Aantjes spiegelt
zich aan 'Groen'
T sport
Vissenbruiloft
door warm weer
1 vis
- VISBOTEN;
Visquiz met tal van prijzen
ZATERDAG 15 MEI 1976
Menig christelijke school draagt de
naam van Guillaume Groen van
Prinsterer. Menige straat, singel of
weg in menig dorp of menige stad is
naar deze protestantse voorman uit
de vorige eeuw genoemd. Er blijkt
uit, dat Groen van Prinsterer iets
heeft betekent in het openbare le
ven van Nederland. Honderd jaar
geleden is de voorloper van de
anti-revolutionaire of christelijk-
historische richting in de politiek
overleden. Op woensdag 19 mei
wordt dit herdacht in Den Haag.
ARP en CHU houden gezamenlijk
een herdenkingsbijeenkomst, ter
wijl het Gereformeerd Politiek
Verbond (een afsplitsing van de
ARP) elders, in Zwolle, een eigen
nagedachtenis houdt. De PTT
brengt een speciale Groen van
Prinsterer-postzegel uit.
In dit jaar, honderd jaar na Groens
sterfdag, kan de vraag gesteld wor
den of het ook is afgelopen met de
invloed van diens geestelijke nala
tenschap nu ARP en CHU op het
punt staan hun politieke gezicht te
verliezen in .een nieuw samenwer
kingsverband samen met de KVP,
het Christen-Democratisch Appel.
De vraag kan worden gesteld. Maar
zeker een man weigert zich neer te
leggen bij de definitieve begrafenis
van Groens erfernis. Dat is mr. Wil
lem Aantjes, de 53-jarige fractielei
der van de ARP in de Tweede Ka
mer. "We moeten weer terug naar
Groen", schreef Aantjes in een arti
kel dat hij onlangs aan Groen van
Prinsterer wijdde.
Al als student in Utrecht werd Aan
tjes gegrepen door de geschriften
van Groen. Hij heeft ze nu onder
handbereik in zijn woning. In de
discussies over de evangelische
grondslag voor het CDA heeft hij er
riikelijk uit geput.
Met een bewogen rede over christe
lijke politiek juist in de wereld van
vandaag op het eerste CDA-
cqhgres vorig jaar in augustus is
Aantjes er naar veler mening in ge
slaagd "een vonk" te laten over
springen. "Als het CDA zo'n club
wordt, doen wij mee
Maar omdat Aantjes tegelijkertijd
een levensgroot vraagteken zette
achter de sterke drang van vooral
de bestuurders in de drie partijen
om het C DA snel en kostte wat kost
tot stand te brengen, werd zijn
plaats in de Nederlandse politiek
sterk omstreden. Aantjes koers
werd te riskant geacht. De meer
derheid in de CD A-gelederen
voelde er niet voor te leven naar dit
Bijbelwoord: "Wie bereid is zijn le
ven te verliezen, zal het behouden.
Wie zijn leven zal willen behouden,
zal het verliezen".
Aantjes heeft een appél willen doen
op de kiezers achter de regenten,
zoals Groen eens "het volk achter
de kiezers" wilde aanspreken. De
kiezers waren in de vorige eeuw de
schap.
die belasting betaalden, de
met geld en dus de zeggen-
Aantjes opstelling heeft hem de lof
van links en de gram van rechts op
geleverd. Maar zelf wimpelt hij het
ene af en vindt hij dat hij het andere
niet heeft verdiend. Men begrijpt
hem niet. Het gaat hem om het ei
gen christen-democratische ge
zicht om wat christen-politici zou
moeten bezielen. In dit perspectief
plaatst hij zijn voorkeur nu voor
samenwerking met de PvdA in de
regering.
Volgens recente opiniepeilingen is
Aantjes de eerst aangewezene om
straks de ene CDA-lyst van KVP,
ARP en CHU aan te voeren. Een
opmerkelijk gegeven voor iemand
die te boek staat als de man die de
gemeenschappelijke kandidaten
lijst tegenhoudt. Een teken van
tegenspraak
Aantjes ziet zichzelf ook niet als
mogelijk lijsttrekker. Net zo min als
Groen van Prinsterer als die nu had
geleefd. Pratend over Groen
schetst Aantjes een portret van
zichzelf.
