'Ik geloof echt in democratie' LAVA FALLS: GOLVEN VAN TIEN METER Praten met Kamer leden (3) DNDERDAG 27 NOVEMBER 1 LEIDEN Achteraf noemt Til Oardeniers-Berendsen de manier waarop zij in het Nederlandse politieke wereldje omhoog is geschoten een „beetje griezelig". Een min of meer toevallige aanmelding bij de Katholieke Volks Partij, in 1965, mondde tot op heden uit in het lidmaatschap van de Tweede Kamer voor die partij. De in Rotterdam geboren Til Gardeniers-Berendsen, moeder van drie kin deren en sinds 1950 wonend in Leiden, zegt de afgelopen jaren steeds achter volgd te zijn door het feit dat er zo weinig vrouwen actief politiek bedrijven: „Als je als vrouw een beetje interesse voor politiek toont word je al gauw ge- vraagd in besturen, commissies e.d., juist omdat er maar zo weinig vrouwen zich - willen of durven bemoeien met de politiek. Zelf moet ik doorlopend op de rem gaan staan om niet overal in benoemd te worden". Het begon allemaal tien jaar geleden. Bij een bliksem-actie van de KVP in Leiden meldde Til Gardeniers zich als lid aan: „Ik was wel enigszins in politiek geïnterseerd en ik ivas katholiek dus ik vond dat ik maar lid moest worden. Verder had ik niet veel belangstelling want de af deling s-blaadj es las ik vrijwel nooit. Die gingen meestal met het bandje er nog omheen, gelijk de prullebak in. Op een gegeven moment ont ving ik geen blaadjes meer en daar ums ik het toch niet mee eens want ik vond dat ik er als KVP-lid recht op had". Door Bert Paainv Ik belde de secretaris Afdeling Leiden en die vertelde me dat men met de uitgave van die blaadjes was gestopt. Hij maakte gelijk van de gelegenheid gebruik om te vragen of ik in een werk groep zitting wilde nemen. Ik had daar eigenlijk niet veel zin in maar ik liet me overhalen. Die werk groep beviel erg goed. Ik vond het leuk om over politiek te praten. Op een keer besloten we als werkgroep met z'n allen naar een afdelings- vergadering te gaan. Ik was he lemaal niet van plan om iets te zeggen maar toen het onderwerp „bejaarden" aan de orde kwam was ik het met sommige punten niet eens. Ik ben toen met knikkende knieën opgestaan, maakte een op merking en ging toen weer gauw zitten. De voorzitter zei 'Ik geloof dat die mevrouw een motie wil in dienen'. Nou ik wilde helemaal geen motie indienen. Ik wist niet eens was een motie was. Maar goed, die opmerking van mij bleek dus een motie' te zijn. Na de ver gadering kwamen mensen van de bejaardenbond, naar me toe en die vroegen of ze mij kandidaat moch ten stellen voor de gemeenteraad. De volgende dag belden ze van het afdelingsbestuur op of ik iets voel de voor een plaats in het bestuur. Ik ben toen een beetje boos gewor den. Ik vond het allemaal zo over dreven, naar aanleilingvan die ene- opmerking. Maar het voornaamste de ai*gument dat er zo weinig dat soort baantjes gevonden kon worden. Dus heb ik toch maar toegestemd". MERKWAARDIG Til Gardeniers draaide nog niet lang dn het afdelingsbestuur mee of ze kwam al (in '67) als vice- voorzitter terecht in het bestuur van de Kring Leiden, een 56 af delingen óverkoepelend orgaan. Ook op die zetel belandde ze weer op een wat merkwaardige wijze. Een gemakkelijk pratende en af en toe druk gesticulerende Til Gardeniers: "De afdeling Leiden moest ook een kandidaat voor het Kring -bestuur stellen. Men wilde mij voordragen. Ik voelde er niet veel voor maar de andere zeiden 'Maak je geen zorgen, je wordt toch niet geko zen. Je hebt geen enkele kans'. Op die Kring-vergadering heerste ech ter zo'n vreemde, rebelse stemming. De één wilde de ander niet en de ander wilde de één weer niet. Kort om, ik werd gekozen. Ik heb die verkiezing onder één duidelijke voor waarde geaccepteerd, namelijk dat ik een taak zou krijgen. Ik voelde er niets voor om alleen maar in het bestuur te worden gekozen omdat ik toevallig een vrouw