,De taalstrijd is nog lang niet gestreden in België" Verfransing een sociaal probleem Schaarbeek een „prototype" - geval f- \MS TAK. STREEFT ■BELIGE [LIGDAG 26 JUNI 1976 PAGINA 15 s niet gemakkelijk als Vlaming >ven :n Brussel. Met Brussel ïlen we dan niet alleen de lijke hoofdstad maar ook de vervlochten gemeenten die a met Brussel de Brusselse meratie vormen. >bt je, komend uit Vlaamland, •ussel gevestigd, als kruidenier, klanten, negen op de tien, en Frans, zelfs al merk je al dat een deel ervan Vlamingen van huisuit. Je probeert dus Prans te spreken omdat het je imische belangen beter dient. >m stuur je ook je kinderen een Franse school, een ïse is trouwens niet zo ckelijk te vinden. Je hebt dien gemerkt dat ze door de ren uit de buurt als minder- lig worden gemeden. Je hebt ervaren dat het niet zo 1 ckelijk is een goed Nederlands ?nde dokter voor ze te vinden lochten ze in het ziekenhuis itkomen dan hebben ze hele- het gevoel in het buitenland te jven. n jaar of vijf wordt ook in de imer geen Nederlands meer >ken. Onze kruidenier is •gaan op Frans terwille van belangen en die van zijn •en maar ook omdat hij het heeft gekregen dat alleen oor hij sociaal meer is gaan ■nen. Dit verfransingsproces t uiteindelijk dikwijls een Haamse reflex mee. inlaag in de Brusselse agglomeratie geleidelijk sterker wordende p. laag werkzaam in bedrijven, H. n en ambtenarij, die overigens dat ze natuurlijk ook goed moet spreken. Er is maar ïlijks een Vlaams bewuste .erskant of klasse van midden- ers. Het is een gevolg van een jdur1 niet bewust verfransingspro- z0]i het is een sociaal probleem. gr0S immers het resultaat van te of onbewuste sociale druk Vlaming, voor een deel ook evolg van de onverschilligheid ïh meester in gaan maken van I ne man in de grote stad. eer burgemeester Nols van de EGElse gemeente Schaarbeek ech- loketdiensten van de afdeling ÏRT ing cp zijn stadhuis zo gaat AS niseren, dat de Vlaming in ituatie van apartheid geraakt ?noodzaakt is tot een zeer deerd optreden indien hij zijn ren toch in zijn eigen taal v'igd wil zien, dan handelt hij (nJd met de taalwetgeving. machten van de taalwetgeving vooral twee aspecten. Aller- ï.m. betekent het een voorbijgaan ~%t bij uitstek sociale karakter wetgeving. Die werd na UOÖUVan strijd door Vlaams-Belgie ?ongen.Niet omdat de negen- ur- eeuwse romantiek, die de ijd aanvankelijk gestuwd had doorgezet. Het was omdat ■lijk bij Vlamingen en ook bij lamingen het inzicht groeide ons n sociale redenen de rechten 1 m gehele taalgroep, die van de andssprekende. beschermd worden. Beschermd ook tegen zwakheden, namelijk de )T waarin de kleine man rt tegenover de mensen met ezag en meer geld. 'bur&ie Die taalstrijd en die taalwetgeving hebben er in Vlaanderen een eind aan gemaakt, dat een heersende klasse die zich van het Frans meende te moeten bedienen zich isoleerde van de kleine mensen, hun taal kleineerde en daardoor ook de ontvoogding van de massa bemoei lijkte. In Brussel heeft dit ontvoogdingsproces nog onvoldoende vorderingen gemaakt. Ondertussen heeft in Frans-spre kend Belgie onbekendheid met en onbegrip voor wat in Vlaanderen leeft, geleidelijk plaats gemaakt voor angst voor het Vlaamse volksdeel. Een uiting van die angst was het ontstaan van het Brusselse front der Fransgezinden <FDF) en van de Waalse zusterbeweging Rasse mble- ment Wallon (RW), die ineens omhoog kwamen, nadat katholiek Vlaanderen tien jaar geleden het Frans-sprekende deel van de aloude katholieke universiteit Van Leuven uit Vlaanderen verdreef. In het Waalse land, dat sedert de Tweede Wereldoorlog zijn kolenmijnen had zien ondergaan, zijn staalindustrie in steeds grotere moeilijkheden had zien