„Mijn liefste wens?"
Wim Aantjes zucht diep. Aarzelt.
Zegt dan een beetje verontschuldi
gend: ,,'t Klinkt een beetje onwerke
lijk. Misschien wel theatraal. Maar
ik meen het echt. Myn liefste wens
is dat christenen - katholieken en
protestanten - met evangelische
bezieling zich inzetten voor de ver
nieuwing van de samenleving. Van
uit een bezielde persoonlyke betrok
kenheid."
Stopt even. Komt dan helemaal los.
„Ik zou nauwelijks een gelukkiger
dag hebbgn dan wanneer ik in de
geschriften van Groen van Prinste
rer de woorden „anti-revolutionair"
of „christelijk-historisch" met een
gerust geweten zou kunnen vervan
gen door „christen-democratisch". Als
ik dat nog eens mocht terugvinden
in het CDA Nee, meer kan ik
echt niet wensen."
Aantjes ontkent niet dat er gelijke
nis is met wat Groen van Prinsterer
dreef in de vorige eeuw en wat hem
bezielt in zijn strijd om van het
CDA een door-en-door christelijke
party te maken. Als Aantjes over
Groen praat, praat hij eigenlijk over
zichzelf.
„Ik voel me ontzettend verwant met
Groen", erkent hij. „Ik heb diepe be
wondering voor die man, omdat hy
voor de politiek alles van het evan
gelie verwachtte".
Aantjes' motto is dan ook: „Terug
naar Groen van Prinsterer". Als hij
de spreuk tot de zyne maakt „Een
staatsman niet, een Evangeliebely-
der", dan wil dit niet zeggen dat hy
of het een of het ander koos. Maar
het betekent dat hij ook als politi
cus allereerst Evangeliebelyder was.
Niet de scheiding tussen evangelie
en politiek, maar Evangeliebelyder
ook in de politiek en ook als politi
cus. Dat was in 1850 de hoop voor
Nederland. Dat is in 1976 de hoop
voor Nederland. Voor Nederland,
voor Europa en voor de gehele we
reld". zo schreef Aantjes in een her
denkingsartikel over Groen.
Waarom eigenlyk een Groeniaan?
„Groen zocht altijd - als hy tegen
standers of andersdenkenden beoor
deelde - naar de beginselen achter
een standpunt Hy oordeelde aan de
hand van beginselen Standpunten
zeiden hem niet zo veel. Over stand-
schillen Welke beginselen zitten er
achter? Wat zyn iemands diepste
dryfveren? Daar ging het hem om.
In eigen kring heeft Groen voortdu
rend gewezen op de politieke gevol
gen van het beginsel. Hij probeerde
de mensen die zijn opvatting deel
den altijd voor ogen te houden tot
welke consequenties dat leidde. Dat
voel ik ook. Wat ik op het CDA-
Gruwel
Ik heb toen - tevergeefs -
geprobeerd een persoonlijke
relatie te leggen tussen de christen
democratische volksvertegen
woordigers en het evangelische
uitgangspunt. Dat een uitgangspunt,
een beginsel wel voor een partij zou
gelden maar niet voor de vertegen
woordigers van die party, zou Groen
een gruwel geweest zyn. Bij hem
loopt het voortdurend door elkaar.
Groen wil zijn volgelingen voortdu
rend op het christelijk beginsel kun
nen aanspreken.
Hij vraagt niet: gelooft u wel. Of
gaat u wel naar de kerk en laat u
uw kinderen wel dopen. Niks daar
van. Hij gaat er gewoon vanuit dat
zijn mensen uit volle persoonlijke
overtuiging achter het beginsel van
hun partij staan. Zo zou ik het ook
Zou Groen lijsttrekker van het CDA
kunnen zyn?
„Ze zouden 't hem nooit gemaakt
hebben. Ze zouden hebben gezegd: 't
is geweldig wat die man doet, dat
moeten we er wel bij hebben. Die
man moet vooral bly ven denken.
Hy moet mee blyven doen. Hy
moet zyn verhalen blijven schryven.
