„In provo sprak de maatschappij kritiek me aan" Onvoordelig omdeDAF46 uit te sluiten Dus t is onvoordelig om geen proefrit temaken R ^ATERDAG 29 NOVEMBER 1975 Prof. mr. H.H. Maas vertrekt uit college van bestuur van Leiclse universiteit Uit zijn staat van dienst spreekt zijn grote bestuurlijke ervaring: van 1947 tot 1949 chef algemene zaken, later adjunct-directeur van de Centrale Dienst voor de Economische Con trole, van 1949 tot 1958 werkzaam op het di rectoraat-generaal van Handel en Nijverheid bij het ministerie van economische zaken en van 1958 tot 1967 handelsraad bij de perma nente vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Gemeenschappen. Prof. mr. H. H. Maas (60), lid van de PvdA sinds 1946, hoofd bestuurslid van de Europese Beweging, redac teur van de Common Market Law Review en redactielid van het Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, is sinds 1968 gewoon hoogleraar in het recht der internationale or ganisaties aan de Leidse universiteit. Van 1971 af met buitengewoon verlof vanwege zijn functie in het college van bestuur. Waar van hij officieel afscheid nam. 8— i SyLEIDEN Professor mr. Herman Hendrik Maas had in het college van bestuur van de Leidse uni- L2.3(Versiteit de portefeuille van fi- hui^ianciële, economische, bestuur- 2-30lijke en juridische zaken. Had bo- teravendien te maken met het aca- ,avoflemisch ziekenhuis, waarvoor hij hr fitting had in het college van policoördinatoren. Vier jaar geleden ,n Ejtwam hij in het college van be lt, ostuur. Waaruit hij per 1 decem- harper weer zal vertrekken. in u' Op zijn werkkamer, een sober vertrek op de zoveelste verdieping yan Stationsweg 46: "Je leert elkaar •n die vier jaar erg goed kennen, j^^nisschien wel te goed. Misschien is iomiet daarom ook wel goed dat ik er nu (Mojnee ga stoppen". Maas lijkt het prototype van een jiooP°°oleraar- Ogenschijnlijk ver- Lujtrooid. In 't verlengde daarvan past ijk je geweldige chaos op z'n bureau. ^Verontschuldigt zich: "Zo ziet het J; wf vrijwel elke dag uit. Als ik het he- .rtieiemaal zou ontruimen, dan zou het 8> ïr nog dezelfde dag weer zo uitzien". K Praten over het college van be- 89latuur. De democratiseringsbeweging ptie daaraan vooraf ging vllaas een niet onbeduidende rol in 1hoiiPeelde. De achtergrond, zijn jeugd- o. aren: "Ik werd eigenlijk bij die be- Bjr"*eging betrokken naar aanleiding van ^iet rapport-Maris en de commissie- mda^e Boer, die met een rapport kwam S. Kraarin voor de staf een klein beet- an e medezeggenschap was ingeruimd mpe'11 voor de studenten helemaal niets, ïefcxk vond dat eigenlijk wel zot". "In mijn midd'elbare-schooltijd en tiijn studententijd zat ik van 1929 ot 1936 in de zelfstandige blauwe :djeugdbeweging, een soortgelijke be- jefcoteireging als de AJC, maar alleen ge- irahtfid door leeftijdgenoten. Jongens van ek Hchttien hadden daar de t ouwtjes iefur handen. En als J'e drieëntwintig Leilas, was je grijs. M'n oudste broer tl ijegon ermee en m'n derde broer k was de jongste van vier ging Prof. Maas: ik ben, cjeloof ik, te beschouioend, al te zeer relativist. r ook r toe. Ik had toen nog vaak verdomme, nou moet ik me aanslui ten bij de socialisten. Dat heb ik de bestuursstructuur toen gedaan. Maar ik ben daar nooit geweest. Politiek heeft uzie met m'n derde broer, omdat 'e6 k het waanzin vond dat-ie dat pad ;org olgde. Tot ik tot de conclusie kwam lat ik me ook bij die beweging Lihoest aansluiten. De humanistische aangetrokken. En dat geldt d d'ealen, dat trok me. De verantwoor- vereenvoudigingen die in de poli 41. lelijkheid van de mens tegenover roene maatschappij. Tenslotte had ik dat lm tan huis uit meegekregen". Relatie met het socialisme: "Ik reet het nog goed. Op zekere dag n 1933 liep ik van huis naar de t:. Tftetsenstalling. En bij de sigarenhan- Provo £!!