'Ik denk dat Den rit wel zal uitzitten' LEZERS SCHRIJVEN i r> DEEL DRIE Crisis situatie Geschokt Dorp voor bejaarden ZATERDAG 20 DECEMBER 1975 )©@t ©©oH1 lP(§K§)yw DEN HAAG - Annelien Kappeyne van de Copello, Tweede Kamerlid voor de Volks partij voor Vrijheid en Democratie, heeft haar politieke belangstelling niet van een vreemde. Haar vader was WD-gemeenteraadslid en wethouder in de gemeente Loenen aan de Vecht, haar grootvader was lid van de Eerste Kamer en een oom van haar grootva der bracht het zelfs tot minister. Annelien Kappeyne: "Thuis hoorde je natuurlijk veel over politiek praten, anekdotisch vooral. Dat beïnvloedt je. We hadden thuis ook erg veel boeken over politiek. Ik kan me nog goed herinneren dat ik op een keer papieren aantrof waarin de debatten van vroeger met Troelstra helemaal stonden beschreven. Dat heb ik met rode oortjes gelezen". Negentien jaar geleden verwisselde Annelien Kappeyne haar geboorteplaats Loenen voor Leiden. In Leiden, waar ze sindsdien is blijven "hangen", ging zij rechten studeren. Haar politieke interesse was toen nog niet zo groot dat zij zich gedwongen voelde lid tè worden van een bepaalde partij. Annelien Kappeyne: 'Tn 1961 werd ik door de WD uitgenodigd om een congres van de Liberale Internationale in Denemarken bij te wonen. De WD voelde er destijds veel voor om zich bij die Organisatie aan te sluiten en wilde enkele jongeren naar die bijeenkomst afvaardigen. Maar ik was helemaal geen lid van de partij. Sommige bestuursleden van de VVD kenden me echter en vonden mij wel geschikt. Ik ben toen samen met Siddré, later éen van de samenstellers van het boekje Tien over Rood, drie weken naar Denemarken geweest. Terug in Nederland stond het mij vast dat ik een politieke keuze moest maken. Ik vond het niet juist om vrijblijvend op andermans kos ten cursussen te volgen. Voor mij ging de kquze toen tussen PvdA of WD. .Een confessionele partij kwam niet ter sprake. Ik heb geen christelijke achtergrond of kerkelijke binding. Ik ben toen lid geworden van de WD". Actief Binnen de Afdeling Leiden van de WD werd Annelien Kappeyne al direct vrij actief. Ze vertelt: "Ik werd benoemd in de propaganda- commissie. Ik rende allerlei verga deringen en congressen af. Soms deed ik maanden niets aan m'n stu die. Ik ben dan ook vrij lang student geweest. M'n ouders zeiden af en toe "Schiet nou eens op met je stu die" maar er stonden geen sancties op als dat niet gebeurde. Boven dien duurde het zo lang omdat ik de vervelende eigenschap had voor elk examen éen keer te zakken". Annelies Kappeyne raakte steeds meer in de ban van de politiek. Vele uren bracht ze door in de parle mentsgebouwen aan het Binnen hof: "Ik wilde daar graag werken. Ik zat er hele dagen. Ik hoopte eens een kabinetscrisis mee te maken maar dat gebeurde niet. In '66 werd ik getipt door mevrouw Leijten, die tegenwoordig een belangrijke rol speelt binnen de KVP. Zij was toen assistent-griffier en vertelde me dat fracties eigen assistenten mochten gaan aanstellen. Ik heb toen gelijk een brief geschreven naar de Frac tie van de WD. Aanvankelijk hoor de ik daar niet veel op. Ik geloof dat ze zich by de WD een beetje ongerust maakten over de voort gang van m'n studie. Geertsema had ook al eens voorzichtig ge vraagd "Hoe gaat het met de stu die, meisje"?. In maart '66 kwam ik door m'n laatste examen heen en op 21 maart 1966 werd ik secretaresse van de fractie. Ik weet die datum nog zo goed omdat er die dag een stampij was. Gruijters stapte die dag uit de WD en dat was toen een hele