ben. Ik kreeg toen als taak 'reactive ring van de Afdelingen". Ik moest de agdelingen helpen toegroeien naar het CDA". Intussen was Til Gardeniers ook al in allerlei andere baantjes 'ge rold': secretaresse van een bejaar den-organisatie, lid van een school bestuur en bovendien was ze ook werkzaam in de kinderbescherming. "Ik kreeg het steeds drukker maar het gekke van dat soort situaties is dat er altijd nog wel iets bij kan". Er kwam ook nog iets bij, namelijk het voorzitterschap van de KVP-Vrouwenpartij, afdeling Zuid-Holland. Til Gardeniers: "Ik zat in enkele wouwen-organisaties. Ik had er eigenlijk zelf weinig be hoefte aan maar ik kwam tot de ontdekking dat voor veel vrouwen deze organisaties het enige contact buiten de deur was waar ze vrijuit durfden praten. Ik heb toen mee geholpen aan de oprichting van een vrouwenpartij binnen de KVP. Ons doel was de vrouwen zich politie ker te laten opstellen. Dat was no dig want als vrouw hing je er in de KVP eigenlijk maar een beetje bij. Dat was natuurlijk ook wel de schuld van de vrouwen zelf die zich veel te onzeker gedroegen". SUCCES Til Gardemiers- Bersndsen van de De vrouwenpartij werd een suc ces en deze partij binnen de KVP droeg in niet geringe mate bij aan de verkiezing van Til Gardeniers tot lid van de Tweede Kamer, in 1971. Zelf zegt ze ervan: "De landelijke commissie van de vrouwenpartij wilde mij kandidaat stellen. Ik dacht aanvankelijk dat ik het niet aan zou kunnen en heb een week beraad gevraagd. Met m'n man en kinderen heb ik het doorge praat en die vonden dat ik me kandidaat moest stellen. Dat heb ik toen gedaan al betekende dat nog niet, dat ik ook op een ver kiesbare plaaats terecht zou komen. M'n kansen namen toe toen ik nummer één op de lijst van de Kring Leiden werd gezet. Door m'n reactiverings-we.rkzaamheden iiï de Afdelingen was ik binnen de Kring erg bekend geworden. Dat was een voorname oorzaak van die eerste plaats, realiseerde ik me later. Aangezien ook de vrouwenpartij mij erg steunde en de bejaardenbond, buiten mijn weten om, een aanbevelingsbrief naar het hoofdbestuur had ge stuurd kwam ik volkomen onver wacht op een verkiesbare plaats terecht. Ik wist niet goed wat ik er mee aan moest. Ik vond iedere kandidaat beter dan mezelf". Eenmaal in de Tweede Kamer gekozen schudde Til Gardeniers alle minderwaardigheidsgevoelens van zich af en ontpopte zij zich tot een meer dan verdienstelijk volksvertegenwoordiger. "Het is prettig te ontdekken dat je iets kunt waarvan je eerst denkt dat je het niet kunt. Als ie mand mij complimenteert is dat eigenlijk een compliment aan het adres van veel vrouwen want vol gens mij kunnen velen het net zo. Het Kamer-werk vind ik geweldig fijn. Je komt veel in contact met mensen. Mensen met problemen, die vastzitten. Dan moet Je vaak veel praten, je kunt niet altijd helpen maar meestal kun je toch wel iets doen. De meeste moeten een drempel om je te bellen. Maar als ze je over de radio heboen gehoord of op de tv hebben gezien durven ze soms ineens. Laatst belde er een mevrouw op die vertelde dat ze aanvankelijk niet had durven ■bellen maar uit de manier waar op ik me voor de tv gedroeg moed had geput. Kim je je als Kamer lid een mooier compliment wen sen"? Een logisch vervolg op de groei zou een staatssecretaris of een ministers-post zijn. Til Garde niers "Dat ambieer ik niet. Echt- niet. Voor de eerste keer zeg ik: Ik ben er niet bang voor. Dat heb ik afgeleerd. Een Kamerlid is niet minder dan een staatssecretaris of een minister. Zij houden zich met dezelfde dingen bezig. Daar bij heeft een Kamerlid geen amb tenaren tot zijn beschikking. Maar als minister zou ik het con tact met de mensen erg missen. Ik voel echt meer voor de Ka- WAARDERING In de Kamer houdt de KVP- poütica zich in de eerste plaats bezig met de posten Cultuur, Re creatie en Maatschappelijk werk