Vijfenveertig cents postzegel uit 1852 nu 35 mille waard Prijzen nu op grote hoogten De Middeleeuwen ZATERDAG 8 MEI 1976 Een paar inmiddels) dure postzegels. Het drietal links bracht on langs tesam en f35.000 op.Het blok van vier is f1600 waardde ze gels hierboven f2800 en f 950 per stuk. Vijfenveertig cent aan porto moest er op de brief. De man die in of om streeks 1852 ergens in een Neder lands postkantoor de daarvoor geldende drie opgetande, geelo- ranje vijftien cents-zegels uit het vel knipte en mooi afstempelde, zal zich niet hebben gerealiseerd dat hy dat op een ongebruikelijke ma nier deed. Deze week - eeneneen- kwart eeuw later ongeveer - bracht het kleine stukje papier de onwaar schijnlijke hoge prijs van 35.000 gulden op. Het bewijs dat oude, zeldzame en kwalitatief goede postzegels het als investeringsob jecten dubbeldik goed doen. Prij zen stijgen - en vooral de afgelopen twee tot drie jaar-tot enorme hoog ten. Er is veel vraag en weinig aan bod. Prijsdalingen zijn er in de fila telie ook in economisch slechte tij den nauwelijks. De waardever meerdering van de betere zegels gaat ver uit boven het inflatieper centage. Die combinatie van driemaal vijf tien cent van Nederlands eerste postzegeluitgifte ging van de hand op de in een zaal van Artis gehou den verkoping van „De Nederland- sche Postzegelveiling B.V.". Voor 10.000 gulden meer dan erkend filatelie-ex pert P. Westerheiden 'm destyds scheidde en dat gebeurde vrijwel nooit; meestal werden de vellen van tevoren reeds verknipt, of het randje er later afgetfaald. Twee voorbeelden in die vorm zijn er slechts van bekend. De in Am sterdam verkochte kwam uit een Zwitserse collectie. „Mooiste stuk" Veiling-eigenaar H. Bok omschreef de zegelstrip als „het mooiste stuk" van zijn veiling, die hijzelf een fila telistisch evenement voor Neder land noemde. "Voor zoiets is altijd een koper", zei hij kort voor het be gin van de - zoals later bleek - on geveer twee miljoen gulden op brengende veiling van binnen- en buitenlandse zegels. „Deze stuk ken zie je, zeg maar, nooit en met de tegenwoordige hausse in de post- zegelhandel is de hoge prijs die een dergelijk stuk zal opbrengen voor velen geen probleem". Bok - dertig jaar geleden begon hij zfjn filatelistische makelaars activiteiten: „De prijzen rijzen de pan uit. Dat is gewoon onvoorstel baar. Vooral voor de goeie zegels. Een zegel is goed als er veel vraag naar is, als hij zeldzaam is en daar naast ook nog eens kwaliteit heeft". „Een postzegel", zegt Bok, „is een eigenaardig artikel. Van waarde volle zaken als diamanten of goud kan de produktie worden opge voerd, maar van postzegels niet Er gaat wel af, maar er komt niet bij. Al die dingen bij elkaar maken een ze gel voor een verzamelaar of een be legger tot een interessant object. De een wil 'm hebben omdat hij dat lege vakje in zijn album koste wat het kost wil opvullen en de ander omdat hij er zakelijke voordelen in ziet Een combinatie van beide kom je natuurlijk ook veel tegen". De ruwe schatting is dat er de laat ste tijd in Nederland enige tiental len miljoenen guldens per jaar in de postzegelary omgaat Ongeveer 300.000 verzamelaars en een onbe kende groep zuivere beleggers (al of niet met "zwart geld") zorgen daar met z'n allen voor. En het aantal potentiële verzame laars-kopersdus-groeit Bok: „De mensen krijgen steeds meer vrije tijd en er zit ook veel geld onder de mensen. Omdat men voortdurend hoort over die hoge prijzen, wil men ook kopen, om te proberen een waardevolle verzameling op te bouwen of om later een flinke winst te kunnen maken. Maar dat kopen gaat niet altijd even gemakkelijk. Bij een oplopende markt houden degenen die hun zegels zouden wil len wegdoen, ze vast. In de hoop dat ze nog meer waard worden. De handelaar moet echter leven en koopt