Grate poezenboek Robert Fischer: Kerstmis, een feest boordevol frustratie Experimenteren met kleren: kleed je speels Carmiggelt slentert nieuwe bundel bijeen grootste schaker van alie tijden? Dopen? Wat een vraag KRUIDENSTRIPS EN CHINEES ETEN In verfbad Titel: "Het grote poezenboek"; au teur: Christine Metcalf; uitgever ij: Uitgeversgroep Combo; prijs: f 14,50 (na 31 december f 27,50). Christine Metcalf is een autoriteit op kattengebied en zij schrijft er danook met grote kennis van zaken over. De voordelen van poezen en katers, de verzorging, het fokken, de eigenschappen van de vele ras sen, kortom een groot brok infor matie over alles wat u van uw kat wilt weten. Daarbij is een grote pracht aan fo to's bijeengegaard, een lust voor het oog van de kattenliefhebber. Lieve poezen, hooghartige katers, schele Siamezen, schattige kittens, oranje-ogige Perzen, het zijn de be kende plaatjes die toch steeds ver tedering opwekken. Grappig is het hoofdstuk over ei genschappen van katten. Dat ze niet tegen plagen kunnen, is iets wat de meeste eigenaren wel eens ondervonden zullen hebben. Dat ze het - meestal - leuk vinden om be wonderd te worden en daarom geen afkeer hebben van kattenten toonstellingen, is - voor mij althans beslist nieuw. Een erg leuk boek, dat nu vrij goedkoop is voor wat het allemaal te bieden heeft. Wie er niet vóór eind december bij is moet echter bijna het dubbele betalen. En dat is natuurlijk wel veel. Voor wie het geen moeite is om de informatie in het Engels te lezen, is het misschien prettig te weten, dat de Engelse uit gave voor een paar gulden meer dan de prijs van nu, nog altijd in boekhandels, die wat oudere boe ken verkopen, verkrijgbaar is. A.R "Wat doen we met moeder met de feestdagen?" door Harriet Freezer. Uitgegeven door De Arbeiderspers. Bijna een jaar geleden sneed Har riet Freezer in het Varaza- terdagochtendprogramma Z.O. een met veel frustraties omge ven probleem aan: "Hoe vieren we Kerstmis?". Ze kreeg er een vracht brieven over van luiste raars. Inspirerende brieven, neerslachtige brieven, boze brieven, brieven geladen met emoties. Aan de hand hiervan maakte ze een boekje, dat onge veer dezelfde opzet heeft als haar succesvolle werkjes "Houd je nog een beetje van me?" en "Het onderste uit de Het is goed en verhelderend dat Harriet Freezer de al lang heer sende onvrede die zich van veel mensen meester maakt zodra de decernber-maand aanbreekt heeft gecatalogiseerd. Het is onthutsend wat er aan proble men ter tafel komt bij het "feest" dat Kerstmis wordt geacht te zijn. De titels van haar hoofdstukjes zijn bijna onheil spellend: hoe eet je je door het feest heen, welvaart-de grote boosdoener. Van je familie moetje 't maar hebben, familie- geharrewar, de oudste genera tie heeft het moeilijk, de ver scheurde middenmoot, het be jaardenhuis. Maar niet alles is zwartgallig heid. Er zijn ook nog wat licht voetige en vrolijke dingen te vertellen. Aan het slot maakt Harriet Freezer, zoals een goed onder zoekster betaamt, de balans op. Ze brengt de reacties in tien punten onder. Een paar zullen we noemen: te veel mensen hebben een hekel aan de de- cemberfeesten en vooral aan Kerstmis; de mensen zien op tegen de zondsagssfeer, de drukte, de onkosten, maar vooral tegen alle emotionele verwachtingen en verplichtin gen; de schuldgevoelens in de cember tieren welig; veel oude ren begrijpen niet waarom alles niet kan worden gevierd zoals vanouds; veel mensen in be jaardenhuizen meten hun ei genwaarde af aan het bezoek van hun kinderen en menen ge faald te hebben als ouders, wanneer de kinderen niet ko men met Kerstmis; de huidige kerst-ins zijn een uitkomst voor oud en jong omdat die een al ternatief bieden. Harriet Freezer heeft een zeer belang rijk boekje geschreven. Want la ten we wel zijn: aan de kerstda gen kléven problemen. R.P. Op deze pagina bijdragen van: Ruud Paauw Annemiek Ruygrok Theo Kroon Miep de Graaf Henriette v.d. Hoe ven Titel: Kleed je speels. Schrijver: Jean Laurv Uitgeverij Kosmos, prijs 16,90. Kleren die je kant en klaar kunt ko pen zijn vaak redelijk, maar het grote bezwaar is dat het massa producten zijn die weinig karakter meer hebben. Het boek "Kleed ie speelsgeelt talloze voorbeelden om met kleren te experimenteren vanaf simpele bandjes tot zelf stof fen maken. Een inspirerend boek met talloze originele voorbeelden. Let wel: alleen voorbeelden, be schrijvingen, patronen