terechtkomen, veroorzaakte dit een diepe schok. Tegenover de eigen achteruitgang constateerde men een steeds grocere machtsontplooiing van Vlaams Bel gie. Economisch gezien is na een evolutie van twintig jaar het aandeel van Vlaanderen in het Belgische bruto nationaal produkt van 44.3 tot 55.6 toegenomen. Het aandeel van het Faalse landsdeel is \an 34.1 tot 28.5 verminderd, dat \an Brussel van 21,6 tot 15,9. De toeneming van Vlaanderens dyna misme is natuurlijk ook gepaard gegaan met expansie op cultureel en sociaal gebied. In het Waalse landsdeel heeft deze verschuiving het streven naar ïegionalisme en federalisme ver sterkt, hoewel met natuurlijk toch wel bezorgd is voor de uiterste consequenties daarvan. Die brengen immers mee dat Wallonië het uiteindelijk zou moeten doen met niet meer dan de (geslonken) eigen financiële middelen. In Frans-sprekend Brussel is de reactie iets anders geweest. Brussel is voor een aanzienlijk deel een ambtenarenstad met een zeer duidelijk overwicht aan Frans-spre kende ambtenaren. niet alleen numeriek maar ook wat de lunctieverdeling betreft: Franse chefs, Vlaamse klerken. Zowel in Waalse ambtenaarskringen als in Brussel zag men in de toenemende economische betekenis van Vlaanderen een vermindering van de mogelijkheden voor de kinderen om het in de ambtenarij tot iets te brengen. Hierin ligt een verklaring van de strijd die de Frans-sprekende ambtenarij in Brussel is gaan t oeren tegen de taalwetgeving. Waar cue een evenwicht voorschrijft, dat ten nadele van de Nederlands-spre kenden overigens in feite nog steeds niet is bereikt, beperkt die taalwetgeving de kansen van de kinderen uit Frans-sprekende amb- tenarengezinnen uit Brussel en Wallonië. Het optreden van burgemeester Nols van Schaarbeek dat op het eerste gezicht alleen maar plagerij van Vlamingen lijkt, moet tegen deze achtergrond worden gezien. Burgemeester Nols Schaarbeek: „Vijlentachtig procent va In „gloeiende koleire", zoals een Belgische krant het humeur omschreef, reed vorig jaar een Franstalige Belg met zijn auto in op een optocht van 500 Nederlandstalige landgenoten. Een agent van de Rijkswacht werd daarbij gewond. Plaats van die drieste actie was het plein van het stadhuis van de gemeente Schaarbeek een stadje, dat ten noorden aan de Belgische hoofdstad Brussel zit vastgeplakt en met nog 18 randgemeenten het arrondissement Groot-Brussel vormt. De automobilist, die er zo fel chargeerde, noemde zichzelf (achteraf, voor de rechtbank) een „patriot". Het gepeupel, dat hij had gepoogd te vloeren, was een stel „flaminganten" geweest, dat voor de zoveelste keer naar Schaarbeek was gekomen om hem en zijn burgemeester te beledigen. Hatelijk door Aad Wagenaar Het was een voorval in een reeks van gewelddadige gebeurtenissen die nu al vier jaar lang duurt in Schaarbeek. Deze Brusselse voorstad is de plaats geworden waar Belgie bezig is zijn hinderlijke taalstrijd uit te vechtenletterlijk dus. Schaarbeek geeft aanleidingmen heeft hier de zogenaamde „lokettenkwestie". In het secretariegedeelte van het stadhuis horen, overeenkomstig de wet, de loketten van burgerlijke stand, vestiging of vertrek, militiezaken etc. tweetalig bemand te zijn. Dat wil zeggen dat de ambtenaar, die er dienst doet. zijn clienten naar hun keus in het Nederlands of Frans te woord staat en formulieren in die taal gebruikt. In Schaarbeek echter besloot in 1971 de Franstalige burgemeester Roger Nols om van de negen loketten voor burgerlijke diensten, er acht voor zijn Vlaamse gemeentenaren ontoegankelijk te maken. Hij bepaalde dat daar uitsluitend Frans gesproken mocht worden. De Nederlandstaligen, die iets op het stadhuis te regelen hadden, moesten