeft de congre gatie van de bisschoppen hem ge schorst. De woordvoerder van het Vatikaan heeft bij de bekendmaking meege deeld, dat de paus de maatregel diep betreurt. Het Vatikaan hoopt echter, aldus de woordvoerder, dat mgr. Lefebvre door de maatregel sneller tot inzicht komt, waardoor deze „pijnlijke zaak" zo spoedig mogelijk kan worden afgesloten. „Geen enkel ambt in de kerk kan functioneren zonder binding met de opvolger van Petrus en de bis schoppen". aldus het Vatikaan. „Dit geldt ook voor andere mis bruiken waarvan hier en daar sprake is. Het geval Lefebvre is echter des te ernstiger, omdat het hier om een bisschop gaat". Als vele kritische jongeren de kerk verlaten dient de kerk niet stil te blijven staan bij dit „pure feit", maar dan dient zij ZT! onder ogen te zien dat in de jeugdige kerkverlating zich het feit aftekent dat de kritische kerkleden - dus ook de vol wassenen - over het algemeen de kerk verlaten. Achter het zogenaamd „ongelofvan de jongeren zou wel eens de on geloofwaardigheid van de kerk zelf schuil kunnen gaan. Dat betekent dat de kerk door de jongeren wordt gedwon gen te komen tot eigen gewetensonderzoek. De kerk dient zich bewust te zijn van haar eigen vooronderstellin gen. Zij dient verder haar eigen preken te relativeren en meer be wust te luisteren naar wat leeft on der de jongeren. Vervreemding van de kerk betekent niet vervreem ding van Evangelie en geloof De kerk zal moeten luisteren naar buitenkerkelijke vormen, om beter te kunnen verstaan hoe zij haar ei gen onvervreemdbare boodschap moet vertolken. BEROEPINGEN Aangenomen naar: Capelle aan den IJssel (vac. E F. Vergunst), A. de Reuver te Tholen, Renkun (vac. G Th. Vollebregt) toez., A. Tromp te Daarle, Houten (b.w.i.w.) toez., G Duitemeijer, eerv., onth. pred. met bev. van em., wonende te Utrecht. Bedankt voor Boven-Hardinxveld (vac. J. H. Gijsbertsen), A. de Reu ver te Tholen, Sommelsdijk, A. de Reuver te Tholen, IJsselmuiden (vac. J. H. Vlijm), A. de Reuver te Tholen, Veenendaal (7e p.p.), A. de Reuver te Tholen, Bennekom (vac. A. N. Langhout), A. de Reuver te Tholen, Nijkerk (Gld) A. de Reuver te Tholen, Rijnsaterwoude, C. Schipper, kand. te Zeist, Zeven bergen, C. Schipper, kand. te Zeist, Winterswijk (vac. W. H. Sorber) toez., M. Strikwerda te Oude en Nijehorne. Aangenomen: De benoeming tot bijstand in het pastoraat te Peperga-Blesdijke, door Theo Kroon De kerk dient lering te trekken uit het feit, dat de personalistisch- mystieke richting en de analyserend-politieke richting zich aftekenen buiten de muren van de kerk. Door die groepen en basis gemeenschappen te stimuleren kunnen deze richtingen misschien binnen de kerk komen. De kerk moet ten slotte niet praten, maar doen. Tot deze overigens voor de hand liggende en daardoor niet bepaald schokkende conclusies en „aanbe velingen voor het beleid" komen de studiesecretaris van de R.K. kerk provincie dr. P. W. J. van Hoof en pastor F. E. A. M. de Bruyn in hun door haar duidelijke taal gerucht makende rapport „Gaat nu allen heen in vrede" over de houding van de Nederlandse jongeren t.a.v. kerk, geloof en religie. Zij maakten dat rapport op verzoek van de Ne derlandse bisschoppen, die op hun beurt een verzoek vanuit Rome en met name van „het secretariaat voor de niet-gelovigen" hadden ontvangen om eens een idee te ge ven hoe het in Nederland met het kerk-zijn en het geloven van de jongeren staat. De samenstellers komen tot die conclusies en doen die aanbevelin gen, opdat de bisschoppen kunnen komen tot een „pastorale praxis, die adekwaat is aan de problema tiek". (Dit soort onverstaanbare taal ontsiert het rapport helaas een beetje). De bisschoppen hebben dit rapport - overigens voor de ver- Don Helder Camera .in de kerk bezig met de wereld antwoordelijkheid van de samen stellers - aan „Rome" toegezonden. Zij meenden echter daarmee niet te mogen volstaan en vroegen dan ook aan daaarvoor in aanmerking komende personen en instanties zich te bezinnen op de vraag hoe de kerk een kerk van ook jonge men sen zou kunnen zijn. De