Aantjes spiegelt zich aan 'Groen' T sport Vissenbruiloft door warm weer 1 vis - VISBOTEN; Visquiz met tal van prijzen ZATERDAG 15 MEI 1976 Menig christelijke school draagt de naam van Guillaume Groen van Prinsterer. Menige straat, singel of weg in menig dorp of menige stad is naar deze protestantse voorman uit de vorige eeuw genoemd. Er blijkt uit, dat Groen van Prinsterer iets heeft betekent in het openbare le ven van Nederland. Honderd jaar geleden is de voorloper van de anti-revolutionaire of christelijk- historische richting in de politiek overleden. Op woensdag 19 mei wordt dit herdacht in Den Haag. ARP en CHU houden gezamenlijk een herdenkingsbijeenkomst, ter wijl het Gereformeerd Politiek Verbond (een afsplitsing van de ARP) elders, in Zwolle, een eigen nagedachtenis houdt. De PTT brengt een speciale Groen van Prinsterer-postzegel uit. In dit jaar, honderd jaar na Groens sterfdag, kan de vraag gesteld wor den of het ook is afgelopen met de invloed van diens geestelijke nala tenschap nu ARP en CHU op het punt staan hun politieke gezicht te verliezen in .een nieuw samenwer kingsverband samen met de KVP, het Christen-Democratisch Appel. De vraag kan worden gesteld. Maar zeker een man weigert zich neer te leggen bij de definitieve begrafenis van Groens erfernis. Dat is mr. Wil lem Aantjes, de 53-jarige fractielei der van de ARP in de Tweede Ka mer. "We moeten weer terug naar Groen", schreef Aantjes in een arti kel dat hij onlangs aan Groen van Prinsterer wijdde. Al als student in Utrecht werd Aan tjes gegrepen door de geschriften van Groen. Hij heeft ze nu onder handbereik in zijn woning. In de discussies over de evangelische grondslag voor het CDA heeft hij er riikelijk uit geput. Met een bewogen rede over christe lijke politiek juist in de wereld van vandaag op het eerste CDA- cqhgres vorig jaar in augustus is Aantjes er naar veler mening in ge slaagd "een vonk" te laten over springen. "Als het CDA zo'n club wordt, doen wij mee Maar omdat Aantjes tegelijkertijd een levensgroot vraagteken zette achter de sterke drang van vooral de bestuurders in de drie partijen om het C DA snel en kostte wat kost tot stand te brengen, werd zijn plaats in de Nederlandse politiek sterk omstreden. Aantjes koers werd te riskant geacht. De meer derheid in de CD A-gelederen voelde er niet voor te leven naar dit Bijbelwoord: "Wie bereid is zijn le ven te verliezen, zal het behouden. Wie zijn leven zal willen behouden, zal het verliezen". Aantjes heeft een appél willen doen op de kiezers achter de regenten, zoals Groen eens "het volk achter de kiezers" wilde aanspreken. De kiezers waren in de vorige eeuw de schap. die belasting betaalden, de met geld en dus de zeggen- Aantjes opstelling heeft hem de lof van links en de gram van rechts op geleverd. Maar zelf wimpelt hij het ene af en vindt hij dat hij het andere niet heeft verdiend. Men begrijpt hem niet. Het gaat hem om het ei gen christen-democratische ge zicht om wat christen-politici zou moeten bezielen. In dit perspectief plaatst hij zijn voorkeur nu voor samenwerking met de PvdA in de regering. Volgens recente opiniepeilingen is Aantjes de eerst aangewezene om straks de ene CDA-lyst van KVP, ARP en CHU aan te voeren. Een opmerkelijk gegeven voor iemand die te boek staat als de man die de gemeenschappelijke kandidaten lijst tegenhoudt. Een teken van tegenspraak Aantjes ziet zichzelf ook niet als mogelijk lijsttrekker. Net