Besef groeit
cultuurgoed
beschermen
GRIEKENLAND EN ROME
Diepere kracht
Een maagd voor
rode kardinalen
Imposant fotoboek
Okselgeur in wereld vol onbegrip
Aardappel
Grondleggers Westerse beschaving
Kruidenrekje in de keuken
Kleurenfoto's als verluchting van „kijkboeken", winnen de
laatste tijd steeds meer veld. En dat is begrijpelijk, niet
alleen omdat de druktechnieken steeds mooiere resultaten
mogelijk maken, maar ook om het voor de hand liggende
feit, dat de mens nu eenmaal aan kleuren „gewend" is. Hij
beschouwt ze zozeer als onlosmakelijk onderdeel van de
werkelijkheid, dat kleurendruk bijna als vanzelfsprekend
wordt gevoeld.
Titel: „Afscheid"; Auteur: Neel
Doff; uitgeverij: Meulenhoff;
prijs: 15,-.
Neel Doff is voornamelijk bekend
geworden door haaf trilogie over
Keetje Tippel.
Nu de film „Keetje Tippel" in Ne
derland zon succes heeft gehad, is
ook de belangstelling voor Neel
Doff opgeleefd. Vandaar waar
schijnlijk. dat „Afscheid" is uitge
geven. Een andere reden is maar
moeilijk te verzinnen.
„Afscheid" speelt zich af tijdens de
levensavond van de schrijfster.
Haar gezichtsvermogen is niet
best meer en haar reuk- en smaak-
zintuigen werken ook niet zoals ze
moeten doen. Ze is eenzaam en
ziekelijk, ontmoet weinig mensen,
maar doet daar niet sentimenteel
over. Gelukkig maar, anders was
dit boek helemaal niet te verteren.
Want saai is haar leven in die laat
ste jaren. En over die saaiheid ver
telt ze van dag tot dag. Het enige
waar ze zich over op kan winden is
de natuur om haar heen.Die wordt
dan ook uitvoerig beschreven op
het vervelende af.
Neel Doff komt uit een armzalig
milieu. In haar „Keetje-boeken"
vertelt ze over de tijd. dat ze door
haar moeder de hoer op werd ge
stuurd. Triest genoeg. Maar later is
ze dit milieu ontgroeid door haar
huwelijk met „een heer van
Begrijpelijk is het dat ze zich
daarna afzette tegen het door haar
zo verfoeide milieu. Dat ze dan ook
neerkijkt op de boeren in haar
woonplaats, is nog te vatten.
Maar dat ze schrijft:
„Het dienstmeisje dat ik op het
ogenblik heb trekt witte hand
schoenen aan om melk te gaan ha
len op de'boerderij aan het eind
van de weg. Als ze in ander opzicht
geciviliseerd waren zou ik het be
grijpen, dan zou ik zeggen: dat is
een stapje op de goede weg, maar
ze zyn nog steeds een troep zonder
beschaving of cultuur, en blyven
een okselgeur verspreiden of
schoon ze warm water en zeep tot
hun beschikking hebben. In mijn
huis tenminste", raakt kant noch
Een wereld van onbegrip spreekt
hieruit, die bij iemand met haar
achtergronden juist zuo moeten
ontbreken.
Titel: Die (Hjeerlijke Aardappel.
Auteir Marianne Stuit. Uitgeverij
Van Dishoeck.
We kijken weieens een beetje neer
op de aardappel. Ten onrechte want
de aardappel heeft ons en onze
voorvaderen vele jaren trouw ge
voed. Omdat onze eetgewoonten
wat luxer zijn geworden moeten we
die heerlijke aardappel meteen
maar uit ons „eetleven" bannen.
Helemaal niet nodig. Dat bewijst
dit boekje van Marianne Stuit. Wat
dacht u van Fondue Parmentier,
krielaardappeltjes met kaasfondue.
Het is echt lekkerder dan brood.
