"Lege kantoren
in Leiden niet
verontrustend"
Hof van Holland pas
bij bouw van de lijst
Over vijfentwintig jaar, zal ik jou
nog steeds...
Pronk bepleit in Leiden
raad voor researchbeleid
Samensteller „kantoren-nota
morgen laatste dag!
DINSDAG 16 DECEMBER 197
55
DEN HAAG „Wanneer er ge
sproken wordt over leegstand van
kantoorgebouwen in Leiden, is
het misschien wel aardig een ver
gelijking met de situatie in Den
Haag te maken. In Den Haag
staat namelijk evenveel leeg als
er in heel Leiden aan kantoor
ruimte beschikbaar is. En van de
in Leiden totaal beschikbare
ruimte staat ongeveer zes procent
leeg".
Aldus drs. S. A. van Keulen, op
steller van de kantoren-nota van de
Kaniers van Koophandel en Fabrie
ken voor Den Haag. Delft en Lei
den, bij de presentatie van die nota
(uit de inhoud waarvan we gisteren
berichtten).
Het is volgens de heer Van Keulen,
die zowel voor de Leidse als de Haag
se Kamer werkt, nogal moeilijk uit
te maken of dat leegstandpercenta
ge van zes procent al of niet te hoog
is. "Hoe veel is te veel? Die vraag
is niet goed te beantwoorden. Als
vuistregel wordt in ieder geval aan
gehouden dat een aanbod van kan
toorruimte van vijf procent normaal
LEZERS SCHRIJVEN:
Renovatie LWS
Als reactie op het stuk "eerste ge
renoveerde woning en eerste wissel
woning" van het LWS-complex van
188 in de Schimmelstraat, de Pot
gieterlaan, de Toussaintkade, de De
Genestetstraat en de Nic. Beets-
straat is het me opgevallen dat er
met geen woord gerept wordt over
de vechter van het eerste uur, de
heer Jan Pen, die ondanks de
voortdurende tegenwerking van ho
gerhand (en zonder ook maar enig
eigenbelang) heeft kunnen bereiken
dat nu de eerste woning met een
feestelijk tintje kon worden geopend
H. MATTER
Potgieterlaan 16
Leiden.
ontrustend", zegt Van Keulen. "Wel
is het zo, dat in een betrekkelijk klei
ne kern als Leiden een leeg kan
toorgebouw veel eerder opvalt dan
in bijv. Den Haag. Daar komt bij,
dat de lege kantoorgebouwen aan het
Schuttersveld en de Vondellaan op
in het oog springende plaatsen
staan".
Volgens de Kamer-medewerker had
den die kantoren overigens al min
stens 2 keer verhuurd kunnen zijn
"Eén keer ging het huurcontract op
het laatste moment niet door omdat
de personeelschef van het bedrijf dat
zich er zou vestigen, bang was in Lei
den niet voldoende geschikt perso
neel te zullen vinden. Hij baseerde
deze mening overigens niet op diep
gaand onderzoek. Veel meer speelde
het negatieve beeld dat Leiden naar
buiten heeft een rol".
"Ook een ander huurcontract ging
op het laatste moment niet door.
Ook in dit geval waren subjectieve
gronden beslissend. En als dat een
paar keer gebeurd is, en die kan
toorgebouwen blijven zo lang leeg
staan, dan gaat men al gauw den
ken, dat er iets mankeert aan Lei
den als vestigingsplaats. En wan
neer maar genoeg mensen dat den
ken, blijven die kantoren in ieder
geval leeg staan".
"Zo zie je dat de ontwikkeling van
de kantorenmarkt in Leiden via een
aantal toevalligheden is verlopen",
zegt de heer Van Keulen. "Voor het
zelfde geld zouden die huurcontrac
ten wèl zijn doorgegaan. Dan zou
Leiden waarschijnlijk het imago heb
ben van een uitstekende vestigings
plaats".
In het verleden is er volgens Van
Keulen een grote belangstelling ge
weest voor de bouw van kantoorpan
den in Leiden.
