Zes nieuwe Weslduifse zegels Twee lopers contra twee paarden a KLASSIEK SPEL: 0UDr MAAR ACTUEEL Kruiswoordpuzzel Kom er ACHT-er Oplossing vorige puzzel RUITEN BOER GROEIDE UIT TOT ZEERGROOT EVENEMENT m i s m m Mmm KOM ER ACHTER ZATERDAG 1 MEI 1976 EXTRA PAGINA 23 BONDSREPUBLIEK DUITSLAND De Duitse Bandsrepubliek heeft voor 13 mei niet minder dan 6 ze gels gepland, twee Europa- en vier herdenkingszegels. Zoals we in deze rubriek onlangs reeds hebben ge meld is op de zevende CEPT-con ferentie (Conférence européenne des Administrations des Postes et des Télecommunications) die van 11 tot 22 september 1972 in Den Haag werd gehouden, besloten dat het thema voor de Europazegels 1976 kunst handwerk (keramiek, porcelein, enz) zou zijn. De Westduitse CEPT-zegels tonen da ai-om porceleinen figuurtjes uit Ludwigsburg. Op een zegel van 40 pfennig (oplage 50 miljoen) staat een straatverkoopster afgebeeld en een straatverkoper siert een 50 pfen- nig-zegel (oplage naar behoefte). De zegels zijn aangemaakt in vierkleu- rige koperdiepdruk en de basiskleur tan de 40 pf.-zegel is groen, die van de 50 pf--zegel rood. De eerste herdenkingszegel in de rij van vier is gewiijd aan de Duitse rooms-katholieke ethicus en sociaal voortrekker dr. Carl Sonnenschein (15 juni 1876-20 februari 1929). Son- r.enschein werd in 1900 priester en was van 1906 tot 1914 verbonden aan de Volksverein für das katholische Deutschland. Door zijn uitgebreide organisatorische en publicistische ar beid op pastoraal, sociaal en carita tief ge' aed werd hij een van de meest inspirerende persoonlijkheden in het katholieke Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog. Op de zegel in de waarde van 50 pfennig (basis- kleur rood) een portret van Sonnen schein. Dan wordt met een zegel van 40 pfennig (basiskleur groen) Paul Gerhardt geëerd (12 maart 1607-27 mei 1676), een van de belangrijkste dichters van evangelisch-lutherse, kerkliederen uit de 17de eeuw. Ger- hards liederen worden gekenmerkt door een kinderlijk godsvertrouwen en een naar het mystieke zwemende gevoelsvroomheid. Enkele van zijn Lederen worden nog steeds gezongen. Op de zegel het begin van het lied „Befiehl du deine Wege". Ter gelegenheid van de 150e sterf dag van de componist Carl Maria von Weber (Eutin 18 november 1786 - Londen 5 juni 1826) wordt verder op 13 mei 'n zegel van 50 pfennis (rood en zwart) uitgegeven. Op de zegel in drie verschillende houdingen de com ponist als dirigent, naar een litho Uit die tijd. Carl Maria von Weber werd na zijn muziekstudie in Wenen zijn va der wilde van hem een tweede Mozart maken eerst kapelmeester in Breslau en vervolgens secretaris aan het hertogelijke hof in Stuttgart. Van 1813 tot 1816 had hij de leiding van de opera in Praag, maar toen werd hij door de koning van Saksen naar Dresden geroepen waar hij de leiding kreeg van de pas op gerichte Duitse opera, die hij tot grote bloei bracht. Het was in Dres den dat hij vrijwel al zijn bekende werken schreef, zoals Preziosa (1821) Der Freischtitz (1817-1820) en Obe- ron (1824-1826). Weber was onder meer door zijn innige verbondenheid met de natuur de eerste