$el zag ik een bulletin hangen zich heen greep, ging vooraf aan de WUB, De Wet Universitaire Bestuurs- inning die de gedemocratiseer de nog. tiek worden toegepast, staan me niet aan. Ik ben, geloof ik, te be schouwend, al te zeer relativist. En daarom ook niet geschikt voor de po litiek, geloof ik" siteiten en hogescholen in 1971 zou bewerkstelligen. Maas: "In 1969 ben ik me acties met die zaak gaan be moeien, omdat ik wilde voorkomen dat het tot een geweldige chaos zou leiden. En aan de andere kant omdat ik vond dat er ook iets goeds uit voort moest komen. Die twee ele menten zijn ook later voor m'n be stuurlijk optreden bepalend geweest". "Ik voelde me op een of andere manier wel sterk verwant met die de zoon van dominee Riemens hier in Leidesn werd uitgedeeld". "Wat me vooral in provo aan sprak was de immanente maatschap pijkritiek. Dat was wel iets anders dan: ikke en de rest kan stikke. Dat nog werd De democratiseringsbeweging, die m het eind van de jaren zestig soort wilde actie snel om sterk speelt, ook in de vakbonden, en waar ik grote kritiek op heb: dat men zich zo sterk laat leiden door dingen als verdeling van de koek, het vergroten van de welvaart, materiële zaken. In plaats van zich te bezin nen op de vraag welke richting dat allemaal uitgaat". Opnieuw de woelige das studentenbeweging toen. En de pio- jaren zestig. Maas herinnert aan vobeweging en dergeïijke. Misschien Aardenburgi waar druk vergaderd ADVERTENTIE omdat deed, hij la-lettre. Ik vond dat geval een aantal 'elementen studentenbeweging zat die tegenkwam 1932-'33. Je zat toen ook met gen als: je zit wel op school, "attracties dansant m*! wassenaar vel ,g zondags. (SKIgN| 3c.haap5kooiJ l (ook honden zijn welkom) m ..v.- een ontwerp-bestuurs- soort provo avant- structuur. Voor een bepaald onder- ti ieder deej daarvan zette hij een compro- mis op papier. Kreeg vervolgens het le_ verwijt te horen dat het geen com promis was omdat het teveel de ge dachten van de "progressieve krach ten" zou vertolken. "Terwijl ik er wat leer je eigenlijk? In 1931 kwam echt Van overtuiged was dat ik een ik trouwens precies dezelfde tekst compromis-voorstel had gemaakt. Ik tegen op de zoon in Leiden werd uitgedeeld". pamflet dat toen door gei00f dan ook niet dat professor dominee Riemens hier schöffer gelijk heeft als hij in het jaarboekje van het Leidsch Univer siteits Fonds - over de democratise ringsbeweging - schrijft: de eens zo felle Maas, eenmaal aangewezen voor een bestuursfunctie, onderging het Lammers-effect. U kent dat wel. Ik vind dat niet terecht. Ik ben, geloof ik, altijd het zelfde gebleven. Door mijn functie in het college van bestuur ben ik niet veranderd ten opzichte van wat ik bedoelde te doen in '69. Ik geef graag toe dat je soms fouten maakt. Maar er zijn twee elementen die spelen. Een ding is: wensen en eisen stellen. Iets anders is: wensen en eisen tot uitvoering brengen. Door mijn functie in het college van be stuur ben ik tot de ontdekking geko- dat de zaken aanzienlijk min der eenvoudig zijn dan ze er aan de buitenkant uitzagen. Ik kan me ook wel voorstellen dat men aan de bui tenkant bepaalde zaken anders inte- p re teert dan je bedoeld hebt. Niet temin kan dat je toch pijn doen. Een communicatiestoornis, nee, dat geloof ik niet. Het is eerder