het verder doen met een loket. Dat was het „polyvalente" loket, nummer 10. Discriminatie, Apartheidspolitiek! riep heel Vlaandereniand. De Belgische Raad van State kwam er aan te pas en verklaarde Schaarbeekse lokettenregeling in strijd met de wet. Maar burgemeester Nols trok zich er niets van aan en hield de Vlamingen en de Franstaügen, in het voordeel van de laatsten, gescheiden. Zodat hij tenslotte een regeringscommissaris op zijn dak kreeg. Het Belgische kabinet wees daarvoor een 76-jarige oud-procureur-generaal aan, Ganshof van der Meersch. Het was op last van deze bejaarde jurist, dat vorige week bij het ochtendgloren kwart voor vijf) een veertigtal mannen van de Rijkswacht het stadhuis binnenviel en boven de loketten de borden verwijderde, waarop stond dat Nederlandstaligen elders terecht moesten. En daarna volgde de beschikking, dat Nederlandstaligen nu van ieder loket gebruik konden maken. Met dien verstande dat de ambtenaar daar hen dan in het Nederlands zou vertellen dat ze maar beter naar loket 10 konden gaan. Het lijkt een klucht. De Gentse advocaat Piet de Pauw (36) wil er ten gerieve van zijn Nederlandse bezoekers ook wel even om lachen. Maar hij wordt direct weer ernstig als hij zegt dat „de strijd voor ons nog lang niet gestreden is". Ons, dat is het Taaiactie Komitee, kortweg TAK. Deze activisten er is een kern van circa 600 man rrekken op 27 juni, met Piet de Pauw aan het hoofd, opnieuw naar Schaarbeek om te protesteren. „Het is om de houding van burgemeester Nols. die zo hatelijk tegenover de Vlamingen is, dat we Schaarbeek als prototype van discriminerende gemeente hebben uitgekozen." zegt Piet de Pauw. „Er zijn in Belgie natuurlijk plaatsen genoeg aan te wijzen, waar de Vlamingen getrapt worden. Maar in Schaarbeek gebeurt het te openlijk." 'n Hatelijke houding? Burgemeester Roger Nols veert op, als we hem die kwalificatie voorleggen en hij bezweert ons dat hij absoluut niets tegen Nederlandstalige Belgen heeft. „De Vlaamse bevolking van Schaarbeek is erg tevreden over de lokettenregeling." zegt hij, „het rumoer hier wordt alleen maar veroorzaakt door flaminganten van buiten Brussel en dan is er ook nog een stel getraumatiseerde parlementariërs, dat zich ten onrechte met onze huishouding bemoeit." Examen Op het bureau in zijn rijke burgemeesterskamer staat een portret van de overleden Franse generaal De Gaulle. Roger Nols is een wat driftig aandoende, kleine man, van wie de woorden als in een waterval komen. Hij doet alsof hij het voor de honderdste keer probeert uit te leggen. „Het gaat er om," zegt hij, „dat de mensen die voor het een of ander op het stadhuis komen, een goede en hartelijke behandel ing krijgen. Daar streef ik naar, ook voor de Nederlandstaligen." het stadhuis eigen taal?" „Vijfentachtig procent van de mensen in mijn gemeente, spreekt Frans," roept Nols, „van onze negen loketten zijn er twee voor vreemdelingen, gastarbeiders en zo. Rest zeven loketten. Vijfentachtig procent van zeven is zes. Dus blijft er een loket over voor de vijftien procent Nederlandstaligen. Zo is het toch redelijk verdeeld?" „Al die taalstrijd," moppert hij, ,,'t is pure pesterij. Ga maai- naar het spoorwegstation hier en vraag in het Frans om een kaart je. Men zal u in het Nederlands zeggen dat men u niet verstaan heeft." Hij legt uit dat de wet bepaalt dat in Belgie overheidsdienaren tweetalig moeten zijn. Er wordt hun daarvoor bij hun aanstelling een staatsexamen afgenomen. „Men moet in beide talen kunnen functioneren," zegt burgemeester Nols, „maar men mag niet verwachten dat de ambtenaar ook beide talen vloeiend spreekt. En dat kan dan in bepaalde gevallen toch leiden tot misverstanden