zo min als Groen van Prinsterer als die nu had geleefd. Pratend over Groen schetst Aantjes een portret van zichzelf. „Mijn liefste wens?" Wim Aantjes zucht diep. Aarzelt. Zegt dan een beetje verontschuldi gend: ,,'t Klinkt een beetje onwerke lijk. Misschien wel theatraal. Maar ik meen het echt. Myn liefste wens is dat christenen - katholieken en protestanten - met evangelische bezieling zich inzetten voor de ver nieuwing van de samenleving. Van uit een bezielde persoonlyke betrok kenheid." Stopt even. Komt dan helemaal los. „Ik zou nauwelijks een gelukkiger dag hebbgn dan wanneer ik in de geschriften van Groen van Prinste rer de woorden „anti-revolutionair" of „christelijk-historisch" met een gerust geweten zou kunnen vervan gen door „christen-democratisch". Als ik dat nog eens mocht terugvinden in het CDA Nee, meer kan ik echt niet wensen." Aantjes ontkent niet dat er gelijke nis is met wat Groen van Prinsterer dreef in de vorige eeuw en wat hem bezielt in zijn strijd om van het CDA een door-en-door christelijke party te maken. Als Aantjes over Groen praat, praat hij eigenlijk over zichzelf. „Ik voel me ontzettend verwant met Groen", erkent hij. „Ik heb diepe be wondering voor die man, omdat hy voor de politiek alles van het evan gelie verwachtte". Aantjes' motto is dan ook: „Terug naar Groen van Prinsterer". Als hij de spreuk tot de zyne maakt „Een staatsman niet, een Evangeliebely- der", dan wil dit niet zeggen dat hy of het een of het ander koos. Maar het betekent dat hij ook als politi cus allereerst Evangeliebelyder was. Niet de scheiding tussen evangelie en politiek, maar Evangeliebelyder ook in de politiek en ook als politi cus. Dat was in 1850 de hoop voor Nederland. Dat is in 1976 de hoop voor Nederland. Voor Nederland, voor Europa en voor de gehele we reld". zo schreef Aantjes in een her denkingsartikel over Groen. Waarom eigenlyk een Groeniaan? „Groen zocht altijd - als hy tegen standers of andersdenkenden beoor deelde - naar de beginselen achter een standpunt Hy oordeelde aan de hand van beginselen Standpunten zeiden hem niet zo veel. Over stand- schillen Welke beginselen zitten er achter? Wat zyn iemands diepste dryfveren? Daar ging het hem om. In eigen kring heeft Groen voortdu rend gewezen op de politieke gevol gen van het beginsel. Hij probeerde de mensen die zijn opvatting deel den altijd voor ogen te houden tot welke consequenties dat leidde. Dat voel ik ook. Wat ik op het CDA- Gruwel Ik heb toen - tevergeefs - geprobeerd een persoonlijke relatie te leggen tussen de christen democratische volksvertegen woordigers en het evangelische uitgangspunt. Dat een uitgangspunt, een beginsel wel voor een partij zou gelden maar niet voor de vertegen woordigers van die party, zou Groen een gruwel geweest zyn. Bij hem loopt het voortdurend door elkaar. Groen wil zijn volgelingen voortdu rend op het christelijk beginsel kun nen aanspreken. Hij vraagt niet: gelooft u wel. Of gaat u wel naar de kerk en laat u uw kinderen wel dopen. Niks daar van. Hij gaat er gewoon vanuit dat zijn mensen uit volle persoonlijke overtuiging achter het beginsel van hun partij staan. Zo zou ik het ook Zou Groen lijsttrekker van het CDA kunnen zyn? „Ze zouden 't hem nooit gemaakt hebben. Ze zouden hebben gezegd: 't is geweldig wat die man doet, dat moeten we er wel bij hebben. Die man moet vooral bly ven denken. Hy moet mee blyven doen. Hy moet zyn verhalen blijven schryven. Maar