Maar voor lijsttrekker is hij niet ge
schikt.
Als puntje bij paaltje komt, is hy
niet praktisch genoeg. En weten ook
niet of hij aan de onderhandeling
stafel wel taai genoeg is, of hy er
wel uithaalt wat er in zit, of hij op
het juiste moment wel zal toeslaan.
Of hy niet te naïef, niet te goedge
lovig is."
Aantjes' bewondering voor Groen
van Prinsterer is nog altijd erg
groot. Groen is hem een voorbeeld.
..Wat ik aan de eenzame stryd van
Groen ontleen is de overtuiging dat
je nooit mag zeggen dit of dat kan
niet, omdat je dan wel eens alleen
zou kunnen komen te staan. Dat zie
je dan wel. Daar moet je je - net
als Groen - niet door laten bein-
vloeden Het neemt de klem van wat
je te zeggen hebt weg", zegt hij.
Lauwheid
Als jong student wist Aantjes voor
een habbekrats beslag te leggen op
verschillende van diens geschriften.
Met genoegen diept hij een vergeeld
„Welke is.voor Nederland de hoop
van een christen?" heet het. Al bla
derend trekt hij vergelijkingen tus-
Geestdriftig laat hij zien hoe ac
tueel Groen nog is. „Kijk, het ergste
vindt Groen: „Een volk door politie
ke onaandoenlykheid versteend dat
ook als een ander ontbrandt nog
geen vuur vat".
Onverschilligheid was hem een
doorn in het oog. „Maar nog erger
is het", schrijft hy, „wanneer men in
een zoete droom ongevoelig naar de
klippen die de stuurman voor een
veilige haven aanziet voortgedreven
wordt". Groen heeft niet over het
CDA geschreven. Maar dit is eigen
lijk precies hetzelfde als wat my bij
het CDA beweegt. Verzet tegen de
lauwheid en de vanzelfsprekendheid
waarmee het CDA-geaccepteerd
Ook in de AR-gelederen sluipt de
onverschilligheid binnen, constateert
Aantjes. Het principiële karakter
van het CDA is voor de anti-revolu
tionairen op het tweede plan ge
raakt. Om de politieke inhoud be
kommeren de mannenbroeders zich
ogenschijnlijk niet meer zo. Alles
moet wijken voor die oude wens
droom: het CDA.
Ook al is de rozegeur en de mane-
CDA". "Als het gevecht uiteindelijk
toch op niets uitloopt, is
de kans levensgroot dat het CDA
helemaal losraakt van de bijbel en
- net als de CDU in West-Duits-
land - een party wordt die aller
eerst op macht uit is", zegt hy. De
kerkelijke verschillen tussen Rome
en de Reformatie zijn volgens Aan
tjes geen beletsel meer voor de tot
standkoming van het CDA.
„Vroeger was het wel een probleem",
zegt hy. „De rooms-katholiek was
voorheen helemaal gebonden aan
het kerkelyk leergezag. Ook voor
zijn doen en laten buiten de kerk.
Maar sedert dat is losgelaten - ze
ker in de Nederlandse kerkprovincie
- en de leken mondig zijn gewon
den, zijn er geen fundamentele ver
schillen meer die een politieke ge
scheidenheid zouden rechtvaardigen.
Iedereen die vanuit het evangelie
aan politiek wil doen - gelovig luis
terend naar wat God in Zyn Woord
voor het leven van alle dag te zeg
gen heeft - hoort er bij. Ongeacht
schijn er al lang af. Aantjes: „Er
zijn steeds meer anti-revolutionairen
die zeggen: laten we maar toegeven,
we kunnen toch niet meer terug.
Daar is de veilige haven. Als we
daar eenmaal zijn, dan zul je eens
zien nou. dat zal wel eens zo erg
kunnen tegenvallen. Ze denken
in een veilige haven te landen,
maar het gevaar bestaat dat ze
stranden op de klippen van
politieke onenigheid."
Stapt Aantjes voor die tijd van
Zelf geeft hij niet een ondubbelzin
nig antwoord.
„Ik ga de weg die de partij gaat,
tenzij het een weg is waarbij ik zelf
niet meer geloofwaardig kan blyven.
