Laatste woord
lijkt gesproken
Bernsen verbouwt restaurant
Eenling Van Meegeren
zette experts in hemd
LEIDEN
Nieuw onderzoek Leidse hoogleraar
LEIDEN - Het verfbindmiddel op
de schilderijen van Han van Meege
ren vormde het belangrijkste doel
wit van de onderzoekers. Toen - in
1946. Maar ook later. In 1946 stelden
de onderzoekers vast dat er op de
omstredendoeken kunsthars als
bindmiddel was gebruikt Dezelfde
kunsthars die bij Van Meegeren in
zijn atelier was aangetroffen.
En kunsthars kwam in de vocabu
laire van de zeventiende-eeuwse
schilders niet voor. Zij gebruikten
een combinatie van lijnolie en na-
tuurhars. Het bewijs was dus gele
verd.
Althans, dat vond men toen. Later
rees er twijfel. Het is de vraag, zo
redeneerden kritische kunstex
perts, of de kunsthars van de schil-
Door Wim Wirtz
derijen wel dezelfde kunsthars is
als die van Van Meegeren.
De schilder had aan de onderzoek
commissie een fenolformaldehyde
kunsthars overlegd, het bindmid
del dat hij gebruikte. De kunsthars
die van de omstreden doeken werd
gehaald, was waarschijnlijk,
dezelfde.
Waarschijnlijk, want het kon niet
worden aangetoond.
Prof. Froentjes: ,,Het grote pro
bleem was toen om het pigment in
de monsters die we namen, te
scheiden van het bindmiddel. Het
was toen zo dat het bindmiddel
soms werd aangetast door zuur of
loog. Maar in dit geval ging het goed
en bleven de stukjes bindmiddel
die we overhielden onaangetast. Al
leen konden we niet aantonen dat
het een fenolformalhyde kunsthars
was. Dat kon in die tijd niet, omdat
we de middelen er niet voor had
den. We namen met waarschijn
lijkheid aan dat het die kunsthars
Prof. Froentjes. sinds 1953 bijzon
der hoogleraar in de criminalistiek
aan de Leidse universiteit (de we
tenschap die zich bezighoudt met
opsporing en onderzoek van straf
bare feiten), was in die tijd nog
maar kort verbonden aan het Ge
rechtelijk Laboratorium van het
ministerie van Justitie. Twee jaar
geleden nam hij daar afscheid als
directeur. „En daarom spreek de
zaak vam Van Meegeren mij zo aan
omdat het eigenlijk m'n eerste zaak
was. De zaak-Van Meegeren werd
me in de schoot geworpen door de
toenmalige rechter-commissaris
Wiarda in Amsterdam. Onge
vraagd. En door dat onderzoek dat
wij toen hebben gedaan, heeft het
Gerechtelijk Laboratorium een
grote naam gekregen, in binnen- en
buitenland".
Stengun
Het gerechtelijk Laboratorium had
in de periode dat het onderzoek
speelde, volgens Froentjes iets van
tien miljoen gulden aan schilde
rijen in huis. Een bedrag dat vol
gens de toen heersende normen
ongetwijfeld ten onrechte voor de
doeken was neergeteld. Omdat het
immers falsificaties waren. Toch
noopte deze „marktwaarde" tot
voorzichtigheid. „Er stond een po
litieman met een zware stengun
voor de deur", herinnert Froentjes
zich. „En we konden van de ver
fstoffen natuurlijk maar kleine
hoeveelheden nemen".
Het onderzoek nam drie tot zes
maanden in beslag en droeg ertoe
bij dat het ten laste gelegde „wettig
en overtuigend" werd bewezen.
Tien jaar later, nadat het onderzoek
van de commissie al van diverse
kanten was aangevallen, verscheen
er een kritisch artikel in het Che
misch Weekblad. De strekking was
dat er vele vraagtekens konden
worden geplaatst bij de chemische
proeven die toen waren gedaan om
het bewijs boven tafel te krijgen.
Nadien bleven de bedenkingen
tegen het onderzoek aanhouden.