voor lijsttrekker is hij niet ge schikt. Als puntje bij paaltje komt, is hy niet praktisch genoeg. En weten ook niet of hij aan de onderhandeling stafel wel taai genoeg is, of hy er wel uithaalt wat er in zit, of hij op het juiste moment wel zal toeslaan. Of hy niet te naïef, niet te goedge lovig is." Aantjes' bewondering voor Groen van Prinsterer is nog altijd erg groot. Groen is hem een voorbeeld. ..Wat ik aan de eenzame stryd van Groen ontleen is de overtuiging dat je nooit mag zeggen dit of dat kan niet, omdat je dan wel eens alleen zou kunnen komen te staan. Dat zie je dan wel. Daar moet je je - net als Groen - niet door laten bein- vloeden Het neemt de klem van wat je te zeggen hebt weg", zegt hij. Lauwheid Als jong student wist Aantjes voor een habbekrats beslag te leggen op verschillende van diens geschriften. Met genoegen diept hij een vergeeld „Welke is.voor Nederland de hoop van een christen?" heet het. Al bla derend trekt hij vergelijkingen tus- Geestdriftig laat hij zien hoe ac tueel Groen nog is. „Kijk, het ergste vindt Groen: „Een volk door politie ke onaandoenlykheid versteend dat ook als een ander ontbrandt nog geen vuur vat". Onverschilligheid was hem een doorn in het oog. „Maar nog erger is het", schrijft hy, „wanneer men in een zoete droom ongevoelig naar de klippen die de stuurman voor een veilige haven aanziet voortgedreven wordt". Groen heeft niet over het CDA geschreven. Maar dit is eigen lijk precies hetzelfde als wat my bij het CDA beweegt. Verzet tegen de lauwheid en de vanzelfsprekendheid waarmee het CDA-geaccepteerd Ook in de AR-gelederen sluipt de onverschilligheid binnen, constateert Aantjes. Het principiële karakter van het CDA is voor de anti-revolu tionairen op het tweede plan ge raakt. Om de politieke inhoud be kommeren de mannenbroeders zich ogenschijnlijk niet meer zo. Alles moet wijken voor die oude wens droom: het CDA. Ook al is de rozegeur en de mane- CDA". "Als het gevecht uiteindelijk toch op niets uitloopt, is de kans levensgroot dat het CDA helemaal losraakt van de bijbel en - net als de CDU in West-Duits- land - een party wordt die aller eerst op macht uit is", zegt hy. De kerkelijke verschillen tussen Rome en de Reformatie zijn volgens Aan tjes geen beletsel meer voor de tot standkoming van het CDA. „Vroeger was het wel een probleem", zegt hy. „De rooms-katholiek was voorheen helemaal gebonden aan het kerkelyk leergezag. Ook voor zijn doen en laten buiten de kerk. Maar sedert dat is losgelaten - ze ker in de Nederlandse kerkprovincie - en de leken mondig zijn gewon den, zijn er geen fundamentele ver schillen meer die een politieke ge scheidenheid zouden rechtvaardigen. Iedereen die vanuit het evangelie aan politiek wil doen - gelovig luis terend naar wat God in Zyn Woord voor het leven van alle dag te zeg gen heeft - hoort er bij. Ongeacht schijn er al lang af. Aantjes: „Er zijn steeds meer anti-revolutionairen die zeggen: laten we maar toegeven, we kunnen toch niet meer terug. Daar is de veilige haven. Als we daar eenmaal zijn, dan zul je eens zien nou. dat zal wel eens zo erg kunnen tegenvallen. Ze denken in een veilige haven te landen, maar het gevaar bestaat dat ze stranden op de klippen van politieke onenigheid." Stapt Aantjes voor die tijd van Zelf geeft hij niet een ondubbelzin nig antwoord. „Ik ga de weg die de partij gaat, tenzij het een weg is waarbij ik zelf niet meer geloofwaardig kan blyven. Ik