Ik ben altijd bereid mijn politieke
Maar de stemmen die zeggen „Aan
tjes moet blyven, hy hoort er bij"
klinken steeds luider. Zeker nu het
verzet in de AR tegen het CDA
Aantjes' onderkoeldeceactie: „Ik ben
benieuwd of KVP en CHU - als de
AR straks ,ja" gezegd heelt - ook
nog vinden dat ik een rol van bete
kenis moet blyven meespelen."
„Ik wil er niet by", zegt hij, „omdat
ik een eigen inbreng heb, omdat ik
een eigen vleugeltje meebreng. Ik
wil niet de dagsluiter van het CDA
zijn. Die visie die ik vertolk moet
een wezenlijk element in het CDA
worden. Daarom blijf ik bezig - ook
al zeggen ze dat ik drammerig ben,
al zegt zelfs Van Agt dat ik een
lastpak ben - het christelijk
karakter van het CDA meer gestalte te
geven, 't Kan. Dat heb ik op het
CDA-congres gemerkt. Je kunt men
sen rog warm maken voor christe
lijke politiek."
Aantjes is zich bewust van het be
lang van zyn „gevecht binnen het
of hy katholiek, protestant of on-
kerkelyk is".
„De Staatkundig-Gereformeerde
Party en het Gereformeerd Politiek
Verbond voeren een politiek die met
Groeniaans is. Een van de dingen
die bij Groen centraal staat is de
geestelijke vrijheid, de verdraag
zaamheid. Voor SGP en GPV is de
gereformeerde godsdienst de heer
sende religie. Via overheidsmacht
willen deze partijen Nederland een
reformatorisch stempel geven. Daar
is de overheid niet voor.
SGP en GPV zijn er niet op uit om
andere mensen in de knel te bren
gen. Maar - tegen wil en dank,
misschien - komen ze toch altijd
bij de onverdraagzaamheid terecht.
Bij voorbeeld: wat wel of niet mag
op het televisiescherm. Op het punt
van de verdraagzaamheid trek ik de
grens liever te ruim dan te eng".
„Kijk, zo'n naaktstrand, he. Als de
i hun blootje willen lopen,
moeten ze dat zelf weten. Mits het
geen beestenbende wordt. En alsje
blieft ook niet in het publiek".
Aantjes is „erg benauwd" voor over
heidsingrijpen. „Van de menselijke
verantwoordelijkheid moet ook iets
terechtkomen. Je moet de ruimte la
ten de dingen verkeerd te doen.
Als je je kinderen wilt opvoeden tot
verantwoordelijke mensen in de
maatschappij, dan moet je ze de
vrijheid geven de dingen anders
doen dan jy wilt. Voor de overheid
ligt de grens van ingrijpen daar
waar je naaste, je medemens in het
gedrang komen door jouw
optreden.
Er zyn grenzen aan wat de overheid
kan doen. Dat heeft te maken met
het rechtsbewustzijn van het volk.
Als christen-politicus word je er tel
kens weer toe gedwongen je af te
vragen: wat kan ik binnen die gren-
Compromissen zijn dan ook noodza-
kelyk. Compromis is geen vies
woord voor mij. By elk compromis
beoordeel ik wat ik nog heb kunnen
doen om mijn christelijke idealen
meer gestalte te geven. Ik heb liever
vuile handen dan dat ik myn han
den in onschuld kan wassen. Ik heb
ze gekregen om er wat mee te doen.
Al is het nog zo weinig."
Aantjes geeft zo hoog op van chris
telijke politiek dat hij kort geleden
op een AR-bijeenkomst in Alphen
aan den Ryn zelfs zei: „Wy, chris
ten-democraten, hebben iets beters
te bieden dan socialisten en libera
len." Wat?
Wiegel roept ook steeds: we moeten
de macht heroveren. Ik vind het
gruwelyk, die termen. Het moetje
niet te doen zijn om de macht. Je
hebt macht wel nodig, maar het is
niet het belangrijkste. Het moet
gaan om verantwoordelijkheid. Zo
dra het om macht gaat, is het een
doel in zichzelf geworden. Dan gaat
het om jezelf. By het delen in ver
antwoordelijkheid gaat het om de
't Lijkt zo op elkaar he, spreiding
van machten delen in verantwoor
delijkheid. Maar er zit een wereld
van verschil tussen."
