FRANCO: passieloos KleorSoze judoka op Spaanse troon MADRID - Franco's erfgenaam van de macht. Prins Juan Car los van Bourbon, de 37-jarige oudste zoon van de in balling schap levende Spaanse troon pretendent Don Juan is sinds zijn jongelingsjaren opgeleid om generaal Franco op te vol gen als staatshoofd. Don Juan, die zijn aanspraken op de troon tot voor kort heeft gehandhaafd, woont in Portugal, maar Juan Carlos ging in '48, toen hij 10 j. was naar Madrid voor een op voeding in Spanje waartoe zijn vader en Franco hadden beslo ten. In een van hun zeldzame ge sprekken over de toekomst van Juan Carlos zou Franco tegen Don Juan hebben gezegd: "Ik houd van hem als van een eigen zoon". De Caudillo bereidde de jonge prins allengs voor op zijn taak als toekomstig koning, waartoe hij hem in juli 1969 aanwees. De benoeming werd op 22 juli met 491 tegen 19 stemmen bij 9 onthoudingen door de Cortes (parlement) goedgekeurd. De prins legde de volgende dag de eed af, waarbij hij beloofde trouw te blijven aan Franco, de Nationale Be weging en de Grondwet. Een dag later kreeg hij de rang van generaal. Franco heeft altijd gesproken van "instelling" van de monar chie en niet "herstel", daar hij de monarchie wilde zien in het kader van zijn eigen Nationale Beweging. Juan Carlos - 1,88 m lang, gol vend bruin haar, breedge schouderd - heeft zich zoveel mogelijk op de achtergrond ge houden en zich in politieke za ken voorzichtig uitgelaten. In 1968 verklaarde hij in een vraaggesprek dat iedere toe komstige koning van Spanje als scheidsrechter en matigende factor in de politiek zou moeten optreden. Herhaaldelijk heeft Juan Carlos beklemtoond dat hij een "ko ning van alle Spanjaarden" wil zijn. Als lid van een generatie die de burgeroorlog niet heeft meegemaakt betoogt hij steeds dat "de achterhaalde twisten tussen overwinnaars en over wonnenen mij niet aangaan". Twintig jaar Spaanse opvoe ding onder het wakend oog van de caudillo hebben bij Juan Carlos gevoelens van loyaliteit met de generaal doen groeien en hem bevestigd in de overtui ging dat Spanje voor alles be hoefte heeft aan continuïteit van het bewind. De wat kleur loze prins is er echter niet in ge slaagd populair te worden in Spanje, waar ook de monarchie als zodanig niet in erg hoog aan zien staat. Tijdens de ziekte van Franco in de zomer van 1974, toen Juan Carlos 40 dagen lang de be voegdheden van het staats- noofd had overgenomen, heeft de prins zich "met moed waar digheid en waarlijk dienstbe toon aan de staat" van zijn taak gekweten, aldus premier Arias Navarro. Hij ziet de toekom stige rol van de koning als "be middelaar". De Spaanse oppositie ziet de persoon van Juan Carlos wat minder rooskleurig. Voor de "Democratische Junta", waarin communisten, linkse socialis ten en christendemocraten en Carlisten samenwerken, is de grms slechts een schepping van et Franquisme, en als zodanig volkomen onaanvaardbaar. Ook de "Democratische Confe rentie" van de socialisten, so ciaaldemocraten en christen democraten ziet weinig heil in een democratisering van Spanje onder het koningschap van J uan Carlos. Uiterst-ree hts daarentegen, waartoe de falan- gistische leider Bias Pinar, Franco's schoonzoon, de mar kies van Villaverde en deel van Franco's familie wordt gere kend, vreest dat Juan Carlos een slappe Figuur zal blijken, niet in staat om de teugels strak in handen te houden. De prins, die op 5 januari 1938 in Rome werd geboren, is een kleinzoon van Spanje's laatste koning, Alfonso de dertiende, die in 1931 vrijwillig afstand deed omdat de monarchie niet meer de steun van het volk had. Zijn vader, Don Juan, Graaf van Barcelona, werd troonpreten dent nadat zijn oudste broer, prins Alfonso afstand had ge daan van zijn rechten om met een Cubaans meisje te kunnen trouwen. Ook de tweede zoon van Alfonso, de doofstomme prins Jaime, deed, eveneens in 1933, afstand van zijn rechten. Prins Juan Carlos trad in me; 1962 in Athene in het huweliji- met Prinses Sophia van Grie kenland, zuster van de afgezette koning Konstantijn. Het paar heeft drie kinderen. Juan Car los houdt van zeilen, zwemmen, paardrijden, golf en judo, spor ten waarin hij uitblinkt. Door zijn militaire studies werd hij de eerste Spanjaard met een offi ciersrang bij de drie onderdelen van de strijdkrachten. Aan de universiteit van Madrid stu deerde hij twee jaar politieke wetenschappen. Krachtens de Spaanse grondwet zal Prins Juan Carlos binnen