Fords eerste "mini De vingertipin de auto Peugeot 104 aan mode aangepast Alweer een watermotor FIESTA" KOMT IN SEPTEMBER DE NIEUWE AUDI 100 99 MHl AUTO ZATERDAG 17 JULI 1976 Het V\V-concern heeft de eer ste foto's vrijgegeven van de nieuwe Audi 100, die binnen kort zal worden geïntroduceerd. Op de plaatjes te zien hebben de stylisten bij hun ontwerp sterk aan het succes van Mercedes ge dacht. Het nieuwe topmodel van Audi wordt leverbaar met drie mo tormogelijkheden: een 1,6 liter (85 pk) een 2 liter (115 pk) en een 22 liter (136 pk). De laatste is de eerste in serie geproduceerde vijf-cilinder krachtbron. Af hankelijk van de motor varië ren de topsnelheden van 160 tot 190 kilometer per uur. Het is allemaal een kwestie van tijd. Het moderne televisietoestel heeft de periode van de druk- en draaiknop allang achter de rug. Een simpele aanraking met de vingertop is al vol doende om het beeld van Ne derland I naar Nederland 2 te doen springen. Deze kleine impuls is al genoeg om het apparaat in een oogwenk elektronisch zijn weg te doen vinden. "Wat bij een televisietoestel kan moet bij een auto ook kun nen", dachten de Leidse ra diomonteur Peter Langeslag en zijn collega Gerard Slok ker. De automobilist leeft nog helemaal in het tijdvak van de mechanische druk. De elek tronische "vingertip" hadden we er nog niet in gezien tot we Peter Langeslags BMW 2002 te zien kregen. Want Peter heeft daarin de ideeën van hem en Gefard verwezenlijkt. Het heeft alleen aan materiaal een paar honderd gulden ge kost en een nauwelijks te me ten hoeveelheid tijd. Maar nu zit er op zijn console boven de radio een keurig glanzend paneeltje, waarin de gemar keerde punten niet alleen groen oplichten als men ze maar even met de vinger be roert maar ook de mistlam pen, achterruitverwarming, alarminstallatie enz. in wer king komen. Via een inge nieus netwerk van draadjes en dergelijke staat hier een elektronische robot de be stuurder ter beschikking. 's Avonds heb ik altijd mijn radio aan. Aan het zachte groene licht daarvan heb ik genoeg om het eerste puntje gemakkelijk te vinden. Het' groen, dat dat dan uitstraalt is verder meer dan voldoende", vertelt de trotse Peter Lan- Hy heeft nog geen commerciële bedoelingen met zijn vernuf tige constructie. "Maar het kan best zijn, dat er mensen belangstelling heb ben. Ik weet nu in elk geval hoe het moet. Want het is een flinke klus. Met de manuren mee schat ik, dat namaak nu toch wel in de buurt van de vijfhonderd gulden zou ko men. Maar dat is niks verge- leken, bij wat dat in mijn auto zou moeten hebben kosten." Het is allemaal een kwestie van tijd. De "vingertip" nu in de auto. Nog even en we hebben ook afstandbediening. Net als bij de moderne televisie. Peter Langeslag met zijn vingertip-paneel 99 Uit de Sowjet-Unie is een be richtje komen aanwaaien over een bijzonder milieuvriende lijke auto, die zou zijn gebouwd door ingenieurs uit de Oe kraïne. Zij zouden met behulp van des kundigen uit het gehele land een automotor hebben ontwor pen, die zou kunnen draaien op water, dat in een zeer kleine chemische reactor zou worden omgezet in waterstof en zuur stof. De uitlaatgassen zouden nagenoeg geheel vrij zijn van vervuiling. De auto, die bij de motor hoort en ook geheel nieuw is ontwor pen, zou op de Moskwitsj lijken. Maar meer bijzonderheden heeft het persbureau Tass niet gegeven. Daar moet men het dan maar mee doen. Hoe de prestaties van deze "waterauto" zouden zijn moeten we dan maar gissen. In elk geval weten we, dat er in Rusland geen tekort aan ben zine is, zodat de noodzaak een andere vorm van voortstuwing te vinden niet direct aanwezig is. Bovendien is er nog slechts een geringe autodichtheid, zo dat van een massale vervuiling nauwelijks sprake kan zijn. En tenslotte: heel vaak sijpelen dergelijke berichten over nieuwe typen automotoren door, maar men heeft nog nooit kunnen lezen, dat zo'n motor in massaproduktie is genomen. Behalve dan de Wankelmotor, maar die was noch schoon noch "Wij voelen ons als een vrouw van vijfenveertig, die eigenlijk de vu rige hoop al