selectief
publiek
MARLEY IS OP WEG
NAAR .HET EINDE'
Pitney: terug van
(lang) weggeweest
Pearsons ommekeer
Point of no return':
jazz van eigen bodem
Verzen van Vroeger
FAIRWEATHER
EENZIJDIG
EN SAAI
Conniff: gespecialiseerd
in achtergrondmuziek
Zangerig toontje
van Zljp
Jim Capaldi gaat
zijn eigen weg
B. B. Kingwijs
WOENSDAG 24 DECEMBER 197
Albert Vogel heeft 'n aantal hoogte
punten van lyriek in de Nederlands
talige literatuur op een langspeel
plaat bijeengebracht. Nederlandsta
lige en niet Nederlandse literatuur
omdat Vogel terecht ook een ge
dicht van Guido Gezelle (1830-1899)
heeft opgenomen in het poëtische
overzicht. Vogel leest de gedichten
beurtelings zeer gedragen en zeer
gepassioneerd voor. Vooral het beken
de gedicht van Willem Kloos (1859-
1938) „Nauw Zichtbaar" en „Lief
desuur" van P. C. Boutens spreken
bijzonder aan. Maar Vogel heeft ook
drie gedichten opgenomen van J. H.
Leopold, waarvan „Regen" wel het
mooiste is. Van de van 1887 tot 1966
levende dichter J. C. Bloem zijn zelfs
4 .gedichten opgenomen. Vogel «leest
elk gedicht, dat een typische eigen
sfeer oproept bijzonder gedragen voor
Van de gelukkig nog steeds levende,
in Bergen (N.H.) woonachtige dich
ter A. Roland Holst leest Vogel het
gedicht ,De Ploeger". Van Martinus
Nijhoff, die in 1953 overleed kun
nen op deze langspeelplaat de drie
gedichten „De Wolken", „Het Kind
Ik" en „De Moeder de Vrouw" be
luisterd worden. Vogel sluit zijn ge
sproken bloemlezing af met de ge
dichten van H. Marsman „De Grijs
aard en de Jongeling" en „Herinne
ring aan Holland". Albert Vogel, ge
boren in 's Gravenhage (Gymnasium
en Toneelschool Amsterdam) heeft
een prestatie van niveau geleverd.
Commercieel ligt deze plaat waar
schijnlijk erg moeilijk. Daarvoor is
de doelgroep te klein. Selectief pu
bliek is tegenwoordig te vaak sy-
ALBERT VOGEL
Op deze pagina
bijdragen van:
Bram van Leeuwen
Wim Wirtz
A. C. Koekebakker
Bart Jungman
Ad van Kaam
Tom Maas
Eindredactie:
René Vos
ADVERTENTIE
Speciaalzaak
grammofoonplaten
nic. de tombe
Lange Pieterskerkchoorsteeg l)
Leiden, telefoon 071 22184
GENE PITNEY
Voor de popliefhebber, die ook eens buiten zijn
eigen straatje wil, is er met de zojuist verschenen
live-elpee van Bob Marley and the Wailers een
prima mogelijkheid. Die live-plaat, tegelijkertijd
een soort Greatest Hits album, biedt namelijk
niet alleen een indruk van de muziek van Bob
Marley. maar aangezien Marley de voornaamste
exponent is van de reggae-muziek, is de elpee
vooral in dat opzicht de aankoop dubbel en dwars
waard. Vreemd genoeg is de reggae erg populair
bij veel popmuzikanten (Paul Simon-Mother and
child reunion en de Beatles - Ob La Di, Ob La
Da), maar is het bij het grote publiek nooit hele
maal aangeslagen. De reggae-muziek is een uit
Jamaica afkomstige muziekvorm, die in dat land
ontstond uit de SKA en de Rock Steady. Insiders
maken graag het verschil tussen de commerciële
en de etnische reggae. De commerciële reggae is,
de benaming zegt het al, het bekendst. Desmond
Dekker, een zanger uit die hoek, belandde een
aantal jaren geleden op de hitparade met It Mek
en the Israelites, maar verdween kort daarna al
weer in de anonimiteit. Een groep uit de etnische
reggae is sinds kort in de belangstelling komen
te staan. Het is de al sinds '68 opererende Bob
Marley and the Wailers. In Amerika vooral is
het de laatste tijd nogal in om Marley „het einde"
te vinden. Maar ook in Nederland begint het te
komen. Hun laatste single No woman, no cry ver
scheen hier in de Daverende Dertig. Marley and
the Wailers verpakken hun vaak geëngageerde
teksten in een aanstekelijk Caraïbisch rrtme. In
die teksten wordt vaak de situatie van de arme
Jamaicaan (A hungry man is an angry man!)
aan de kaak gesteld. Zoals al eerder vermeld is
deze live-plaat (uitstekende opnamekwaliteit, op
genomen in het Lyceum in Londen door de Rol
ling Stones mobiele studio) een soort Greatest
Hits (negen sappige zomerhits) elpee. De hitbe-
wuste lezer zal daarbij No woman, no cry opval
len. Verder op deze elpee ook I shot the sheriff.