mogelijk heid om te reageren op het rapport en met nan?e op de conclusies en aanbevelingen is dezer dagen afge sloten. Met de aanbevelingen en eventuele suggesties hopen de bis schoppen t.z.t. te komen tot een verantwoord beleid. In het rapport komen de samenstel lers tot duidelijke uitspraken. Zo stellen zij dat de jongeren - waar onder zij verstaan „die groep men sen (onder de 30 jaar) die een kwan titatief sterkere gevoeligheid heeft voor de verandering, vernieuwing, kritiek, teleurstelling in de maat schappij en de kerk van nu, voor hoop op het nieuwe en voor even tuele nieuwe vormen van geloven" - geen belangstelling heeft voor het instituut kerk en de R.K. gods dienst. Kerkelijke vraagstukken vinden zij eenvoudig oninteres sant. Er valt niet met hen over dit soort vraagstukken te discussiëren. En als zij dan een oordeel hebben, luidt deze meestal negatief. Eén van de redenen is dan ook wel, dat men niet goed op de hoogte is van het betrokken probleem. De pil en het celibaat, om nog maar eens twee voorbeelden te zijn voor de jongeren - en ook voor vele volwassenen! - doodeenvou dig achterhaalde kwesties. „Door zich telkens maar weer met dit soort zaken - en dan nog op een dictatoriale wijze - bezig te houden verliest de kerk de grip op de jeugd", aldus de samenstellers. Dat er nauwelijks belangstelling voor de kerk bestaat, betekent dat weinigen er toe willen behoren en dat er nog minder naar de kerk gaan. Eén van de redenen, maar die gaat uitsterven, is, hoe kan het ook anders, het „moeten". De jongeren, die nog wel belangstelling hebben voor die kerk kunnen dat opbren gen, onder voorwaarde dat de auto ritaire machtsstructuren in de kerk verdwijnen, èn dat zij voor vol wor den aangezien. De kerk moet dan ook geloofwaardig worden en met name de werkende jongeren, om dat die - in tegenstelling tot de scholieren en studenten - de on rechtvaardigheden aan den lijve ondervinden. Zij ook hebben door hun geringere schoolopleiding grote moeite met de voor hen vol komen onverstaanbare taal van de kerk. (Dat geldt overigens ook voor de taal van de „wetenschappers", die dit manco voor en namens de werkende jeugd signaleren. T.K.) De kerk mag de jongeren onver schillig laten; zij willen onder geen beding voor a-religieus of ongelo vig doorgaan. In de kerk manifes teert zich de religiositeit in het op luisteren van eucharistievieringen met combo's, ritmische muziek en liederen. Het betreft hier voorna melijk scholieren, die het verder meer interesseert wie de pastor is dan de Paus van Rome. In oecume nisch verband komt dit gelovig-zijn o.m. tot uiting in de studenten- ecclesia, waar men zich vooral over de consequenties van het christen- zijn in het politiek handelen zorgen maakt. „Superstar" Daarnaast uit zich de religiositeit in de Pax Christie voettochten, de protestantse broedergemeenschap Taizé en de belangstelling voor de film „Jesus Christ Superstar". Er zijn ook nog jongeren, die wel bij de kerk willen horen, maar er niet op aangesproken willen worden. En tenslotte zijn er jongeren die mys tiek zoeken: ZEN, Tai Do en andere meditatievormen en boeken lezen van Teresa van Avila en Johannes van het Kruis. Zolang dat nog het geval is hoeft de kerk niet te wanhopen over de jeugd. En zolang er - om het be kendste voorbeeld te noemen - een mgr. Helder Camara IN de kerk be zig is de wereld te verbeteren, moet de samenspraak van kerk en jonge ren mogelijk blijven. WASHINGTON (AP) - De wapens tegen het milieu zoals die door de Amerikaanse strijdkrachten in Vietnam zijn ontwikkeld, zullen waarschijnlijk ook in de toekomst gebruikt worden bij conflicten. Dit wordt gezegd in een rapport dat de Amerikaanse professor Arthur Westing heeft opgesteld voor het internationale instituut voor vrede sonderzoek (SIPRI) in Stockholm. Het rapport is getiteld „de ecologi sche Consequenties van de tweede Indochinese oorlog" (de eerste werd gevoerd tussen de Fransen en het Vietnamese bevrijdingsfront). Voor zijn onderzoek heeft Westing, die hoogleraar in de plantkunde is, tussen 1969 en 1973 