Erik Vollebregt: "Als ik het over moest doen zou ik gaan tennissen" montreal '76 Barbara de Jong: "Sfeer rondom het roeien is bepalend" ZATERDAG 17 JULI 1976 EXTRA Door Paul de Tombe WARMOND - Ze beoefenen de zelfde sport, maar toch ligt er een wereld van verschil tus sen hen. De Vollebregt- tweeling is nog jong (21 pas) studeert af en toe economie of rechten en woont nog in bij de ouders. Sjoerd en Erik leven vrij en ongebonden en heb ben het zeilen bewust voor rang gegeven boven hun stu die. Zij zijn in betrekkelijk korte tijd omhooggeschoten in de FD. Geert Bakker is 56, directeur van een adviesbureau in Waddinxveen en bewoont een huis in het Warmondse Nassaupark. Hij was een van de eerste Nederlanders die in de Soling ging varen toen dat een Olympische boot werd. Zijn opmars verliep minder spectaculair, want hij diende en dient zijn zaak voorrang te geven boven het zeilen. Tus sen de zeiltrips door maakt hij soms werkweken van 80 uur. Voor Geert Bakker zijn de Olympische Spelen van Mon treal waarschijnlijk de afslui ting van de lange actieve zeil- tijd op dat hoge niveau; voor de Vollebregts kan Montreal 1976 de basis zijn voor een nog succesvoller sportieve carrière en wellicht voor een snelle maatschappelijke loopbaan. De Vollebregts en Bakker zijn al weer enige tijd in Canada. De tweeling is afgereisd zon der familie. Hoewel vader Vollebregt voorzitter is van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond, zal hij zich ook niet bij zijn zoons voegen. Tenzij die gaan spe len met goud, zilver of brons. Sjoerd en Erik hebben hun ouders uitdrukkelijk te ken nen gegeven in andere geval len geen prijs op hun aanwe zigheid te stellen. Uit angst voor zulke conflicten als zich eerder dit jaar voordeden (re sulterend in het kort geding van Imhoff) waarin vooral moeder Vollebregt centraal stond, omdat zij aan subjec tieve berichtgeving zou heb ben gedaan. De tweeling be reidt zich nu maar liever in alle eenzaamheid voor, ook al omdat "we niet willen dat de familie zich met ons gaat be- Ruzie Onder leiding van coach Jack van Hellemond, overigens veelvuldig Nederlands karate-kampioen, die eerder Ben Staartjes al tijdens een Olympiade begeleidde (Erik: "Die ervaring kan ons van pas komen") leggen Sjoerd en Erik in Canada de laatste hand aan hun conditie voor de zeven races op het immens grote Ontario-meer. Zonder ruzie, zo hebben zij zich voor genomen. Een streven dat eerder vaak doorkruist werd door heftige woordenwisse lingen tussen de broers. "Want als er iets fout gaat, wordt het echt wel verteld. Maar je kunt meer van elkaar hebben als broers. Je bent het allemaal wat sneller verge ten". Geert Bakker heeft in zijn gewerkt, word je zevende dan is het een afgang. Dan heb je het allemaal voor niks ge daan. Het lijkt zo leuk, al die reisjes, maar je ziet niks. Je zit op het water na vijftien uur rijden. Als je ervan afkomt, ben je weer vijftien uur onderweg naar huis. Je studie lijdt eronder en je hebt er veel voor gelaten. Als we laag eindigen wordt het dan ook weieens tijd dat we ons af gaan vragen of het nog zin heeft om op dit niveau door te gaan. Het kost zoveel tijd en geld. Maar aan de andere kant zal het ontzet tend moeilijk zijn te stoppen. Het ligt er gewoon aan, waar door het fout is gegaan. Toch zou het eigenlijk zonde zijn, want juist daarna kun je pro fijt trekken van al die train ing. We zijn nog jong en we krijgen misschien over vier jaar weer een