Raad wil ontslag
T. Daey Ouwens
KRONKELREDENERINGEN EN JURIDISCH GEHANNES
CRM: Leiden moet
leenbij stand geven
B en W gingen tegen advies in
DINSDAG 3 FEBRUARI 1976
RAADSBESLUIT OM DAEY OUWENS ONTSLAG AAN TE ZEGGEN:
LEIDEN In een sfeer van merkwaar
dige kronkelredeneringen en Juridisch
gehannes heeft de Leidse gemeenteraad
gisteravond besloten om de heer T. C.
Daey Ouwens, directeur van de Groen-
oordhal, ontslag aan te zeggen.
Burgemeester clr. A. J. Vis. het PvdA-
raadslid J. van der Horst en CDA-fraetie-
leider mr. H. E. A. Driessen en zijn frac
tiegenoot C. H. Vink deden ieder verwoe
de pogingen om het kampioenschap
„rechtpraten wat krom is" binnen te sle
pen. Het bonte kwartet ontliep elkaar in
dit opzicht zo weinig, dat een arbitrage
commissie de winnaar maar moet aanwij
zen. Zwijgzame, doch partijdige toeschou
wers waren daarbij de wethouders van
het linkse programcollege. Hun opstelling
in deze geruchtmakende affaire reikte gis
teravond door de Boeddhabeeld-houding
die ze innamen naar hypocrisie. En wel
om de volgende reden. In 1974 besloten de
•linkse partijen om, wanneer de verkie
zingsuitslag dat toelaat, samen een pro
gramcollege te vormen. Daarbij werd af
gesproken dat ze in dat geval aan de niet
gekozen, doch benoemde burgemeester
slechst die taken zouden laten vervullen,
die hem krachtens de wet moeten toe
komen. Op zich een logische redenering,
als men kiest voor het systeem van een
programcollege. Maar wie moest het voor
stel om Daey Ouwens te ontslaan in de
vergadering van zowel gisteravond als
twee weken geleden verdedigen? Wie, o
wie? Precies burgemeester Vis en burge
meester Vis alleen. Hij verklaarde zelf
waarom: ook in het vorig college heeft
hij zich intensief met deze zaak bezigge
houden. Maar er zijn natuurlijk meer
kwesties, die zowel in het vorige als in
het huidige college aan de orde waren en
zijn. De affaire - Welzijnsbron is een
aardig voorbeeld en om er één te noemen,
waarmee de burgemeester zich eveneens
persoonlijk ophield: gewestvorming. Dat
ressorteert nu onder wethouder Van
Aken. Maar ditmaal waren de kastanjes
hém kennelijk te heet. Ook al is hij dan
toevallig de wethouder, die zowel de
Groenoordhal als het personeelsbeleid in
portefeuille heeft.
Onzorgvuldig
Het Juridisch gehannes kwam gisteravond
voor rekening van burgemeester Vis. In
de vorige vergadering, twee weken gele
den, informeerde het raadslid Houtman
(SGP/GPV) naar de mogelijkheid om een
arbitragecommissie na onderzoek een voor
beide partijen de gemeente en Daey
Ouwens bindende uitspraak te laten
doen. Gisteravond diende Houtman een
motie in om een dergelijke commissie in
te stellen. Hij kreeg er aardige steun voor
ook Hoeven (CPN), Wessels (VVD), De
Geus (CDA) en Beijen <PPR/PSP/D'66>
ondertekenden de motie.
Zij vormde één van de .punten waar
breedvoerig over gesproken werd. Maar
om kwart voor elf, toen de discussies vrij
wel afgerond leken te zijn, kwam Vis met
een verrassende mededeling: instelling
van een arbitragecommissie kan op grond
van het ambtenarenreglement helemaal
niet, „zo is mij van ambtelijke zijde inge
fluisterd". aldus Vis. Later vertelde hij dat
daar die avond nog contact over was ge
weest met de raadsman van de gemeente
in de kwestie Daey Ouwens, dr. Van der
Horst (niet te verwarren met het PvdA-
raadslid). Is er nu de afgelopen twee we
ken geen tijd geweest om dat eerder uit
te zoeken? Burgemeester Vis beroept zich
graag op de zorgvuldigheid, waarmee het
college met de kwestie-Daey Ouwens zou
zijn omgesprongen. Zijn opstelling gister
avond was een voorbeeld van het omge
keerde.