„Een van de grote verschillen is dat
christen-democraten willen delen in
verantwoordelijkheid. Socialisten
willen macht spreiden, zeggen ze:
'k Hoor ze echter altijd zeggen: "we
moeten aan de macht blijven.
Triest
Aantjes isde kampioen van links en
de gebeten hond van rechts, omdat
hij voorstander is van samenwerk
ing met de PvdA.
„Links en rechts begrijpen niet wat
mij als christen-politicus beweegt",
zegt hy. „Myn standpunt over hoe
het CDA er uit moet zien wordt niet
bepaald door myn voorkeur voor sa
menwerking met de PvdA. Omge
keerd is het wel zo dat myn huidige
keus voor de PvdA voortvloeit uit
myn visie op het CDA. Ik vind het
in-en-in triest dat ik dat - ook in
myn eigen partij - maar niet dui-
delyk kan maken."
Een CDA zonder eigen herkenbaar
gezicht heeft geeen toekomst, gelooft
Aantjes. „Het CDA wordt in de ogen
van het publiek links of rechts. Een
andere tegenstelling kent men niet.
Als het CDA met dit zwart-wit den
ken tot stand moet komen, valt het
per definitie weer snel in tweeeen
uiteen. In een links en een rechts
blok."
„PvdA of VVD? - 't is voor my
geen lood om oud yzer", bekent de
AR-fractieleider eerlijk. „Op dit mo
ment is het het beste als er een
goede samenwerking tussen PvdA en
CDA tot stand komt. Maar ik kan
me ook omstandigheden indenken
waarin een coalitie tussen WD en
CDA het beste voor het land zou
e krachten binnen
het CDA zijn uit op herstel van de
liberaal-confessionele regeringssa
menwerking. Daarmee denken ze de
oude machtspositie te herwinnen.
Dat is een geweldige bedreiging voor
het CDA. Waar ik zo bang voor ben
is dat deze restauratieve krachten
zich straks meester zullen maken
van het CDA. Dan zal er van een
echte christelijke party geen sprake
meer zyn."
Aantjes' voorkeur voor samenweriang
met de PvdA is niet principieel. „We
hebben niks te verwachten van links
en rechts. Onze hoop heeft betere
grond. Onze eigen identiteit - daar
komt het op aan."
De kans dat KVP. ARP en CHU
straks gezamenlyk met een CDA-
kandidatenlyst uitkomen acht Aan
tjes „zeer groot". Dan is het niet on
denkbaar dat na de verkiezingen
van volgend jaar de CDA-fractie de
grootste in de Tweede Kamer zal
„Ik hoop een ding: dat we als CDA
geen 76 zetels halen. Het zou erg
slecht zijn als we de meerderheid in
de Kamer hebben. We zouden er
niet tegen kunnen, tegen zoveel
macht. Hetzelfde geldt trouwens ook
voor PvdA en WD. Het is niet goed voor
een mens om de macht alleen te hebben.
Beter is het om de verantwoordelijkheid
met anderen te moeten delen.
Anders zouden we maar één maatstaf
hebben: zouden wij het zo?
't Zou funest zijn voor de christelijke
politiek.
Paaitijd in de polders
Het warme weer van de afgelopen week heeft de tempera
tuur van het buitenwater zodanig opgewarmd, dat op vele
plaatsen weer het boeiende schouwspel van de vissenbrui
loft waar te nemen is. Een fascinerend gezicht, waarvoor ik
graag een partijtje banjeren in de polder over heb en dat ik
beschouw als een goede "warming up" voor het komende
visseizoen. Heerlijk ontspannen kijken naar het gedrag van
de vissen, die straks weer onze tegenstander zullen zijn.
Hengeldelen hebben soms de
vervelende eigenschap niet
meer met enkele simpele hand
grepen uit elkaar te gaan.