had opgegeven, maar toch in verwachting". Zo ongeveer kondigde algemeen- directeur G. Laurent van Ford Ne derland de komst aan van de Fiesta, de kleinste auto, die Ford ooit heeft gebouwd. Die - zoals gemeld - be gin september op de Nederlandse markt wordt verwacht. Al jarenlang werd vanuit de Euro pese Ford-fabrieken druk uitgeoe fend om tot een klein Fordje te ko men. Maar onder het motto "mini- wagens betekenen ook mini- winsten" werd de ontwikkeling van zo'n echte kleine auto tegenge houden. Tot de oliecrisis de Ameri kaanse argumenten overrompelde. En dus staat nu (de jaren, nodig voor de ontwikkeling, later) het nieuwe Fordje op het punt de au tomarkt op te rijden. Naam Zelfs de allerhoogste regionen van het Ford-concern hebben zich met het nieuwe produktje bezig gehou den. Geen wonder. Ford heeft maar liefst twee miljard gulden in de ontwikkeling gestopt, waaronder de bouw van een goednieuwe fa briek in Spanje en uitbreiding van bestaande fabrieken. Dan wil de hoogste baas - Henry Ford II - het laatste woord hebben. Dat ging over de naam. Na langdurige schif tingen waren er nog drie overge bleven. Met behulp van zijn moeder en zuster heeft Henry tenslotte zelf voor Fiesta gekozen. Waarmee men overigens in Europa best gelukkig is, want het klinkt erg feestelijk. De Ford-mensen in Europa zijn in derdaad in alle staten. Eindelijk het zo begeerde kleine karretje, waar mee op de druk bezochte markt kan worden gepenetreerd. Waarmee kan worden geconcurreerd met de Prijs De derde-deur-rage is ook aan Peu geot niet ongemerkt voorbij ge gaan. Het kleinste model (de 104) is onder het mes gegaan en heeft er van de technici een grote klep aan de achterkant bijgekregen, Nu is dat bij Peugeot natuurlijk geen derde maar vijfde deur, maar dat doet aan het principe niets af. Er is een „deur" bijgekomen en de leu ning van de achterbank kan wor den weggeklapt, zodat in voorko mende gevallen een fikse bagage ruimte kan worden gecreëerd. Men heeft meteen wat geschoffeld in de stal van kleine Peugeots. Het gevolg is dat de 204 van het tapijt is verdwenen. Dit in 1965 gelanceerd model was eens in drie opeenvol gende jaren Frankrijks meest ver kochte auto. Meer dan anderhalf miljoen exemplaren werden ervan gefabriceerd. De lichtmetalen die selmotor van dit model is voortaan beschikbaar voor het 304 pro gramma. De technici van Peugeot verzeker den ons, dat de 104 merkwaardig genoeg altijd meer binnenruimte heeft gehad dan de nu verdwenen 204. Men heeft de 104-serie dan ook wat uitgebreid. Het allereenvou digste model, dat tot nu toe te koop was, de zogenaamde „L" wordt niet meer gemaakt, maar de GL en de coupé ZS zijn gebleven. Daarnaast komen de 104 „GL6" en de „SL". De laatste twee zijn uitgerust met de 1124 cc motor, die men ook in de coupé kan tegenkomen, al levert die daar 66 DIN-pk (155 km per uur), terwijl het vermogen in de GL-6 en de SL beperkt blijft tot 57 DIN-pk. Dat is goed voor een top snelheid van om en nabij de 145 ki lometer per uur. De GL-versie blijft de 954 cc motor behouden, die met normale ben zine 44,5 DIN-pk vermogen kan leveren en waarmee een top van 135 kilometer per uur is te behalen. Dit model is het enige, dat de vierkante koplampen handhaaft. De overige hebben veel bredere rechthoekige lampen gekregen. Het ligt voor de hand, dat het zwaardere motortje in de nieuwe versies van deze 104 een duidelijke verbetering betekenen. Meer ver mogen, meer acceleratie, maar vooral meer rust. Juist die kleine wagentjes zijn nogal kwetsbaar op dat gebied. Ze ontberen de rust-en derhalve het comfort - van hun gro tere broers. Derhalve heeft dit 104- tje niet alleen aan ruimte (door de vijfde deur) maar ook aan comfort gewonnen. wielaandrijving bij: geen tunnel in de cabine. Twee deuren op zij en een "derde deur" aan de achterzij de, een grote klep dus. De op zichzelf niet zo bijster grote bagageruimte kan door het neer klappen van de leuning van de ach terbank worden vergroot. In de meeste kleine wagentjes wordt dan de zitting van de achterbank eerst opgeklapt, waardoor een afge- schotte