En dan de kronkelredeneringen. Het
PvdA-raadslid Van der Horst betoogde
andermaal dat hij niet anders kan dan
een ambtenaar ontslaan, als het college
meent met hem niet te kunnen werken.
Welnu, alle ambtenaren van wie het col
lege dit vindt, kunnen dan hun borst nat
maken. Verder vond Van der Horst het
rapport van de commissie Woudstra. op
grond waarvan het college ontslag van
Daey Ouwens voorstelt, weliswaar „een
zwak stuk", maar, aldus Van der Horst,
„de namen van de ondertekenaars spelen
voor mij ook een rol". Kortomtwee
staaltjes van misplaatste gezagsgetrouw-^
heid. Het raadslid Driessen (CDA) zocht
het niet zozeer in het materiaal, dat de
commissie-Woudstra heeft verzameld,
maar bleef hameren op bezwaren, die de
veehandel tegen Daey Ouwens zou heb
ben. De veehandel heeft zich in deze
kwestie „neutraal" willen opstellen en
heeft daarom geen verklaringen afgelegd
tegen de onderzoekscommissie-Woudstra.
Maar Driessen wist zeker dat er wel nega
tieve uitspraken van de zijde van de vee
handel over Daey Ouwens zijn gedaan.
Tegenover de commissie, die het restau-
ratievrkagstuk in de Groenoordhal moest
onderzoeken bijvoorbeeld. Ook al zijn de
ze „informanten" altijd anoniem gebleven.
En tegenover zijn KVP-partijgenoot.
oud-wethouder en koffiehandelaar J. Lij
ten. „wel zes maal", aldus Driessen. Dat
er van officiële en met name genoemde
zijde van de veehandel ook positieve ver
klaringen ten gunste van Daey Ouwens
zijn afgelegd, vergat hij gemakshalve.
Maar burgemeester Vis meende niet
ten onrechte dat de mening van de
veehandel geen rol mag spelenmen heeft
zich nu eenmaal niet willen laten horen
door de commissie Woudstra. Voor Vis
vormt meer de „cumulatie" van affaires
de reden tot ontslag van Daey Ouwens.
Competenties
De burgemeester wist altijd zo goed,
waarmee de commissie-Woudstra zich be
zig diende te houden: niet met de rol van
restaurateur Milikan, niet met het falen
de beleid van wethouder Lijten. alleen
met het functioneren van Daey Ouwens.
Zeer opmerkelijk was het daarom dat
Juist Vis zich beriep op het feit dat de
wat hij noemde „commissie restauratie"
twee maal bij het college was gekomen
met de mededeling dat Daey Ouwens weg
moest wezen, als de Rotterdamse vee
markt zou komen. De commissie Van
Aken (PvdA)-Stroink (KVP)- en Zun-
derman (DS '7) uit de vorige raad dus.
Ze had als volledige naam een prachtig
briefhoofd: „Werkgroep ter besturing van
het vraagstuk van de verpachting van de
restauratie van de Groenoordhal". Van
daar. Speelde het competentie-principe
hier dan geen rol?
Dan was er nog het raadslid Vink (CDA)
die niet veel zei. maar beter helemaal
zijn mond had kunnen houden. Bijna
ontroerend was zijn uitspraak dat het
„heel barmhartig kan zijn om iemand niet
een taak te geven, waarvoor hfj niet ge
schikt is". Natuurlijk, dat is het.' Dat nie
mand daar de afgelopen twee jaar op-is
gekomen. En verder vond Vink dat Je (iin
een winnend team geen wijzigingen moet
aanbrengen". Een redenering die behalve
getuigt van gebrek aan rechtvaardig
heidsbesef bovendien gebaseerd is op een
oneerlijke vergelijking: sinds waarne
mend-directeur De Jong in de Groen
oordhal de leiding heeft, zijn er geen con
flicten meer. Men vergeet dat Daèy
Ouwens moest werken met een zwaar ver
lies gevende hal en nooit de kans heeft
gekregen om te profiteren van de komst
van de Rotterdamse veemarkt, die de hal
uit het financiële slop heeft gehaald.