een gevolg van een algemeen menselijk tekort". Anti-these Via de democratisering aan de universiteiten naar het bedrijfsle ven. Praten over arbeiderszelfbe stuur. Maas grinnikt. Denkt lang na. Bedachtzaam: "Ik geloof wel dat in de bedrijven de ondernemingsraden meer verantwoordelijkheden kunnen krijgen. Dat geloof ik zeker. En wat ik ook geloof is dat het een goed ding zou zijn als er een eind komt de situatie dat de directie voorzitter is van de ondernemingsraad. Maar aan de andere kant geloof ik niet dat je de democratisering in de be drijven zover zou kunnen invoeren, dat Je dat bij de huidige structuur van naamloze en besloten vennootschap- Den niet zo makkelijk van de grond krijgt. Maar als je democratisering wilt in de bedrijfssfeer dan is de es sentie nu dat men over en weer eens moet beginnen af te stappen van de gedachte: directeuren zijn kapitalis ten en werknemers zijn arbeiders. Zolang je die anti-these in stand houdt, krijg je de democi»tisering niet van de grond". Ander chapiter: het beleid van de rijksoverheid inzake het weten schappelijk onderzoek en onderwijs, waarvan Maas in de toespraak die hij hield ter gelegenheid van de ope ning van het academisch jaar, zei dat het de kenmerken vertoonde van een toenemende centralisatie. An ders gezegd: betutteling. Maas weer spreekt de veronderstelling als zou den de universiteiten daar iets tegen kunnen doen. Zegt: "Waar ik voor namelijk op gedoeld heb, is dat er nooit ernst is gemaakt met het feit dat de univesiteiten zelfstandige pu bliekrechtelijke lichamen zijn ge worden en niet meer een soort stukje van de rijksdiensten zijn. In de twee de plaats: de universiteiten krijgen veel te weinig mogelijkheden om met het geld dat ze krijgen de rijks bijdrage, zou je kunnen zeggen te doen wat ze zelf willen. Ik weet wel dat dat voor een be langrijk deel samenhangt met het comptabele systeem dat we hier in Nederland kennen. Maar niettemin vind ik dat de vrijheid van de uni- ik gewoon Maas herinnert aan de plannen voor de bouw van drie academische ziekenhuizen. Windt zich enigszins op: "In 1968'69 werd er gesteld: de bouw moet worden gecoördi neerd om tot een besparing te ko men. Eerst zouden er drie identie ke ziekenhuizen komen, later is men daar van afgestapt. Maar in tussen is wel duidelijk gewor den dat er in geen enkel opzicht 'n bereikt. Kijk, dat vind vaanzin. Als ze hadden gezegd: hier heb je 250 miljoen, ga daar maar een academisch zieken huis voor bouwen dat aan die en die voorwaarden voldoet, dan had dat ziekenhuis er toch al lang ge staan"? Geërgerd: "De betutteling van het rijk zit daarin dat ze bij de kleinste dingen ze#gen: meneer, dit moet u zus doen en dat moet u zo doen". Noemt een voorbeeld waar uit moet blijken dat er (ook) bij 't rijk ondoelmatig gewerkt wordt. Verzucht: "Ik geloof dat de uni versiteiten een veel ruimere vrij heid moeten krijgen om met geld te woekeren. Dat ze die vrijheid nu niet hebben, vind ik hoogst belem merend". Maas vertelt ten slotte van zijn bestuurlijke ervaringen aan de uni versiteit, constateert dat de univer siteit een "uitermate ingewikkelde structuur heeft die moeilijk doel matig te besturen is". Toont zich een pleitbezorger voor verdergaan de decentralisatie van beheer. En zegt in een monoloog over de per soonlijke verhoudingen in het col lege van bestuur: "Ik kan wel zeg gen dat ik al die tijd erg plezierig met de anderen heb samenge werkt. Ook al waren onze menin gen wel «eens verdeeld. Maar dat is ook wel bekend. En ik geloof dat dat misschien ook wel goed was