Vooral bij werphengeltjes, die
een metaal-in-metaal-sluiting
hebben, komt dat euvel nogal
eens voor. Ik heb sportvissers,
die zich voor dit probleem ge
plaatst zagen de meest vreemde
capriolen uit zien halen. En als
alle inventiviteit tevergeefs ge
weest is, wordt vaak de kracht
aangewend om dat onwillige
Hengeltip van de week
hengeldeel tot overgave te
dwingen.
Zoals voor vele dingen geldt,
zijn ook hier brute kracht en
opgekropte woede geen juiste
ingrediënten om de zozeer ge
wenste oplossing te 'bereiken.
Want wanneer u samen met uw
vismaat elk aan een kant gaat
staan trekken is de kans groot
dat u straks elk met een hengel
deel in de hand staat dat voor
goed voor zijn doel ongeschikt
is. Of omdat zo'n deel is gebro
ken, of omdat de ogen op de
hengel zijn verbogen.
Ga daarom steeds met veel be
leid te werk. Heeft u een twee
delig werphengeltje doe het dan
als volgt Bent u rechts plaats
dan de hand om het onderste
hengeldeel vlak bij de sluiting,
met de duim naar boven ge
richt. De linkerhand plaatst u
op dezelfde wijze om het bo
venste hengeldeel. U brengt nu
beide handen zo dicht bij elkaar
dat u met de duim van de on
derste hand kracht kunt zetten
tegen de bovenste hand. Na
enige pogingen moet het vrij
wel zeker lukken om de voor
heen onwrikbare delen uit el
kaar te halen.
Op de forel
in Brielse
Maas complex
Denkt u er wel even om dat u wan
neer u de eerste drie dagen van het
nieuwe visseizoen (29 t.e.m. 31
mei) gaat vissen uw oude visver
gunning meeneemt. De nieuwe
viskaart is namelijk pas vanaf 1
juni 1976 geldig. Pas vanaf dins
dag 1 juni kunt u de nieuwe kaart
gebruiken. Omdat ik weet dat er
nogal wat hengelaars uit deze con
treien in het Brielse Maas
complex vissen: de volgende in
formatie. Vanaf 29 mei mag daar
ook al met de speciale hengel w or
den gevist. Daardoor is het moge
lijk, reeds vanaf die datum deze in
deze wateren uitgezette forel te
bevissen.
De wateren van het Brielse Maas
complex omvatten het Brielse
Meer, het Scheepvaart- en Voe
dingskanaal westelijk van de
daarin gelegen sluis, het Hartel-
kanaal westelijk van de daarin ge
legen sluizen en het Kanaal door
Voorne, met de aan die wateren
gelegen havens en inhammen.
Wel is het zo dat voor deze wateren
de gesloten tijd voor de snoek ge
handhaafd blijft. Mocht u dan ook
voor 1 juli een snoek aan de haak
krijgen, dan moet u hem direct te
rugzetten, anders riskeert u een
bekeuring. Maar u als weidelijk
sportvisser zou dat toch al gedaan
hebben.
"Beet": een
nieuw visblad
Dezer dagen verschijnt er een
nieuw visblad. Titel is "Beet". Het
is de Nederlandse vertaling van
het al enige tijd in Duitsland ver
schijnende maandblad "Blinker"
dat wordt uitgegeven door de
John Jahr uitgeverij uit Hamburg.
Het "hart" van dit blad bestaat
elke maand uit een twee pagina's
grote foto van een vis, met op de
achterzijde informatie over deze
soort. In het eerste nummer van
"Beet" staat onder meer een arti
kel over de hengelmogelijkheden
in Groenland, een stuk over kar
peraas en een wetenschappelijk
artikel over plankton. Tenslotte
staat er in elke "Beet" een "visme-
nu", w aarvan de vraag is of dat nu
wel door de gemiddelde Neder
landse sportvisser op prijs wordt
gesteld. Want vissen is een sport
om er een te vangen en niet om
hem gelardeerd met wat slablaad
jes en een schijfje citroen te con-
Houdt deze visrubriek van 29 mei
goed in de gaten. Want ter gelegen
heid van de opening van het nieuwe
visseizoen organiseert het Leidsch
en Alphens Dagblad, die dag een
grote visquiz met prachtige prijzen.