"Maar dat is veranderd toen men
in Leiden de mogelijkheid wilde heb
ben, om eens per vijf jaar de erf
pachtcanon eenzijdig te kunnen aan
passen. Op zo'n manier kun je er
wel zeker van zijn dat er geen pro-
jectonwikkelaar meer naar Leiden
komt. Niet omdat die iets tegen erf
pacht zou hebben, maar hij heeft
wel een grote hekel aan onzekerheid.
Een projectontwikkelaar wil weten
waar hij aan roe is, en dat weet hij
niet wanneer de erfpachtcanon niet
vast ligt".
Van Keulen: "Het hele
sche beleid in Leiden blijft zo vaag
en onzeker dat de stad als vestigings
plaats minder geschikt wordt. Het
lijkt erop, dat de gemeente Leiden
eigenlijk niet weet wat ze wil. Die
houding zal moeten veranderen, zo
dat er geen grond meer zal bestaan
voor het slechte imago dat Leiden
heeft".
Van Keulen erkent wel, dat de mo
gelijkheden op economisch gebied
voor een gemeente nie»t zo groot
zijn „In onze maatschappij is de ge
meente over het algemeen afhanke
lijk van de beslissing van het be
drijfsleven, om zich ergens al dan
niet te vestigen. Maar zolang dat zo
is, zal een gemeente toch haar best
moeten doen om bedrijven aan te
trekken, om vestiging op haar grond
gebied aantrekkelijk te maken. De
gemeentelijke overheid (en ook de
Rijksoverheid) kunnen de onderne
mers niet verplichten zich in een
bepaalde plaats te vestigen Maar
een gemeente kan wel zoveel moge
lijk de mogelijkheden daarvoor
scheppen".
En volgens Van Keulen is het duide
lijk, dat op een wat langere termijn
de gemeente Leiden die mogelijkhe
den zal kunnen scheppen. "De lig
ging is gunstig, de verbindingen met
Den Haag en Amsterdam zijn nu al
goed, maar worden na de aanleg van
de Sohiphollijn nog veel beter. Bo
vendien heeft de gemeente Leiden *t
grote voordeel dat grote stuk
ken gunstig gelegen grond op het
ogenblik nog niet benut zijn (het
Schuttersveld en de Morssingel)
Een zwak punt is nu nog het ontbre
ken van een goede Verbinding rich
ting Alphen-Utreciht. Maar wanneer
de Ryksweg 11 zal worden aange
legd
is ook dit nadeel niet meer aanwe
zig. De mogelijkheden voor Leiden
zijn over een aantal Jaren zeer goed
te noemen. Maar als de gemeente
Leiden van die mogelijkheden ge
bruik wil maken, zal er nu al voor
uit gedacht moeten worden. Alleen
wanneer men straks klaar is, wan
neer de plannen rond zijn, heeft de
opkomst van een behoorlijke kanto-
renfunctte een redelijke kans. Als
de gemeente er pas over een paar
jaar over gaat nadenken, is het te
laat".
Minister Pronk: researchbeleid van en voor ontwikkelingslanden te bespreken in sectorraad.
LEIDEN "We moeten komen
tot de oprichting van een sector
raad, waarin het researchbeleid
van en voor de ontwikkelingslan
den wordt besproken. Die raad zal
moeten zijn opgebouwd uit leden
van de overheid, de zogenaam
de producenten en vertegenwoordi
gers uit de ontwikkelingslanden
Zaak is dat die raad er zo spoedig
mogelijk komt".
Aldus minister Pronk (Ontwikke
lingssamenwerking) gisteravond op
de driedaagse interuniversitaire
conferentie over wetenschap en
techniek voor ontwikkelingslanden
die gehouden wordt in de Gor-
laeuslaboratoria aan de Wasse-
naarseweg in Leiden.
Minister Pronk liet zijn betoog in
twee delen uiteen vallen, enerzijds
sprak hij over de rol van de weten
schap en technologie in het ont
wikkelingsproces en anderzijds over
het Nederlandse beleid terzake.