zo". ADVERTENTIE) Transcendente meditatie techniek Maharishi Mahesh Yogi INTRODUCTIE LEZING door drs. J. JANSON WOENSDAG 3 DECEMBER 20 uur ACADEMIEGEBOUW Rapenburg 73 Leiden. TOEGANG GRATIS LEZERS SCHRIJVEN Rijnsburger weg Bij haar afscheidsspeech als raads lid sprak Pauline Buring over het gevoel van onmacht dat haar be kruipt by de rijstebrij van stukken en nota's die de raad te verwerken krijgt. Dat gevoel kan ook onder getekende zich goed herinneren uit de tijd, toen hij nog de eer had lid van de raad te zijn. Maar momenteel overheersen bij mij nu fractie-assistent van PPR/ PSP'D'66 andere gevoelens: on vrede en boosheid over het feit dat het politieke steekspel zich vaak niet laat rijmen met ter zake doende ge gevens, rapporten en verslagen. Bij voorbeeld wanneer het er om gaat een paar miljoen subsidie in de wacht te slepen voor het asfalteren van een oude weg; ik bedoel natuur lijk de Rijnsburgerweg. Het officiële doel is nog altijd be vordering van openbaar vervoer door middel van een busbaan, maar voor wie ogen en oren goed open heeft, wordt het met de dag duidelijker dat belangrijke gegevens niet overkomen en dat andere mogelijkheden om het beoogde doel te bereiken niet serieus zijn bestudeerd, laat staan uitge werkt. Noch in Den Haag, noch in Leiden! Het mijns inziens gammele com promis dat hier uit de bus dreigt te komen als resultaat van wat ik niet anders kan noemen dan een moei zame koehandel, heeft als kenmerk dat het wel veel geld zal kosten, maar dat het doel niet of slechts ten koste van ongewenste offers bereikt zal worden. Een kwestie van eerlijk interpreteren van de aanwezige ge gevens en zich geen knollen voor ci troenen laten verkopen. Met „veilig, vlug en voordelig", eens de slogan van de N.S., heeft dit alles nog maar weinig te maken, en evenmin met contact met de achterban de mensen om wie het toch gaat. Dié achterban verdwijnt trouwens vanzelf, wanneer de raad zo doorgaat. Dan kunnen de politici ongestoord hun gang gaan. W. M. VAN ROOI JEN, Marislaan 11 - Leiden. ADVERTENTIE U wilt zuinigheid. Economisch in energieverbruik en onderhoud. U wilt veiligheid. In deze tijd hoort een auto allereerst veilig te zijn. U wilt comfort. Makkelijk te besturen en aangenaam om in te rijden. Behoorlijk wat ruimte Terecht Er is een DAF dealer bij u in de buurj. GARAGE VLIETWIJK GERARD DOUPLANTSOEN 22 VOORSCHOTEN TELEFOON 01717—4455 Dealer voor Alphen aan den Rijn en de Rijnstreek BOOT WILLEM DE ZWIJGERLAAN 39, ALPHEN AAN DEN RIJN TELEFOON 01720—75441* Ingang showroom Wielewaalstraat. steri vrdoi Sint Nicolaas, Sinterklaas. Goed- vo| heiligman, Kindervriend, bejaard pleef ruiter, vreselijk oud. Zo'n dikke zestienhonderd jaar. Hij verblijft op I dit moment in Leiden. Staat nim mer interviews toe, maar nu wel. j „Er is wel het een en ander ver anderd in deze stad en ach, waar- N om eigenlijk ook niet eens een keertje in de krant?" 3.V Sinterklaas is volgens de ency clopedie (want hij is te bescheiden om nadere informatie over zichzelf te verschaffen) een vermaard j volksheilige, die in de eerste helft Jur van de vierde eeuw bisschop van Myra werd. Later werd hij de hei lige van de onverhoopte goede za ken en patroon van scholieren, kinderen (verschil moet er zijn), 5,90 schippers, gevangenen, bakkers, 0^30 kooplieden, apothekers, juristen, 2,io steden (Amsterdam bijvoorbeeld) 9*70 en landen (Rusland). Kortom een 0,50 man, met wie onmogelijk ruzie is te krijgen en met wie je alle kan- ult* ten op kan. na" Enkele jaren terug besloot de ad" huidige paus, een Italiaan die de x