Tot Froentjes een paar jaar geleden
bij het opruimen van zijn Gerechte
lijk Laboratorium de oude ver
fmonsters tegenkwam die in 1946
waren onderzocht. De techniek was
e "De Emmaüsgangers": achter de in donkere kleding gehulde vrouwenfiguur zit-onzichtbaar-een meisjeskop-
J je, dat Van Meegeren niet van het oorspronkelijke doek kon verwijderen.
De roemruchte Van Meegeren-
affaire heeft tot op heden vele pen
nen in beweging gebracht. Er is
veel geschreven over het proces
tegen de kunstschilder, oplichter
en vervalser Han van Meegeren.
Maar ook zijn kwaliteiten kregen de
nodige aandacht.
Han van Meegeren was lange tijd
een betrekkelijk onbekend schil
der. Hij voelde zich miskend en
wilde tegenover de buitenwereld
bewijzen dat hij niet onderdeed
voor de zeventiende-eeuwse schil
ders Jan Vermeer en Pieter de
Hooch. Van Meegeren maakte
langdurig studie van de technieken
van deze meesters en bestudeerde
ook de verf die ze hadden gebruikt.
Om op oud linnen te kunnen schil
deren, kocht hij doeken van minder
belangrijke zeeweeentiende-
eeuwse schilders. En zelfs wist hij
de "craquelure" op zijn werkstuk
ken aan te brengen - de door ou
derdom veroorzaakte barstjes in
verf en doek - door het doek bij
verhitting te verwringen en te ver
buigen.
In 1945 werd Van Meegeren, ver
dacht van collaboratie met de Duit
sers, gearresteerd. Maar in feite had
hij niets anders gedaan dan aan
Goering een doek verkopen, dat
gesigneerd was met de naam van
Jan Vermeer. Prijs: 1.650.000
In de gevangenis verklaarde hij -
psychisch verzwakt - dat hij eigen
werk, dat hij valselijk had gesig
neerd met de namen van Vermeer
en Pieter de Hooch, in de handel
had gebracht. Een verklaring die de
wereld van kunstenaars en kun
stexperts schokte. Op de promi
nentste plaatsen waren voor deze
zogenaamde doeken van Vermeer
en De Hooch immers attesten van
echtheid afgegeven. En daar kon
men zich toch niet vergissen.
De eenling Van Meegeren had de
zorgvuldig opgebouwde wereld
van deskundigen een flinke deuk
bezorgd. En dat werd hem niet in
dank afgenomen. Hij moest bewij
zen dat hij de waarheid sprak. En
onder toezicht van het gerecht
schilderde hij een nieuwe "Ver
meer", getiteld "Christus onder de
Schriftgeleerden". En opnieuw vie
len de monden open.
Uit het gerechtelijk onderzoek
bleek dat Van Meegeren in totaal
zes "Vermeers" en twee "De
Hoochs" in de handel had gebracht.
De schilderstukken brachten sa
men 7.159.000 op, waarvan Van
Meegeren na aftrek van kosten zelf
5.180.000 overhield. De bekendste
Van Meegerens die als Vermeers de
deur uitgingen, waren ongetwijfeld
"De Emmaüsgangers" en "Het
Laatste Avondmaal". Het eerste
doek werd voor 520.000 gekocht
voor het museum "Boymans" en
het laatste kwam na betaling van
1.600.000 in bezit van D. G. van
Beuningen. Het rijk ten slotte telde,
na een diepgaand onderzoek door
experts, 1.300.000 neer voor de
"Voetwassing", een schilderij dat
naar het Rijksmuseum verhuisde.
De officier van Justitie vertolkte de
gevoelens van vele kunstexperts
die zich door Van Meegeren in hun
hemd voelden gezet: hij had de
kunst en de Oud-Hollandse mees
ters beledigd, de kunstwereld was
geschokt. Hij eiste twee jaar gevan
genisstraf. wat uiteindelijk bij von
nis van de rechter een jaar zou wor
den.