dus op veilingen - plaatsen waar het goede materiaal dan nog wel verkrijgbaar is - tegen hoge prijzen. Er wordt ontzettend hoog geboden". In Nederland - en zo is het eigenlijk over de hele wereld - worden vooral de eigen zegels verzameld; daarna komen de rijksdelen (de vroegere en wat daar nu nog van over is), Frankryk, West-Duitsland, Belgie en Engeland. Richtlijn voor de ver koopprijs (de waarde dus) is de ca talogus van de Nederlandse Ver eniging van Postzegelhandelaren; maar de postzegelrage van dit mo ment heeft ervoor gezorgd dat daar weinig of niets van terecht komt. Voor de oudere uitgaven in post- frisse toestand d.w.z. ongestem peld, met de ongeschonden gom - worden prijzen betaald die twee tot driemaal hoger zijn dan in de catalogus. De betere gestempelde exemplaren van voor de oorlog gaan voor dertig tot vijftig procent boven catalogusprijs weg. Met als uitschieters de oranje tien gulden zegels uit 1899 en 1913, die voor het dubbele en soms nog meer worden verkocht. Rond de tweeduizend gulden brengen ze in doorsnee op; dat is ruim tweehonderd maal zoveel als de prijs die zo'n zegel voor de oorlog kostte. Vier maal per jaar houdt „De Ne- derlandsche Postzegelveiling" die samen met Van Dieten uit Den Haag de bekendste van ons land is- een postzegelgebeuren zoals de af gelopen week in Artis. Vier tot vijf maanden is men per veiling bezig de kavels bij elkaar te brengen. De zegels komen uit erfenissen, van banken, van verzamelaars die hun bezit willen verkopen. Vijfentwin tig procent van de totale bruto- opbrengst is voor het veilingbedrijf (kopers en verkopers betalen dat gezamenlijk); maar de kosten zijn hoog (dure catalogi o.a.). Aan kopers is nooit gebrek. Vanuit de hele wereld krygt Bok schrifte lijke biedingen, van particulieren en van handelaren die al dan niet in opdracht willen kopen; geïnteres seerde kopers komen uiteraard ook zelf. Zelfs uit Japan was er deze week een; speciaal vloog hij over voor de zeldzame Japanse zegels, die in zijn eigen land niet zijn te krijgen en die hij wel in Amsterdam kon kopen. In Japan werd vroeger bijna niet verzameld, maar tegen woordig juist enorm. Zegels zijn er dus schaars en de prijzen ver schrikkelijk hoog. Buitenlanders hebben op deze vei ling niet alleen zegels van hun eigen land gekocht. Iedere kenner, ver zamelaar, handelaar of belegger weet dat heel veel landen zeldzame en kostbare zegels hebben. Neder land is in de ons omringende lan den ook zeer in trek en veel zegels gaan dan ook de grens over; voor de Nederlandse verzamelaars wordt de markt waarop zij interessant kunnen kopen daardoor nog klein- Postzegels zijn over de hele wereld verhandelbaar. Hun waarde is be paald, als officiële stukken van een staat. En de jaren hebben geleerd dat ze inflatievast zijn. Aantrekke lijk is het ook dat men zonder be perkende maatregelen in postze gels kan handelen. Belastingdien sten komen er vrijwel nooit achter dat er vaak kapitalen - "zwart" of niet - in kollekties worden gesto ken: en winst die door postzegel speculatie wordt verkregen, gaat buiten de belasting om. Meestal. Meestal. Vervalsing - nagemaakte zegels, gerepareerde ook - schijnt met de spectaculair hoge prijzen van be paalde zegels voor sommigen een lucratieve bezigheid te zijn. Dat waardeloze materiaal krijgt bij de onvoldoende ongeschoolde filate listen een kans, maar het is uitge sloten dat het verschijnt op officiële veilingen. Bok: „Elke zegel die bfj ons wordt geveild, is gegarandeerd echt Ik werk nauw samen met ex pert Westerheiden en die haalt elke vervalsing er uit, zo die er mocht zijn. In twijfelgevallen werkt hij met ultra-violette lampen". Bok neemt als postzegel-makelaar een neutraal standpunt in als het gaat om prijsopdrijving: „Ik zeg de mensen nooit dat ze moeten verko pen. ja dan wel nee