En zo zocht iedereen naar een stok om de
hond te slaan. Een gênant gebeuren.
Maar gelukkig werd het daarna even weer
heel gezellig. Vrijwel onmiddellijk nadat
de raad had besloten om Daey OuwéSs
te ontslaan, kregen de stenografen itft
handen van burgemeester Vis een pre
sentje. omdat ze de laatste tijd zo hard
hebben moeten werken. Van deze plaats
zal dat niet bestreden worden.
JOHN KROON
Van Duijn
99
Dat is al weer zo lang geleden"'
LEIDEN Eén van de as-pecten tief voor hem uit). Er ontstond
in de affaire-Daey Ouioens, die een debatje tussen het raadslid
gisteravond in de gemeenteraad Van Duijn en burgemeester Vis,
ter sprake kwam, was de medisch die beiden lid van de VVD zijn,
en psychische keuring die B en waarmee élke overeenkomst tus-
W de Gr oenoor dhal-directeur sen hen lijkt op te houden,
hebben laten ondergaan (de uit-
ook eens ivillen laten keuren?"
Vis: „Voordat ik hier kwam ben
ik gekeurd door de rijkspsychia-
trische dienst. Misschien hebt u
daar enig vertrouioen in".
slag
Van Duijn: Dat
het onderzoek viel posi- Van Duijn: ,/Zou het college zich lang geleden".
LEIDEN/DEN HAAG Op vragen van het PSP-Statenlid
mevr. Blaauw-Rieu antwoorden Gedeputeerde Staten van Zuid
Holland dat het hun bekend is, dat staatssecrétaris Meijer van
CRM aan B en W van Leiden heeft laten weten dat naar 'zijn
mening het niet innemen van een legale standplaats geen be
letsel mag zijn voor toekenning van bijstand. De Gedeputeer
den zelf willen zich nog niet uitspreken over de maatregel van
B en W om de leenbijstand te koppelen aan het bezit van een
legale standplaats; zij wachten op mogelijke beroepsschriften
tegen deze maatregel.
Gedeputeerde Staten zeggen dat
artikel 10 van de Woonwagenwet
het mogelijk maakt standplaatsen
HAARLEMMERSTRAAT 181
Gouden Ringen
Gouden Armbanden
Colliers en Sieraden
Briljant'
Een uitgelezen collectie.
Altjjd voordelig.
Juwelier v. d. WATER
Eigen ateliers voor het repa
reren en ontwerpen van
Uw sieraden.
te verlenen buiten een centrum,
maar "genoemde artikelen heb-
beu voornamelijk betrekking op de
individuele woonwagenbewoner, die
een aantoonbaar belang heeft bij
vestiging of voortzetting van zijn
verblijf in een bepaalde gemeente".
Dit artikel achten GS daarom min-
dev geschikt om gemeenten te
dwingen woonwagencentra in te
richten. Met artikel 11 echter is het
wel mogelijk ontheffing te verlenen
voor tijdelijke standplaatsen van n
bepaald aantal wagens, aldus GS.
Onder voorzitterschap van Gede
puteerde Engelsman zal 16 februari
in Leiden een gesprek plaats heb
ben met de regiogemeenten, waar
bij bekeken wordt hoe zo snel mo
gelijk plaatsen tot stand kunnen
komen.
Woonwagenbewoner Bos zal bij
GS in beroep gaan tegen de beslis
sing van B. en W. om hem geen
leenbijstand te verlenen. Bos had
verleden jaar van de gemeente
Leiden te horen gekregen dat hij
zonder standplaats geen leenbij
stand zou krijgen. Daartegen heeft
hij een bezwaarschrift bij B. en W.
ingediend. De commissie bezwaar
schriften van de gemeenteraad oor
deelde positief over dit bezwaar en
adviseerde B. en W. om toch leen
bijstand te verlenèn. In hun be
slissing over het bezwaarschrift
zijr. B. en W. tegen dit meerder
heidsstandpunt van de commissie
ingegaan, en hebben leenbijstand
geweigerd. Bos zal nu bij GS in be
roep gaan.