ruimte ontstaat. De Ford- constructeurs hebben er echter de voorkeur aan gegeven de zitting van die achterbank op iijn plaats te laten. Dat heeft weer tot gevolg, dat er een flink gat gaapt tussen de voorstoelen en de vloer van de ba gageruimte. Een "afgrond", waarin kleine pakjes maar al te gemakke lijk zullen verdwijnen. Daar staat tegenover, dat het "Ford je" onder de bodem van de bagage ruimte nog een extra vakje heeft waarin gemakkelijk wat extra ma teriaal kan worden gestopt. Opeltjes, Volkswagentjes, kleine Franse wagentjes en niet te verge ten de Italiaanse en Japanse pro- dukten. De Duitse Ford-directeur Robert Lutz wees bij zijn introduc tie op de stijgende verkoop van kleine auto's. Volgens hem is het marktaandeel hiervan in West- Europa de laatste vijf jaar gestegen van 20,8 tot 27,2 procent. De concurrentiepositie van de Fiesta hangt natuurlijk voor een groot deel van de prijs af, die Ford nog niet exact heeft willen prijsge ven. Vanzelfsprekend niet. Van daag de dag wil geen enkele auto fabrikant zich ruim tevoren vast prikken op een prijs, die bij de in troductie misschien al is achter haald. Daarom ging men niet ver der dan tussen de tien en elf mille voor het goedkoopste type. Er komen in totaal vier types in de showrooms te staan: een standaard, een L, een S en een Ghia. De laatste is het meest luxueuze vlagge- scheepje. Er zijn twee motorver mogens: 45 DIN-pk van de motor van 957 cc inhoud en 53 DIN-pk van de motor met 1117 cc inhoud. Het kleine Fordje wijkt zo op het oog niet zo bijster veel af van de vele concurrenten, die het op zijn pad zal tegenkomen. Het deed ons vooral sterk aan de Peugeot 104 denken. De motor ligt dwars voor in, zodat er zoveel mogelijk ruimte voor de inzittenden is overgeble ven. Daartoe draagt ook de voor- Service Bij het ontwerpen van deze Fiesta hebben de constructeurs vooral ge let op het drukken van de service kosten. Volgens de fabriek zouden die zeker 35 procent lager liggen dan bij vergelijkbare auto's, wat de Europese automobilisten een jaar lijkse besparing van 275 miljoen gulden zou kunnen opleveren. Ford claimt, dat driekwart van alle reparaties binnen een uur kunnen worden uitgevoerd. De auto wordt eerst in Europa uit gebracht. Volgend jaar volgt Ame rika. Een versie met een 1300 cc mo tor is in voorbereiding. Bij Volvo zijn ze er zich bliksems goed van bewust, dat de nieuwe, van DAF overgenomen en door Volvo verder ontwikkelde mid denklasser niet goedkoop is uit gevallen. Een bedrag van acht tien mille liegt er niet om. De wa gen heeft meteen al een zware handicap meegekregen in de verbeten race met de vele con currenten in zijn klasse. Toch barst men in het Volvo- hoofdkwartier in Beesd van ver trouwen. Om verschillende rede nen. Bijvoorbeeld: de toekom stige prijsstelling. Tenzij c^e prij zen op een verschrikkelijke ma nier de pan gaan uitrijzen en aan passing daardoor onvermijdelijk blijkt, ligt het voorlopig niet in de bedoeling de Volvo 343 - zoals het nieuwe beestje is genoemd - duurder te maken. Zelfs niet op wat langere termijn. En daar men er gewoon rekening mee houdt dat de concurrenten dat wél zul len moeten doen, wordt automa tisch iets van die handicap teniet gedaan. Maar dat is een bijgedachte. De sterkste pijler, waarop het on wrikbare vertrouwen schijnt te rusten is toch wel de wagen zelf. Een auto, die zichzelf zal moeten verkopen. Geen automobiel, die - mede door die prijs - gemakke lijk door middel van een praatje teen mededelen, dat er ergens iets fout gaat. Zoals het vergeten van veiligheidsriemen De in talrijke standen verstelbare stoelen zitten werkelijk voortref felijk. De besturing is erg gemak kelijk en licht en dan is er natuur lijk de veel geprezen variomatic, een door Volvo maar wat graag overgenomen DAF-vinding. De traploze automaat, die bij accele- ren en het afremmen op de motor wat over zijn toeren gemaakte ge luidjes produceert, maar verder een zegening is in elke auto. Ook in deze Volvo 343. De motor - we zeiden het al - vin den we aan de te lichte kant voor deze royale wagen, die ook een