kopen. Ik laat dat helemaal aan henzelf over. Ik constateer alleen wel dat het inves teren in goede postzegels een juiste belegging is gebleken. En ik weet ook wat de prijs van vandaag is, maar niet die van morgen". Tien-gulden-zegel uit 1899. Catalo- guswaarde f1500. I Door Bram Oosterwijk Een man. laten we hem Jaap noemen, ligt om drie uur in de middag nog in zijn bed. Niet dat hij ziek is, nee dat is het hém niet, hij voelt zich alleen maar met zo lekker Hij is werkloos en die toestand werkt op de duur als een hel op hem in. Hij zit en ligt nu over allerlei dingen na te denken en te piekeren waar hij zich vroeger niet zo erg druk om maakte Vroeger, toen hij nog werk had Hem staan de overkomende vlieg tuigen tegen, de zakjes met poedermelk in de trein, de flatbouw en het autoverkeer om de computergestuurde maatschappij zelf niet te ver geten Hij woont in een buitenwijk van Leiden Het zou een rus tige buurt zijn als er niet zoveel auto's voorbij kwa men Jaap heeft vijf katten in huis en een hond en moet nu voortdurend opletten dat die dieren niets overkomt Hij was liever in de achttiende of m de negentiende eeuw ge boren Hij vindt deze tijd te onrustig en kan niet begrij pen dat er nergens werk voor hem te vinden is Hij wil graag werken, maar is ook een zenuwachtig persoon die geen haastklussen kan ver richten En in onze maat schappij moeten zoveel haastkarweitjes worden ge daan! Vaak denkt hij terug aan een arbeidershuisje in Noord-Be veland waar hij met zijn vrouw een paar maanden heeft mogen wonen Toen waren er nog maar twee kat ten Wat lag dat huisje daar prachtig in de stilte1 Aan een klein weggetje Voor het huisje was tot aan de horizon afstervend aardappelloof en achter het huisje stonden de bieten Slechts hier en daar m de grootse verte lag een boerenhofstede en van de dijkjes af. waar hij vaak op fietste, had je een prachtig uitzicht over het eiland Toch kleefde ook aan dat verblijf een bezwaar ook over dat weggetje kwamen auto's gereden Niet driehon derd per uur zoals in de Brahmslaan in Leiden, maar ongeveer eentje, maar die kwam altijd weer even onver wacht. Daar denk je dat je je twee katten rustig buiten kunt laten spelen zodat ze in de knollentuin van boer Die- leman kunnen ravotten en hoog in de bomen voor het huisje kunnen klimmen, en dan zitten ze ineens op de weg. ze liggen in de zon te rollen en daar hoor je een auto naderen, daar staat je hart haast van stil. Afgezien van de auto's was het een heerlijk verblijf. Jaap ligt nu te dromen van een klem eiland waar helemaal geen auto's zijn, op ongeveer een kilometer van de kust zodat je erheen zou kunnen roeien om boodschappen te halen Hij zou daar bijvoor beeld klokken kunnen maken en herstellen Wat zou zoiets verrukkelijk zijn. En dan een erf met een geit erop en een stelletje kippen die de hele dag van die dwaze pik-bewe- gmgen met hun kop maken, dat zijn pas lekkere eieren die scharrelende kippen leg gen. Na het werk en het avondeten zou hij dan aan zee kunnen gaan zitten om de zon onder te zien gaan of in de verte een schip te zien voorbijzeilen en zo droomt hij maar verder. ..Jaap1", het is de stem van zijn vrouw, „je kunt toch niet de hele dag op bed blijven liggen „Ja. maar ik voel me niet zo lekker", zegt Jaap. en met afschuw denkt hij aan de stelselmatig omgeschopte rood plastic melkbekertjes- houders die iedere dag door aardige schoolkinderen weer netjes worden opgestapeld. Hij denkt aan omgerukte jon ge boompjes in de buurt, waar komen die vandalen ei genlijk vandaan7 En zijn het wel vandalen, misschien zijn de kinderen die die vernielin gen aanrichten in wezen ook wel aardig maar hebben ze hier in de buitenwijk gewoon geen ruimte genoeg om hun driften en speellust kwijt te raken Hij denkt aan de naambordjes van de lanen en straten die zijn