kans. Dan heb ben we ook weer meer erva ring. Nee, op geluk komt het niet aan. Het gaat gewoon goed, of het gaat niet goed". Taktiek "Taktiek, dat staat op de voor grond in de Soling", weet Geert Bakker. "Het komt lang niet altijd op de snelheid aan, vaak ook op het afdekken van de tegenstander. Daarom heeft die boot ook zoveel aan trekkingskracht op mensen van hogere leeftijd. Het ritselt van de oud- wereldkampioenen. Veel mensen uit de Star-de Draken en de 5V2 meter klasse komen over, omdat die niet meer Olympisch zijn". Het maakt de concurrentie groot, en de trainingsarbeid om toch wat te bereiken erg intensief. "En als je in de kernploeg zit, moetje aan veel evenementen deelnemen. Daar staat een goede finan ciële vergoeding tegenover, maar het hangt ervan af welke luxe je wilt. Je kunt de kosten dekken, alleen de boot moet je zelf kopen". De Vollebregts hebben twee boten in bruikleen van een Italiaanse fabriek. Deson danks beseffen ook zij dat hun sport aardig wat kost. Erik: "Daarom hoop ik maar dat we een medaille pakken. Dan blijven die fabrieken wel bo ten geven of staan ze in ieder geval kortingen toe. Dan kost het niet zoveel. Afwisselend weer, dat zou goed zijn. Dan heeft iedereen gelijke kansen. Maar ook dan weet je dat je zwemt, als je één fout maakt. Je moet drie, vier uur lang ge concentreerd zijn tijdens een race, ook al hang je met je bo venlichaam buitenboord. Dat gaat wel eens vervelen, ja. Vooral als het regent en het water langzaam je nek in gaat lopen of als het koud is in het voorjaar. Dan denk ik we ieens, waar ben ik eigenlijk mee bezig. Als ik het over moest doen zou ik ook abso luut gaan tennissen. Je doet je pak aan en je schoenen en je staat twee uurtjes op de baan. En als je het een beetje kunt, ben je nog in staat een macht geld te verdienen ook... driemans boot aanspraak aan zijn twee jonge bemannings leden Pieter Keyzer (26) en Harald de Vlaming (22). Als stuurman laat hij het "han gen" over aan de jongeren. Hij zegt dat er verder totaal geen sprake is van een generatie- verschil. "We functioneren als een goed team en voelen elkaar goed aan. Ik denk zelfs dat we minder wrij ving onder elkaar hebben dan er tussen leeftijdsgenoten voorkomt". Voor het overige kan hij niet al te scheutig zijn met het ver strekken van informatie. De afspraak was gepland om half één in zijn kantoor, maar hij is tot één uur bezig en moet voor tweeën weer weg. Zijn kamer is strak en gedistingeerd, evenals hijzelf. Erik Vollebregt praat die an dere dag wel voor twee in de rommelige tuin van zijn ou derlijk huis, waar broer Sjoerd op dat moment niet kan zijn vanwege een keu ring. De bebaarde zeiler in los shirt en spijkerbroek zet zelf koffie. Roept dat hij dat he lemaal niet kan, maar slaagt er niettemin in een best drinkbare bak te produceren. Hij komt over als een vrije vo gel. Meldt middenin het ge sprek: "Ik zie met angst en beven de dag tegemoet dat ik moet gaan werken. Altijd vrijheid gewend geweest, al tijd zeilen en een beetje stu deren. Maar het zeilen is de laatste jaren veel belangrijker geworden. Dat kon ook, want als je twee maanden hard werkt, kun je een studiejaar hebben bij economie, maar de laatste tijd hebben we er maar bar weinig aan gedaan, waren we constant met zeilen bezig. Ik moet dan ook niet denken aan de dag dat ik zelf geld moet gaan verdienen, dus denk ik er voorlopig ook maar niet aan. Dat zien we later wel, al besef ik wel dat ons