In 1947 stierf Van Meegeren aan een
hartaanval. Zijn meesterwerken
gingen terug naar de rechtmatige
eigenaars. En langzaam maar zeker
kwamen de discussies op gang: de
"Vermeers" en de "De Hoochs" van
Van Meegeren waren echt, het
tegendeel was nooit overtuigend
bewezen. Vooral de commissie van
deskundigen die in 1946 het onder
zoek naar de vervalsingen van Van
Meegeren had verricht, moest het
ontgelden. Naarmate de techniek
voortschreed, werden de polemie
ken over de onderzoekmethoden
van deze commissie heviger.
Nu, bijna dertig jaar na het be
faamde proces, heeft een van de le
den van deze commissie, de Leidse
hoogleraar prof. dr. W. Froentjes,
samen met ir. R. Breek, medewer
ker bij het Gerechtelijk Laborato
rium, alsnog het bewijs geleverd:
de zes "Vermeers" en de twee "De
Hoochs" zijn echte Van Meegerens.
Kolom 7 is als het puntje van een
mes: hoe kleiner hoe scherper.
Zetfout: vuilstortplaats Rookburg
Het weekblad „Centrum" van het
universitair medisch centrum in
Leiden meldt ons dat het Acade
misch Ziekenhuis en staatssecreta
ris Klein het zwartepietenspel spe
len. Intussen is ook bekend gewor
den dat minister Lubbers en we
thouder Van Aken volgende week
een ganzebordcompetitie gaan be
ginnen. Minister Gruijters schijnt
op wethouder Verboom inmiddels
een voorsprong te hebben geboekt:
zijn kapitaal bedraagt f 12.000 en
hij heeft vijf buurten, waarvan
twee met hotels. Bij het Halma-spel
heeft Van Kemenade wethouder
Tesselaar helemaal vastgezet. Maar
dat kwam doordat er geen beleid
was uitgestippeld.
snelheid waarmee het laatste on
derzoek werd uitgevoerd. „Als je
het vergelijkt met het onderzoek
van 1946, dan kun je zeggen dat we
er toen drie maanden over deden en
nu twee dagen".
Op ingezonden brieven over mi
lieuheffing moet nu zo langzamer
hand ook maar eens wat geheven
worden.
■k Van Meegeren bezig met zijn
Schriftgeleerden".
inmiddels niet stil blijven staan en
er was op het laboratorium een
nieuwe methode ontwikkeld om
(delen van) verfstoffen met een on
weerlegbare nauwkeurigheid te
onderzoeken.
De geleerde naam voor deze me
thode is „pyrolyse gas chromato-
grafie". En het principe is als volgt.
De kunstharsoplossing van het
schilderij wordt sterk verhit, en als
gevolg hiervan in deeltjes opge
splitst. Deze deeltjes worden door
een kromme buis gestuwd en ko
men vervolgens in een zg.
detectie-apparaat terecht, dat de
deeltjes „meet" en het resultaat
daarvan doorgeeft aan een zg.
„schrijver", een apparaat dat zg.
pieken schrijft.
Bij het onderzoek dat prof. Froen
tjes en ir. Breek vorig jaar verricht
ten, werd er eerst een zg. pyrogram
gemaakt van de kunsthars die Van
Meegeren gebruikte. Met andere
woorden: er kwam een papiertje uit
de machine met pieken erop van
"Vermeer": "Christus onder de
verschillende grootte en onderling
verschillende afstanden. Vervol
gens werd er van elk omstreden
doek een verfmonster genomen en
dat v/erd op dezelfde manier onder
zocht. Het resultaat was dat er van
alle onderzochte doeken „papier
tjes met pieken" uit de „schrijver"
rolden. Maar wat meer was: de pie
ken waren allemaal hetzelfde. Con
clusie: de kunsthars van van Mee
geren was dezelfde als de kunsthars
van de omstreden schilderijen. Om
honderd procent zekerheid te heb
ben zochten de onderzoekers de
grondstoffen van de fenolformal
hyde kunsthars bij elkaar en onder
zochten deze grondstofffen tesa-
men op dezelfde manier. Het resul
taat was positief.