en Onderwijs. Voor het beleid kan ze tot op zekere hoogte wel waardering opbrengen. "Zijn be groting is er vergeleken met an dere departementen erg goed af gekomen wat natuurlijk ook een gevolg is van het feit dat het wel zijnswerk onder deze regering 'n hoge prioriteit heeft. Aan de an dere kant is het een goed punt dat Van Doorn in zijn begroting duidelijk stelt dat de bomen niet tot in de hemel groeien, dat men zich op sommige terreinen be perkingen zal moeten opleggen. Er is moed voor nodig om dat te durven zeggen". Op het vlak van CRM kan Til Gardeniers over het algemeen goed overweg met haar collega's uit de linkse partijen waardoor sommigen haar het etiketje "progressief" hebben opgeplakt. Zij kan zich daar mateloos aan ergeren: "Die etikettering is zo gemakkelijk. Ik kan erg kwaad aardig worden als ik vind dat mensen of instanties zich onheus of onjuist gedragen. Dan steek ik niets onder stoelen of banken. Ik heb het een paar keer opgenomen voor woonwagenbewoners en bui tenlandse arbeiders. Is dat pro gressief? Ik ken ook wel WD'ers die het op die punten met me eens zijn en waar ik erg goed mee kan opschieten. Progressief wi! voor sommigen zeggen: je bent voor de derde wereld, je bent voor inkomensnivellering, je bent tegen kernenergie, je bent tegen multinationals, enz. enz. Het hele rijtje rolt er zo uit, als uit een computer. Nou, ik wil niet in de computer. Over het algemeen kan ik beter overweg met PvdA- mensen, dat zeg ik eerlijk. Maar dat komt ook omdat zij vooral prioriteiten stellen op de gebieden waar ik me mee bezig houdt". NOODPROCEDURES Waar Til Gardeniers zich ook mee bezighoudt zijn de perikelen rond het Christen Democratisch Appel (CDA). Ze is penningmees ter van het CDA en onlangs ook aanwezig geweest bij de vergade ring van het KVP-bestuur waar op de commissie "noodproce dures" aan het werk werd gezet. Til Gardeniers: "De KVP heeft altijd het hardste gelopen naar het CDA. In de afdelingen is ge lijk is. Tijdens de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de gemeenteraden sloeg het CDA aan. Als penningmeester van het CDA merk ik het ook dagelijks: ondanks alle moeilijkheden ko men er maar steeds nieuwe leden bij. Ik heb ook altijd gezegd "Als het aan de basis slaagt, kun je aan de top niet meer terug". In februari, na Woudscho- ten, dacht iedereen "Nu is het voor elkaar". Maar toen Aantjes in mei in Zwolle met zijn grond- slagpunten kwam werden we bin nen de KVP ongerust. Toen heb ben we een commissie noodproce dures op poten gezet die even tueel oude KVP-verbanden zou moeten herstellen want in som mige delen van Nederland, o.m. in Brabant, waren KVP-verban den al opgeheven en verwisseld voor CDA-verbanden. Dat die commissie onlangs is geactiveerd is niet meer dan een daad van be hoorlijk bestuur. Wij zien ook lie ver dat er bij de volgende verkie zingen één CD A-lijst is en we zullen met genoegen tegen de noodprocedures geleverd maar het is niet meer nodig". Dat kunnen we op dit moment niet want de ARP heeft nog geen duidelijk ja of nee la ten horen". Overigens kan Til Gardeniers niet bijster veel begrip opbrengen voor de door Aantjes aangedra gen grandslag-discussie. Zij zegt "In de CDA-statuten, artikel 24, staat duidelijk dat Tweede Ka mer-kandidaten schriftelijk aan het CDA-bestuur moeten verkla ren dat zij programma en grond slagen onderschrijven. Als ik dat niet voldoende is dan zoi ik mij als Kamerlid gewantrouwd voelen. Trouwens, in AR-kringen bespeur ik een sterk wantrouwen ten op zichte van de KVP. En dat ver dient de KVP niet. Die partij heeft zich de afgelopen Jaren al tijd loyaal t.o.v. het CDA opge steld. Ik vraag me dan ook af in hoeverre de grondslagdiscussie 'n opgehoest punt is om aan die ene verkiezingslijst te ontkomen". Als de ene CDA-lijst er niet komt zou Til Gardeniers dat erg betreuren want drie