Oorspronkelijk een nummer van Marley en tot
hit gemaakt door Eric Clapton. Hoogtepunt is
echter het laatste nummer van de plaat „Get up,
stand up", dat live een zeer dynamische uitvoe
ring krijgt.
B.J,
Andy Fairweather Low La
Booga Rooga A en M ree./
AMLH 68328.
Het zal wel een kwestie van
geld zijn geweest, dat Andy Fair
weather Low de studio weer eens
heeft bezocht. Het lijkt tenminste
onwaarschijnlijk, dat de vroege
re zanger van The Amen Corner
dit heeft gedaan met de gedachte
om weer eens echt iets goeds te
gaan maken. Hij had beter nog
even thuis kunnen blijven, wach
tend totdat hij waarlijk inspira
tie had. Zijn nieuwste LP. „La
Booga Rooga" getuigt daar in ie
der geval niet van.
Het is niet direct zo, dat de
hernieuwde kennismaking met
Andy Fairweather enkel negatief
is uitgevallen. Het is best aardig
om zijn donkere, rauwe stem
weer eens te horen, maar van de
man, die in de jaren zestig suc
cessen boekte met nummers als
„Bend me shape me" en „If Pa
radise" verwacht je meer dan een
LP die het moet hebben van een
paar uitschieters en voor het ove
rige uitermate eenzijdig en saai
is. Zelfs de „hulp" van muzikan
ten als Dave Mattacks (Fairport
Convention), Georgie Fame en
Bernie Leadon (Eagles) doet daar
niets van af.
De moeite waard op dit album
zijn nummers as La Booga Rooga,
8 Ton Crazy (sterke solo van
Leadon) en If that what it takes.
De muzikale begeleiding is dan
op zijn best en Fairweather past
zijn stem goed aan. Maar wil hij,
zoals op de rest van de LP het
geval is, téveel soleren dan gaat
het fout, ook al omdat hij nu
niet bepaald kan bogen op erg
sterke teksten. Het nummer 'Jump
up en turn around" begint met
de zin: „Don't be a fool use your
head". Had ie dat laatste maar
gedaan. Dan was er beslist een
betere LP verschenen dan La Boo
ga Rooga nu is. Want hij kan
het wel.
AvK
Pitney '75 Gene Pitney Bronze
Records 88 817 XOT (ILPS 9314).
Het jaar 1975 belooft aan het slot
toch nog een goed „Pitney-jaar" te
worden. Zijn nieuwe elpee Pitney '75
heeft kwaliteiten genoeg om ook in
ons land weer flink wat van zijn
inmiddels vergane glorie te herwin
nen. Want Gene Pitney, de zanger
met het aparte hoge stemgeluid, is
lang weggeweest uit het gezichts
veld van de populaire muziek in ons
land. In het begin van de jaren zes
tig genoot hij in ons land grote be-
bekendheid dankzij nummers als „Li
berty valance" „24 houes from Tulsa"
„It hurts to be in love", „Just one
smile" en „Town without Pity'.
Daarna is het allemaal wat minder
geworden. Ik wist zelfs niet dat hij
nog zong toen dezer dagen plotseling
de elpee Pitney '75 verscheen. De
stijl van Gene Pitney is in de loop
der jaren nog weinig veranderd. Het
stemgeluid is nog altijd even uitzon
derlijk soms bij het metaalscherpe af,
maar desondanks prettig om naar
te luisteren. Bij de keuze van zijn
repertoire heeft Gene Pitney het oog
laten vallen op werk van' bekende
mensen als Albert Hammond, Hal
David, Paul Williams. Phillip Good-
hand Tait en Mike Settle. De plaat
wordt gekenmerkt door een grote va
riatie. Zo volgt het country-achtige
Let go op het op 24 hours from
Tulsa lijkende „Image" en bevat
kant één de sterke ballad „All my
love" van Settle. Rest mij nog te
vermelden dat Gene Pitney zich de
afgelopen jaren ook heeft ontwikkeld
tot een componist van allure. Zo
schreef hij voor Rick Nelsen het we
reldbekend geworden „Hello Mary"
voor The Crystals „He's a rebel" en
voor Bobby Vee „Rubber ball".
B.V.L.
RAY CONNIFF
Love will keep us together Ray
Conniff CBS 81021.