nationaal- Duit.se operacomponist. Hij streefde bewust naar een Duitse operastijf die de overheersing van de Italiaan se opera zou kunnen doorbreken. Tot slot herdenkt de Bondsrepu bliek met een zegel van 70 pfennig (basiskleur blauw) de 200-jarige on afhankelijkheid van de Verenigde Staten. De zegel laat het Capitool in Washington zien, alsmede het por tret van Carl Schurz en de vlag van de VS. De Nederlands zegel ter gelegen heid van 200 jaar VS zal op 22 mei worden uitgebracht In de waarde van 75 cent. Wat de Europazegels be treft laat Nederland voor het derde achtereenvolgende Jaar verstek gaan. HERO WIT Ruiten boer raast over Neder land: een krantenkop van vorig jaar, duidend op de wedstrijd uitsluitend bestemd voor spelers uit de eerste klas en lager. Dit jaar kan in superlatieven wor den gesproken. Via een toena me van bijna 20% werd een aan tal deelnemers bereikt van 8000, hetgeen Ruiten boer deed uit groeien bot zo ongeveer het grootste evenement in de va derlandse bridgewereld. De voorronden werden gespeeld tijdens de eigen clubavond met vantevoren gedupliceerde spel len, als altijd samengesteld door Kees Kaiser, die op dit terrein zo langzamerhand 'n reputatie heeft opgebouwd. Het zijn over- het algemeen spellen uit Kai ser's eigen wedstrijdpraktijk; voorzien van instructief com mentaar, dat de deelnemers thuis nog eens kunnen bestude ren. AH54 H 10 4 H9 842 B 8 7 2 #10 8 7 5 A VB 9 6 3 2 O B 10 5 3 OV H 8 4 V 10 7 6 VB 9 63 C? geen <0» A7 6 Noord, Noord-Zuid. Kaiser zegt hierbij: een hoog contract voor N-Z, maar Oost kan het de te genpartij knap moeilijk maken door na 1 Ru van Noord te vol gen met 4 Ha! Komen N-Z in bijv. 6 Ru dan moet de leider als onder het aas Ru V valt ln de tweede ronde een kleine spe len naar de 8. Niet alleen goed met open kaart, maar een speel wijze die ook met dichte kaart moet worden gevolgd. Eén rui tenslag gaat immers altijd ver loren; het leggen van de 8 voor komt met zekerheid het verlies van twee slagen, ook als Oost Ru V B sec heeft. N-Z kunnen ove rigens ook 6 Sch maken. A 9 5 3 2 H V 4 CP B 7 4 O 3 A A B 10 9 6 2 #98652 A B 3 A 10 2 CP H V 3 0 9 8 4 OA72 #84 V 7 5 3 10 7 9 8 6 5 A H V B 10 6 5 A H Noord, allen. Een leerzaam spel, vooral uit een oogpunt van biedtechniek. Opent Noord met 1 KI dan adviseert Kaiser te passen met de Oosthand en eerst maar eens af te wachten wat er gebeurt. Het zou zou dan kunnen gaan: Zuid 1 Ru, West pas, Noord 2 KI. Oost pas, Zuid 2 Ru, West en Noord pas en nu, nu be kend is dat de tegenpartij een gelimiteerd spel heeft, doublet! Nog steeds informatief en W^st vragend een hoge kleur te bie den. West biedt 2 Sch en dat Is uiteraard een kansrijk con tract. Deze afwachtende taktiek is als regel goed bridge. Zou Oost di rect actie ondernemen dan loopt hij de kans tegen een sterke Zuidhand aan te lopen en 800- land is dan dichtbij. T. SCHIPPERHEYN Wat is in een eindspel, met gelijke pionnen aan beide zijden, sterker: twee lopers tegen twee paarden of twee raadsheren tegen loper en paard? De meeste experts hebben vroeger in hun geschriften nimmer een duidelijke uitspraak gedaan en ook in 1976 houdt men zich enigszins terughoudend over het eventuele verloop van de strijd. Wij zullen vandaag de praktijk onder de loupe nemen. 