politieke blokken is beter dan twee, vindt ze. "Bij twee blokken ontstaat al tijd een gevecht om de kiezers var het midden. Dat heeft ondui delijkheid, vergrijzing tot gevolg om die midden-kiezers niet af te schrikken. Daar zijn veel buiten landse voorbeelden van aan te halen. Drie politieke blokken acht ik gunstiger voor een goed func tioneren van de democratie. En democratie, daar geloof ik in. Als ik de huidige jeugd hoor dan zie ik de politieke toekomst optimis tisch tegemoet. De jeugd heeft veel meer belangstelling voor de politiek dan de ouderen en ze kunnen zaken ook veel beter re lativeren. Dat treft me steeds weer als ik op scholen of voor werkende jongeren spreek. Ze we ten meestal erg goed uit welke hoek bepaalde uitlatingen of me ningen afkomstig zijn. En als je weet waar je iets of iemand moet plaatsen dan sta je er ook heel anders tegenover. Na zulke ge sprekken geloof ik altijd weer he- gen: „Jullie hebben goed werk lemaal in de democratie". De zwaarste van alle stroomver- lellingen van de Colorado is Lava ills. Berucht bij alle bootsman en met reden, want op de vo- ge tocht nog waren er twee boten ngeslagen. Er worden vanwege de iico's dan ook geen passagiers mee nomen, op één na. Die ene passa- er moet dan vóór in de boot plaats- men, en zodoende er voor zorgen at de boten met de punt dwars' dóór de golven gaan en niet er over, want die golven zijn wel wat te groot voor het mooie. In Lava Falls zijn die golven meer an tien meter hoog en de bootjes under dan vier meter lang. Kort- n, alle voorgaande dagen was La- a Falls al ter sprake gekomen en ad iedereen bij zichzelf overwogen f hij al dan niet als vrijwilliger mee >u gaan. Maar veel nut hadden al le gedachten niet; pas als we La- Falls hadden gezien én als de meiers je wilden hebben, mocht je Vandaag was het dan zover: de der ende dag. Iedereen was 's ochtends uidelijk in de ban van Lava Falls. voordat we er waren hoorde j2^Je het gedonder, als van een ^^voortdenderende goederentrein al. p Maar er was nog niets te zien. iv Ruim voor de Falls stapten we aan wal: ieder nam z'n redding- vest en camera's mee, omdat de k meesten nu moesten lopen langs o de Falss. Sommigen waren zo op- gewonden dat ze hun spullen lie ten voor wat ze waren en eerst naar boven klommen om beruchte Lava Falls met eigen ?en te zien. Nou dat viel nogal te gen. Vanaf dat eerste punt, vanaf ta melijk grote hoogte viel dat erg mee of tegen, zo zelfs dat Annette niet wilde geloven dat dat echt Lava Falls was. Maar we veranderden onze mening al snel toen we wat lager en dichter bij waren gekomen: het was onge looflijk met wat voor geweld het water zich in het begin naar beneden stortte en vervolgens een enorme golf vormde die zo op het oog een on overkomelijk obstakel leek. Boven dien was er een eindje verderop nog een reusachtig "gat" met bijbehoren de golf die gevolgd werd door een flink uit de kluiten gewassen rots. Iedereen keek nu nieuwsgierig uit naar de zes vrijwilligers, want Ru dy met z'n kleine rubberbootje zou al leen gaan. Doe, de boer uit Mary land wilde wel, maar mocht niet van z'n vrouw. Maar op het allerlaat ste moment bedacht hij zich en meldde zich toch. Later zei hij dat hij het erg graag er voor over had gehad dat z'n vrouw een dag lang van kwaadheid niets had gezegd. Vervolgens wilden twee van de drie Duitsers wel, nog een Amerikaan, en Yvonne die na lang aarzelen besloot toch te gaan en ik. Precies 6 dus. Er was echter een nieuwe roeier aangekomen (via een pad dat in een halve dag van de rand naar de Falls voerde) en zonder iets te zeggen nam een van de roeiers hem als tweede man mee, zodat er één vrijwilliger teveel was. Al snel bleek dat ze liever geen meisje meenamen ("te gevaarlijk, je moet kunnen roeien, zwemmen, klimmen en niet in paniek De Leidsé studentes Annette Hiltermann en Yvonne Taverne maakten