Pronk: "in de ontwikkelingslan,
den worden grondstoffen gedolven,
deze grondstoffen worden vervol
gens naar de geindustrïaliseerde
landen geëxporteerd waar ze wor
den verwerkt, waarna ze worden te
rug verkocht tegen een aanmerke
lijk hogere prijs dan waarvoor de
grondstoffen werden gekocht. Wel
nu, zoals bekend gaat de technische
kennis vooruit, waardoor het pro-
dukt hoogwaardiger en de prijs ho
ger wordt. Het is dus van belang
dat er in de ontwikkelingslanden
een eigen technologische infra
structuur wordt opgebouwd. Een
6tructuur, die aangepast is aan de
eisen die daar gesteld worden.
Waarbij gedacht moet worden aan
een produkt dat lage scholingseisen
stelt aan de fabrieksarbeiders,
waarbij gedacht wordt aan de
werkgelegenheid die geschapen
moet worden en waarbij ook ge
dacht wordt aan het feit dat het te
produceren goed wordt gemaakt
van lokaal beschikbaar materiaal".
Minister Pronk stipte ook nog de
twee zaken aan waardoor volgens
hem de industriële groei van de
ontwikkelingslanden wordt ge
remd: "Allereerst door de hierboven
al uitgeduide technische afhanke
lijkheid van de ontwikkelingslan
den aan de geïndustrialiseerde lan
den. Ten tweede omdat de markt
van de internationale technologie
ondoorzichtig is. Dat komt o.m.
doordat de geïndustrialiseerde lan-
BUS IN NIJL Bij Luxor is een
bus in de Nijl gestort, officieel is
meegedeeld dat 50 personen om het
leven kwamen. Zes hebben het on
geluk overleefd.
den alleen die technische kennis
verkopen die ze kwijt willen. Daar
door is de technische kennis in de
Derde Wereld in veel gevallen nog
al verouderd. Daarnaast wordt er
naar mijn smaak in de ontwikke
lingslanden te veel research gewijd
aan bijvoorbeeld militair onder
zoek".
Minister Pronk vertelde over het
Nederlandse ontwikkelingsbeleid dat
de regering probeerde enig zefOver
trouwen bij de ontwikkelingslanden
te kweken. Verder zocht het kabinet
vooral naar de armste gebieden in
de ontwikkelingsanden beterf wordt,
de wereld. Hij constateerde dat het
internationale beleid met betrekking
tot de wetenschap en techniek in
En dat zou volgens Pronk vooral ko
men door het groeiende zelfvertrou
wen van de Derde Weteld.
"De opbouw van een wetenschap
pelijke infrastructuu- in de Derde
Wereld moet worden gestimuleerd"
aldus Pronk, die besloot met te zeg
gen dat "de geïndustrialiseerde lan
den en de ontwikkelingslanden moe
ten komen tot een "general agree
ment" waarbij de industriële landen
o.a. beloven geen technische gege
vens achter te houden".
Stichting voor
ambulante
geestelijke
j gezondheidszorg
LEIDEN Het Algemeen Bureau
voor Levens- en Gezinsvragen, het
r.k. Medisch opvoedkundig Bureau
en het Algemeen Medisch Opvoed
kundig Bureau zijn tot een financi-
eel-administratief en organisatorisch
samengaan gekomen. Er is een nieu
we stichting gevormdStichting
voor Ambulante Geestelijke Gezond
heidszorg voor de Regio Leiden. De
drie bureaus noemen deze stap
"een verheugend teken van samen
werking en van groei naar regionali
satie in de geest van de structuur
nota Gezondheidszorg van staatsse
cretaris Hendriks". De drie bureaus
zullen overigens voorlopig onder
hun eigen oude naam en op hun hui
dig adres blijven functioneren. "We
willen het samengaan niet forceren
Ieder blijft zijn eigen identiteit hou
den", zegt één van de initiatiefne
mers. Het aantal medewerkers van
de bureau's wordt door de samen
werking niet gewijzigd. Het adres
van het bestuur en de administratie
van de nieuwe stichting is Rijnsbur-
gerweg 142 in Leiden, tel. 071-152640.