ben altijd bereid mijn politieke Maar de stemmen die zeggen „Aan tjes moet blyven, hy hoort er bij" klinken steeds luider. Zeker nu het verzet in de AR tegen het CDA Aantjes' onderkoeldeceactie: „Ik ben benieuwd of KVP en CHU - als de AR straks ,ja" gezegd heelt - ook nog vinden dat ik een rol van bete kenis moet blyven meespelen." „Ik wil er niet by", zegt hij, „omdat ik een eigen inbreng heb, omdat ik een eigen vleugeltje meebreng. Ik wil niet de dagsluiter van het CDA zijn. Die visie die ik vertolk moet een wezenlijk element in het CDA worden. Daarom blijf ik bezig - ook al zeggen ze dat ik drammerig ben, al zegt zelfs Van Agt dat ik een lastpak ben - het christelijk karakter van het CDA meer gestalte te geven, 't Kan. Dat heb ik op het CDA-congres gemerkt. Je kunt men sen rog warm maken voor christe lijke politiek." Aantjes is zich bewust van het be lang van zyn „gevecht binnen het of hy katholiek, protestant of on- kerkelyk is". „De Staatkundig-Gereformeerde Party en het Gereformeerd Politiek Verbond voeren een politiek die met Groeniaans is. Een van de dingen die bij Groen centraal staat is de geestelijke vrijheid, de verdraag zaamheid. Voor SGP en GPV is de gereformeerde godsdienst de heer sende religie. Via overheidsmacht willen deze partijen Nederland een reformatorisch stempel geven. Daar is de overheid niet voor. SGP en GPV zijn er niet op uit om andere mensen in de knel te bren gen. Maar - tegen wil en dank, misschien - komen ze toch altijd bij de onverdraagzaamheid terecht. Bij voorbeeld: wat wel of niet mag op het televisiescherm. Op het punt van de verdraagzaamheid trek ik de grens liever te ruim dan te eng". „Kijk, zo'n naaktstrand, he. Als de i hun blootje willen lopen, moeten ze dat zelf weten. Mits het geen beestenbende wordt. En alsje blieft ook niet in het publiek". Aantjes is „erg benauwd" voor over heidsingrijpen. „Van de menselijke verantwoordelijkheid moet ook iets terechtkomen. Je moet de ruimte la ten de dingen verkeerd te doen. Als je je kinderen wilt opvoeden tot verantwoordelijke mensen in de maatschappij, dan moet je ze de vrijheid geven de dingen anders doen dan jy wilt. Voor de overheid ligt de grens van ingrijpen daar waar je naaste, je medemens in het gedrang komen door jouw optreden. Er zyn grenzen aan wat de overheid kan doen. Dat heeft te maken met het rechtsbewustzijn van het volk. Als christen-politicus word je er tel kens weer toe gedwongen je af te vragen: wat kan ik binnen die gren- Compromissen zijn dan ook noodza- kelyk. Compromis is geen vies woord voor mij. By elk compromis beoordeel ik wat ik nog heb kunnen doen om mijn christelijke idealen meer gestalte te geven. Ik heb liever vuile handen dan dat ik myn han den in onschuld kan wassen. Ik heb ze gekregen om er wat mee te doen. Al is het nog zo weinig." Aantjes geeft zo hoog op van chris telijke politiek dat hij kort geleden op een AR-bijeenkomst in Alphen aan den Ryn zelfs zei: „Wy, chris ten-democraten, hebben iets beters te bieden dan socialisten en libera len." Wat? Wiegel roept ook steeds: we moeten de macht heroveren. Ik vind het gruwelyk, die termen. Het moetje niet te doen zijn om de macht. Je hebt macht wel nodig, maar het is niet het belangrijkste. Het moet gaan om verantwoordelijkheid. Zo dra het om macht gaat, is het een doel in zichzelf geworden. Dan gaat het om jezelf. By het delen in ver antwoordelijkheid gaat het om de 't Lijkt zo op elkaar