samen met de wiskundeleraar Jan de Lange uit Oegstgeest in de maand juli j.l. een drie weken durende tocht door de schier onneembare kloof van de Colorado-rivïer in de Amerikaanse Grand Canyon. Het werd een -spannende roeitocht die werd afgewisseld door niet geheel onge vaarlijke klauterpartytjesi Jan de Lange maakte er een uitvoerig ver slag van. Eerder verschenen afleveringen daarvan in deze krant van 13 en 25 september en 13 november. Vandaag het vierde en laatste deel. raken") zodat Yvonne Lava Falls dreigde mis te lopen. Maar nu ze eenmaal haar beslissing had geno men wilde ze ook wel graag. Rudy bracht uitkomst: terwijl hij langs mij liep, op weg naar z'n rub berbootje vroeg hij of ik misschien met hem mee wilde gaan. Zonder me te bedenken zei ik ja! en zo kon Yvonne (op de foto in zwemvest) alsnog mee. Inmiddels had iedereen zich op een goede plek langs de Falls geïnstal leerd om niets te missen van het spektakel. Wally, als leider, ging eerst: opstaand vlak voor het grote gat, om te kijken of hij goed ging, vlak voor het gat de punt erin draaien en dan dook hij i?rin, ver dween onder de golf en kwam er, de neus schuin omhoog wijzend weer uit Kreten van opluchting kwamen van de kant en toen de eerste "rit" met succes bekroond was, volgde luid ge schreeuw en applaus. Alles liep perfect. Yvon ging als voorlaatste: ook zij kwamen goed door de eerste golf heen, maar tot ontsteltenis van iedereen gingen ze daarna recht op het grote gat en golf af aan het eind. De boot dook het gat in, kwam daarna loodrecht omhoog, weifelde even, en viel alsnog voor over over de golf, en miste de daar achter staande rots ook nog. De he le operatie werd begeleid door luid gegil en geschreeuw van opwinding en opluchting van de kant. Zes uit zes. Een perfecte score. Niet gek als je bedenkt dat er tenminste altijd één boot omslaat. Maar Rudy en ik moesten nog, en wel in het klei ne bootje. Voordat we instapten gaf Rudy me een hand-, en wensten we elkaar veel geluk. Ik deed m'n bril af, en Ru dy gaf me de instructies in geval van omslaan. Ik herhaalde ze, en we stapten in. Het zwemvest hadden we allebei zeer strak aangetrokken, en ik pro beerde hoe ik me het beste schrap kon zetten in het bootje en hield de touwen goed vast. Een laatste blik naar boven, naar de mensen die met hun camera's klaar zaten. Niemand zwaaide, ze zaten teveel in spanning. Voordat het eigenlijke gat kwam, kwam er eerst een vloeiende golf naar beneden, als in een achtbaan. Toen kwam het grote gat. De boot dook perfect naar beneden, ik keek vooruit, naar bo ven, naar links, naar rechts, en over al: een enorme muur van wit schuim. Veel tijd om me erover te verbazen had ik niet: het volgende moment werd ik zo goed als verplet terd en leken mijn armen van m»1n lijf gerukt te worden. Mijn laatste gedachte was: dat redden we nooit; en dat bleek een goede gedachte. De boot schoot in de golf omhoog en sloeg achterover over de kop. De ar men en benen worden alle kanten opgetrokken, "n pijnscheut schiet door mijn rechterarm, waarmee ik de boot nog vastheb. Ik herinner me de woorden van Rudy: "hou de boot vast" en on danks de pijn houd ik vast. Dan in eens ben ik weer boven water, en doe nu wat je in zo'n geval moet doen: "Kijk om je heen naar rotsen, klim op de boot, wacht tot iemand Je komt helpen en keer de boot om". Zo ging het precies. Toen ik op de boot zat, nog steeds in het wilde water, zag ik Rudy zo'n dertig meter verder, nog steeds een roeiriem vast houdend'. Toen ik me omdraaide ~ag ik een der houten boten op me afko men, en sprong Gary, een van 'e roeiers, bij mij op de rubberboot, waarna we hem samen omkeerden. Daarna pikten we Rudv op, die ;n- middels ergens aan land was geko men. Dat was dus "Lava Falls", in derdaad een krachtig natuurver schijnsel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13