zeilen pa al het nodige heeft gekost. Vroeger vooral. AJs de studieresultaten toen goed waren, kregen we een boot of spullen en toen we wereldkampioen 470 werden (in '72) mochten we FD gaan varen. Dat was afgesproken. Doel was de Spelen van 1980 te halen. Nu we die door onze resultaten al vier jaar eerder hebben gehaald wordt er nog niets speciaals van ons ver wacht. Natuurlijk, we hebben er alles aan gedaan en we wil len ook graag een medaille maar die kans is maar 50 pro cent. De mogelijkheden op goud schat ik op drie pro cent". Afhankelijk Geert Bakker wil zijn kans op Olympisch metaal niet in een percentage uitdrukken. "Je kunt dat niet voorspellen omdat het prestatieniveau niet vast ligt. Dat is zo afhan kelijk van allerlei factoren". Wel durft hij te stellen dat er "een goede kans bestaat dat we bij de eerste tien komen. Er is veel minder krachtsver schil dan in 1972". Uitdrukke lijk doel is het bereiken van de Spelen voor hem over igens nooit geweest. 'Ik heb alleen geprobeerd zo hoog mogelijk te komen. Ik wilde wel eens weg uit de plassenboten en de nationale boten waarin ik tot mijn 46ste had gevaren. Daarom ben ik in de Soling begonnen". 'Bakker? Die man is aan zijn tweede jeugd bezig", had Erik Vollebregt eerder gezegd. "Ik vind het heel knap wat hij doet". Bakker zelf houdt het erop dat hij zover gekomen is omdat hij zeilen en dan vooral wedstrijdzeilen zo leuk vindt. Hij vertelt. "Eerlijk gezegd vind ik de Europese en de we reldkampioenschappen qua wedstrijd interessanter dan de Spelen. Op de EK en de WK doen meerdere sterke zei lers uit één land mee, in Mon treal tref je alleen de sterk- sten. Dus is het niet de sterk ste vloot die er komt. Aan de andere kant zijn de inspan ningen die ervoor getroost moeten worden wel groter geweest en de voorbereidin gen intensiever. Dat het de Spelen zijn is bovendien wel een extra prikkel, ja". Betrekkelijk Ook voor Sjoerd en Erik Volle bregt geldt dat. Aan zijn groeiende nervositeit kan Erik bijvoorbeeld merken dat het niet zomaar zeven wed strijdjes zullen zijn. "Soms", zegt hij, "vraag ik me af of we het wel allemaal goed hebben gedaan. Of we ons toch niet anders hadden moeten voor bereiden. Het is tenslotte al lemaal maar zo betrekkelijk. Als je een medaille pakt kijk je met genoegen terug op die vier iaar dat ie ernaar toe hebt Geert Bakker (foto linksbe hoort ondaiiks zijn leeftijd tot de sterkste zeilers in de Soling-klasse Erik Vollebregt: "Mijnvrijheidis alle sal besef ik wel dat ons zeilen pa al een hoop geld heeft gekost". Leiden - Achter een glaasje koele "prik" straalt Montreal-afgevaardigde Barbara de Jong naar alle kanten tevredenheid uit. Op haar enige rustdag, vlak voor het vertrek naar het trainingskamp in het Zwit serse Sempach maakt de roeister een volledig ont spannen indruk. Het lijkt alsof langzaam maar zeker tot haar is doorgedrongen dat zij écht met haar ploeg de Olympische Spelen mag bezoeken. Iets dat zij lang voor onmogelijk had gehouden, toen het optreden tijdens de Rotsee-regatta in Luzern immers zo matig was verlopen en de ploeg er geen gat meer in zag. Het bericht dat de combinatie-acht door het NOC toch goed genoeg werd bevonden, werd door Barbara ont vangen met de even koele als begrijpelijke reactie: "Oh, leuk.." Dat leuke, dat al gauw overging in doldwaze enthousiaste DOOI* vreugdekreten, heeft de laat- ste dagen vaste vormen aan- PlIYl VcLTl Doom genomen. Barbara: "het is een machtig