Aardappelen lekker vinden is heus
geen vertoon van slechte smaak, als
u dat soms denkt, want de veel ge
roemde Franse keuken geeft wel
achtentwintig manieren om de aar
dappel klaar te maken. Wie het
boekje Die (Hjeerlijke Aardappel
eens goed doorleest zal tot de ont
dekking komen dat met die gewone
piepers toch heel wat te versieren
HvdH
En toch. wat kunnen zwart-witte
foto's, ook als boekdruk, een aan
trekkelijk beeld geven van een be
paald facet van onze omgeving,
zoals in de fraaie fotoboeken van
uitgeverij Ankh-Hermes in Deven
ter, achtereenvolgens over „Oude
boerderijen", „Kastelen" en nu dan
over Historische landhui-
ze?ï"(prijs tot 1 januari 69). Ook in
dit derde deel zijn de foto's van Ger
Dekkers, die erin geslaagd is zijn
beperkte en daardoor verre van
gemakkelijke onderwerp telkens
weer vanuit een andere gezichts
hoek te bekijken, soms door ge
bruik te maken van de charme van
details of verschillende voorgron
den, dan weer door gevarieerde
boomgroei. weerspiegeling in het
water of de verscheidenheid der
jaargetijden, zodat zijn 170 foto's -
waarvan elf over dubbele pagina's -
een voortdurend wisselende in
druk geven van de schoonheid der
historische landhuizen.
Wat zijn eigenlijk „historische
landhuizen" en waarin onder
scheiden ze zich van (royale) boer
derijen en kastelen? De directeur
van de Kastelenstichting, A. J. JM.
Schellart, gaat er in zijn inleiding
tot dit fotoboek uitvoerig op in,
mede aan de hand van de geschie
denis, die teruggaat tot de Ro
meinen met hun villa's. In het kort:
een landhuis is een niet versterkt,
comfortabel ingericht huis in lan
delijke omgeving, doorgaans om
geven door fraaie tuinen en/of bos
sen en veelal gebouwd en bewoond
door stedelijke patriciërs. Het ver
schil met een kasteel is dus, dat het
geen verdedigende taak heeft, en
het onderscheidt zich van een rijke
boerderij door de zorg, die besteed
is aan de inrichting en het comfort.
En verder spelen, zoais dr. F.H.
Grapperhaus in zijn „Introductie"
opmerkte, „de bruggen met forse
zandstenen balustraden, bouwhui
zen, koetshuizen, grachten en niet
te vergeten de grootse boompar
tijen, wijde doorkijken en romanti
sche tuinen een belangrijke rol om
het geheel een onvergetelijk esthe
tisch beeld te geven".
Helaas, de omvang van deze huizen
vormt voor de bewoning een steeds
groter probleem en veel is al ver
dwenen of onherstelbaar verminkt.
Toch mogen we ons, zoals de sa
mensteller, de architect A. A. C.
Maaskant, in een „Woord vooraf"
opmerkt, gelukkig prijzen, dat wij
in Nederland nog zo'n groot aantal
van deze buitenplaatsen bezitten,
die meestal op de lijst van monu
menten van Geschiedenis en
Kunst staan.
Terecht voegt Maaskant er aan toe:
„Wij moeten ervoor zorgen en ijve
ren, dat ze beschermd en bewaakt
blijven". Het gaat immers om
prachtige bouwwerken-annex-
omgeving als Heringastate (Poptas-
lot) te Marssum, Weldam in Goor,
Twickel in Delden, 't Joppe in
Gorssel. de vele huizen aan de
Vecht. Sparrendaal in Driebergen,
het Slot van Zeist, de Trompen-
burgh in 's-Graveland, Oostermeer
in Ouderkerk aan de Amstel, Beec-
kestijn in Velsen, Hofwijck in
Voorburg, Duinbeek in Domburg,
De Blauwe Camer in Oosterhout,
Vaalsbroek in Vaals en Goeden-
raad in Simpelveld, om er maar een
paar te noemen. In dit boek volgen
de foto's elkaar op per provincie en
aan het slot vindt men nog ver
scheidene pagina's met zeer nuttige
historische gegevens van de afge
beelde landhuizen.
Schellart betreurt in zijn inleidende
beschrijving, dat tal van mooie hui
zen in gebruik zijn als hotel, kan
toor, klooster, zieken- of rusthuis,
vormingscentrum en zelfs labora
torium en fabriek. Dat zyn immers
„alle minder geschikte toepassin
gen van huizen die juist bij uitstek
zijn ontworpen voor bewoning van
een gezin". Bovendien leidt dat tot
de ondergang van bijbehorende
historische tuinen, waarvan be
kend is dat sommige in de laatste
decennia vereenvoudigd of zelfs
omgeploegd zijn. Dat is, jammer
genoeg, mede een gevolg van de be
lastingwetgeving van de overheid,
die verbiedt dat terreinen, in ge
bruik als cultuurgrond, extra wor
den belast, terwijl over siertuinen,
parken, grachten en vijvers door de
gemeenten desnoods wèl heffingen
mogen worden opgelegd.