rellerige toe stand". Als secretaresse was An nelien Kappeyne een soort manus- je-van-alles: "Ik had mezelf typen geleerd met 2 vingers en ik nam de telefoon aan. Ik wüde wel meer. Ik wilde erg graag Kamerlid zijn maar niemand zag me daarop aan". In september van hetzelfde jaar ('66) kwam de "meester in de rechten" ook in de Leidse gemeenteraad te recht. Haar eerste raadsperiode, van '66 tot '70, noemt ze "plezierig": "Het ging er in de raad toen nog niet zo hard aan toe. Dat kwam pas in '70, met de polarisatie van de pro gressieve partijen, het PAK. De sfeer in de gemeenteraad werd toen snel verpest". In het gedrang Het raadswerk kwam ernstig in het gedrang toen Annelien Kappeyne in '71 in de Tweede Kamer werd gekozen. Haar plaats- en partijge noot Portheine verkeerde in de zelfde situatie. Annelien Kappey ne: "Portheine en ik werden re gelmatig over de hekel gehaald omdat we er zo vaak niet waren. De functies waren ook eigenlijk niet te combineren. In de zomer van '72 zijn we uit de raad weggegaan. Ik heb toen gezegd dat men in nood gevallen nog wel een beroep op mij zou kunnen doen. Na mijn vertrek ontstond er een enorm verloop in de gemeenteraads-fractie. Het werd op een gegeven moment zo erg dat er zelfs een lege stoel binnen de fractie dreigde. Dat kon natuur lijk niet. In het najaar van '73 heb ik met tegenzin het raadswerk weer op me genomen". De terugkeer viel haar niet mee: "Ik beschouwde het echt als een plicht, niet meer dan dat. Er werd in de raad eindeloos gezeurd en ik vond de progressieve partijen erg onre delijk. Ze hadden wel eens goede ideeën maar meestal was hun op treden niet meer dan treiteren van het college van B. en W. Ik vind datje dat in een stad als Leiden met zijn grote problemen niet moet doen. Ik vond dat ik het spel dan ook maar hard moest gaan spelen. Ik ging ook wel eens sarren en me af en toe net zo vlegelig gedragen als het PAK. Toen kreeg ik weer op merkingen naar m'n hoofd in de trant van "Die Annelien is onher kenbaar geworden, ze is helemaal in de ban van Hans Wiegel". Vorig jaar heb ik met plezier afscheid van de raad genomen. Ik volg de ge beurtenissen in de gemeenteraad nu nauwelijks meer". Annelien Kappeyne heeft het mo menteel trouwens veel te druk met haar werk in de Kamer, waaruit zij in '72 bijna verdween. "Bij de ver kiezingen na de val van het kabinet-Biesheuvel stond ik op de WD-lijst eigenlijk op toch in de Kamer". In die Kamer houdt zij zich in de eerste plaats bezig met binnen landse zaken (alles wat met de kieswet te maken heef), met justitie (de "zachte sector": o.m. het vreemdelingen-beleid, de reclasse ring, de jeugdbescherming), met grondwetzaken, en met CRM. frusterend Als lid van de voornaamste oppositie-partij ontkomt Annelien Kappeyne niet aan de nodige frus trerend. Je moet het accent gaan leggen op de kritiek. Ik probeer al tijd zakelijk te blijven maar dat po litieke accent moet er nou een maal bij. Het frustrerende is dat je hard werkt maar datje bij voorbaat al weet dat de meeste voorstellen en ideeën verworpen zullen worden. Niet vanwege de inhoud, maar om dat ze van de WD afkomstig zijn". Die ervaringen staan overigens goede contacten met Kamerleden van de regerings-partijen niet in de weg. Annelien Kapeyne: "Met de confessionele partners kan ik goed overweg. KVP- en AR-mensen zul len mij nooit bedonderen. Ik heb ook geen belemmering om naar Pvd A-mensen toe te stappen en iets te bepraten. Je gaat elkaar kennen en waarderen. Dat menselijke as pect is voor mij erg belangrijk. De menselijke beoordeling