en derge lijke zijn in het boek niet te vinden. De foto's inspireren en kunnen aan leiding zijn om geen bandje meer weg te gooien, maar voor de rest wordt alles aan de fantasie van de lezer overgelaten. M. de G. Bij de mededeling dat Carmiggelts nieuwste bundel heerlijke kronkels er weer is, had ik het eigenlijk wil len laten. Het is, naar mijn gevoel althans, wat gênant om na zoveel jaar nog uitbundig over de kwalitei ten van Carmiggelt uit te halen. Met hem behoort het te gaan als met een gerenommeerd wijnmerk: de aan kondiging dat-ie er weer is, moet ruim voldoende zijn voor de ken ners en de liefhebbers. Maar omdat dat toch ook wat schraaltjes is, heb ik de nieuwe bundel maar eens naast een van de eerste gezet ("Honderd dwaashe den"). En dan zie je de niet geringe verandering die Carmiggelt heeft doorgemaakt. Zijn verhalen zijn veel soberder geworden. ,De uit bundigheid van de dwaasheden is vergleden in de wind. Hij maakt nu ook niet meer zo n afgerond slot aan zijn verhalen. Het zijn nog meer dan vroeger flarden en fragmenten. Rijp voor een vervolg. Gelukkig R.P. "Fischer en zijn voorgangers", door prof. dr. Max Euwe. Uitgege ven door Hollandia BV, Baarn. Prijs f 22.50. "Is Robert Fischer de grootste schaakspeler van alle tijden?" Dat vraagt prof. Euwe zich in dit boek af en hij is bepaald niet de enige in de schaakwereld die met die vraag rondloopt, al zal men vermoedelijk nooit meer iets van Fischer op de 64 velden vernemen. Hoe staat de Amerikaan tegenover spelers die hij nimmer aan het bord heeft ontmoet (Lasker, Capablan- ca, Aljechin) of pas bestreed nadat zij hun hoogtepunt duidelijk voor bij waren (Euwe, Botwinnik, Smis- low). En hoe moet men hem rang schikken ten opzichte van recente wereldkampioenen als Tal, Petros jan, Spasski? Terecht legt Euwe het accent op de vraag hoe Fischer zich verhoudt tot de drie schaakgenïeen met wie hij de degens nimmer heeft kunnen kruisen: Lasker, Capablanca en Al jechin. Hij pakt bepaalde aspecten van Fischers stijl en vergelijkt ze met soortgelijke aspecten van de drie overleden wereldkampioenen. Daartoe heeft hij een aantal speci fieke partijen van alle betrokken spelers bijeen gezocht. Wat Euwe met zijn gebruikelijke nauwgezetheid uitpluist is fascine rend, ofschoon hij al in de inleiding zegt dat het niet mogelijk is uit te maken of Fischer inderdaad de grootste kampioen aller tijden is. Daarmee wekt Euwe wel enigszins de indruk van een detective die een mysterie onderzoekt waarvan hij bij voorbaat weet dat het nimmer ontsluierd zal worden. Maar zoveel doet het er ook niet toe. Er zijn hier in elk geval een aantal heerlijke partijen van onverbidde lijke topschakers bijeengeplaatst. De vergelijkingen leiden soms tot frappante conclusies In de epiloog schrijft Euwe dat van Echt nog niet zo lang geleden werden de kinderen uit katholieke ouders onmiddellijk na de geboorte gedoopt. Meestal nog dezelfde - maar in ieder geval de volgende dag. Dit werd dan gedaan .omdat het kind besmet was met de erfzonde, en als het dan ongedoopt zou sterven in het voorgeborchte zou komen en niet in de hemelDoor het doopsel werd hetkind een kind Gods en tevens opgenomen in de Kerk. Dit onmiddellijk laten dopen gebeurt nog maar zelden. De angst dat het kind meteen na de geboorte zou sterven is verdwenen en ook de angst voor het voorgeborchte is weg. Na enige weken als de moeder weer op is, gaat men ter kerke,om het kind te laten dopenDe vraag is: waarom laat men hedentendage nog de kinderen dopen? Uit een NIPO enquête medio dit jaar bleek dat 65% van de Nederlanders hun kinderen laten dopen en bij de katholieken was dit percentage 83%. Op die vraag probeert pastor J. Straver uit Nijmegen in het dezer dagen bij Gooi en Sticht uitgegeven boekwerkje Dopen9 wat een vraag" een antwoord te geven. De inhoud van zijn boekje is eigenlijk een neerslag van doop ge sprekken, zoals die in de Nijmeegse nieuwbouwwijk Dukenburg worden gehoudenHieruit blijktdat een van de motieven voor het laten dopen is de traditie en het bang zijn van de ouders. Toch zijn er, in het bijzonder jonge ouders, die het nalaten met de motivering: ze hebben toch geen persoonlijk kwaad gedaan. Voor alle duidelijkheid stelt de schrijver, dat 'dopen we zenlijk een "kerkelijk" gebeuren is", en dat dopen automatisch betekent opname in de Kerk. Overigens onthoudt hij zich van een antwoord op de vraag van het waarom. "Ik heb geen