Dus een beschouwing die in mi
neur eindigt? Neen, want Schellart
constateert, dat langzamerhand het
besef groeit dat dit cultuurgoed be
schermd moet worden. „De land
huizen in hun landelijke omgeving
van tuinen en parken hebben hun
aantrekkelijkheid, hun natuurlijke
schoonheid door de eeuwen heen
behouden en tonen haar met een
zekere trots aan bezoekers en pas
serendetoeristen. Zij zijn de moeite
waard tot in de verre toekomst
bewaard te blijven".
Dit boek is een uitnemende bij
drage om het begrip voor het rijke
bezit aan landelijke monumenten
te versterken!
C.J.R.
"Een maagd voor de Rode Kardi
nalen" door Robert A. van Dijk,
verschenen bij A. W. Bruna en
Zoon in Utrecht.
Een nieuwe Nederlandse ster aan
het detectieve-firmanent: Robert
A. van Dijk. Van huis uit recher
cheur. thans voorlichtingsfunctio
naris bij de Amsterdamse politie.
Doorkneed derhalve in het politie
werk. Daarom doet het verwonder
lijke aan dat Van Dijk het speurder-
swerk in zijn verhaal niet laat op
knappen door een of meer politie
mensen. In navolging van Edgar
Wallace - wiens honderdste ge
boortedag dit jaar heeft geresul
teerd in een stroom van herdruk
ken van zijn befaamde detectieve-
verhalen - heeft de Amsterdamse
auteur een groepje van vier edele
figuren in het leven geroepen, dat
"gerechtigheid" met grote letters in
het vaandel heeft geschreven. Hij
noemt ze Rode Kardinalen.
Die gaan ongevraagd op pad als de
politie een jonge vrouw dood opvist
uiteen vijver in het Vondelpark. En
terwijl de politiemannen in het bu
reau eigenlijk niet meer doen dan
zich achter het oor krabben en zich
afvragen hoe het nu verder moet,
loopt dat kardinale kwartet zonder
zich aan de wetten en bepalingen te
storen rustig achter de gegevens
aan en komt zo bij de moordenaar
terecht.
Zo simpel is het. Althans in het
boekje van Robert van Dijk, dat
volgens de omslag door meer avon
turen van de "kardinalen" zal wor
den gevolgd. Moeten we gewoon
als een maniertje van Van Dijk
zien? Een methode om zijn over-
Het huis "Morren" te Doornspijk Gelderlandoorspronkelijk een omstreeks 1500 gebouwde hofstedein de igens goed lopend verhaal nog vlot -
tegenwoordige vorm een achttiende eeuwslandhuis.dat nog particulier wordt bewoond en omgeven is door een ter te laten schijnen. Of moeten we
aantrekkelijke tuin en park. het zien aIs een cn de coeur?
Robert A. van Dijk
niet onverdienstelijk debuut
Een hartekreet uit ervaring gebo
ren? Omdat de rechercheur Van
Dijk zich eens te veel aan handen en
voeten gebonden voelde? Of is het
de wensdroom van een politieman?
Eens zo te kunnen werken, onge
bonden, royaal en zonder pottekij-
kers.
Misschien geven Van Dijks toe
komstige boeken nog eens uitsluit
sel. Voorlopig blijven we met die
vragen zitten na zijn niet onver
dienstelijke debuut. Het soms wat
al te gemakkelijk. Teveel zwart en
wit. Het overwoekert het feit, dat
het boekje zich vlot laat lezen. Want
door die te eenvoudige oplossingen
blijft er aan spanning niet veel over.
En dat is toch wel de essentie van
een goede detective.
KP.