he, spreiding van machten delen in verantwoor delijkheid. Maar er zit een wereld van verschil tussen." „Een van de grote verschillen is dat christen-democraten willen delen in verantwoordelijkheid. Socialisten willen macht spreiden, zeggen ze: 'k Hoor ze echter altijd zeggen: "we moeten aan de macht blijven. Triest Aantjes isde kampioen van links en de gebeten hond van rechts, omdat hij voorstander is van samenwerk ing met de PvdA. „Links en rechts begrijpen niet wat mij als christen-politicus beweegt", zegt hy. „Myn standpunt over hoe het CDA er uit moet zien wordt niet bepaald door myn voorkeur voor sa menwerking met de PvdA. Omge keerd is het wel zo dat myn huidige keus voor de PvdA voortvloeit uit myn visie op het CDA. Ik vind het in-en-in triest dat ik dat - ook in myn eigen partij - maar niet dui- delyk kan maken." Een CDA zonder eigen herkenbaar gezicht heeft geeen toekomst, gelooft Aantjes. „Het CDA wordt in de ogen van het publiek links of rechts. Een andere tegenstelling kent men niet. Als het CDA met dit zwart-wit den ken tot stand moet komen, valt het per definitie weer snel in tweeeen uiteen. In een links en een rechts blok." „PvdA of VVD? - 't is voor my geen lood om oud yzer", bekent de AR-fractieleider eerlijk. „Op dit mo ment is het het beste als er een goede samenwerking tussen PvdA en CDA tot stand komt. Maar ik kan me ook omstandigheden indenken waarin een coalitie tussen WD en CDA het beste voor het land zou e krachten binnen het CDA zijn uit op herstel van de liberaal-confessionele regeringssa menwerking. Daarmee denken ze de oude machtspositie te herwinnen. Dat is een geweldige bedreiging voor het CDA. Waar ik zo bang voor ben is dat deze restauratieve krachten zich straks meester zullen maken van het CDA. Dan zal er van een echte christelijke party geen sprake meer zyn." Aantjes' voorkeur voor samenweriang met de PvdA is niet principieel. „We hebben niks te verwachten van links en rechts. Onze hoop heeft betere grond. Onze eigen identiteit - daar komt het op aan." De kans dat KVP. ARP en CHU straks gezamenlyk met een CDA- kandidatenlyst uitkomen acht Aan tjes „zeer groot". Dan is het niet on denkbaar dat na de verkiezingen van volgend jaar de CDA-fractie de grootste in de Tweede Kamer zal „Ik hoop een ding: dat we als CDA geen 76 zetels halen. Het zou erg slecht zijn als we de meerderheid in de Kamer hebben. We zouden er niet tegen kunnen, tegen zoveel macht. Hetzelfde geldt trouwens ook voor PvdA en WD. Het is niet goed voor een mens om de macht alleen te hebben. Beter is het om de verantwoordelijkheid met anderen te moeten delen. Anders zouden we maar één maatstaf hebben: zouden wij het zo? 't Zou funest zijn voor de christelijke politiek. Paaitijd in de polders Het warme weer van de afgelopen week heeft de tempera tuur van het buitenwater zodanig opgewarmd, dat op vele plaatsen weer het boeiende schouwspel van de vissenbrui loft waar te nemen is. Een fascinerend gezicht, waarvoor ik graag een partijtje banjeren in de polder over heb en dat ik beschouw als een goede "warming up" voor het komende visseizoen. Heerlijk ontspannen kijken naar het gedrag van de vissen, die straks weer onze tegenstander zullen zijn. Hengeldelen hebben soms de vervelende eigenschap niet meer met enkele simpele hand grepen uit elkaar te gaan. Vooral bij werphengeltjes, die een metaal-in-metaal-sluiting hebben, komt dat euvel nogal eens voor. Ik heb sportvissers, die