aan het loket. Waarmee is de Vlamingen den beter gediend dan met een loket, waar het zeker is dat men hem begrijpt en antwoord geeft in de Of andersom? „Dat komt ook voor, ja," zegt Nols. Maar daar gaat het nou nieb om, vindt hij. „Waar de flaminganten, die naar Schaarbeek komen mee bezig zijn is louter en alleen proberen een burgemeester te kraken. Maar ik blijf zitten. De borden boven de loketten zijn nu weggehaald en ze doen maar. Voor mij is de zaak nu geregeld." Piet de Pauw in Gent vindt dat er nog helemaal niets is geregeld. „De wet wordt mcb voeten getreden," zegt hij. „In 1963 heeft Vlaanderen drie gemeenten aan Wallonië moeten inleveren als concessie om op taalgebied tot pariteit, gelijkberechtigdheid. te komen. Maar daar is niets van terecht gekomen. Behalve die lokettendiscriminatie wat zien we nog meer in Schaarbeek? Bij voorbeeld dat in het ziekenhuis van de commissie van openbare onderstand 98 geneesheren werken, waarvan er maar twee Nederlandstalig zijn. In de provincie Vlaams-Brabant zijn duizenden bedden te kort. zodat zieken van daar vaak naar het grote ziekenhuis van Schaarbeek worden gebracht. Die worden daar door mensen met een vreemde taal verpleegd, terwijl ze toch al zo hulpeloos zijn." „Het onderwijs." zegt De Pauw: „in Schaarbeek is geen enkele Nederlandse school. In de andere Brusselse gemeenten zijn de Nederlandse scholen meestal ondergebracht in oude gebouwen. De Franstalige scholen zijn nieuw en - modern. De Vlaming stuurt zijn kinderen daar dan maar heen, want ie wilt. voor je kind het beste." 't Lijkt nergens naar met de wettelijk verplichte Pariteit. „Ja, zegt men dande realiteit is toch een keer zo dab slechts 17 procent van de Brusselaars Nederlandstalig is. Maar," zegt Piet de Pauw, „dat is het Percentage, dat zich de luxe kan Permitteren om Nederlands te spreken. Want daar ismoed voor nodig hoor. in Brussel! Het is zeker dat in de huiskring, 't lijkt wel in het geniep. 35 tot 40 procent van de Brusselaars Nederlands spreken. Maarhet meerendeel van die mensen voedt zijn kinderen toch weer Frans op. Want anders zijn ze minderwaardig. Zo ver is het gekomen met de verfransing van Brussel." ,iaparteloket voor de Nederlands- Het Taaiactie Komitee van Piet de Pauw blijft er tegen te keer gaan. Dat in het kielzog van het TAK ook rechts-extremistische groepen als de Vlaamse Militantenor de en Were Di geüniformeerd, met laarzen en koppelriemen) marcheren, vindt De Pauw heel hinderlijk. „Die militanten met hun zwarte pakken bewijzen de Vlaamse zaak een ongunst," zegb hij, „door hen gaat men ons met fascisme vereenzelvigen, want zij zijn het steeds, die door de Waalse televisie en in de Franstalige pers naar voren worden gehaald als vertegenwoordigers van de Vlaamse beweging." Het TAK wil geweldloos tot verandering van de Belgische orde komen. „Vlaanderen moet het met zijn economische macht kunnen klaren," zegt De Pauw. „De Belgische franken worden aan onze kant van de taalgrens verdient. We worden r meer dan 140 jaar door de Walen gekoloniseerd.Daar moet een eind aan komen." Bondsstaat Belgie moet een twee-delige bondsstaat worden met voorlopig een aparte status voor Brussel, zo wil het TAK. „En dat is dan de eerste stap op weg naar een onafhankelijke staat Vlaanderen," zegt De Pauw. „Die staat zal ook Brussel moeten omvatten. Als Vlaanderen eenmaal door zijn economisch overwicht ook politiek zijn macht kan uitoefenen in een twee-iedige bondsstaat, kunnen we in drie, vier generaties Brussel weer maken tot wat het in het begin van deze eeuw nog was: een Vlaamse stad." Waar Nederlands gesproken wordt. Aan alle loketten. EN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 15