gezellige tijd met (Olympische) kleren passen foto's maken hier en inter views daar en daarbij nog de nodige voorbesprekingen". Dan blikt Barbara terug, hoe alles mee gegaan is. Vijf jaar geleden kwam Barbara uit het oosten des lands naar "Het westen" voor de rechteri-studie, waarmee Leiden meteen een sport vrouw rijker werd. Zwem men, hockey en paardrijden in wedstrijdverband waren haar geliefde en veel beoe fende sporten. Maar geroeid had ze nog nooit. Barbara: "Enthousiast werd ik toen ik voor de eerste keer naar mijn broer op de Varsity ging ky- ken. Hij roeide voor Laga: je kunt je voorstellen, dat toen ik thuiskwam met de mede deling dat ik me bij Njord als lid had aangemeld, de hilari teit groot was. Vanaf dat mo ment was het dus waarmaken geblazen". Die (minachtende) hilariteit zwakte enigszins af toen Bar bara de volgende jaren met klinkende resultaten thuis bleef komen. In het tweede jaar, eindigde zij met haar ploeg (dubbel vier) als tweede op de Nationale en werd zij met de Njordploeg uitgezon den naar de Drielandenwed- strijd in Vichy. Het derdejaar bleven successen evenmin uit. Nu in de vier met stuur- vrouwe werd een nog sterker seizoen doorgemaakt. Zo sterk, dat de Technisch Ad vies Commissie twee van de ploegleden, Anneke Stefels en Barbara de Jong in een combinatie-acht naar de We reldkampioenschappen af vaardigde, die toen in Luzern werden gehouden. Het was duidelijk dat Barbara zich in meerdere opzichten positief in de kijker had ge roeid. Ook vorig jaar maakte zij deel uit van een combinatie-acht, die zevende werd op de we reldkampioenschappen in Nottingham. Die prestatie vormde voor het NOC aanleiding de acht op het Montreal-verlanglijstje te houden. De roeisters Joke Dierdorp, Karin Abma, Maria Kusters, Liesbeth Pascal, Marleen van Rij, Annet Schortinghuis, Barbara de Jong en Loes Schutte maak ten het onder leiding van Rein van Waverenin Duisburg waar. Ondanks een matige A.R.B. en Luzern werd deze Spaarne/Njord/Argo/Phocas/ Nereus combinatie door het NOC in staat geacht in Canada een fi naleplaats te bemachtigen en de uitzending was-een feit. De altijd goedlachse Barbara de Jong stelt terecht dat "ze ge luk gehad hebben en dat een negatieve beslissing er ook in had gezeten". Maar nu in en na het trainingskamp zal de vooruitgang zeker niet uit blijven. Er is erg hard ge traind in de "twee zonders". Zo hebben Annet en ik ont zettend veel tijd besteed aan roeien èn reizen, maar als je de uitzending dan definitief in je zak hebt, besef je dat de puntjes op de I gezet moeten worden en daar is de gehele ploeg het unaniem over Het is duidelijk, Barbara geniet met volle teugen. Op de Ko ninklijke bleek bovendien dat de oude lijn van Duisburg wat techniek en hardheid be treft weer was opgepikt en dat de sfeer in de ploeg steeg. Iets wat trouwens voor Barbara doorslaggevend was om te gaan roeien en om er mee dóór te gaan. Barbara: "de sfeer rondom het roeien vind ik erg gezellig en inspireert mij enorm. Ik geloof ook te kunnen stellen dat de sfeer op de vereniging en in de ploeg voor mij bepalend zijn. Het is belangrijk met deze sport dat de ^temming honderd pro cent is." Over de kansen in Montreal wil Barbara met geen woord rep pen: "Het is de goden verzoe ken, maar ik hoop toch dat een finaleplaats erin zit. Meer kan ik er niet over zeggen want in de roeisport bepalen vele factoren zo'n toernooi.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 15