B. en W. zijn tegen het geven
van leenbijstand als de aanvrager
geen officiële standplaats heeft,
omdat op deze wijze op het kamp
een onhoudbare toestand ontstaat
dooi de permanente overbezetting:
deze overbezetting zou door het
verlenen van leenbijstand ook een
min of meer officieël karakter krij
gen, volgens B. en W. De leenbij
stand is bedoeld om goede huisves
ting te verschaffen, maar, zo zeg
gen B. en W.. bij de huidige over
bezetting en onveilige situatie in
verband met de brandveiligheid
kan geen goede huisvesting ver
schaft worden, en is leenbijstand
geei. oplossing.
In een gesprek dat gisteren tus-
seji de gemeente en staatssecretaris
Meijer van CRM gevoerd is, bleek
CRM het geheel oneens te zijn met
de gemeente wat betreft de leenbij
stand. De moeilijke situatie op het
regionale woonwagenkamp moet op
een andere wijze opgelost worden;
er is geen relatie tussen de leenbij
stand en het bezit van een stand
plaats, aldus de staatssecretaris. De
oplossing zou in de regio gevonden
moeten worden, maar CRM kan
niets afdwingen bij de regioge
meenten. Over dit tekort aan
standplaatsen waren wethouder
Oosterman en de staatssecretaris
Zoeken naar een andere baan
voor Groenoordha l-directeu r
LEIDEN De gemeenteraad heeft gisteravond in principe besloten om T. C. Daey Ouwens, di
recteur van de Groenoordhal te ontslaan. Dit voornemen zal hem kenbaar worden gemaakt,
waarna hij drie weken Tie tijd krijgt om bij de raad een bezwaarschrift in te dienen.
Overigens was het nog geen
vlekkeloze baan. Op diverse
plaatsen was het ijs nog te
dun, zodat die gedeelten
moesten worden afgezet door
de gemeente. Zo kon het ge
beuren dat op een tiental
meters afstand van de
schaatsbaan de eenden vro-
lijki?) rondzwommen.
INTRODUCTIE
LEZING
door mej. C. Glansdorp
en drs. J. Janson
DONDERDAG 5 FEBRUARI
20 uur
ACADEMIEGEBOUW
Rapenburg 73
Leiden
TOEGANG GRATIS
„Op verzoek van Daey OuwenS for
muleerden wij op schrift wat onze
bezwaren tegen hem waren. Dat de
den we zo duidelijk mogelyk, maar
het was geen eindoordeel" (in deze
brief werd Daey Ouwens o.m. het
advies gegeven maar naar een an
dere baan uit te zien - red.)
Verlies
Zoals bekend heeft het WD-raads-
lid Wessels twee weken geleden een
motie ingediend, waarin werd ge
pleit voor .de terugkeer van Daey
Ouwens naar de Groenoordhal.
CDA'er Driessen verzette zich daar
gisteravond fel tegen. „Het zou bij
zonder onaangenaam zyn voor een
aantal mensen in de Groenoordhal.
Ook voor andere ambtenaren, wier
verklaringen over Daey Ouwens ten
onrechte in de publiciteit zijn geko
men. Ik heb ook de indruk dat een
terugkeer van Daey Ouwens ge
paard zal gaan met het verlies van
de waarnemend-directeur De Jong.
Restaurateur Milikan zal zijn con
tract wensen te beëindigen. Het lijkt
me niet onmogelijk om een andere
restaurateur te vinden. Maar het is
bekend dat de veehandel erg ge
voelig is voor conflicten. Die kunnen
straks wel weer opgelost worden,
maar één ding is duidelijk: de vee
handel is dan weg".
Peters (PvdA) zette uiteen waar
om hij het met de grote meerder
heid van zijn fractie (Daey Ouwens
wel ontslaan) niet eens was: „De
redenen tot de schorsing zyn andere
dan de redenen tot het ontslag. Het
punt is dat de veehandel geen ver
klaringen wil afleggen. Ik ga uitslui
tend af op schriftelijke verklaringen.
De tijdsduur tussen schorsing en
ontslag duidt erop, dat men argu
menten moest zoeken om Daey
Ouwens te ontslaan. Het rapport
van de commissie-Woudstra vind ik
gewoon niet sterk. Van iedere amb
tenaar, inclusief mezelf, is wel zoiets
te maken. Ik vind dat niet voldoen
de is onderzocht waarom Daey
Ouwens niet terug kan keren".