Op deze pagina
bijdragen van:
C. J. Rotteveel
Annemiek Ruygrok
Theo Kroon
Henriëtte v. d. Hoeven
Koos Post
Intuïtief voelen we allemaal wel eens. dat er diepere krachten in ons
schuilgaan, die we in ons dagelijkse doen en laten niet of nauwelijks
aanspreken. „Zijn wij die diepere krachten op het ogenblik weer aan het
ontdekken?", zo vraagt dr. Seef Konijn zich in zijn dezer dagen bij Gooi en
Sticht uitgegeven boekje „Hopen onbegonnen werk?" af. Zijn ant
woord luidt zeer positief: „Het is mijn heilige overtuiging". Hij relativeert
deze opmerking onmiddellijk met te stellen: „Ik hoop, dat ik gelijk he'b".-
Seef Konijn is verbonden aan het pastoraal centrum van het bisdom Haar
lem, en verzorgt regelmatig radio-uitzendingen voor KRO en Wereldom
roep. Hij is de auteur van de terecht veelbesproken bestseller„Ter over
brugging", waarin destijds - een paar jaar geleden - een eerlijke, openhar
tige handreiking werd gegeven „voor al degenen die zich m de kou Voelen
staan" „Hopen" is voor de schrijver „de grootste schat die we met ons
meedragen", maar dan wel „hopen" in de zin van openstaan voor elkaar.
En „hopen is ondenkbaar zonder liefde voor de ander". „Hopen" is tevens
onlosmakelijk verbonden met relativeren, ïsde stelling van de schrijver en
hij gaat verder: „Kunnen relativeren is een grote levensvoorwaarde, die
aanmerkelijk heilzamer is dan librium of valium". Dit jongste werkje van
Seef Konijn mag dan niet zo indringend zijn als zijn hoofdwerk „Ter
overbrugging": het is alleszins het lezen waard.
„Hopen onbegonnen werk?". Seef Konijn. Uitg. Gooi en Sticht, 11,50.
TK'JP
Titel: Elseviers Groot Kruiden
boek. Auteur Violet Stevenson.
Uitgeverij Elsevier Nederland.
Nederlandse bewerking Wina
In iedere Nederlandse keuken is
tegenwoordig wel een kruiden-
rekje te vinden. Bij sommigen
wordt het weinig gebruikt, anderen
maken er een sport van steeds weer
nieuws uit te proberen. Die laatste
categorie zal zich zeker vol enthou
siasme storten op dit boekwerkje
over kruiden. Door de fraaie illus
traties (tekeningen en foto's) weet
iedereen meteen waar over wordt
gepraat. Violet Stevenson begint
bij het prille begin van kruiden te
vertellen. Van haar leren we dat
oude Grieken al het gebruik van
kruiden kenden. Toen Erasmus in
de 16de eeuw over de tuin sprak
noemde hij dat het domein van de
vrouw, want door de eeuwen heen
zijn de vrouwen de meest verwoede
tuinlieden geweest.
Hun tuin bestond als het goed was
uit geneeskrachtige en kookkrui-
den.
Ook in de moderne tuin kunnen
kruiden gekweekt worden die te
vens een sierraad voor de omgeving
zijn. Dat zien we op de kleurenfo
to's in het boek.
Wie geen tuin heeft kan z'n eigen
kruiden kweken in een pot op het
balcon, ook daaraan wordt in het
boek royaal aandacht aan besteed.
Verder leren we in het kruidenboek
iets over o.m. gedroogde kruiden
en koken met kruiden, dat als je het
goed wilt doen toch wel een kunst
is. Het laatste hoofdstuk is getiteld
"krulden voor de kenner". Maar als
de rest van het boekje goed is gele
zen mag u zich daar al wel onder
scharen.
Van de bijzonder mooie serie „Grote tijdperken uit de we
reldgeschiedenis" is een nieuw deel verschenen: „Grieken
land en Rome, grondleggers van de beschaving". Misschien
herinnert men zich, dat de Nederlandse uitgever De Haan
(Unieboek, Bussum) er na langdurig touwtrekken in
slaagde een contract af te sluiten met de Amerikaanse „Na
tional Geographic Society", vermaard om de verzorgde,
kleurrijke uitgaven op aardrijkskundig gebied. Lang hiel
den de Amerikanen vast aan uitsluitend Engels voor de
begeleidende tekst in bovengenoemde serie, maar De Haan
slaagde er als eerste in een samenwerking tot stand te bren
gen, waarbij de tekst van deze schittterende platenboeken
in het Nederlands mocht worden gedrukt.
'l.v.d H.
