"t Tweede boek
vind ik beter..."
,De Eendracht' maalt
niet meer voor de prins
We beseften niet dat
het zoveel stof zou
doen opwaaien.
Terugblik op een
handvol mensen
en zaken
die in '75
in het nieuws waren
ALPHEN AAN DEN RIJN ,,Bij Bruna dachten ze dat mijn man inspecteur van po
litie was. Er staat gewoon erg veel in de krant, als je er maar op let. Ik bedoel de zuiver
technische gegevens. Het verhaal verzin ik. Dat haal ik niet uit de kranten, dat zou ik naar
vinden voor de mensen die erbij betrokken waren
WOENSDAG 31 DECEMBER 1975
Alpheuse schreef detective
Het jaar 1975 was voor de Alphen-
se Jacky Lourens <55), officieel me-
vrouw A. Lourens-Koop, moeder van
ivijf kinderen, een belangrijk jaar.
Dit najaar zag haar eerste boek, een
I 'politieverhaal, uitgegeven door Bru
na, het levenslicht. Met hoofdin
specteur Erik Jager en zijn team in
de hoofdrol tegen de achtergrond
van Jackey Lourens' eigen woon
plaats: (in het boek) „Castellum aan
'den Rijn", geheten.
„Ik heb altijd gedacht: als ik ga
Ischrijven wordt het een politiever
haal. Een verhaal zo dicht mogelijk
bij de werkelijkheid. Geen ingewik
kelde intriges, meer de naakte waar
heid an sichNee, ik heb geen
j connecties bij de politie. Het meeste
'haal ik uit de krant. Laatst was hier
een politieverslaggever van het Vrije
Volk. die ik haast het hemd van het
lijf heb gevraagd".
Jacky Lourens werd in 1920 in
Amersfoort geboren en doorliep daar
het gymnasium <de alpha-kant). Ze
6tudeerde in de oorlog twee jaar klas
sieke talen in Utrecht, totdat de uni
versiteit gesloten werd.
In 1946 ging ze vertalen voor uit
geverij Gottmer. Vooral boeken uit
hc; Amerikaans. „Of mijn kennis
voldoende was? Je moet wel flair
hebbenHet was blijkbaar vol
doende want Goitmer was er nogal
over te spreken. Ik heb daar onder
meer het in Amerika bekroonde boek
„De Droomfabrikanten" van Harold
Robbins vertaald. Ik heb dat werk
meer dan tier, jaar gedaan. Toen
kreeg ik he't te druk met mijn ge
zin. Ik had vijf kindern, waarvan
vier onder de vijf jaar".
In 1957 begon Jacky Lourens met
een cursus voor makelaar op het
Eerste Nederlandse Instituut voor
praktische wetenschappen. Ze be
haalde het diploma kadaster en hy
potheken en moderne bouwkunde.
Over het waarom zegt ze: „Ik heb
er altijd veel belangstelling voor ge
had, al heb ik er nooit iets mee ge
daan".
In 1969 nam Jacky Lourens die
dat Jaar in Alphen aan den Rijn
kwam wonen de pen opnieuw
ter hand voor het schrijven van kor
te verhalen voor het Haagse blad
Boulevard. In totaal schreef ze een
zeventigtal verhalen voor dit blad.
„Een soort ratjetoe: spookverhalen,
geschiedverhalen. reisverhalen
waar je maar een idee over kreeg".
„Ineens was ik die korte verhalen
zat. Drie jaar geleden ben ik aan
een detective begonnen. Je bent net
een legpuzzel of computer, je moet
alles onthouden".
Het script werd ingestuurd voor
de Fontein-prijs (een soort aanmoe
digingsprijs voor nog niet uitgege
ven scripts). Eind '74 kreeg zij voor
haar werk een eervolle vermelding.
„Een verrassing, want ik had er he
lemaal niet meer aan gedacht". En
in het najaar van 1975 verscheen
haar boek onder de titel „Ze kun
nen het niet laten" als Bruna-pocket
op de markt.