Houtman (SGP GPV) diende een
motie in om een arbitragecommissie
een uitspraak te laten doen. Burge
meester Vis had daar al bezwaar
tegen, maar kwam tot de conclusie
dat instelling van een dergelijke
commissie in dit geval wettelijk on
mogelijk is. Waarna Houtman op
perde om een bemiddelingscommis
sie te benoemen, die een voor beide
partijen acceptabel voorstel zou moe
ten doen, maar ook dat werd door
Vis afgewezen („dat is vluchten voor
een beslissing"). Houtmans voorstel
kreeg alleen de steun van de CPN,
PSP, PPR, de VVD'ers Wessels, Kuij-
ers en Schoute, de CDA'ers Bleijie,
De Geus en Vink (elf leden). Het
voorstel van Wessels werd met 25-10
verworpen. Vóór stemdén de VVD-
fractie, de twee PPR-raadsleden, De
Geus (CDA) en Hoeven (CPN).
Afscheidscollege
LEIDEN Prof. mr. W. H. Na
gel. sinds 1956 hoogleraar in de cri
minologie en de penologie aan de
Leidse universiteit, geeft donder
dag zijn afscheidscollege. Nagel
voor velen beter bekend als de schrij
ver J. B. Charles gaat met eme
ritaat. De bijeenkomst begint om
kwart over vier en wordt gehouden
in het Groot Auditorium van het
Academiegebouw, Rapenburg 73.
LEIDEN Voor het eerst
sinds jaren kon er gisteren
weer „officieel" geschaatst
worden op de openbare ge
meentelijke ijsbaan, waartoe
de Zoeterwoudse Singel al
sinds jaar en dag is uitge
roepen. Er werd druk gebruik
van gemaakt zowel in de
middag- als in de avonditren.
Transcedente
meditatie
techniek
Tegen het besluit van de meer
derheid van de raad verzetten
zich de fractie van- de VVD, het
PvdA-raadslid Peters, de CDA-
raadsleden Bleijie en De Geus, de
PPR-raadsleden Beijen en Van
Oosten, PSP'ster Anne van de
Zande en de éénmansfracties van
CPN (Hoeven) en SGP/GPV
(Houtman). Ranner (PvdA) ont
hield zich van stemming, terwijl
de overige dertien leden van zijn
fractie, de overige zeven leden
van het CDA en D'66-wethouder
Oosterman voor ontslag stemden.
Stemverhouding: 21-14 (éér<. ont
houding), ivaarbij drie fracties
verdeeld bleken te zijn: CDA,
PvdA en PPR/PSP/D'66.
B en W dienen nu alles in het
werk te stellen om aan Daey Ouwens
(aldus, het raadsbesluit) „een be
trekking aan te bieden die hem in
de gegeven omstandigheden met het
oog op zyn persoonlijkheid, zyn om
standigheden en zyn vooruitzichten
redelijkerwijs kan worden opgedra
gen". Daey Ouwens wordt eervol
ontslagen: dus met behoud van sala
ris (wachtgeld). Het CDA liet by
monde van fractieleider Driessen
weten dat Daey Ouwens een baan
moet aangeboden krijgen, die in rang
gelijkwaardig is aan die van direc
teur van de Groenoordhal (referen
daris). Het college wil Daey Ouwens
wel een andere baan aanbieden,
maar dan in een lagere rang. Bur
gemeester Vis: „Daey Ouwens bleek
in zijn functie als referendaris niet
geschikt te zijn. Daarom zeggen we
niet automatisch: hy moet weer
referendaris worden. We willen wel
de mogelijkheid bieden dat hij die
rang opnieuw kan verwerven". Aan
Daey Ouwens zyn tot nu toe twee
banen aangeboden, die hy beide heeft
geweigerd. Het is ook zeker dat hij
tegen zyn ontslag in beroep zal gaan,
niet alleen bij de gemeenteraad,
maar desnoods ook bij het ambte
narengerecht. Daardoor kan de zaak
nog Jaren slepen. Eerder is Daey
Ouwens al bij de ambtenarenrechter
in beroep gegaan tegen het besluit
van B en W om hem medisch en
psychisch te laten keuren. De amb
tenarenrechter heeft Daey Ouwens
in het gelijk gesteld, maar B en W
gaan op hun beurt hiertegen in be
roep, zo liet burgemeester Vis gis
teravond weten.