geeft ook soms de doorslag bij stemmingen. Bij de meeste moties kun je nou eenmaal niet alles doorzien. Als je van iemand weet datje van hem op aan kunt kan dat wel eens de door slag geven". Over terugkeer van de WD achter de regeringstafel is Annelien Kap peyne niet pessimistisch. De con fessionelen zullen dan volgens haar bij de volgende verkiezingen ech ter niet zoveel mogen verliezen dat een meerderheid met de WD on mogelijk wordt. "Er is een duide lijke irritatie tussen de socialisten en de confessionelen. Die irritatie wordt wellicht zo groot dat er bin nen de confessionele partijen een stroming op gang komt die zegt "Laten we het nu maar weer eens met de liberalen proberen. Boven dien heb ik het gevoel dat de con fessionele kiezers liever met ons willen regeren dan met de socialis ten". Een opening naar de PvdA waar li beralen als Geertsema, Vonhoff, Toxopeus en Jacobse voor pleiten, ziet Annelien Kappeyne absoluut niet zitten. Ze vindt "Er is prak tisch geen basis om nu met de PvdA te gaan regeren. De WD en de PvdA staan in meer dingen tegenover elkaar dan ze het met el kaar eens zijn. De tegenstellingen hoeven natuur lijk niet te worden aangescherpt maar een samenwerking tussen de WD en PvdA op dit moment zou wel uiterst verwarrend zijn. Ook een voortijdige val van het kabinet-Den Uyl ziet Annelien Kappeyne niet zitten. "Soms denk ik wel eens "er zit wat in de lucht" maar ik moet toegeven dat het me zou verbazen als Den Uyl de rit tot '77 niet zou uitzitten. De confessio nelen durven op dit moment geen verkiezingen te riskeren. De enquete-resultaten geven hun weinig vertrouwen terwijl ze bo vendien met de moeilijkheden rond het CDA zitten. En dan speelt ook de beruchte Nacht van Schmelzer in '66, toen het kabinets-Cals-Vondeling naar huis werd gestuurd, nog altijd een rol heb ik gemerkt. Sommige con fessionelen dragen die gebeurtenis i trauma met zich mee, die kunnen daar nu nog geëmotio neerd door raken. De Nacht van Schmelzer heeft de confessionelen een beetje van het imago van onbe trouwbaarheid opgeleverd. Dat heeft men zich in de KVP en de ARP aangetrokken en zij willen bewijzen dat ze wel degelijk met socialisten tot het einde van een kabinetsperiode kunnen doorgaan. Onenigheid Als er al een crisis komt is die eer der het gevolg van onenigheid bin nen het kabinet dan dat hij wordt uitgelokt door de Kamer. Maar aangezien Den Uyl de rit persé wil uitzitten zie ik die onenigheid niet zo. Trouwens, het is nog maar de vraag of Den Uyl na de verkiezin gen van '77 zal verdwijnen. Als de confessionelen na de verkiezingen noch met de socialisten noch met ons willen regeren dan zie ik het Den Uyl nog wel proberen met een progressief minderheidskabinet. Per slot van rekening moet het land toch geregeerd worden en boven dien, als je eenmaal geproefd hebt van het hebben van macht dan geef je dat niet graag meer prijs". Is J (A> Kentefcan: (F) gMerk: C4T*ÖIN KENTEKENBEWIJS DEEL III „Uw artikel over deel-drie 1976 klonk mij als muziek in de oren. Vooral de zin, dat men in Veendam zielsgelukkig zit te zijn met het feit, dat na de débacle van het vorig jaar de operatie-deel-drie voor dit jaar is gelukt. Voor mij reden om nog maar hoopvol af te wachten op wat er gaat gebeuren als dit deel III na 1 februari nog niet in mijn bezit is. Wat zijn namelijk de feiten? Ik heb mijn auto op 4 april 1974 ge kocht en het kentekenbewijs is ook op die datum gedateerd. Omdat ik voor deel III 1975 geen accept-giro ontving ben ik als vele anderen het zelf gaan heden in het postkantoor. Dat