„Ik had er wel vertrouwen in dat
het uitgegeven zou worden. Er is
verschrikkelijk veel vraag naar dit
soort boeken. Ander zijds had ik te
veel zelfkritiek om te kunnen zeggen
het is logisch dat het wordt uitge
geven. Het is een beetje te vlot ge
schreven naar mijn zin. Het is hier
en daar wat haastig. Ik had sommige
mensen wat beter kunnen belichten.
Ik vind mijn tweede boek (dat het
komend voorjaar wordt uitgegeven)
veel beter. Er zit meer humor in. Het
onderwerp (illegale wapenhandel) is
ook wat geestiger".
Recreatiemeer
Ook het tweede boek is gesitueerd
in Alphen aan den Rijn, de nieuw
bouwwijk in Ridderveld. „Ik heb de
naam Kennedvlaan zelfs aangehou
den. Er staan woningen die er in
werkelijkheid niet staan. Ik heb er
zelfs een molen neergezet. Ook het
recreatiemeer komt er in voor. Het
is allemaal wat groter, anders zou
er nooit zo'n rechercheteam hebben
kunnen werken. Ik heb ik mijn boek
dan ook het hele raadhuis (enkele
jaren geleden huisde de Alphense po
litie nog in het souterrain van het
Alphense raadhuis) maar als poli
tiebureau genomen.
„Ik vind het hier in Alphen alle
machtig gezellig, vooral nu het win
kelcentrum er is. Daarom ook laat
ik mijn verhalen in Alphen spelen.
Ik had tenslotte ook het Gooi of
Rotterdam kunnen nemen, waar ik
zeker zo goed bekend ben
Jacky Lourens staat elke dag om
half zes op en vervolgens houdt ze
zich aan een vrij strak schema.
Eerst de huishouding. Ik houd
niet van een troep om me heen.
Om half elf ga ik naar boven om
te schrijven, tot ongeveer kwart over
twaalf, 's Middags werk ik weer een
paar uur. 's Avonds nooit, dat heb
ik nooit gedaan, vroeger ook niet. Ik
ga ook nooit op visite. Ik heb er
geen tijd voor, ik geef er ook niets
„Het leven van een schrijver is
saai. Ik vertel nooit iemand wat. Je
hebt een vaag omlijnd idee en zo
gauw je erover gaat praten is het
dood. Ik ben helemaal niet zo'n gro
te prater. Ik heb het verschrikkelijk
druk. Je ziet me alleen maar in een
flits".
„Dat is nooit vervelend", vult zoon
Frits aan. „want we flitsen alle
maal
Jacky Lourens is inmiddels ook in
gelijfd in de nieuwe editie van „The
World Wo's Who of Authors" die
omstreeks kerstmis is uitgekomen.
Jacky Lourens-Koop: „ook
mijn nieuwste detective
speelt in Alphen.
En daarmee is zij officieel toege
treden tot het gilde der schrijvers.
Of zij ooit nog eens andere dan
politie-verhalen zal schrijven? Jacky
Lourens weet het niet.
„Ik ben een beetje commercieel.
Vergeet niet, dit is een veelgelezen
genre. Ik ben niet meer zo jong en
nog vol idealenJe wordt er niet
rijk van. Je krijgt een contract van
f 1500 en 5 procent van elk ver
kocht deel (in dit geval een kwartje)
Om ervan te leven, ik zou het nie
mand aanraden. Maar ik moet wel
schrijven. ALs ik veertien dagen niet
geschreven heb word ik zenuwachtig,
krijg ik het gevoel dat ik iets na
laat
ALPHEN AAN DEN RIJN De
christelijke nijverheidsschool in Al
phen aan den Rijn zorgde half
maart van dit jaar voor een lan
delijke primeur door alle 600 meisjes
van deze school één uur per week
aan een zelfverdedigingscursus te la
ten meedoen.