Trots
Intussen kijkt prof. Froen
tjes met onverholen trots op zijn
onderzoek terug. En wijst op de
Ofschoon hij Van Meegeren in 1946
vrij vaak bezocht in diens atelier
aan de Amsterdamse Keizers
gracht. wil Froentjes zich niet over
de figuur van de kunstschilder uit
laten. Alhoewel hij grote bewon
dering heeft voor de vakbekwaam
heid van Van Meegeren, „het is erg
knap geweest wat Van Meegeren
deed", zegt hij. En ter illustratie:
„Van Meegeren vertelde ons in die
tijd wat voor schilderijen hij ge
kocht had om daar overheen te
schilderijen. Bij de Emmaüsgan
gers was dat een schilderij met de
voorstelling van de Opwekking van
Lazerus, Hij vertelde toen dat hij
dat eerst schoonmaakte met Tur-
kol, een soort soda. Hij liet dan het
plamuur zitten en begon er op te
schilderen. Alleen was het bij de
Opwekking van Lazerus zo, dat hij
een meisjeskop moest laten zitten.
Dat kreeg hij er niet af, zei hij. Hj
heeft toen een schetsje voor ons
gemaakt van de Opwekking van
Lazerus en aangewezen waar dat
kopje zat. Als je nu de Emmaüs
gangers bekijkt, dan zit dat kopje in
dat meisje naast Christus, vlak bo
ven het kannetje dat op tafel staat.
Dat is toen ook met röntgenstralen
onderzocht en dat bleek te kloppen.
Maar ja, later kwamen er mensen
die zeiden dat Van Meegeren dat
schilderij eerst zelf met röntgen
had laten onderzoeken en zo had
ontdekt dat dat kopje er zat. Als dat
doek dan later met röntgen zou
worden onderzocht, kon hij niet
zeggen dat hij dat kopje had laten
zitten".
Prof. Froentjes wil zijn onderzoek
niet zien als het laastse woord dat in
de zaak van Van Meegeren gespro
ken is. Hij zegt: „het is een laatste
woord, maar ik weet niet of het het
allerlaatste woord is. Dat weet je
met de wetenschap tenslotte
nooit".
Bezitters van een Citroen 2-CV op
gepast: het botulisme ligt op de loer
Het ruimtegebrek in het Leidse
stadhuis is zo groot dat nu het va
kantie is iedereen pas aan het werk
kan.
Als het nog twee maanden droog
blijft, zal de laatste biologische
fietsroute die u iedere week in deze
krant vindt, gaan langs een lidcac
tus, een dadelpalm en een agave.
Rust- en eindpunt naar keuze: een
fata morgana of een oase.
Vier maanden geleden kondigder
de Steenstraat-winkeliers harde ac
ties aan indien burgemeester en
wethouders van Leiden de ver
keersmaatregelen voor de Steen
straat niet zouden terugdraaien.
Inmiddels zijn de verkeersmaatre
gelen nog steeds van kracht en is er
nog steeds geen harde actie geweest
Het wachten is op de drukkerAls de
winkeliers B en W gaan boycotten
willen ze er namelijk zegeltjes bij
geven.
1
De voorgevel van restaurant Bernsen.
Zaak wordt grondig onder handen genomen
LEIDEN - „Men zegt: we gaan naar
Bernsen: nooit: naar restaurant Be
rnsen, of zoiets". Bernsen is een be
grip in Leiden. Al sinds mensen
heugenis is dit restaurant, waar
men overdag ook voor een kopje
koffie terecht kan, in de Breestraat
gevestigd. Het echtpaar Bernsen is
nu de „derde generatie" die het res
taurant runt. Toen de zoon de zaak
in 1958 van zijn vader overnam (en
die had hem in 1923 weer van zijn
vader) is het pand aan de Breestraat
grondig gemoderniseerd. Nu staat
er weer een verbouwing op het pro
gramma. Zowel van buiten als van
binnen zal de zaak grondig onder
handen genomen worden, en ook
de menukaart zal er anders komen
uit te zien. Maar bij alle veranderin
gen zal ongetwijfeld het eigen ka
rakter behouden blijven: al jaren
lang is Bernsen een degelijk restau
rant met redelijke prijzen en met
vele trouwe gasten.