De vraag naar rustige achtergrond
muziek blijft in ons land nog altijd
erg groot. De behoefte om na een
dag arbeid eens even lekker te relaxen
bij een zogenaamde easy-listening-
muziekje blijkt in brede kring te
bestaan. Een man die al vele jaren
in deze behoefte voorziet is Ray Con
niff. Een niet meer zo piepjonge ster
aan het muziekfirmament, die met
zijn „singers" steeds de juiste sfeer
weet te treffen. Enkele malen per
jaar verschijnt er een elpee waarop
een serie uiterst melodieuze werkjes
prijkt. Ze zijn door de grote meester
met zorg gekozen en met smaak ge
arrangeerd voor een breed publiek.
Vooral de wat romantische
Who's to blessand loho's to
blame Kris Kristojferson
Monument Records 69158
Toen Kris Kristoffer son als
Amerikaans militair in West-
Duitsland gelegerd was, zong hij
geregeld voor de gein in clubs en
schreef in zijn vrije uren liedjes.
Hij bleek daar zo'n succes mee te
hebben dat hij een carrière in het
VS-leger opgaf en zich helemaal
op de muziek toelegde.
I7i een zeer korte tijd bereikte
hij in Amerika de top. Nummers
als "Me and Bobby McGee", "Sun-
daymornin' coming down", "Help
me make it through the night",
"Loving her was easier", "Josie",
"The Pilgrim-chapter" 33 werden
zeer bekend.
Dezer dagen verscheen in ons
land de elpee "Who's to bless and
ivho's to blame"- Op het album
ADVERTENTIE
STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN
HAARLEMMERSTRAAT 279
LEIDEN - TEL. 071—24010
staan negen nummers, die alle
maal door Kris zelf geschreven
zijn. En volgens mij ligt daar ook
de grote kracht van Kris Kristof
fer son. De nummers hebben vrij
wel allemaal een sterke country
and western-inslag en ontlenen
hun kracht voor een belangrijk
deel aan de teksten.
Over de stem van Kristoffer-
son ben ik niet zo erg tevreden.
Het is er eentje waarvan er der
tien in het dozijn gaan. Heb je
er één gehoord, dan ken je ze al
lemaal. Allemaal wat op hetzelf
de zangerige toontje. Jammer,
want ik maak me sterk dat wan
neer de songs vertolkt zouden
worden door iemand, die over een
ivat sterkere stem beschikt, het
een heel andere plaat was gewor
den.
Overigens wordt dat gemis al
voor een belangrijk deel vergoed
door de uitstekende instrumen
tale background, waarop een aan
tal virtuozen aan het werk zijn,
zoals Jerry McGee. Fred Tackett,
Mike Utley, Lee Sklar en Sammy
Creason. En verder dient ver
meldt dat de opnamen uitstekend
zijnB.v.L
Point of no return. Rein de Graaff/Dick Vennik Quartet. Universe
Productions. 1-19.
Het kwartet van tenorsaxofonist Dick Vennik en pianist Rein de
Graaff lijkt uit louter individualisten te zijn opgebouwd. Tot aan
drummer Eric Ineke toe benadrukken de musici in vrijwel elk num
mer hun eigen visie op het te spelen stuk. Zo lijkt het althans. De
werkelijkheid is dat er volkomen op elkaar wordt ingespeeld waarbij
met name in de chorussen de harmonieën van piano en sax. hier en
daar toegerust met essentiële dissonanten, een prachtige rol vervul
len.
Daarnaast is ook de afzonderlijke uitvoering een niet onbelangrijk
gegeven. Temeer omdat Dick Vennik daar een voorname plaats in
neemt. Vennik is tenslotte een jazzmusicus van het kaliber dat je
in Nederland nog maar zelden aantreft. Hij heeft een sprankelende
fantasie, een razendknappe techniek en een groot gevoel voor sub
tiele intervallen. Die eigenschappen blijken trouwens goed aan te
sluiten op het gedegen spel van Rein de Graaff, die wat minder dan
Vennik het vermogen heeft om tot kleurrijke improvisaties te ko
men.
Overigens is het uitbrengen van dit soort platen in het algemeen erg
toe te juichen, omdat steeds weer blijkt dat de jazz van vaderlandse
bodem nog altijd in ontwikkeling is. Wat dat betreft zou de plaat
„Point of no return" als voorbeeld kunnen dienen voor tal van pla
tenmaatschappijen die zich doorgaans liever bezig blijken te houden
met de herpersing van afgezaagde opnamen. Ook al wordt er aan de
nieuwe jazz niet zoveel verdiend.
W.W.
DICK VENNIK
Hoe vreemd het soms kan gaan
in de wereld van de lichte mu
ziek bewijst de carrière van or
kestleider en arrangeur Johnny
Pearson. Met zijn Sounds or
chestral vergaarde hij voor het
eerst internationale roem. Een
nummer als "Cast your fate to
the wind" is over de hele aardbol
gedraaid. De pogingen om een
vaste plaats te verwerven misluk
ten echter. Sounds orchestral
verdween naar de achtergrond.
