Raadhuis gaat tegen de vlakte Kwekers hebben moeilijk jaar achter de rug „We poedelen ons gewoon in 'n emmer koud water" n 'J? Praktijkruimte tandarts in de brandweergarage In Woubrugge PAGINA 4 DONDERDAG 13 MEI 1976 DEN HAAG Voor de Nederlandse siergewassenteelt was ook 1975 weer een moeilijk jaar. De algemene eco nomische situatie kenmerkte zich door produktievermindering, toenemende werkloosheid, bedrijfssluiting en ver minderde consumptieve bestedingen. Deze sombere woorden staan in het jaarverslag van het Produktschap voor Siergewassen. Toch is de totale export van sierge wassen, in guldens uitgedrukt, geste gen met zeven procent. Voor bloemen en planten werd een percentage van twaalf bereikt: de bloembollen-export daalde met drie procent, terwijl de boomkwekerij-export zich tegen de verwachting in herstelde en groeide met één procent. Door de voortdurende inflatie zijn deze percentages vertekend en lager dan voorgaande jaren. Reden voor een al te groot pessimisme vindt men echter niet op zijn plaats, als men ziet dat de totale Nederlandse export steeg met één procent. „Siergewassen zijn", aldus het jaar verslag, „een vast onderdeel van het bestedingspatroon geworden en de vraag is niet meer zo welvaartsgevoe- lig als vroeger". Begin vorig jaar verwachtte men een aanzienlijke omschakeling van de voedingstuinbouw naar de bloemiste rijsector. Deze is echter niet uitgeko men. Mede als gevolg van de zich in 1975 doorzettende negatieve rentablli- teits-ontwikkeling was de areaal-uit breiding minder groot dan in het ver leden. De van jaar op jaar aanwassende stroom van kwekerij produkten leid de ertoe dat de groothandel in bloe men en planten zichzelf wilde door lichten door middel van een structuur onderzoek. Dit onderzoek startte vorig jaar en heeft de inventariserende fase achter de rug. De bloembollensector heeft zijn struc tuuronderzoek vrijwel afgesloten. De belangrijkste resultaten werden eind vorig jaar gepresenteerd. Gezien de ingrijpende aard van de aanbevelin gen zal de praktische uitwerking voor- ■i\ oo h' t «rebied van de produktie de nodige hoofdbrekens kosten, meent het Produktschap voor Siergewassen. Het totale bloembollenariaal was in 1975 kleiner dan het jaar ervoor. Het aantal produktiebedrijven nam weer verder af, ditmaal met bijna zeshon derd en kwam op vijfenzestighonderd (in 1965 bijna veertienduizend». De rentabiliteit van de bloembollen teelt was vorig jaar gemiddeld iets be ter w.an in iC-74. Dit kwan. doordat in de loop van het seizoen de tulpebol- lenprijzen flink aantrekken als ge volg van een schrale oogst. Bij de hya cinten lagen de zaken andersom. Een grote oogst van een ruim areaal ver oorzaakte een produktieoverschot van meer dan vijftien procent. In de nar- cissenmarkt was de Engelse concur rentie voelbaar. Lellebollen Lieden e-.n goed geprijsd artikel, ondanks de ster ke uitbreidingen van de laatste jaren. In de boomkwekerij zal 1975 geboek staafd staan als het jaar van het bac- tertevuur en een overvoerde rozen- markt. Het ministerie van Landbouw bood de helpende hand bij het vergoe den van schade als gevolg van ver nietigingsacties. Samen met het be drijfsleven heeft men daardoor voor komen, da* in de afnemerslanden tc rigoreuze beschermende maatregelen werden genomen. Als gevolg van een te grote produktie en een enigszins teruggelopen vraag ging de rozenmarkt door een diepte punt. Het perspectief voor dit jaar is evenwel gunstiger, zeker voor de be tere soorten. Het boomkwekerij-areaal werd met drie procent uitgebreid. Een naar verhouding zeer sterke uitbreiding onderging de boomkwekerij ond«r glas. In het seizoen 1974-1975 was de rendamentsontwikkeling bij de boom kwekerij produktie niet gunstig. Voor het komende seizoen zijn de verwach tingen optimistischer. In twee jaar is de export naar Enge land bijna gehalveerd. Doordat men elders compensatie vond, bleef de to tale export redelijk stabiel. De grotere gemeenten in Nederland gebruikten in 1975 iets minder boom kwekerij produkten. De overige daar entegen meer, zodat het totale ver bruik met zeventien procent steeg. Ook in de boomkwekerijsector wordt gediscussieerd over het al dan niet in stellen van een structuuronderzoek. De ontwikkeling in de siergewassen- sector is in 1975 