overmaat aan ruimte voor de ba gage biedt, welke kofferbak door de inmiddels zeer bekende en veel toegepaste "derde deur" gemakkelijk is te benaderen. En natuurlijk is ook bij deze Volvo 343 de achterbank weg te klap pen, waardoor er een soort sta tionwagen ontstaat met bijna een scheepsruim als laadmogelijk- heid. De motor voorin en aandrijving op de achterwielen. Dus een stevige tunnel in de cabine. Bij deze Volvo 343 heeft men eveneens gebruik gemaakt van de be faamde De Dion-achteras, die destijds bij de hoger genum merde DAF's voor zo'n aanzien lijke verbetering van de weglig- ging zorgde. Een verbetering, die zich in deze Volvo heeft voortge zet. De voorwielophanging is van het MacPherson-type met schroefveren. Alles bij elkaar ge ven deze ophanging en vering een grote rust in de wagen. Dat - gevoegd bij een niet overtollig motorgeluid, een niet al te grote windgevoeligheid en een lichte besturing - zorgt voor een plezie rig aandoend comfort. Comfort, dat geheel volgens de faam van Volvo hand in hand gaat met een ruime mate van be veiliging. Overigens is dat geen exclusief bezit meer van welk merk dan ook. Alleen zaken als bijvoorbeeld met ingebouwde stalen balken versterkte deuren, standaard een voorruit van ge laagd glas, versterkte dakcon structie vindt men niet overal. Men merkt het, na een weeklang rijden in deze VolVo 343 DL wil len we best voor ons enthou siasme uitkomen. Temeer daar het benzineverbruik (gemiddeld meer dan één op tien) voor een auto van een dergelijk kaliber niet tegenviel. Maar ondanks de ruimte, ondanks het comfort, ondanks de auto maat, blijft het grote bezwaar van de hoge prijs. Dat men zich daar van bij Volvo bewust is doet aan de zaak niets af. Maar wie weet.misschien kan de tijd deze wond helen. of een plaatje is te slijten. Men moet de compleetheid ervan zien, men moet de ruimte beleven, men moet de handelbaarheid er varen, men moet de automaat bedienen en men moet de solidi teit voelen. We weten het, zo klinkt het een beetje als een re clamezin, maar toch willen we het een keer zo zeggen. Misschien was het wat vals senti ment maar ergens in ons hadden we toch een stukje ingekankerde aversie tegen deze auto. Wellicht omdat we het idee niet van ons konden afzetten, dat Volvo liep te pronken met de veren van DAF. Wat scheef chauvinisme. Want zoals men weet gaat het hier om de door DAF met zoveel zorg ge koesterde middenklasser. Die door Volvo met de DAF- fabrieken werd overgenomen en na een aantal modificaties nu als de Volvo 343 op de markt is ge komen. Het is gewoon het gevolg van harde economische noodzaak. Maar het heeft toch wat geknaagd aan de nationale trots. Alle bezwaren worden echter door de wagen zelf weggevaagd. De Zweedse pun tjes op de Nederlandse i hebben een uitermate prettige klassewa gen geproduceerd, waarop men in details wat kritiek kan hebben. maar die in zijn totale conceptie toch wel veel waardering kan oogsten. Om met die kritische nootjes te be ginnen. Het vrij klassieke model heeft flinke ruiten, maar helaas heeft men er aan de achterzijde een fikse dode hoek in laten zitten, die de bestuurder wel parten speelt. Het irriterende geklik van de dagteller is van een wat mindere orde, maar op den duur wordt dat kleine bijgeluidje toch vervelend. Maar het meeste bezwaar heb ben we tegen de vrij lichte motor. Een krachtbron van zo'n 1400 cc met een vermogen van 70 DIN-pk is voor deze toch bijna duizend kilo wegende bak eigenlijk te weinig. Men komt dan ook nau welijks boven de 150 kilometer per uur uit. Het zou ons dan ook niet verbazen als binnen afzien bare tijd een versie met een wat sterker motor zou worden aange kondigd. Tegenover deze punten staat erg veel positiefs. Het interieur is erg ruim en smaakvol ingericht. De door ons gereden 343 DL was ge heel van stoffen bekleding voor zien. Een aantrekkelijk dash board met veel en door de indi recte verlichting uiterst gemak kelijk afleesbare informatie. Een batterij van maar liefst dertien lichtjes kan de bestuurder me-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 19