De grootvader van de huidige
chef-kok Bernsen is in 1891 begon
nen met een kokerij („uitzending
van diners") en chocolaterie. Diens
zoon maakte in 1932 van de zaak
een „maison"; de kokerij werd met
een lunchroom uitgebreid. Met het
bezorgen van diners stopte Be
rnsen in 1943. J. M. Bernsen nam in
1958 de zaak van zijn vader over en
ondernam gelijk een verbouwing,
en enkele jaren later (in '66) ver
nieuwde hij ook de keuken. Terwijl
hij zelf in de keuken staat samen
met drie koks („alles maken wij
zelf, ook het gebak") houdt zijn
vrouw de bediening in de twee be
nedenzalen en de bovenzalen in het
oog.
Bij de verbouwing in 1958 werd de
potkachel die middenin de zaak
stond, weggehaald, en werd met
lichte en moderne materialen een
fris interieur geschapen: een ken
merkend beeld van de optimisti
sche jaren zestig met veel licht en
ruimte in de nieuwe huizen. Het
was de tijd van de doorzonkamers.
Het mooie stuc-plafond werd aan
het oog onttrokken door een ver
laagd plafond. Er wordt meestal op
gedempte toon gesproken, terwijl
zachte muziek de achtergrond vult.
Maar intussen heeft de smaak zich
gewijzigd en wil men weer wat
meer gedimd licht, donkere kleu
ren en hout in plaats van kunststof.
„Bij het uitzoeken van het interieur
heb ik slapeloze nachten gehad. Er
komt ook zoveel bij kijken", zegt
mevrouw Bernsen. Alles is zorg
vuldig bij elkaar uitgekozen: de
nieuwe eikenhouten tafeltjes, de
houten wandbekleding, het nieuwe
servies em de nieuwe verlichting
waarvan de lichtsterkte geregeld
kan worden. Architect Koning uit
Vinkeveen die ook de verbouwing
in '58 in handen had, heeft ook een
nieuwe voorgevel ontworpen. De
voor- en achterzaal zullen worden
doorgebroken met een nieuw buf
fet daartussen en een makkelijke
trap naar het zaaltje op de eerste
verdieping. De gasten zullen rui
mer kunnen zitten.
Debezoekers van Bernsen zullen
vandaag voor het laatst kunnen
eten aan de ronde tafeltjes in het
oude interieur, dan gaat de zaak
dicht voor' de verbouwing. Eind
augustus hoopt het ondernemende
echtpaar klaar te zijn met het kar
wei; de bezoekers die hun adres
achterlaten zullen er bericht van
thuis krijgen. Opvallend is dat Be
rnsen zoveel trouwe bezoekers
heeft. „Heel veel mensen komen
hier terug als ze er een keer gegeten
hebben. Maar wat voor publiek het
nu precies is, dat is moeilijk te zeg
gen. Vroeger veel alleenstaanden,
maar nu toch ook wel echtparen die
hier één of .twee keer per week
komen eten. En zakenmensen.
Toen Minerva afgebrand was, zaten
de studenten hier soms met tien te
gelijk op de trap te wachten. Ze
komen overal vandaan. Burge
meester Gallas van Alphen kwam
hier regelmatig toen hij in Leider
dorp woonde. En tientallen jaren
geleden kwam wethouder Van
Aken hier al, toen hij verloofd
De tekeningen voor de verbouwing zijn al gereed en van
voorgevel is een maquette gemaakt. De bestaande luifel wordt dikkeren
de gevel wordt m drieën gedeeld. Rechts naast de gevel moet nog een
deurconstructie worden bedacht.Opvallend zijn de speelde blokken.dat
zijn lichtreclames waarop komt te staan: Bernsen, tearoom, restaurant
opzet
meer nadruk op leggen dat het een
tearoom is. Voor het drinken van en
kopje thee of een koffie, eventueel
met gebakje of hartig hapje, beataat
steeds meer belangstelling. Op de
kaart zullen wat meer kleine hapjes
komen en gestreefd wordt naar wat
meer afwisseling voor de vaste
klanten.
Het zal voor de vaste gasten' we
even wennen zijn in de nieuwe om
geving maar ongetwijfeld al het de
gelijke karakter van dat etablisse
ment behouden blijven. Het echt
paar Bernsen heeft alle plannen
rond, en heeft niets aan het toe va.'
overgelaten.
TOM MAAS