Het eerste deel van „Grote Tijdper
ken" behandelde het „Dagelijks le
ven in Bijbeltijd". Voor het nu ver
schenen tweede deel over Grieken
land en Rome geldt hetzelfde oor
deel als voor het eerste: zelden
werden verantwoorde wetenschap,
boeiende tekst en prachtige
afbeeldingen-in-kleur zo fraai ge
combineerd als in dit fascinerende
boek. Zonder ook maar iets te kort
te doen aan de lof voor de hoge kwa
liteit van de tekst, moet toch vast
gesteld worden dat ook dit boek in
de eerste plaats de aandacht trekt
door de 541 illustraties, waarvan
niet minder dan 440 in levendige
kleurendruk zijn uitgevoerd, onge
rekend de zestien informatieve
kaarten.
Die illustraties omvatten niet alleen
kleurenfoto's van landschappen,
taferelen uit steden en dorpen,
tempels, kostbare oudheden en nog
veel meer, maar ook reprodukties
van speciaal voor de National Geo
graphic Society geschilderde histo
rische tonelen, zoals de slag bij
Thermopylae, waar de dappere
Griek Leonidas het slachtoffer
werd van verraad in zijn strijd tegen
de Perzen. Die plaat beslaat twee
volle pagina's. Nog iets groter en
indrukwekkender is de albeelding
van het schilderij, waarop de neder
laag van Vercingetorix tegen de
Romeinse ruiterij in beeld is ge
bracht. Wat kleiner maar niet min
der boeiend: het gevecht tussen een
paar worstelaars in Olympia, de
laatste grote veldslag van Alexan
der de Grote in Indie, Hannibals
tocht over de Alpen, het binnen
trekken van Romeinen in een Gal
lisch dorp, enz. enz. Het zou niet
moeilijk zijn deze voorbeelden met
een lange reeks te vermeerderen.
En zo biedt dit boek - resultaat van
voorbeeldige samenwerking tus
sen fotografen, schilders en schrij
vers - een fraai panorama van de
wereld van Odysseus, Pericles en
Alexander, de ontraadseling van
het geheim der Etrusken, Rome's
controverse met Hannibal en ten
slotte 't tijdvak van Caesar. Al bij al
een rijk boek, dat in woord en beeld
een meeslepend relaas geeft van de
klassieke oudheid. Na dit tweede
deel (evenals het eerste in
balacron-band met goudstempe
ling) verschijnen nog soortgelijke
werken over resp. Riddertijd en
Renaissance. De prijs van f 45 per
deel is, gelet op de kwaliteit van
tekst, illustraties, papier en band,
bijna een bagatel.
Tweemaal Rome
Ook buiten de kring van
minnaars-der-Oudheid en
pelgrims-naar-het-Vaticaan neemt
de belangstelling voor Rome steeds
meer toe. De „Eeuwige Stad" trekt
meer en meer de aandacht van de
gemiddelde toerist, vooral als die
aandacht zich met alleen uitstrekt
naar natuur maar ook naar cultuur.
Wie zich dan tevoren op de hoogte
wil stellen van wat hem of haar te
wachten staat, kan zeer goed te
recht bij twee fraaie uitgaven van
Elsevier. De eerste is het fotoboek
,X>e glorie van Rome" (prijs 22.50),
met niet minder dan 500 kleurenfo
to s van allerlei "nonumenten en
met een korte begeleidende tekst
van de Kome-kenner prof. dr. J. J.
M. Timmers. Opzet en fotografie
zijn van drs. A. van der Heyden.
De talloze afbeeldingen van allerlei
oud-Romeinse bouwwerken, van
kerken, paleizen, pleinen en fon
teinen bieden een kleurig en be
langwekkend overzicht van wat
Rome te bieden heeft. Wie niet ach
teraf wil betreuren een of ander be
langrijk onderdeel van deze zeer
rijke stad te hebben gemist, raad
plege dit deskundig samengestelde
werk.
Niet minder nuttig is Elseviers Lrids
voor Rome en omstreken, eveneens
van prof. Timmers. Van deze gids in
handig formaat is nu al de vierde,
bijgewerkte druk verschenen tprijb
29.50). In de vorm van achttien
wandelingen in en om Rome laat de
schrijver alle monumenten, van
oude en latere datum, de revue pas
seren. Ook hier veel foto's (150).
Maar de nadruk valt in dit boek
vanzelfsprekend meer op de tekst,
die enorm veel informatie ver
schaft. Aan elke beschrij
ving van een wandeling gaat een
zeer duidelijk kaartje vooraf, met
ruim voldoende aanwijzingen om
verdwalen te voorkomen. Een
overzichtelijk register van niet
minder dan 13 pagina's vergemak
kelijkt het raadplegen van dit uit
muntende boek in hoge mate.