zich voor dit probleem ge plaatst zagen de meest vreemde capriolen uit zien halen. En als alle inventiviteit tevergeefs ge weest is, wordt vaak de kracht aangewend om dat onwillige Hengeltip van de week hengeldeel tot overgave te dwingen. Zoals voor vele dingen geldt, zijn ook hier brute kracht en opgekropte woede geen juiste ingrediënten om de zozeer ge wenste oplossing te 'bereiken. Want wanneer u samen met uw vismaat elk aan een kant gaat staan trekken is de kans groot dat u straks elk met een hengel deel in de hand staat dat voor goed voor zijn doel ongeschikt is. Of omdat zo'n deel is gebro ken, of omdat de ogen op de hengel zijn verbogen. Ga daarom steeds met veel be leid te werk. Heeft u een twee delig werphengeltje doe het dan als volgt Bent u rechts plaats dan de hand om het onderste hengeldeel vlak bij de sluiting, met de duim naar boven ge richt. De linkerhand plaatst u op dezelfde wijze om het bo venste hengeldeel. U brengt nu beide handen zo dicht bij elkaar dat u met de duim van de on derste hand kracht kunt zetten tegen de bovenste hand. Na enige pogingen moet het vrij wel zeker lukken om de voor heen onwrikbare delen uit el kaar te halen. Op de forel in Brielse Maas complex Denkt u er wel even om dat u wan neer u de eerste drie dagen van het nieuwe visseizoen (29 t.e.m. 31 mei) gaat vissen uw oude visver gunning meeneemt. De nieuwe viskaart is namelijk pas vanaf 1 juni 1976 geldig. Pas vanaf dins dag 1 juni kunt u de nieuwe kaart gebruiken. Omdat ik weet dat er nogal wat hengelaars uit deze con treien in het Brielse Maas complex vissen: de volgende in formatie. Vanaf 29 mei mag daar ook al met de speciale hengel w or den gevist. Daardoor is het moge lijk, reeds vanaf die datum deze in deze wateren uitgezette forel te bevissen. De wateren van het Brielse Maas complex omvatten het Brielse Meer, het Scheepvaart- en Voe dingskanaal westelijk van de daarin gelegen sluis, het Hartel- kanaal westelijk van de daarin ge legen sluizen en het Kanaal door Voorne, met de aan die wateren gelegen havens en inhammen. Wel is het zo dat voor deze wateren de gesloten tijd voor de snoek ge handhaafd blijft. Mocht u dan ook voor 1 juli een snoek aan de haak krijgen, dan moet u hem direct te rugzetten, anders riskeert u een bekeuring. Maar u als weidelijk sportvisser zou dat toch al gedaan hebben. "Beet": een nieuw visblad Dezer dagen verschijnt er een nieuw visblad. Titel is "Beet". Het is de Nederlandse vertaling van het al enige tijd in Duitsland ver schijnende maandblad "Blinker" dat wordt uitgegeven door de John Jahr uitgeverij uit Hamburg. Het "hart" van dit blad bestaat elke maand uit een twee pagina's grote foto van een vis, met op de achterzijde informatie over deze soort. In het eerste nummer van "Beet" staat onder meer een arti kel over de hengelmogelijkheden in Groenland, een stuk over kar peraas en een wetenschappelijk artikel over plankton. Tenslotte staat er in elke "Beet" een "visme- nu", w aarvan de vraag is of dat nu wel door de gemiddelde Neder landse sportvisser op prijs wordt gesteld. Want vissen is een sport om er een te vangen en niet om hem gelardeerd met wat slablaad jes en een schijfje citroen te con- Houdt deze visrubriek van 29 mei goed in de gaten. Want ter gelegen heid van de opening van het nieuwe visseizoen organiseert het Leidsch en Alphens Dagblad, die dag een grote visquiz met prachtige prijzen. Test uw kennis op