vier studierei zen naar Indochina gemaakt. Westing beschrijft in zijn rapport de effecten van wapens zoals plan- tendodende chemicaliën, het ge mechaniseerde „schoonvegen"van stukken land, manipulaties met het weer, kunstmatige voerstromingen en banden en het op zeer grote schaal bombarderen. De professor zegt dat er een af- schuw bestaat tegen het gebruik van plantendodende middelen die verwant is aan de afschuw voor de chemische oorlogvoering tegen Desondanks zijn de resultaten van het gebruik van plantenverdel- gende middelen militair gezien dusdanig gunstig dat mag worden verondersteld dat zij ook in andere operationele gebieden ingezet kunnen worden, aldus Westing. De geleerde zegt dat de middelen mogelijk toepasbaar zijn op Cuba, in Ethiopië, Korea, Venezuela en westelijk en centraal Europa. In tegenstelling tot massale bom bardementen liggen het gebruik van chemische plantenverdelgers en het mechanisch gladvegen van stukken land zowel technisch als financieel gezien, binnen het bereik van een groot aantal landen. „Men mag echter niet zo naief zijn te veronderstellen dat de landen die de mogelijkheid hebben tot het uit voeren van massale bombarde menten, ooit vrijwillig daarvan zul len afzien", aldus de hoogleraar. DEN HAAG - De conferentie van de Verenigde Naties over het inter nationale zeerecht is in een kritieke fase beland. Aan de vooravond van de vijfde zitting (in het VN- hoofdkwartier in New York van 2 augustus tot 17 september) worden de delegaties uit 156 landen gecon fronteerd met de dwingende nood zaak op korte termijn tot een glo baal akkoord te komen, waarin het gebruik en exploitatie van zeeën en oceanen wettelijk wordt geregeld. Die noodzaak blykt bijvoorbeeld uit de recente "kabeljauw-oorlog" tussen Engeland en IJsland. Ver der hebben reeds een aantal lan den, waaronder Amerika, Canada en Noorwegen, gedreigd m navol ging van IJsland eenzijdig een 200 mijlszone af te kondigen als de VN-conferentie niet spoedig tot be sluiten komt. Vooral uit economi sche overwegingen kunnen in een dergelijk geval andere landen niet achterblijven. Tijdens de jongste Europese Raad in Brussel deed de Britse premier James Callaghan een beroep op zijn EG-partners de 200 mijlszone voor de "Europese wateren" uit te roepen, omdat Rus sische vissersboten op het ogenblik al een vijfde tot eenzesde van de vis in de Europese 200 mijlszone van gen. Als de gemeenschap niet snel tot actie overgaat zullen onze vis- voorraden in die wateren snel uit geput raken, aldus Callaghan. Zijn beroep werd in zoverre geho noreerd dat de ministers van Bui tenlandse Zaken op dit moment de wenselijkheid bestuderen tot een beginselverklaring van de EG te komen de visserijgrenzen van de gemeenschap uit te breiden tot 200 mijl. Over de kans dat de delegaties tij dens de komende zitting in New York tot overeenstemming over het zeerecht zullen geraken is men in conferentiekringen zeer voorzich tig. Men wijst erop dat enerzijds nog essentiële meningsverschillen bestaan tussen de rijke landen (die met hun geavanceerde diepwater- technologie in staat zijn de rijke schatten van de zeebodem te ont ginnen) en de arme landen (die niet over dergelijke technologische middelen beschikken). Anderzijds bestaat bij de geografisch bena deelde landen, de zogenaamde "land-locked"-staten die niet aan zee grenzen, nogal wat weerstand om de kuststaten exclusieve rech ten toe te kennen in bijvoorbeeld een economische zone van 200 mijl. De eerste groep landen meent dat zij evenzeer aanspraak kan maken op de rijke schatten aan nikkel, ko per, kobalt en mangaan, maar ook olie en gas van de zeebodem. De open zee en de daaronder gelegen zeebodem worden immers door de conferentie betiteld als "het ge meenschappelijk erfgoed van de mensheid". Prof. mr. W. Riphagen, juridisch adviseur van het ministe rie van Buitenlandse Zaken in Den Haag, zei dinsdag tijdens een pers bijeenkomst desgevraagd dat het op de komende zitting in New York inderdaad niet eenvoudig zal zijn uit de problematiek te komen. "Het kan echter wel", zo