Die cursus, gegeven door de Alphen
se sportschoolhouder W. Kuipers,
werd ingepast in het totale onder
wijsprogramma. De school vormde in
die dagen het middelpunt van (inter)
nationale belangstelling.
„We beseften niet dat het zoveel
stof zou doen opwaaien. De reacties
zijn enorm geweest. In heel Neder
land, maar ook daarbuiten, werd er
over gepraat. En eigenlijk is het uit
onschuld geboren", weet mevrouw N.
van Beest, directrice van de christe
lijke nijverheidsschool, nog maar al
te goed. Niet alleen stond de vader
landse dagbladpers al ras op de
stoep, ook de televisie toonde interes-
„Maar ook hebben we brieven ont
vangen uit Duitsland (een daar ge
legerde Amerikaanse militair zocht
een baan in deze richting) en België.
Wethouders uit andere plaatsen heb
ben gebeld. Toen die echter hoorden
dat je er een docent voor nodig hebt.
zaten ze met de handen in het haar",
aldus mevrouw Van Beest.
Nu, bijna negen maanden later,
zegt zij nog steeds positief te staan
tegenover de invoering van onder
richt in zelfverdedigingstechniek.
Het plan om de cursus de school
binnen te halen is gerezen na een
project over Japan. Een deel van de
christelijke nijverheidsschool besteed
de in de maand februari in samen
werking met de Japanse ambassade
in ons land veel aandacht aan het
land van de rijzende zon. Stapels
literatuur en films, een opgevoerd
schimmenspel en een thee-ceremonie
vormden een onderdeel van het Ja
pan-project. In de school werden
toen ook demonstraties verzorgd over
judo, zelfverdediging en ritmische
gymnastiek op muziek. Tegelijkertijd
kampte de school ook met een tekort
aan 'n gymnastiek-docent.
Lastpakken
„Omdat we ook met een leerkracht
minder kwamen te zitten hebben we
contact gezocht over de mogelijkheid
van het geven van zelfverdedigings-
lessen, waarop we terecht zijn geko
men bij meneer Kuipers". Mevrouw
Van Beest vertelt dat er sindsdien
wel een verandering is aangebracht
in de opzet. De eerstejaars leerlin
gen blijven, sinds de aanvang van
het nieuwe schooljaar (september '75)
verstoken van deze cursus. Kuipers
geeft nu alleen nog maar les aan
de hoogste klassen.
Mevrouw Van Beest: „We hebben
dat gedaan omdat de oudere meisjes
nauwer betrokken zijn bij de pro
blematiek. Wij krijgen nogal wat
klachten van leerlingen, die op straat
zijn vastgegrepen. Ze hebben het
meer nodig, moeten een grotere af
stand overbruggen om naar sohool
te komen en komen later op straat".
De cursus beoogt vooral de invoe
ring van enkele afweermethoden om
lastpakken van het lijf te kunnen
houden. Maar, zoals Mevrouw Van
Beest destijds al liet weten, het gaat
ook om het opvijzelen van het zelf
vertrouwen van de nijverheidsschool
leerlingen. Hoe ervaren de meisjes de
lessen, zijn ze nog steeds zo ent
housiast0"
Mevrouw De Beest: „Het feit dat-
zelfverdediging nodig zou zijn geeft
ze een misselijk gevoel. Tijdens een
gymnastiekles geven ze wel de voor
keur aan sport en spel, omdat ze
daar meer ontspanning in vinden.
Maar het geeft ze wel een gevoel
van dankbaarheid dat ze zich kun
nen oefenen in zelfverdediging".
Hoewel de school met het experi
ment met veel nieuwsgierigheid is
omgeven, hebben de ouders van de
leerlingen helemaal niet gereageerd.
Op andere scholen wordt er wel over
gepraat, maar de ouders behoren, zo
denkt mevrouw Van Beest, kennelijk
tot het type nuchtere Nederlanders,
dat alles over zich heen laat gaan.