sportvisserijge- bied met de kans dat u een fraaie prijs wint. Elke lezer van deze krant kan gratis aan de Visquiz deelne men. De prijzen die u onder meer kunt winnen zijn: een prachtige hengeluitrusting (beschikbaar gesteld door het Leidsch en Alphens Dagblad) 5 Berklev-werphengels en 5 Ryobi-werpmolens (beschikbaar gesteld door Lankhorst BV, Sneek) 1 Lerc-vaste hengel (4.50 m.), 1 werphengelcombinatie, 2 vis- messen, 1 pocketwarmer (be schikbaar gesteld door Harodex, Rijswijk) 25 vistrips op de Noordzee (be schikbaar gesteld door Rederij Jac. Vrolijk. Scheveningen) 10 boeken "Vissen blijft vissen" (beschikbaar gesteld door uitge verij Interdijk, Schiphol-Oost) Dezer dagen ben ik eens een kijkje gaan nemen in een poldergebiedje onder de rook van Leiden. Je staat dan verbaasd over de vele vormen van leven die er voorkomen en de grote helderheid van het water. In de allerondiepste gedeelten, waar nauwelijks dertig tot veertig cen timeter water staat, onttrekt de weelderige waterplantengroei de bodem aan het gezicht. Tussen al die variëteiten ontdek je, wanneer je even stilstaat, de in grote scholen rondzwemmende stekelbaarsjes. Met een doffe plons nemen de groene kikkers de wijk tussen het groen. Even verderop, waar de plantengroei iets minder uitbundig is, liggen de scholen riet voorn te bakken in het zonnetje. Schijnbaar aan het wateroppervlak gekleefd liggen ze vrijwel roerloos naast elkaar. Maar een wat onvoor zichtige pas op de drassige bodem is voldoende om de scholen in be weging te brengen. Rode vinnen Rode wateroppervlak dat even te voren nog een spiegel leek, ver toont plotseling alle sporen van een grote activiteit. Spartelende vinnen laten draaikolkjes na, de golfjes waaieren uiteen. Even lykt er pa niek te zijn ontstaan in de vissen- meute. maar na enkele seconden is er weer orde en regelmaat. De hele school trekt er met enkele flinke klappen van de staart als een vis tussenuit. De knalrode vinnen ver dwijnen met flinke snelheid van de plaats des onheils. In de iets die pere sloten - hier staat ruim een halve meter water - hebben de kar pers hun intrek genomen. Ze heb ben het diepere water, waar ze ge durende de wintermaanden ver blijf hielden, verlaten om in het on diepere minder koude polderwater te paaien. Het ziet er allemaal uit als een vertraagde opname. Met rus tige zwaaiende bewegingen ver plaatsen de reusachtige torpedo's zich tussen de waterplanten. Soms zwemmen ze zij aan zij, dan weer veroorzaken ze met hun kop een "boeggolf' en ter afwisseling ver oorzaken ze bij het draaien een kol kende beweging met de staart. Niets aan hun gedrag verraadt dat ze een ongelooflijke snelheid kun nen ontwikkelen wanneer dat no dig mocht zijn. (Jok in de rietkragen, die met de dag schijnen te groeien, zit karper. Tenminste dat dacht ik, want re gelmatig zie je bosjes rietstengels heen en weer bewegen. Als ik dich terbij kom ontdek ik dat het bra sems zijn, die verstoppertje spelen tussen het riet. Grote vis Toch is alles wat er gebeurde slechts een tydelyk verschijnsel. Want straks als de juni-maand er eenmaal een paar weken heeft op zitten trekt de grote vis weer naar bredere vaarten en plassen. Wie achterblijven zijn de steklbaarsjes en de ondermaatse voorntjes. B MOTOR VISVERGj mfiW Klaar vi de start liggen de visbootjes. Up zaterdag 29 mei mogen ze voor de eerste maal uitvaren op weg naar de "visgrondei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 17