5. Lc4: c5 6. Pc3 a6 7. 0-0 b5 8. Le2 Lb7 9. dc5: Ddl: 10. Tdl: Lc5: 11. a3 Pbd7 12. b4 Le7 13. Lb2 0-0 14. Grandioze prestatie van Boris Spassky 4 iiii i 1 „li.,; m m m S l'£Y' -A Door een grote afruil in het midden spel is bovenstaand eindspel ont- Dit eindspel is bijzonder belangrijk, omdat we kunnen nagaan of twee lopers sterker zijn dan twee paarden bij een symmetrische pionnenstruc- tuur. Vroeger stelde men bijna una niem vast. dat het raadsherenpaar superieur was tegen twee vijandelijke paarden, maar m voegde er aan toe „het hangt van de ontstane stel ling af", wat voor de leerling niet be paald duidelijk was Diagram no. 1 geeft ons mi. nadere uitleg. Spasski was in 1971 wereld kampioen en Pomar een succesvol toernooi speler, die steevast bij de bo venste vijf eindigde in grote interna tionale toernooien. Beide spelers zijn tevens goede eindspelkenners. Voor de naspeler volgt allereerst de zetten die aan de diagramstelling wegen vooraf gingen. 1. d4 d5 2. c4 dc4: 3. Pf3 Pf6 4 e3 e6 Tacl Tac8 15. Kfl Tfd8 16. h3 Kf8 17 Pbl Pd5 18. Pbd2 P7b6 19. Pb3 Pa4 20. Ld4 Pdc3 21. Lc3: Tdl:+ 22. Ldl: Uc3: 23. Le2 Pe2: 24. Tc8: Lc8: 25. Ke2: en we zijn aangeland bij diagram no. 1. Men zegt dat zwart beter staat, van wege het loperpaar. Er volgde: 2 5f7-f6 26 Pf3-d4 e6-e5 27. Pd4-c6 De paarden moeten actief blijven. Na 27. Pc2 Le6 28. Pd2 of 28. Pa5 Ld5 staan beide knollen op stal! 2 7Le7-d6 28 Pb3-c5 De vraag is of deze zet goed is. Kan men zich met twee paarden niet be ter instellen op verdediging? Meer te genspoed bood stellig 28. f3 en het raadsherenpaar moet een nieuwe weg bewandelen. Spasski neemt nu de handschoen op. 28Ld6xc5 29. b4xc5 Lc8-b7 30. Pc6-b4 Kf8-e7 31. f2-f3 a6-a5 32. Ph4-a2 Lb7-d5 33. Pa2-c3 Ld5-c4! De pointe. 34. Ke2-d2 Ke7-d7 35. h3-h4 f6-f5 Nu is de witte c-pion in nood. De afruil van een der lopers heeft dus voor wit geen „lucht" gebracht. 36. g2-g4 g7-g6 37. g4xf5 g6xf5 38. a3-a4 Wat moet wit anders doen?.. Het paard overbrengen naar g5 (Pdl-f2- h3-g5) heeft geen nut en kost boven dien te veel tijd, omdat zwart vele aar winst heeft. 38b5-b4 39. Pc3-b5 Kd7-c6 40. Pb5-d6 Lc4-d5 41. Pd6xf5 Ld5xf3 42. Pf5-g7 Kc6xc5 De rest behoeft geen commentaar, alhoewel zwart nog accuraat moet spelen. 43. Pg7-e6+ KC5-C4 44. Pe6-g5 Lf3-c6 Alles exact berekend 45. Pg5xh7 b4-b3! 46. Ph7-f6 Kc4-b4! 47. h4-h5 b3-b2 48. Kd2-c2 Kb4-a3 49. Kc2-bl Lc6-f3! en op dit moment gaf Pomar het op. Het slot luidt: 50. h6 Le2 51. h7 Ld3+ mat. Een gigantische prestatie van de toenmalige wereldkampioen Omdat er te veel partijen zijn met ons thema, is het uitermate leer zaam om te zien wat een paarden- paar (een woord dat weinig wordt gebruikt onder schakers, maar wel goed Nederlands is, omdat men ook spreekt van „loperpaar", wat 2 stuks is (zijn), wat impliceert dat ook 2 paarden „één paar" zijn!) tegenover twee paarden, met pionnen aan belde zijden, kan uitrichten. Zie diagram no. 2. Het eindspel kwam voor in de match ReshewskyNaJ- dorf. USA 1953. Ook hier zien we een symmetrische pionnen-stelling, wat het eindspel bijzonder belangwekkend maakt. Volgens Euwe staat wit beter, omdat de witte koning naar binnen dreigt te marcheren. Stond pion a5 op a7 en Pd8 op c6, dan was het stellig remise. 