Nederlandse kerkprovincie niet da gelijks beluistert, hem van de hei- ligenlijst af te voeren. Wij weten al eeuwen beter. Sinterklaas verplaatst zich ge regeld van zijn residentie in de Stadsgehoorzaal naar zijn logeer adres. dat gevestigd is bij de firma Hoppezak aan de Pieterskerk- gracht. Aldaar worden we verrast door de gigantische hoeveelheid mijters, tabberds en superplies, ringen, kruisen en handschoenen: al die dingen die bisschoppen bis schoppen maken. De kleermaker van de hoogwaardigheidsbekleder heeft wel zo'n 65 kostuums klaar- hangen. Niet allemaal vóór Sin terklaas, maar wel allemaal van de goede gever. „Ja, kijk, je kunt niet verwachten van zo'n oude man dat hij overal tegelijk aan wezig is. Hij heeft hulpklazen in geschakeld. Die komen hier, wor den aangekleed en gaan namens Sinterklaas naar de kinderen toe. Natuurlijk gaat Sinterklaas zelf ook op pad; maar al te graag. Er zijn dagen dat hy wel honderd keer de deur uitgaat om cadeautjes weg te geven". Hs Nicolaas later, achter de koffie, mijmert over de geschenkenvloed. „Ik ben van oordeel dat de men sen weer terug moeten naar de echte onvervalste tevredenheid met speculaas en chocolademelk. Vroe ger kregen de kinderen een blok kendoos. een pop, een paard en wagen van hout. Tegenwoordig is het op de mechanische toer gegaan. Het is ook wreder geworden, dat speelgoed. Het cadeaufestijn ver dwijnt, heb ik de indruk. De kin deren zien teveel bij anderen en willen dat ook hebben. Hoe meer cadeaus, hoe tevredener het kind. Ik ben heus niet te beroerd om mooie geschenken te geven, maar het moet redelijk blijven. Is het lang geleden dat jij nog alle res pect van de wereld voor mij had, dat jij je schoen neerzette?" „In mijn ogen wel lang gele den, maar in uw ogen iets korter, monseigneur". „Klets, gewoon Sint zeggen. Nou wat kreeg je, wat vroeg je?" „Ik vroeg Electro en een Din ky Toy en ik kreeg een Dinky Toy". „Precies. Tegenwoordig moeten er sirenes op, en lampen die schij nen en zo. Of meteen maar een tafelbiljart. Alsof het niks is. Een echte ouderwetse surprise, dat zie ik met genoegen, met een glim lach. Ik zou het niet graag willen zien. als de surprises gingen ver dwijnen. Oh nee, jongeman, zeker „Mijn verjaardag is cieel gebeuren, Ja. Och, dat mag best, hoor. Alleen vind ik het zo vreselijk sneu voor die kinderen die op 6 december jarig zijn. Die ko men er dan meestal een beetje be kaaid af. Maar dat had ik vroeger natuurlijk ook, dat snap je". Sint Nicolaas heeft ongeveer een week gevaren voordat hij vaste voet aan wal zette. „Ik ben het schip ingegaan op uitnodiging van het Leidse City Centrum. Ik heb er wel erg lang over nagedacht. In april al, toen ze me uitnodigden. Hoe zal ik het daar gaan waar maken?", dacht ik. „De vorige Ja ren waren erg regenachtig en zo, de entree was niet zo feestelijk. En dit Jaar heeft mijn paard zich wat neurveus gedragen. Waarschijnlijk dacht hij aan al die daken met al die antennes. Nee, dat doe ik niet meer: daar zijn de Pieten voor. Overigens weet ik nog niet of ik mijn paard het volgend Jaar mee zal nemen. Ik weet niet of ik door de Haarlemmerstraat kan rijden, op dat moment. Er komt daar een nieuw wegdek, heb ik me laten vertellen en ik weet niet of mijn schimmel er tegen kan". Sint Nicolaas loopt dagelijks in cognito door de stad. En wordt nauwelijks herkend. „Er zijn meer mensen tegenwoordig met een baard, dus dat valt niet zo op. Hoewel ik een mooie witte heb, ben je ook niet van oordeel? Mis schien de wat ouderen die den ken: „Hé, waar heb ik die man meer gezien?" Vraag