verklaarde hij, wijzend op het feit dat sinds de eer ste zitting van de conferentie in Ca racas (1974) over een aantal punten toch overeenstemming tussen de delegaties is gegroeid. De uit 1840 daterende sche pradmolen in de Warmondse Broek- en Simontjespolder, die tijdens de novemberstorm in 1973 door brand werd verwoest en waar toen alleen nog maar de kalve veldmuren van overeind bleven, is bijna weer de oude. Nog een paar maanden en dan is het karwei^ gepiept en kan de windreus weer het electrische gemaal gaan vervangen, dat al die tijd het qoodzakelijke maalwerk heeft moeten ver richten. De gerestaureerde mo len, de achtkant ervan werd destijds als bruikbaar onder deel van een vervallen Haar lemse molen, richting War mond getransporteerd, is voor een buitenstaander niet te on derscheiden van de molen die daar ruim een eeuw gestaan heeft. De heer v.d. Hoek. secretaris van de Rijnlandse Molenstich ting (eigenares van de molen): "In vergelijking met het origi- Als je van beide molens een foto naast elkaar legt is er voor een leek geen verschil te zien. Zo knap is 'ie nagebouwd. Die prestatie komt is geleverd door het Hoogmadesemolen- bouwbedrijfje Verbey, dat sinds juni 1974 in de Broek- en Simontjespolder bijna dage lijks aan de molen heeft gesleu teld. Men heeft op de met riet- gedekte schepradmolen de kap gemaakt en de 25 meter lange stalen wieken en in de afgelo pen maanden is men vooral druk bezig geweest met het binnenwerk van de molen, dat tijdens de brand ook helemaal Zo maakte men een reusachtig onderwaterwiel en bracht men in de nok zware balkenpartijen aan die er vroeger ook in heb ben gezeten. Maar flat is nog niet alles Er zijn plannen om het interieur van de molen, on danks het feit dat er niemand In "Dat vergt wel wat pas - en meetwerk", vertelde mij de heer v.d. Hoek, "want het is niet eenvoudig om in zo'n achter- kanter een huiskamertje te ma ken. Je hebt te maken met veel afwijkende maten en de ruimte is ook erg beperkt. Toch willen we dit doorzetten". Waf er precies gaat komen is nog niet zeker maar men denkt bijvoorbeeld wel aan een oud- hollands woonvertrek waarin onder meer een bedstee met klapdeurtjes komt en ook nog een originele schouw rondom afgezet met oude tegeltjes. "Misschien lijkt het wat over bodig om in een molen waarin toch niemand komt wonen toch dergelijke voorzieningen aan te brengen", zegt v.d Hoek. "maar we weillen zo'n restauratie nu eenmaal tot in de puntjes ver zorgen. En dan moet je de mo len precies zo maken als 'ie er vroeger bij stond. Bovendien hebben we daar nu ook het geld voor dus waarom zouden we het niet doen". Het is bijna zeker dat de geres taureerde molen nog dit jaar weer in gebruik kan worden genomen. En dan kan de Rijn landse Molenstichting het vol gende karwei van start laten gaan. Na de Warmondse molen is de Hazerswoudse wipmolen in de Geerpolder aan de beurt. Daarvan zal onder meer de on dertoren worden gerestaureerd en ook gereed worden gemaakt voor bewoning. Schrijvende tweelingzusjes stoppen er mee De Katwijkse tweelingzusjes Marga en Gerda Vreeburg (23), die een paar jaar geleden volop in de belangstelling kwamen omdat ze aan de lopende band kinderboeken schreven ("Kom maar bij ons Judith", de "De ze ven van de Sandra-club", „Pe tra pechvogel" en "Zonneschijn na schooltijd"), raken nu de pen niet meer aan. Ze zijn nu ge trouwd en hebben geen tijd meer om nog meer boeken op hun naam te brengen. Gerda, die nu in Oegstgeest woont en de naam Ober draagt, vertelde mij: "We hebben dat schrijven altijd met het grootste plezier gedaan maar nu hebben we andere dingen aan ons hoofd. Ergens vind ik het wel jammer. Ik lig er desondanks niet wakker van. Maar mis schien dat ik ooit nog eens doorga. De eerste paar jaar in eder log r Schilder bezig met het verven van de wieken. Sporen brand vakkundig weggewerkt Poor Weet u een onderwerp dat in deze rubriek past? Bel me dan maar op. Elke morgen wacht ik tot tien uur uw telefoontje 071-144941, toestel 39.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 14