35. Pb5-d6 Pd8-c6 36. Kg2-f3 Een keuze in tijdnood. Voor de hand lag ook 36. Pc8 Pb4 37. Pcb6: Pb6: 38. Pb6: Pa2: 39. Pa4 Pel 40. Pc5: (Euwe). Het naderbij brengen van de koning in dergelijke stellingen is al tijd zeer expressief en noodwendig! 36Pc6-b4 In aanmerking kwam 36 f5. om de witte vorst af to houden. Thans Een der oudste spelsystemen in het dammen is het klassieke, oud-Hol landse systeem, dat aan het eind dei- vorige eeuw door Jack de Haas van richtlijnen werd voorzien. Richtlij- en, die heden ten dagen soms vreemd in de oren klinken, maar die toch nog steeds hun waarde blijven houden. In het klassieke spelsysteem zijn de voornaamste karakteristieken de be zetting van de velden 27. 28, 30 van wit en voor zwart bezetting van 21, 23 en 24, een gesloten centrumbe zetting. vryheid van de beide vleu gels en strijd om de tempi (vrije zetten). We zullen een drietal voorbeelden van klassieke stellingen geven. Het eerste is een positionele winst, het -tweede een bomzet-combinatie en het derde een schitterend probleem uit de praktijk. De zwarte aanvoerder is hier de Leiöse hoofdklasser Cees Glasbergen, die voor de Rijnsburgse Damclub in de Zuidhollandse Hoofdklasse mee speelt. Zijn tegenstander is Jan Schijff, die dit Jaar nog doordrong tot de finale van de Leidse dam kampioenschappen. De witte stand is verre van ideaal. De korte vleugel is lamgeslagen, het witte centrum erg statisch, zodat al leen met de lange vleugel aktie ge voerd kan worden. In de praktijk is het een zwaar karwei om een slui tende winst te vinden. Op de vol gende, volgens mij fenomenale, wijze wise, Glasbergen winst in alle varian ten te forceren: 288—12, er dreigt nu (14—20) en de enige zet om daar wat aan te doen is 39. 43—38 en toen kwam 4911—17. Op 31—26 wint zwart door (18—23) 27—22 (12—18) 22 11 (6 17) 36—31 (18—22) 31—27 (22 31) 36 37 (13—18) en niet (16—21) vanwege 33—29 en 30—24, dat de winst aanmerkelijk gecompli ceerder zou maken. 37—31 (18—22). 31—26 (16—21) en zwart staat totaal gewonnen. Dus speelde wit 40. 2722 18 27, 41. 31 11 6 17, 42. 36—31 13—18, 43. 31—27 en Glasbergen won nu op bijzonder fraaie wijze door het onverwachte offer 431621, 44. 27 16 18—23!! en Schyff moest zich wel gewonnen geven. Van Wim Leeuwenburg ontving ik een grappig klassiek standje. De stelling op zich is nu niet zo bijster interessant, als wel de afwikkeling die erin verborgen ligt. De bomzet, die wit neemt, is in de theorieboe- ken nog niet aangegeven, zodat we o O 9 9 o a hier te maken hebben met een uni- De witte tegenstander is Gert van Zuylen, aan wie ik over een paar weken een rubriek hoop te wijden. Wim Leeuwenburg speelde de listige zet (24—29 33 24 20 29). Een zet die dwingt tot 27-22 of 2721. Van Zuylen speelde terecht 2722, want na 2721 was de volgende originele damzet gekomen: 2721 (16 27) 32 12 (23 3212 34 <19—24) 38 27 (24—30) 35 24 (14—20) 25 14 (9:47) Een schitterende zet. Overigens, de partijen die Leeuwenburg speelt, heb ben vaak dergelijke fragmenten. Dui delijk is de invloed van zijn leer meester, de Leidse geweldenaar wij len Wim Huisman, te zien. Tot slot een cijferstand. die uzelf een beetje mag uitpluizen. Zwart: 1/4 7, 9/13, 15. 