Docent W. Kuipers stelt nog voor
zichtig op als hem gevraagd wordt
naar zijn ervaring. „Het moet nog
eerst uitgeprobeerd worden. Eind van
dit Jaar volgt de eerste rapportage,
die met het schoolbestuur besproken
wordt. We proberen het zo stil moge
lijk te doen en het is voorlopig niet
de bedoeling om dit op andere scho
len ook in te voeren. Dat is volko
men logisch. Je bent iets aan het
ontwikkelen dat eigenlijk niet zo
prettig is. Je moet er ook voorzich
tig mee zijn".
Die voorzichtigheid was voor Kui
pers aanleiding om een voorgestelde
proef op de som (de meisjes zouden
het verworvenen op jongens van een
andere school moeten uitproberen,
red) geen doorgang te doen laten
vinden.
Toch weet Kuipers dat een zelf
verdedigingscursus niet voor niets
wordt gegeven. „Ik hoor nu pas de
verhalen. De meisjes komen je ver
tellen wat ze meegemaakt hebben en
dan blijkt dat ze zoiets best kunnen
gebruiken. Het is bijzonder nuttig,
merk je dan".
Kan de christelijke nijverheidsschool
met dit experiment doorgaan. Direc
trice mevr. Van Beest: „De vraag is
nu of dit mag blyven. Je hebt er een
bevoegde docent voor nodig. Meneer
Kuipers is op zijn school bevoegd,
maar hij heeft geen onderwijsakte.
Ieder jaar doen we een oproep voor
een docent lichamelijke opvoeding. Is
die rer, dan moeten we er mee stop
pen.
Maar ik vind wel dat het nodig is.
Als de onderwijs-inspectie er mee
akkoord gaat, dan gaan we er ook
mee door.
Kuipers, judoleraar in Alphen: „het blijkt dat de meisjes best zoiets kunnen gebruiken.
Dit bijna verstreken jaar stond
ook in het teken van de monu
mentenzorg. Alphen is weinig
ryk bedeeld met cultuurhis
torisch waardevolle panden. De
gemeente heeft zegge en schrij
ve één object op de Monumen
tenlijst staan: de Oudshoorn-
se kerk. Maar daarnaast zijn
er toch wel meer luisterrijke
bouwsels aan te wijzen. Koren
molen „De Eendracht bijvoor
beeld.
De molen stamt van origine
niet uit deze streek. „De Een
dracht" werd in 1720 gebouwd in
de Zaan. In het jaar 1898 ver
huisde de korenmolen naar Al
phen, om te worden neergeplant
ter hoogte van rotonde Gouw-
sluis, op korte afstand van de
rijksweg Leiden-Utrecht.
„De Eendracht" is daardoor
een soort visitekaartje van Al
phen, zou je kunnen zeggen.
Mede daarom aanschouwde het
gemeentebestuur met lede ogen
het verval waarin de molen
dreigde te geraken. Tot twee
keer toe trok het gemeentebe
stuur flink uit de beurs om het
herstel te bewerkstelligen.
Molenmaker Van Beek uit
Rijnsaterwoude en zijn mannen
voorzagen „De Eendracht" o.m.
van een nieuwe leien dakbedek
king, er werd een nieuwe roede
door de askop gestoken en ook
in het inwendige werd het nodi
ge verricht. De Alphense koren
molen was begin dit jaar weer
„maalklaar". Inhakend daarop,
kwam de 28-jarige Rein van
Rijs (Zevenhuizen) in het
nieuws met zijn plan om „De
Eendracht" inderdaad weer te
laten functioneren.
„Een molen die rust, roest",
luidt een mulders uitdrukking.
Om een molen in conditie te
houden, moeten de wieken op
gezette tijden in gang worden
gezet. Draait zo'n molen loos
zonder dat er echt gemalen
wordt), dan heet dat „voor de
prins malen". Rein van Rijs had
andere ideeën. Hij vond en vindt
dat zo'n molen niet alleen te
pronk moet staan, maar dat er
gebruik van moet worden ge
maakt.