Test uw kennis op sportvisserijge-
bied met de kans dat u een fraaie
prijs wint. Elke lezer van deze krant
kan gratis aan de Visquiz deelne
men.
De prijzen die u onder meer kunt
winnen zijn:
een prachtige hengeluitrusting
(beschikbaar gesteld door het
Leidsch en Alphens Dagblad)
5 Berklev-werphengels en 5
Ryobi-werpmolens (beschikbaar
gesteld door Lankhorst BV,
Sneek)
1 Lerc-vaste hengel (4.50 m.), 1
werphengelcombinatie, 2 vis-
messen, 1 pocketwarmer (be
schikbaar gesteld door Harodex,
Rijswijk)
25 vistrips op de Noordzee (be
schikbaar gesteld door Rederij
Jac. Vrolijk. Scheveningen)
10 boeken "Vissen blijft vissen"
(beschikbaar gesteld door uitge
verij Interdijk, Schiphol-Oost)
Dezer dagen ben ik eens een kijkje
gaan nemen in een poldergebiedje
onder de rook van Leiden. Je staat
dan verbaasd over de vele vormen
van leven die er voorkomen en de
grote helderheid van het water. In
de allerondiepste gedeelten, waar
nauwelijks dertig tot veertig cen
timeter water staat, onttrekt de
weelderige waterplantengroei de
bodem aan het gezicht.
Tussen al die variëteiten ontdek je,
wanneer je even stilstaat, de in
grote scholen rondzwemmende
stekelbaarsjes. Met een doffe plons
nemen de groene kikkers de wijk
tussen het groen. Even verderop,
waar de plantengroei iets minder
uitbundig is, liggen de scholen riet
voorn te bakken in het zonnetje.
Schijnbaar aan het wateroppervlak
gekleefd liggen ze vrijwel roerloos
naast elkaar. Maar een wat onvoor
zichtige pas op de drassige bodem
is voldoende om de scholen in be
weging te brengen.
Rode vinnen
Rode wateroppervlak dat even te
voren nog een spiegel leek, ver
toont plotseling alle sporen van een
grote activiteit. Spartelende vinnen
laten draaikolkjes na, de golfjes
waaieren uiteen. Even lykt er pa
niek te zijn ontstaan in de vissen-
meute. maar na enkele seconden is
er weer orde en regelmaat. De hele
school trekt er met enkele flinke
klappen van de staart als een vis
tussenuit. De knalrode vinnen ver
dwijnen met flinke snelheid van de
plaats des onheils. In de iets die
pere sloten - hier staat ruim een
halve meter water - hebben de kar
pers hun intrek genomen. Ze heb
ben het diepere water, waar ze ge
durende de wintermaanden ver
blijf hielden, verlaten om in het on
diepere minder koude polderwater
te paaien. Het ziet er allemaal uit als
een vertraagde opname. Met rus
tige zwaaiende bewegingen ver
plaatsen de reusachtige torpedo's
zich tussen de waterplanten. Soms
zwemmen ze zij aan zij, dan weer
veroorzaken ze met hun kop een
"boeggolf' en ter afwisseling ver
oorzaken ze bij het draaien een kol
kende beweging met de staart.
Niets aan hun gedrag verraadt dat
ze een ongelooflijke snelheid kun
nen ontwikkelen wanneer dat no
dig mocht zijn.
(Jok in de rietkragen, die met de
dag schijnen te groeien, zit karper.
Tenminste dat dacht ik, want re
gelmatig zie je bosjes rietstengels
heen en weer bewegen. Als ik dich
terbij kom ontdek ik dat het bra
sems zijn, die verstoppertje spelen
tussen het riet.
Grote vis
Toch is alles wat er gebeurde
slechts een tydelyk verschijnsel.
Want straks als de juni-maand er
eenmaal een paar weken heeft op
zitten trekt de grote vis weer naar
bredere vaarten en plassen. Wie
achterblijven zijn de steklbaarsjes
en de ondermaatse voorntjes.
B MOTOR VISVERGj
mfiW
Klaar vi
de start liggen de visbootjes. Up zaterdag 29 mei mogen ze voor de eerste maal uitvaren op weg naar de "visgrondei