kon toen. Voor 1976 heb ik tot op heden nog steeds geen accept-giro ontvangen. Daarom ben ik op 5 december j.l. naar het hoofdbureau van politie in Leiden gegaan om te vragen wat hieraan kon worden gedaan. Daar wist men het ook niet precies. Maar heel behulpzaam werd voorgesteld om Veendam op te bellen met het verzoek om opgave van de eigenaar van auto 40-BP-14. Het antwoord kwam binnen vijf minuten. Een nauwkeurige om schrijving van type en kleur aoto, compleet met chassisnummer. Al leen de te naamstelling is niet be kend. Mijn auto, waar ik ruim an derhalf jaar in rijd, heeft dus vol gens Veendam geen eigenaar. Geen wonder, dat ik geen accept-giro ontving. Het antwoord bevreemdde de Leidse politie omdat bekend is, dat Veendam een achterstand heeft. Maar ruim anderhalfjaar is wel wat veel. Het advies dat ik meekreeg was dan ook: „Verder afwachten maar". Ge zien deze ervaring vertrouw ik erop, dat de politie mij na 1 februari niet laat „wachten" met mijn auto. J. ARENTSEN, Meeuwenlaan 11 Leiderdorp. Naschrift redactie -Uw klacht was niet de enige. We hebben ons daarom „even" telefonisch in ver binding gesteld met de Rijksdienst voor het wegverkeer in Veendam. Het duurde anderhalf uur(!) voor we die dienst eindelijk aan de lijn hadden. Volgens Veendam is uw „ellende" te wijten aan het feit, dat de gegevens verminkt van het post kantoor naar Groningen door kwamen. Dat is meer gebeurd. Maar voor u en alle anderen, die geen acceptgiro hebben ontvangen (om welke reden dan ook) liggen er twee wegen naar een oplossing open. 1. De le - waaraan in Veendam de voorkeur wordt gegeven - is, dat men na 5 januari in het postkantoor een deel-drie gaat kopenEn het zou toch al heel vreemd moeten lopen als uw gegevens nu weer verkeerd doorkomen. 2. De tweede mogelijkheid is, dat u nu een blauwe girokaart ad.f 17.50 uitschrijft ten gunste van de Rijks dienst voor het Wegverkeer in Veendam, giro 3.180.400. Daarop moet u uw kenteken, de laatste vier cijfers van uw chassisnummer en het merk van uw auto vermelden. Dan krijgt u alsnog een deel-drie toegestuurd. In de krant van zes december was 'n stukje over "Vrouwen m crisissi tuatie thuis". Hierover wilde ik een enkele opmerking maken. Vrou wen die wat geleerd hebben en de moeite genomen hebben voor hun trouwen een beroep uit te oefenen en dit voortzetten tijdens hun hu welijk (eventueel part-time, als er kinderen zijn) zullen nooit die el lende hebben, als in dit verslag be schreven staat. Zij gaan door met werken, verdienen en kunnen een kamer huren. Hangen zodoende niet van instanties af. De vrouwen die trouwen om verder onder dak te zijn, en behalve de huishouding geen ambities heb ben, staan er inderdaad minder ge lukkig voor, als manlief zegt: „Hoepel maar op". Of als er een ge spannen sfeer is gekomen door drankmisbruik etc. Een eigen werkkring en een eigen leven héb ben, naast de ander, is een voor recht, welke men zichzelf moet waarmaken. In Leiden zijn vele ziekenhuizen. Hoeveel getrouwde vrouwen (ook met kinderen) wer ken daar niet, en brengen hartelijk heid op voor de patiënten tevens? Als hun liefde jegens hun echtge noot, door welke redenen dan ook, ophoudt te bestaan, of dat zij we duwe wordt of de man invalide etc., dan hebben zij nog hun mooie taak over en een inkomen tevens. Zelf heb ik veertig jaar hard ge werkt. Vele nare ziektes en ge wrichtsreuma te boven gekomen en nooit om hulp gevraagd. Een liefhebbende echtgenoot was ook niet voor mij weggelegd. Maar ik ben een gelukkig mens, ook tijdens maandenlang verblijf in een zie kenhuis, en hang van niemand af. Ik hoop dat dit verhaal een stimu lans is voor degenen in moeilijkhe den. Aanpakken is het enige in de- Marijcke Visser Zuidlaan 15 Bergen (N.