Hoewel de muziek zeker kwalita
tief op een hoog peil stond, wer
den er op het laatst platen uitge
bracht waarop een uur muziek
stond. Ze werden voor een tientje
in de handel gebracht maar nog
wilde bijnaniemand zo'n schijf
bezitten.
De ommekeer is gekomen met
de formatie van "Sound orches
tral" tot "Johnny Pearson Or
chestra" en als ik met niet vergis
een ivisseling van platenmaat
schappij Daar kwam overheen
zijn creatie "Sleepy shores", een
nummer dat in drie weken tijds
bij de top 3 in Engeland stond.
Een nummer dat in Nederland
nog een extra accent kreeg omdat
Douwe Egberts de intro in een
koffie-Sterreclame stopte.
Vandaar dat de elpee in ons land
een recordverkoop haalde en
nog steeds gevraagd ivordt. Het
nummer "Sleepy shores" werd
zelfs weer op single uitgebracht
en opnieuw grif verkocht. Dezer
dagen verscheen een nieuwe elpee
van Johnny Pearson onder de ti
tel "Feelings". Voor de liefhebbers
van de "easy-listening-music"
een heerlijke plaat hoewel het
slot van een nummer als "Love"
een beetje detoneert in het geheel
van romantische muziek met vio
len op de achtergrond. De arran
gementen van een aantal beken
de nummers zijn uitstekend. Dat
geldt bijvoorbeeld voor 'een num
mer als "The first time ever I
saw your face" en in niet min
dere mate voor Don McLeans
'Vincent'. Verder vindt u op deze
plaat onder meer "A very special
love song" "I honestly love you"
en twee eigen composities van
Johnny Pearson "Please let's ma
ke it soon" en "I need you".
B. v. L.
veel strijkwerk zijn bij Ray fa
voriet. En om te bewijzen dat hij
zelf op instrumentaal gebied ook nog
wel het een en ander presteert neemt
hij de trombone-solo's in de verschil
lende nummers voor z'n rekening. Op
de allernieuwste schijf van Conniff
staan onder meer nummers als „Mid
night blue" de recente hit „Rhinesto
ne cowboy" en het inmiddels tot de
„hall of evergreens" toegetreden .Fee
lings". Ook het wat minder recente
hitwerk is op de plaat vertegenwoor
digd met nummers als „Solitaire" en
„How sweet it is", terwijl uit de sec
tor filmthema's „My little friend" uit
Paper tiger is vastgelegd in de groe
ven. Al met al een plaat die de vaste
kern van Ray Conniff-fans weer
veel genoegen zal verschaffen, en die
er weer toe zal kunnen bijdragen,
dat het legertje nog Iets groter wordt
dan het nu al is.
B.v.L.
Jim Capaldi, Short cut draw blood,
Island ILPS 9336.
Nu Traffic uiteen is, gaat drum
mei Jim Capaldi rustig zijn eigen
weg. Deze eerste solo-elpee is niet een
opzienbarend produkt, maar laat
toch zekc- aangename muziek horen.
Soms w. pathetisch, zoals in het
titelnummer, en in „Seagull": com
pleet met aanrollende branding en
vogelgeluiden. Verder veel invloeden
uit de hoek van de Reggae. Dat laat
ste houdt de soms bombastische teks
ten gelukkig nog lichtvoetig. Jim Ca
paldi heeft een keur van musici ge
bruikt, onder andere Steve Win-
wood. eveneens ex-Traffic. Met z'n
allen produceren deze vaklieden een
afgemeten, uitgebalanceerd geluid.
„Goodbye love" en „It's all up to
you" zijn prima nummers van Ca
paldi, het oude „Love Hurts" van
Boudleaux Bryant wordt op zeer ori
ginele wijze gebracht in vlot tempo.
T.M.
Gelaten kijkt een wat oude, ver
moeide B.B. King je op de hoes aan.
Bijna bezwerend houdit hfj zijn gitaar
voor zich waarop de naam Lucill
staat. Wat B.B. King op deze elpee
met zijn gitaar dioet is erg knap en
hoewel hij geen moment van zijn
wah-wah pedaal af kan blijven maakt
hij er zodanig gebruik van dat het
voornamelijk verrukkelijk is.
Het is lange tijd modderen geweest
met B.B. King, en ook op deze elpee
valt wel het een en ander aan te
merken, bijvoorbeeld op de gladde
arrangementen, maar het vakman
schap overwint. Het lijkt erop dat
B.B. King op deze helaas korte, elpee
zichzelf terugvindt na veel omzwer
vingen: sadder and wiser.
T.M.