Daey Ouwens is in Januari 1974
door het toenmalig college van B en
W met verlof gestuurd en twee
maanden later geschorst. Directe
aanleiding hiertoe was een rapport
van een commissie van drie raads
leden (Van Aken, Stroink, Zunder-
man). Zy wezen B en W erop, dat
de aanwezigheid van Daey Ouwens
in de Groenoordhal de komst van
de Rotterdamse veemarkt naar Lei
den, die in die periode op stapel
stond, in gevaar zou kunnen bren
gen. Na de schorsing van Daey
Ouwens is een commissie van onder
zoek aan het werk gegaan die tot
taak had diens functioneren na te
gaan. Deze commissie bestond uit
mr. C. J. Woudstra, voorzitter van
de commissie voor de beroepschriften
bij de gemeente en oud-raadslid, mr.
J. W. ten Napel, oud-directeur van
de gemeentelijke sociale dienst en
W. Kleinbloesem, directeur van het
slachthuis in Rotterdam. Deze com
missie bracht als advies uit om Daey
Ouwens eervol te ontslaan „wegens
ongeschiktheid anders dan uit hoof
de van ziekte, ziels- of lichaamsge
breken". B. en W gelastten Daey
Ouwens daarna zich aan een genees
kundig onderzoek te laten onder-
Burgemeester Vis
werpen, volgens burgemeester Vis
gisteravond „om later niet het ver
wijt te krygen dat we dat niet had
den gedaan. Er is geen sprake van
geweest dat we Daey Ouwens op die
manier uit de dienst wilden verwij
deren". Daey Ouwens werd goedge
keurd, „De uitslag was overeenkom
stig onze verwachting", aldus Vis. In
het rapport van de commissie-Woud
stra werd verder een aantal conflic
ten opgenoemd, waarbij Daey Ouwens
betrokken was geweest.
Behoedzaam
Burgemeester Vis bestreed gister
avond nadrukkelijk de opvatting
dat hy persoonlijk gebeten zou zijn
op Daey Ouwens. „Ik heb niet de
neiging gehad om Daey Ouwens on
aangenaam te bejegenen. Integen
deel, ik heb ervoor willen waken dat
deze zaak zo correct mogelijk werd
behandeld", hetgeen tevens een ver
klaring was voor de lange tijdsduur:
twee jaar. Dat de procedure niet al
tijd consequent is verklaarde Vis
met: „Ik geef het u te doen om voor
zo'n kwestie te zitten en dan een
procedure uit te denken, die tot liet
einde rechtlijnig is. Het is niet on
gebruikelijk om in zon zaak be
hoedzaam te kyken wat de volgende
stap moet zijn. Dat kost tyd, veel.
energie en verantwoordelijkheidsge
voel voor de belangen die ons toe
vertrouwd zijn". Vis wees op ge
sprekken met de commissie-Van
Aken, die destijds de restauratie in
de Groenoordhal (in handen van I.
Milikan) aan een onderzoek onder
wierp. Die gesprekken hadden, aldus
Vis, „de teneur dat de komst van
de Rotterdamse veemarkt in gevaar
zou komen als Daey Ouwens de
leiding van de Groenoordhal op dat
moment zou hebben. Het rapport
van deze commissie was een beves
tiging van de vage vermoedens die
we al hadden". Bovendien had Daey
Ouwens, aldus de burgemeester, in
die tyd de wens uitgesproken om
naar een andere functie om te zien.
„Zyn de fouten van Daey Ouwens
nu zodanig dat hy pioet worden ont
slagen? Dat is een moeilijke vraag.
Ik zeg persoonlijk: ik ben ervan
overtuigd dat ik naar myn beste
weten me achter het advies van de
commissie-Woudstra heb geplaatst.
De opsomming van de stuk voor stuk
misschien niet overwegend beslis
sende gegevens hebben tot een der
mate cumulatie geleid, dat ik tot de
conclusie gekomen ben, dat Daey
Ouwens ongeschikt is". Het verwijt
van het PvdA-raadolid Van der Horst
dat B en W al op 20 februari 1974
een „vernietigend oordeel" over Daey
Ouwens hadden (gezien een brief
van die datum aan hem), weersprak
Vis.