-H.) De gang van zaken rond het Nieuw Leids Dierenasyl, zoals u in uw krant schreef, heeft ons diep geschokt. Herhaaldelijk kwamen wij met de heer en mevrouw Bos in contact. Onze ervaringen waren al tijd zeer goed. Zelf hebben wij een .hond van ongeveer 15 jaar uit het asyl. Als dit asyl gesloten wordt, is dat een ramp voor alle zwervende dieren. Evenals de heer Hollebeek zijn wij van mening dat de gemeente hier moet bijspringen. Dat zou goed be steed geld zijn, wat van andere uit gaven niet altijd kan worden ge zegd. We vragen aan iedereen die de zelfde mening heeft, contact met ons op te nemen, zodat we geza menlijk tot een of andere hulpactie kunnen komen voor een „Nieuw- nieuw Leids Dierenasyl". W. RIJNSBURGER Sparrenrode 4 Leiden In deze tiid van inspraak durf ik aandacht te vragen voor een idee aangaande het bejaardenbeleid. Steeds weer worden bejaarden, vooral op radio en T. V. genoemd als problemen scheppende mensen. Bejaarden worden in tehuizen ge stopt (al of niet uit vrije wü)A waar alles voor hen gedaan wordt. Zij le ven niet, zij worden geleefd. Om eerlijk te zijn, ik zou het er geen week uithouden. Dit systeem deugt niet. Bejaarden willen zelf bepalen hoe laat ze opstaan, hoe laat ze wat eten, zelf een radio- of t.v.- programma kiezen enz. Steeds weer duiken er in de pers berichten op dat alles wat tot nu toe gedaan is voor bejaarden niet het juiste was. Men wil nu blijkbaar de bejaarden meer tussen de jongeren plaatsen. Hoe men dat wil doen weet ik niet. Meer tussen de jongeren wil ook zeggen: tussen druk autoverkeer, supermarkten enz. Ook weet ik dat jong en oud dikwijls botsen wat meningen betreft. Nee, mijn idee gaat nu net een an dere kant op en wel dit geef de be jaarden zo lang mogelyk hun vrijheid van handelen en betuttel ze niet. Zelfs als één van de oudjes moeilijk ter been wordt, zal de an der vol liefde blijven helpen en steun geven, ook dan nog zijn ze niet afhankelijk van anderen. Eventueel kan een wijkverpleeg ster of hulp in de huishouding bij deze oucijes wat doen, maar ze blij ven zelfstandig en vrij. Ik zie in mijn verbeelding een dorp, be staande uit lieflijke, mooi ge kleurde tweepersoons-huisjes, te midden van gras en bloemen. Zie als voorbeeld verscheidene volks tuintjes en het dorp voor gehandi capten bij Arnhem. Dat wil zeggen: een dorp, aangepast voor bejaar den. Het kleine huisje zonder trap pen is makkelijk schoon te houden. Het heeft wel een logeerkamertje, voor als de kinderen komen. De in richting is naar eigen smaak. Bui ten een terrasje en een stukje grond om zelf bloemen te kweken of sla, boontjes en worteltjes te zaaien als hobby. Het dorp heeft geen straten met auto's, maar wel wandellanen en zitbanken. Het beschikt over een eigen dorpshuis, voor kerkdien sten, voor feestjes. Een eigen café met biljard, terras buiten. Het be jaardendorp heeft zijn eigen bur gemeester en wethouders, gekozen door de bejaarden zelf. Ik hoor al zeggen: wat gaat dat kos ten? Weet U wat het momenteel kost? Miljoenen en het is zo niet goed. Geef de bejaarden hun eigen koninkrijk. In mijn verbeelding zie ik al links en rechts van de grote steden lieflijke dorpjes verschij nen, waar de oudjes genieten van hun vrijheid. Naar mijn bescheiden mening hebben ze hier recht op. B. J. DIEMEL Stieltjesstraat 57 Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 21