moeizaam te noemen. Bij een te verwachten minder spec taculaire groei van besteedbare inko mens in de toekomst zal het een zware taak zijn om siergewassen hun plaats in het bestedingspatroon te laten be houden, aldus voorspelt het Produkt schap voor Siergewassen in zijn jaar verslag. Ripse familieuur varen om drinkwater te halen RIJPWETERING Haastig springt een opgeschrikte koe opzij. Auto's in haar domein, een groene wei, zijn geen dagelijks verschijnsel. Maar wie bij de Rijkwete- ringse familie Uilenberg op visite wil, moet toch echt deze ongewone „weg" nemen. Het gezinnetje, man, vrouw, hond, negentien katten en wat schapen, woont midden in de polder. Elektriciteit, gas en stro mend water zijn er vreemd. De televisie speelt op een accu, als er stof moet worden gezogen of de was moet worden gedaan wordt een agregaat in werking gesteld om stroom op te wekken. Water om het goed in te wassen wordt uit de sloot gehaald. Een paar dweilen doen dienst als zeef om het ergste vuil er uit te filteren. En 's avonds 7 uur worden de gaslampjes ontstoken. Maar het grootste euvel op dit moment is wel het gebrek aan drinkwater. Normaal wordt regen water via pijpleidinkjes naar een waterput gevoerd. Daar worden de aardappels in gekookt, koffie en thee van gezet en van tijd tot tijd een slokje van genomen. Maar dan wordt het eerst wel even gekookt. Door Jan Westerlaken Nu het al weken achtereen niet flink heeft geregend is de bodem van de waterput zichtbaar gewor den. Er is geen natuurlijke aan voer, dus moet de vrouw des hui zes zelf op pad om drinkwater te halen. Dat doet ze in een jerry can een paar keer per week. Ze vaart dan met haar roeibootje naar de dichtstbijzijnde boerderij, die is van haar broer, vult de jerrycan en gaat weer naar huis. Per keer is ze ruim een uur on derweg voor zo'n vijftien liter water „En", zegt mevrouw Uilenberg, die nog nooit in een huis heeft gewoond waar een kraan met stromend water was, „als we erge dorst hebben, nemen we gewoon een pot bier. Want als je eerst water moet gaan koken en laten afkoelen, dan ben je zo wat uit gedroogd. Waarom we het regen water eerst moeten koken? Nou, kijk, er zitten watervlooien in en die eet ik liever niet op. Ze zijn nodig om het water zuiver te hou den". De familie Uilenberg woont nu al drieëntwintig jaar in het huisje aan de Poeldijk. Maar nog nooit heeft zij meegemaakt, dat de wa terput kurkdroog stond. Al een paar keer heeft „mole naar" Uilenberg een brief naar het waterleidingbedrijf De Rijn streek geschreven met het ver zoek een pijp naar zijn woninkje aan te leggen. „Maar", zegt zijn vrouw nu, „ze nemen daar in Bos koop niet eens de moeite om te antwoorden. Ik denk dat we zelf de kosten zullen moeten betalen als we stromend water willen. Nou, dat vergeten we dan rustig. Want dat kost me teveel Emmer De douche is een algemeen ge bruiksvoorwerp geworden in de loop der jaren. In het polder- Zegt mevrouw Uilenberg: „Hier een douche? Welnee, man. We nemen gewoon een emmer koud water, een stuk zeep en en was hand. Zo wassen we ons hier. Gas is veel te kostbaar om het water te verwarmen. Zoals wij ons wassen kan het toch ook? We zijn in al die jaren dat we hier wonen nog nooit ziek geweest. Dus gaan we op dezelfde voet door hoor!" Als er nu eens iemand ernstig ziek wordt, hoe waarschuwt men dan een dokter? Gekscherend zegt mevrouw Uilenberg: „Tja, telefoon hebben we hier natuurlijk niet. Als je hier erg ziek wordt ben je al dood en begraven voor de dokter er isVanzelfsprekend komt hij als je hem nodig hebt. Al thans. dat was met de vorige arts zeer zeker het geval. Al zou ik de nieuwe dokter nu ondersteboven lopen, dan zou ik niet weten wie die goeie man is". .Vr* %- 4*-w ma&m- -M ';s®rs Mevrouw Uilenberg: Als we dorst hebben nemen we een pot bier". klinken. De familie Uilenberg weet niet beter. Zü wil, ondanks dit „ongerief", niet in een modern huis met alle comfort wonen. Drinkwater halen in een jerry can hoort er gewoon bij, vindt de vrouw. En ook al zegt haar man, die, net als iedere molenaar, het weerbeeld bepaalt door naar de wolken te kijken, dat we een „lange, hete zomer" tegemoet gaan, ze vindt het allemaal pri ma. Nog nooit heeft ze zich ook maar één dag verveeld. Die lange, hete zomer brengt voor haar