Tijdens een interview met deze
krant zei Van Rijs in Januari
jl.: „de molen moet „echt" wor
den,. door lonend te draaien. Met
een omzet van 10 ton per week
moet het een rendabele zaak
kunnen zijn Voorlopig werd
echter bescheiden begonnen met
en ton graan per week, een hoe
veelheid die Van Rijs mede-fir-
mans in een distributiebedrijfje
van granen) langzamerhand
hoopte uit te bouwen.
Hoe staat het met die plan
nen, nadat bijna een jaar ge
ëxperimenteerd is? Rein van
Rijs: „We draaien nog steeds
gemiddeld een ton per week.
Eén keer in de twee weken wor
den die zakken meel rond ge
bracht bij de bakkers in de om
geving".
Eén van die bakkers van het
eerste uur, die meteen al „Een-
drachit"-meel betrok om er „mo
lenbrood" van te bakken, is bak
ker Balk uit Alphen. Nog steeds
een vaste afnemer. Er zijn meer
collega's bijgekomen sinds
dien: Visser uit Hazerswoude,
Van Kempen uit Koudekerk,
Huizer uit Waddinxveen.
Het stadium van een profes
sioneel opgezette malerij is ech
ter nog weinig naderbij geko
men. De circa 30 zakken die er
wekelijks worden gereed ge
maakt voor de bakkers (én voor
de zelfbakkers thuis, die elke za
terdagmorgen een baaltje van 3
kilo kunnen kopen in de molen)
worden in het weekeinde met ge
niet onder de druk van een hoge
produktle staan, konden we
daar aardig mee experimente-
Toch wil Rein van Rijs wat
de lange termijn betreft toe naar
een intensiever gebruik van „De
Eendracht". „Als het spelender
wijs blijft gaan, zoals nu, dan
blijf je altijd afhankelijk van
vrijwilligers die de molen willen
bemalen. En je moet toch ook
in de buurt komen van de on
kosten. Je kunt niet verwach
ten, denk ik, dat de gemeente
daaraan blijft betalen".
Aarzelend („want ik wil er
voor waken om verwachtingen
te wekken die uiteindelijk mis
mak door de vrijwillige mole- schien toch niet kunnen worden
Van Beek 'Bodegraven)
verwerkt.
Rein van Rijs nu: „achteraf
bezien, ben ik blij dat we met
het ma al-project niet te hard
van stapel zijn gelopen. In dit
jaar hebben we een hoop ge
leerd".
Zo is het ook een kwestie van
ervaring opdoen, vertelt hij, wat
betreft de samenstelling van de
gebruikte graansoorten. Zuid
hollandse tarwe is de hoofd
soort, aangemengd met buiten
landse tarwe. Halverwege dit
Jaar is er ook een zogenaamde
sausinstallatie aangebracht in trouwens
ingelost") spreekt Rein van Rijs
de hoop dat er in 1976 wat meer
werk aan de wiinkel komt voor
de Alphense stellingmolen: „ik
ben bezig met 't verkrijgen van
wat karweien. Als dat doorgaat
dat weet ik over een paar
maanden dan zou Je hier
misschien de hele week kunnen
draaien. Het gaat hierbij O") ge
woon meel".
Zo zou de eens voor zijn taak
afgedankte korenmolen „De
Eendracht" dan met recht een
„levend monurfient" kunnen
r orden. Een monument, dat
de molen (in samenwerking
de gemeente Alphen). Het gaat
hier om een bevochtigingssy
steem voor de tarwe. „En dat
werkt erg goed. Omdat we nog
al het nodige be
kijks trekt op de zaterdagen dat
molenaar Mulder en zijn helpers
er aan het werk zijn. Daarvan
getuigt het gastboek op de maal
zolder van de molen.