aan Sinterklaas: is er veel veranderd in Leiden? „Jaja, de Merenwijk is erbij. Tsjonge zeg, wat een toestand. Maar wel makkelyk voor de Pie ten, vooral bij de flats. Daar kun nen ze alles in een keer door de schoorsteen gooien. Ja, die Jongens mogen het best weieens gemakke lijk hebben, ondanks het feit dat ze een prima cao hebben met ge- varentoeslag". Er is één Nederlander geweest die Sint Nicolaas heeft begrepen, echt begrepen. Dat was Godfried Bomans. En de Goedheiligman heeft ook vaak met hem gespro ken. Een van de liefste citaten van Sint is de volgende uit „Caprio- blyven bestaan, zolang Holland be staat. Sinterklaas is echt, prent dat goed in Je kop. En wie aan een kind het tegendeel zegt. die heeft met my te doen. Ik zal hem dat kind afnemen en hij krygt een scepticus weerom". En uit: „Een mooie tyd": „De geschenken, die men kreeg, waren klein. Ten eerste ging het daar niet om en vervolgens kregen de kinde ren in China nog veel minder. Men moest dus tevreden zyn. Ook de „versnaperingen" in de schoen gin gen niet uit boven de prijsklasse van een suikeren schaap ter groot te van een pink. Men at dit boven dien niet op. Men bewaarde het. Waarom dat weet ik niet, maar wie dat niet deed was een schok ker. Ook legde men iets terzyde voor de kinderen in China, die het zoveel slechter hadden. Hoe het daarheen getransporteerd werd, heb ik nooit vernomen. Maar de hoofdzaak was het bewaren. Het kon gebeuren dat Je met Pasen nog iets van Sinterklaas had. zwammig uitgeslagen, volstrekt on eetbaar, maar niettemin bewaard. De hiervoor benodigde tucht gaf blijkbaar een voldoening, die gro ter was dan de onmiddellijke con sumptie. Over het hele feest lag trouwens een waas van lichte krankzinnigheid. Kerstmis was mij liever. Je keek in het stalletje en voelde Je veilig. Dat was al zo lang geleden". beesten Er geen vraag hü, De heilige Nicolaas kent de pas sages zowat uit het hoofd. En zegt stilletjes: „Gisteren was ik by V en D. Wat zag ik? Chocolade Kerstmannetjes. Droef hoor. Een bevriend bakker in de Janvossen- ik zal steeg maakt ook al geen suiker- „Wil Je nog koffie? Ja, ik moet het zelf verzorgen. Vroeger had Je er nonnen voor, maar die doen het ook al niet meer. Een speculaasje?" Op vrijdagmiddag de 5de zal Sin terklaas vanaf drie uur prijzen uit reiken aan de kinderen die hebben meegedaan aan de tekenwedstrijd, die te zijner ere is georganiseerd. Daarna bezoekt hij nog enkele in stellingen, onder andere één voor zwakzinnige kinderen. („Dan krijg ik altijd natte ogen. Mijn hemel, wat een schatten") en op 7 decem ber wordt de terugreis aanvaard. Per boot of vliegtuig, al naar ge lang de weersomstandigheden. Dan de boekhouding bijwerken, want er zijn heel wat miljoenen gebruikt. Vervolgens worden de Zwarte Pie ten geteld of ze er nog allemaal zijn. Tot en met nieuwjaar in zijn paleis en dan met vakantie. Waar heen? „Weet ik nog niet. Dat zien we dan wel". „Weet Je wat zo aardig is? In de zomer komen er zoveel Neder landers naar Spanje. Toen ik een paar weken geleden receptie hield in de Stadsgehoorzaal, kwam er een meisje naar me toe, die ver telde dat ze deze zomer in Spanje was geweest en naar me had ge vraagd. Ze had me niet kunnen vinden". „Vertel ze maar dat ik in novem ber kom tot na mijn verjaardag. En in die tussentijd ben ik voor niemand bereikbaar". Hier ,neem een taaitaaipo mee. Hier, neem een taaitaaipop mee. En vergeet je schoen niet te zet- „Ja. graag Sint". „Nou, vooruit dan maar. Kom, het is druk vandaag".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 3