al leen maar meer afwisseling: drinkwater halen bij haar broer. De sloper doet zijn vernietigende werk. WOUBRUGGE De Hoogmadese sloper Van der Pouw Kraan is gis termorgen begonnen met de sloop van de gebouwen die plaats moeten maken voor het nieuwe raadhuis. Gisteren zijn twee kleine gebouw tjes achter het raadhuis gesloopt. Vandaag zou het huis naast het raadhuis aan de Van Hemessenkade aan de slopershamer ten prooi vallen en vrijdag gaat het vertrouwde raadhuis tegen de vlakte. Van der Pouw Kraan is van plan de gebou wen eerst van hun hout te ontdoen, om vervolgens het stenen skelet van het raadhuis met een etalen bal van een kraan in elkaar te slaan. Op 26 oktober 1886 heeft de toen malige gemeenteraad van Woubrug ge besloten tot de bouw van het raadhuis, dat nu onder de slopers hamer komt. De Woubrugse timmer man en aannemer Pieter van Vliet heeft het raadhuis gebouwd voor de som van 7.080 gulden. De eerste steen legde P. de Ridder, die toen zowel burgemeester als gemeentese cretaris was. Overigens kwam de toenmalige gemeenteraad heel wat gemakkelijker tot een besluit dan de tegenwoordige. Uit de notulen van de toenmalige vergadering blijkt dat het raadslid Heenk na het horen van de toelichting op het ontwerp door de bouwkundige Goldberg vroeg waarom de raad het huis van nota ris Krom niet zou kopen en dat zou verbouwen tot raadhuis. Na enige discussie werd daarop de gemeente opzichter weggezonden om de nota riswoning te gaan bekijken en een begroting op te maken van de ver- bouwingskosten. Na korte tijd keerde de opzichter terug en deelde mee dat de verbouw van de notariswoning twee-en-een half a drieduizend gul den zou kosten. De raad besloot daarop met vijf van de zeven stem men de woning niet te kopen en de bouw van een nieuw raadhuis met secretarie, brugwachterswoning bij gebouw enzovoorts te laten doorgaan. Het gebouw dat ruim zevendui zend gulden kostte maakt nu plaats voor een bouwsel dat meer dan een miljoen vergt. TER AAR De gemeenteraad van Ter Aar moet vanavond zijn goed keuring hechten aan een voorstel van B en W, dat er in het instruc tielokaal bij de brandweergarage een praktijkruimte wordt ingericht voor een tandarts. B en W schrijven in hun voorstel dat het lang heeft geduurd voor zij er in slaagden een tandarts voor het dorp aan te trekken. Aanvankelijk werden aan het Be- velanderhof twee woningwetwonin gen gereserveerd voor de voorlopige huisvesting van de tandarts en het onderbrengen van de praktijkruimte. „In overleg" aldus het voorstel, „zijn wij tot de conclusie gekomen, dat het geen aanbeveling verdient om de praktijkruimte in een woningwet- ning onder te brengen, omdat dit nogal ingrijpende voorzieningen met zich meebrengt en hoge kosten.". Bovendien is het de bedoeling het huis slechts voor korte tijd aan de woningvoorraad te ontrekken zolang de arts nog niet over een eigen praktijkruimte beschikt. B en W vinden het instructielo kaal bij de brandweergarage een aanvaardbaar alternatief. Voor de brandweerlieden kan een nieuw instructielokaal worden ingericht in de kazerne zelf waar ruimte is vrij gekomen doordat de auto's van de reinigingsdienst elders zijn onderge bracht. Nagegaan is of het kruisgebouw in Paperveer niet geschikt zou zijn voor een praktijkruimte voor de tandarts. Het gemeentebestuur zegt hierover, dat dit geen aanbeveling verdient, omdat dan de bestemming van dit gebouw dan geheel vast komt te liggen. Door het aanbrengen van speciale voorzieningen, die van de tandarts een investering vragen van ongeveer tachtigduizend gulden, kan het gebouw dan praktisch niet meer voor andere doeleinden worden ge bruikt. Voorts zijn B en W van oor deel, dat de brandweergarage beter bereikbaar is. De kosten van verbouwing van het instructielokaal en het maken en inriohten van een nieuw instructie- lokaal in de kazerne bedragen ruim zeventigduizend gulden. Het gemeentebestuur wil beginnen met een huur van driehonderdvijftig gulden en deze geleidelijk te laten oplopen tot ongeveer achthonderd vijftig gulden. De tandarts zal zich contractueel aan de huurperiode van vijftien Jaar moeten binden. In het instructie-lokaaltje (links) bij de brandweeraaraae in Ter Aar wordt een tandartsen praktijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 4