standpunt willen innemen" is zijn - naar onze mening aanvechtbaar - motief. Toch een zeer onderhoudend boekje. "Dopen wat een vraag". J. Straver. Uitg. Gooi en Sticht, f 6,50. "Slenteren", de nieuwe bundel van Simon Carmiggelt, uitgege ven door De Arbeiderspers, Am sterdam. Het gedrukte woord wordt jaarlijks bij massa's over ons uitgegoten. Het leidt onherroepelijk tot een ze kere mate van leesmoeheid. Soms vraag je je af of de taal nog veel nieuws te brengen heeft, of de kunst van het woordgebruik niet plat gaat bij zoveel produktie. Maar elk jaar is daar Simon Carmiggelt weer om te bewijzen dat je met een voud en oog voor details zonder moeite de volle aandacht kunt krij gen. De leesmoeheid wijkt onmid dellijk als je een zin leest als: "In de boerderij woonde geen boer meer en in de stal stond in plaats van een koe zo n langneuzige sportauto, waar twee slanke Avenue-lezers met een schoenlepel ingeholpen moeten worden" 4r Simon Carmiggelt: soberder verhalen Titel - Kruid ens trips. Auteurs Hanneke Woerdeman en Willem Overmars. Uitgeverij Zomer en Keuning, Wagenineen. Prijs f 10,- Wie doodserieuze werkjes liever 4inks laat liggen en meer is gesteld op gezellig bladeren en ook nog- eens iets lezen, zal beslist erg blij zijn met het Kruidenstripboek. In dit werkje, helemaal met hand- schriftletters gedrukt en vol grap pige tekeningen, worden wetens waardigheden over kruiden je spe lenderwijs bijgebracht. Het geeft eens op een heel andere manier in formatie over de meest populaire kruiden, ongeveer 20 waar je ze kunt en mag plukken, hoe je ze moet kweken en waarin je ze kunt gebruiken. Er worden b.v. recepten gegeven voor crème de menthe, lievevrouwebedstro-gebak enz. Maar ook de „niet" eetbare zijde van de kruiden wordt eventjes be licht. Het maken van haarlotion op kruidenbasis bijvoorbeeld. Een grappig cadeau voor de stri- pliefhebber, de kruidenkweekster of de natuurliefhebber. Maar wel voor mensen die geen haast heb ben, want snel opzoeken en even tjes lezen, dat is er echt niet bij. Titel: Groot Chinees kookboek. Auteur Gloria Bley Miller. Voor Nederland bewerkt door Beb Titel: Dlooien. binden, verven. Schrijfster: Anne Maile. Uitge verij: Kosmos. Sedert enkele jaren is het verven van stoffen, tie dye genoemd, erg populair. Deze knoop-bind-verf techniek geeft steeds weer andere mogelijkheden om op een weinig kostbare manier verschillende ef fecten te krijgen, zo eenvoudig of ingewikkeld als men wil. De term "Tie dye" beschrijft de twee han delingen van deze techniek. Ten eerste moet de stof worden afge bonden (tie), daarna krijgt de afge bonden stof een verfbad (dye). Bijna alle soorten stof, zelfs de goedkoopste katoen, zijn voor deze methode geschikt. Ingewikkelder wordt het verven, naarmate er meer kleuren aan te pas komen. In totaal bevat het boek ruim drie honderd foto's van verfmogelijk- heden, ook voor bijvoorbeeld ac cessoires en speelgoed. De foto's la ten zien, welk patroon er te voor schijn komt na diverse tie dye- technieken. M. de G. Prof. dr. Max Euwe de tien door hem bekeken wereld kampioenen Lasker, Capablanca, Aliechin, Botwinnik en Fischer het grootste aandeel hebben gehad in de bouw van de tempel van Caissa. "Het is mij niet mogelijk voor één van de vijf grote kampioenen mijn voorkeur uit te spreken". R.P Vuyk. Uitgeverij Luitingh, Laren. Prijs 34,50. De schrijfster van dit boek is een Amerikaanse die de Chinese keu ken leerde waarderen toen vrien den haar mee uit eten namen in een restaurant in San Francisco. Sinds die tijd was zij in de ban van de Chinese keuken. Toen zij zich een beetje in de zaak had verdiept, kwam ze er achter datje al snel au thentieke Chinese gerechten kunt maken, als je je maar aan de grond beginselen houdt. Toen ze daarover een artikel wilde schrijven kwam ze tot de conclusie dat dit te weinig eer voor de Chi nese keuken zou zijn. Daarom maakte ze er dit boek van. Het is een boeiende ontdekkings tocht met hier en daar wat Ameri kaanse invloeden maar gelukkig ook veel oorspronkelijke recepten. De schrijfster van het „Groot Indo nesisch Kookboek Beb Vuyk be werkte het boek zodat alle ingre diënten met een beetje goede wil in Nederland te krijgen zijn. Zoals ook bij het boek van Beb Vuyk is rekening gehouden met volslagen leken in deze Aziatische keuken. Drempelvrees is dus niet nodig. H.v.d.H. Harriet Freezer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 15