ondergekalkt met witte kalk. wat heeft dat allemaal voor zin7 Waarom kan hij niet in een paradijs wonen7, waar alles aange naam en plezierig toegaat7 Waarom leeft hij eigenlijk in zo'n overbevolkt en over- geïndustrialiseerd land? ..Jaap. nu kom je eruit", hoort hij zijn vrouw weer. „je kunt niet blijven zeuren, je gaat gezellig even met mij naar Voorschoten fietsen, daar kan ik dan tegelijk een paar boodschappen doen. het is niet goed voor een mens als hij de hele dag op bed ligt. terwijl hem niets scheelt, daar zou je op de duur nog echt ziek of mis- schien wel krankzinnig van worden". Jaap besluit uit zijn bed te komen, hij ligt er gekleed in. Hij hoeft alleen maar zijn jas te pakken en op zijn fiets te stappen Maar ze zijn nog geen vijf minuten op stap of daar begint zijn geürm weer: „Verbaast het jou met dat er nagenoeg niets meer over is van het landschappelijk schoon van voor de oorlog? Wat heeft al dat geren, ge vlieg. geblaas, gehijg, gesis, die heimachines en die bouw toch voor zin?" „Vóór de oorlog was jij nog met eens geboren", ant woordt zijn vrouw, „en weet je wat er toen aan de hand was7 Toen had je de malaise en de crisis, dat was alles bij elkaar veel erger dan de toe standen die er nu zijn. dank zij het socialisme is er erg veel veranderd in vergelijking met voor de oorlog". „Ja. maar nu heb je de over bevolking en de vervuiling zegt Jaap. „Hou jij nou maar eens op met dat gezeur", zegt zijn vrouw, „kijk eens hoe mooi het hier is? Je moet niet steeds aan jezelf lopen den ken. je moet jezelf open zet ten voor nieuwe indrukken". Ze zijn in het oude centrum van Voorschoten aangeland Tobbend sjokt Jaap achter zijn vrouw aan die naar de etalages loopt te kijken Het is duidelijk dat hij liever in zijn bed was blijven liggen Maar op een gegeven mo ment valt zijn blik toch ook op iets. Het is een rij uitge stalde kaartjes die samen een prachtig Middeleeuws land schap vormen Het zijn vie rentwintig kaartjes die met zijn allen in een klein rood doosje passen Het kost niet zoveel. Vol verrukking staat Jaap er naar te kijken. „Eva", zegt hij tegen zijn vrouw, „zou ik die kaartjes mogen kopen? Daar kan ik vanavond leuk mee spelen". Zijn vrouw geeft hem geld en Jaap gaat de winkel binnen Hij leest wat er op het doosje staat „Vier en twintig plaatkaartjes die je 1686553615927922354187720 keer kunt samen passen. Re ken zelf maar eens uit hoe veel mogelijkheden er zijn! n=2 (n-m)f plus n! Bekijk zelf hoe u met iedere verandering een harmonieus landschap verkrijgt, de puzz le klopt namelijk altijd' Als iedereen op onze aarde èén combinatie per seconde zou kunnen verzinnen, zou het hun meer dan zestien miljoen jaar kosten om alle mogelijkheden uit te probe ren (Dus meer dan drie mil jard mensen!)" Dat geeft Jaap stof tot naden ken. „Je hebt gelijk", zegt hij tegen zijn vrouw, „je moet je open stellen voor nieuwe in drukken. je moet niet zo erg op jezelf letten dan maak je steeds weer wat mee Weet je dat ik gelijk vrolijk ben geworden?" Die avond begint Jaap aan vraagt zijn vrouw zich af waar hij toch blijft. Ze gaat hem koffie brengen. „Vind je het zo mooi dat je zo lang wegblijft" vraagt ze „O ja." zegt Jaap. „ik vind het enig. prachtig, het is een ongelofelijk mooi landschap, vindt je het ook niet mooi7" „Ja." zegt zijn vrouw, „het is best leuk hoor." Dan gaat ze weer weg en Jaap verdiept zich ten twee den male in het Middeleeuw se landschap „Als ik nu eens vijfhonderd keer zo klein kon worden", denkt hij. „dan zou ik zo op mijn bureau in dat landschap rond kunnen wandelen". Als door een wonder gebeurt het. hij wordt vijfhonderd maal zo klein en staat op een bruggetje met een prachtig uitzicht op een heuveltje, een soort eilandje in zee. Er ko men twee mannen het brug getje op met een kruiwagen. Op de kruiwagen ligt een