De overige adressen: Algemeen Bu
reau voor Levens- en Gezinsvragen
Rijnsburgerweg 136. Leiden; tel. 071
151119; r.k. Medisch Opvoedkundig
Bureau, Hooglandsekeikgracht 32
Leiden; tel. 071-133043; Algemeen
Medisch Opvoedkundig Bureau, j
Rijnsburgerweg 142, Leiden, tel. 071-
152640.
PPR tegen
aanleg van
Rijksweg 11
LEIDEN Op een door het pro
vinciaal bestuur van de PPR beleg
de vergadering hebben alle vertegen
woordigers van de bij de aanleg van
Rijkweg 11 betrokken gemeenten
zich uitgesproken tegen de aanleg
van deze nieuwe autoverbinding tus
sen Rijksweg 4 en 44.
Volgens de PPR-vertegenwoordiger
betekent de aanleg een onherstelba
re aantasting van het fraaie Zuidhol
landse polderlandschap Verder
heeft verkeersonderzoek aangetoond
dat door de aanleg van de rijkweg 11
de bestaande verkeersaders weinig
zullen worden ontlast. Wel wordt
door de aanleg nieuw, voorname
lijk autoverkeer aangetrokken,
waardoor een grotere verkeersover
last voor de betrokken gemeenten
ontstaat. De aanleg zal naar het
oordeel van de PPR het autogebruik
bevorderen. Gevolg van de Rijks
weg 11 zou-zijn een verdere verste
delijking langs de as Alphen-Leiden.
(ADVERTENTIE).
Minister Van Doorn op vragen Van der Lek (PSP):
Beminnen, zegt het bekende lied.
En stel dat het lied gelijk heeft, dan
zal dat zeker nog bij aardgas-
warmte gebeuren.
Hoe langer wij elkaar bij aardgas-
warmte kunnen beminnen, des te
beter, want aardgas is een energie
met veel goede eigenschappen.
Het is 'lief'voor het milieu (schone
verbranding), er zijn geen opslag
problemen en het zit dicht bij huis.
Redenen genoeg om zo lang moge
lijk met de voorraad te doen. Dus nü
al besparen op aardgas. Hoe?
Een voorbeeld: niet onnodig kamers
verwarmen die nauwelijks in
gebruik zijn. Hebt u in zo'n vertrek
een radiator, draai deze dan dicht,
als het tenminste niet hard vriest.
Een gevelkachel kan op z'n laagste
stand worden gezet.
Als we allemaal wat bewuster gaan
stoken, zitten we er nog vele jaren
warmpjes bij.
Gezamenlijke publikatie van het Ministerie van Economische Zaken, de Vereniging van Exploitanten
van Gasbedrijven in Nederland (Vegin) en N.V. Nederlandse Gasunie correspondentieadres, postbus 19.Groningen
LEIDEN Het pand Bree-
straat 127-129 <Het Hof van Holland,
waarin nu nog de Raad van Arbeid
gevestigd is) is niet door minister
Van Doorn van CRM van de voor
lopige monumentenlijst afgevoerd,
hoewel h« wel aan C en A vergun
ning heeft verleend het pand te mo
gen slopen.
Dit blijkt uit de schriftelijke ant
woorden. die minister Van Doorn
heeft gegeven op vragen van het
Tweede Kamerlid Van der Lek (PSP)
In ziin antwoord schrijft de minis
ter. dat Het Hof van Holland op 8
november 1974 door de Monumenten-
raad op de voorlopige monumenten
lijst is geplaatst. Het verlenen van
de door C en A gevraagde sloopver
gunning houdt niet in dat het pand
daardoor van die lijst wordt afge
voerd, aldus de minister. Dit zal
pas gebeuren wanneer van de ver
gunning gebruik gemaakt wordt.