18/20, 23. 25. Wit: 16. 22, 27/30. 32. 34. 35. 37, 38, 40, 42. 43, 45, 47, 48. Zwart speelde (20—24) 29 20 (15:24) en wit (de heer H.T. Luif, Haarlem) won! Op welke manier? Veel sterkte! Wit: Reshemsky Zwart: Najdorf volgt een bekende wending. 37. e3-a3 Pb4-c2 38. Kf3-e4 Pc2xa3 39. Ke4-d3 Najdorf heeft een pion gewonnen, maar zijn paard staat ingesloten. Wil hij de knol bevrijden, dat kost hem dat op z'n minst twee pionnen! 39Kk8-f8 40. Kd3-c3 b6-b5 Op 40Ke7 volgt 41. Pc8 Ke6 42. Pcb6: Pb6: 43. Pb6: en zwart krijgt voor het ingesloten paard slechts één pion. De partij blijkt opeens uit te zijn. 41. Pd6xb5 Pa3xb5 42. c4xb5 Kf8-e7 43. f2-f4 Zwart geeft het op. Wit verkrijgt een gewonnen pionneneindspel. Uit deze partij hebben we kunnen leren dat eindspelen met vier paar den op het bord de pionnenstructuur van vitaal belang is. Op de tweede plaats niet minder belangrijk is de oppositie der Koningen. Voor de aankomende schaker enige punten om te onthouden BISHOP De eerste prijs van f 10,werd toegekend aan mevr. HenzenTe gelaar, Smaragdlaan 34 te Alphen aan den Rijn, de tweede prijs van f 7,50 werd toegekend aan de heer J. Verhoeven, Maredijk 11 te Lei den. De twee prijzen van f 5, werden toegekend aan mevr. Bar, ten, T. Hoogtlaan 14 te Noordwij- kerhout en aan de heer H. van der Marei, Asterstraat 43 te Katwijk aan den Rijn. JOOP BURGERHOUT jaaq '8 J001I U91BIISBJ3 l auiBp uadoini -g (sauz lauzuzai) aaaq jooa daaauooA *s paqinaoiq f afismt tuc^jooa -g I*q Z fTjapuqos T Horizontaal: 1. plaats in Drente, 5. koud, 7. inhoudsmaat 10. hoeveelheid, 11. getemd, 12. voorzetsel, 13. boom, 14. speel goed, 15. woonschip, 16. hevig, 18. bloedgever. 19. Jongensnaam, 20. meisjesnaam, 22. bekende motorraces, 23. toverheks, 25. Noorse godheid, 26. putemmer, 27. vermaning, 28. muzieknoot, 29. openbaar vervoermiddel, 31. voorzetsel, 33. meetinstrument, 35. hoge berg, 36. keukengerei, 37. halsbont, 39. deel van het Jaar, 41. deel, 42. ongebonden, 45. huisdier, 46. stilte (afk.), 47. regel, 48. kort ogenblik, 49. stang, 51. slaghout, 52. lofzang, 53. slangachtig visje, 54. vlaktemaat, 55. plaats in Overijssel, 56. buf fet, 57. meisjesnaam, 58. Jon gensnaam, 59. timmermanswerk tuig, 60. rivier in Frankrijk. Vertikaal: 2. delfstof, 3. vruch tennat, 4 oude lengtemaat, 5. stuk, 6. persoonlijk voornaam woord, 7. vernis, 8. voorzetsel, 9- eens, 11. inlijsting, 12. gebrek, 14. rivier in Italië, 16. broeder (afk.), 17. watering, 18. man netjesbij, 20. lokspijs, 21. troef kaart 23. stilstaand water, 24. lawaai, 29. houten loods, 30. ras, 32. aanklampen, 34. Mongool, 37. onherbergzaam, 38. onlheilsgo- din, 40. planeet, 41. pukkel, 42. stremsel, 43. eivormig, 44. ten- nisterm, 46. soort metaal, 50. reeds, 52. gewicht, 54. houding 55. water in Noord-Brabant, 56. insekt, 57. moeder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 23