zojuist gekeeld varken. De rillingen gaan Jaap over de zijn puzzle Hij legt de kaart jes in een volstrekt willekeuri ge volgorde tegen elkaar en zijn gezicht begint te stralen. Hij denkt helemaal niet aan de zovele mogelijkheden die er zijn, hij heeft aan deze enkele schikking al genoeg. Hij ziet mannetjes en vogels, een enkel karretje, gezellige huisjes, een rivier en vissen die daaruit omhoog springen, hij ziet een groot zeilschip, leuke bruggetjes, bossages en heuvels met het prachtig ste groen. Hij zit met een uur te kijken, hij kijkt er wel an derhalf uur naar „Wat is dat alles anders dan onze twintigste eeuw", mom pelt hij, „wat was toen alles nog mooi en gezellig, nee. geef mij de Middeleeuwen maar". Misschien stellen de kaartjes ook wel de zestiende of de zeventiende eeuw voor, daar heeft Jaap niet zo'n oog voor. voor hem zijn het de Middeleeuwen. „Ja natuurlijk", zeggen ze. „had u het soms voor ons willen doen7" „Nee van mijn leven niet." zegt Jaap. „ik vind het ver schrikkelijk om eén beest dood te moeten maken". „Maar u eet er toch wel van?", zeggen de mannen. „O ja." antwoordt Jaap. „dat wel. maar het slachten zelf. dat vind ik niet zo leuk". Daar in de verte ligt een zeilschip met de zeilen al op. Jaap kuiert er langzaam naar toe. Wat een gezellige bedrij vigheid hier allemaal, wat een leuke huisjes, wat leuk al die paard-en-wagens, hoe grap pig om te zien hoe de men sen hier eten. wat een mooie handwerks-geluiden her en der en de vogels zijn hier nog allemaal goed te horen. Jaap komt met een schoen lapper in gesprek. „Wat mooi is het hier toch allemaal", zegt hij „Mooi?!", roept de schoen maker uit. „u bent zeker een beetje gek geworden, weet u dan soms met dat de Pest in aantocht is?" „Nee", zegt Jaap. „wat ge beurt er dan zo?" „Mensen, mensen!" roept de schoenmaker, „hier loopt er een rond die niet weet wat gebeurt als de Pest er is!" Jaap komt er langzaam ach ter dat de bevolking wel eens gehalveerd kan worden als het eenmaal zov< wordt hij toch bang Hij loopt door en be gint schichtig om zich heen te kijken. „De Pest7', mompelt hij, „vergt die dan zoveel doden? Maar zou er dan geen vaccin tegen wezen?" Hij is in de buurt van het zeilschip gekomen en komt te weten dat het naar Afrika zal uitvaren. „Is zo'n schip nou een beetje veilig op zee7" „Welnee." krijgt hij ten ant woord. „het is veel te diep geladen en als het een beetje gaat waaien kapseist het al". „Dan ga ik met dit schip maar niet mee om de Pest te ontlopen denkt Jaap. Op een gegeven moment krijgt hij een ingeving. „Ik moet een tovenaar zien te vinden", denkt hij." „in ieder geval iemand die me weer vijfhonderd keer zo groot kan maken zodat ik weer achter het bureau zit waarop dit landschap ligt uitgespreid Hij zoekt drie dagen lang en heeft op de duur steeds min der oog voor het pittoreske en het rustige van dit land schap Dan heeft hij iemand gevonden: een heuse en waarachtige tovenaar „Ik heb er alles voor over als u me vijfhonderd keer zo groot kan maken", zegt hij tegen de man. „Loop jij nou gauw heen", antwoordt de tovenaar, „wat dacht je wel7 Ik heb op het ogenblik wel iets anders aan mijn kop!" Daar komt Eva de studeerka mer weer binnenstappen en ze schrikt: Jaap hangt hele maal over zijn bureau en mompelt in het Middeleeuws naar zijn kunnen: „Zeg man neke. is er hier geen betere tovenaar in de buurt" „Zeg manneke, kunde mie vertellen waar ik de Weipoort vinden kan? Eva haait vlug Joep van de overkant die arts is. Deze bekijkt het geval en zegt „Hij ijlt alleen maar. -het heeft ze ker iets met de Middeleeu wen te maken?," voegt hij er 'aan toe. Jaap goed kennen de Hij geeft Jaap een injectie en de volgende dag. in bed. gaat het alweer heel wat be ter met hem. J. M. A. Blesheuvel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 23