Op de vraag van Van der Lek of
het waar is, dat de Monumenten-
raad de minister heeft geadviseerd
om het pand op de definitieve mo
numentenlijst te zetten, antwoordt
de bewindsman van CRM dat de
Monumentenraad hem nog geen ad
vies heeft uitgebracht omtrent de
definitieve plaatsing van het pand
op de monumentenlijst. De Monu
mentenraad heeft eerst de sloopaan-
vrage behandeld, zo schrijft de mi
nister. Hij vermeldt echter niet. hoe
het advies van de Monumentenraad
m.b.t. de sloopaanvrage luidde.
In een andere vraag suggereerde
Van der Lek, dat er niet voldoende
onderzoek is verricht naar mogelijk
heden voor nieuwbouw in de Leidse
binnenstad, terwijl er wel degelijk
andere geschikte mogelijkheden zijn.
Daarop antwoordt de minister dat
hem (m.n. uit een raadsstuk van
B en W van Leiden en een advies
van de Kamer van Koophandel) is
gebleken, dat na een ingesteld on
derzoek is komen vast te staan
dat geen andere mogelijkheden voor
de nieuwbouw van C en A in de
Leidse binnenstad aanwezig zijn. An
dere geschikte mogelijkheden zijn
hem dan ook niet bekend.
Op de vraag van het PSP-Tweede
Kamerlid wat de minister precies
bedoelt met de opmerking, dat hij
zwaarder gewicht toekent aan het
economisch goed functioneren van
de Leidse binnenstad dan aan het
behoud van de historische waarde
ter plaatse, schrijft de PPR-minister
het volgende: "Het economisch func
tioneren van een binnenstad wordt
bepaald door een aantal factoren zo
als de aanwezigheid: van een hoog
waardig winkelapparaat en voor
zieningeniveau. Gezien de moeilijke
positie van de Leidse binnenstad is
het daarom voor het behoud van
een levendige binnenstad gewenst,
dat een winkelbedrijf als C en A
dat een duidelijke "trekkersfunctie"
heeft, tot ontplooiing kan komen.
Wanneer het behoud van een be
paalde bebouwing ertoe zou leiden,
dat de genoemde factoren niet tot
ontwikkeling kunnen komen, kan het
gevaar ontstaan dat een binnenstad
verschraalt of verder vervalt. Doet
zich die situatie voor of zou die zich
kunnen gaan voordoen, dan dienen
de economische en monumentale be
langen tegen elkaar te worden afge
wogen, waarbij de balans kan door
slaan ten gunste van het eerstge
noemde belang. In dit geval diende
dat naar men mening te gebeuren".
Op de vraag van Van der Lek of
het waar is, dat C en A openlijk
te kennen heeft gegeven Leiden te
zullen verlaten als haar nieuwbouw-
plannen in de Breestraat niet mo
gen worden uitgevoerd, antwordt
de minister dat C en A voor zover
hem bekend is nooit openlijk heeft
gezegd de Leidse binnenstad te zul
len verlaten wanneer de sloopvergun
ning zou worden geweigerd.
Tenslotte schrijft de minister nog,
dat ("om het economisch goed func
tioneren van de Leidse binnenstad
zo goed mogelijk te laten samengaan
met het behoud van het historische
karakter van die binnenstad") hil
aan de sloopvergunning de voorwaar
de heeft verbonden dat, voordat er
gesloopt mag worden, overleg moet
plaatsvinden over de toekomstige
nieuwbouw. Dit overleg moet ook
gevoerd worden met de Rijkscom
missie voor de Monumentenzorg en
de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg. Volgens de minister zal de
nieuwbouw vanzelfsprekend dienen te
passen in de bestaande, historische
bepaalde omgeving.
ADVERTENTIE
caravan rai
Geopend 10-17 en 19-22 uur.
Toegang f5,-, kinderen tot 14 jaar f3,—.
Voordelige trein-toegangsbiljetten bij NS-stations.
een caravan voor 't (goeie) leven