acht dagen na de dood van Franco als staatshoofd op de Spaanse troon komen. Een pe riode van drie dagen van natio nale rouw die aan de begrafenis voorafgaat, kan dit proces niet vertragen. Totdat de 37-jarige prins is geïn stalleerd - zonder kroningsfes tiviteiten overigens - zal een re- gentschapsraad van drie man nen, een prelaat, een militair en een parlementslid, Spanje rege ren. Juan Carlos heeft nog niet de naam bekendgemaakt waaron der hij zal regeren als de eerste Spaanse monarch sinds zijn grootvader, Alfonso XIII, in 1931 troonafstand *deed, alge meen wordt echter verwacht dat hij bekend zal zijn als Juan III. Als staatshoofd zal Juan Carlos waarschijnlijk vertrekken uit het paleis Zarzuela waar hij woont sinds zijn huwelijk met prinses Sophie en in het paleis Pardo trekken waar Franco heeft gewoond. Als een der eerste taken zal hij een regeling moeten treffen voor de status van de familie van Franco en een eervolle terug tocht van diens ultra-conserva tieve weduwe, dóna Carmen Po lo de Franco. Franco met Juan Carlos, weinig populaire telg uit oud en zieke lijk vorstengeslacht. academie kwam, werd hij geprezen om zijn talenten voor organisatie en leiderschap. Hij combineerde deze eigenschappen met wat zijn biogra fen zijn "absoluut on-Spaanse ge reserveerdheid en kalmte" noem den. Toen eens, tijdens een rust pauze op een van zijn militaire campagnes, een kogel van een sluipschutter een kopje in Franco's hand aan scherven sloeg, richtte hij langzaam zijn blik op het geboomte verderop en zei hij: "Waarom mik je niet beter en probeer je het niet nog eens?" Op 33-jarige leeftijd werd hij gene raal en kort daarop commandant van de Spaanse troepen overzee. Drie-enveertig jaar oud werd hij chef van de generale staf. Hij hield zich aanvankelijk zorg vuldig, zoals het naar zijn oordeel een beroepsofficier betaamde, bui ten de politiek. Ook nog toen er in 1931 een eind kwam aan de monar- kwaardige uitspraken tijdens de burgeroorlog. Het best herinneren de Spanjaarden zich zijn commen taar toen een adjudant hem kwam melden dat de laatste republikeinse steunpunten waren gevallen en dat de oorlog voorbij was. Met griep te bed draaide hij zich om en zei lang zaam: "Dank u." Niets verried de emotie die hij op dat ogenblik on derging. Toen vier maanden later de Tweede Wereldoorlog uitbrak, stond de Spaanse leider voor een belangrijk besluit. In hoeverre moest hij oude schulden vereffenen aan Hitier en Mussolini die hem zoveel hulp bij zijn eigen strijd hadden verschaft? Hij besloot alleen 47.000 vrijwilli gers, "de blauwe divisie" te zenden. Een keer ontmoette Franco Hitler. Dat was in oktober 1940 in Hen- daye over de Spaans-Franse grens. De nazi-dictator verwachtte een La- tijnsgeaard, ontvlambaar man te ontmoeten maar in plaats daarvan werd hij geconfronteerd met een ongepassioneerde, dikke man uit het noordwestelijke Galicië en het was de Duitser die zijn koelbloe digheid verloor. Op het verzoek doortocht te verle nen zei Franco dat het niet aanging dat anderen dan Spanjaarden Gi braltar zouden veroveren en dat de Spanjaarden daarvoor niet gereed waren. Een gefrustreerde Hitier zei later tot. zijn medewerkers dat hij nog liever drie tanden zou laten trekken dan ooit nog een ontmoeting met de caudillo te hebben. 192.000 executies Op binnenlands gebied was het Franco's eerste zorg zijn politieke tegenstanders uit te schakelen. Al len die zich vanaf 1 oktober 1934 schuldig hadden gemaakt aan subversieve activiteit of zich te gen de nationale regering hadden verzet, werden strafbaar ver klaard. Tussen 1939 en 1944 wer den 192.684 doodvonnissen ten uit voer gebracht. Nog 25 jaar na de burgeroorlog werd de communis tische leider Julian Grimau ter dood gebracht wegens zijn aan deel in de strijd. Als politicus paste Franco de regel het geld dat de miljoenen naar zon hongerende toeristen binnen brachten, leidden tot een aanzien lijke verbetering van de economie. In die omstandigheden begon de ouder wordende leider de politieke discipline wat te verzachten. De eerste aanzet daartoe kwam in no vember 1966. Franco kondigde aan een deel van zijn bevoegdheden te zullen delegeren. Ér werd een or ganieke wet aanvaard die voorts voorzag in opheffing van de recht streekse perscensuur en in vrijheid van godsdienst. In juni 1973 nam Franco zijn eerste stap naar terugtreding toen hij het premierschap opgaf. Hij benoemde Luis Carrero Blanco, meer dan 30 jaar zijn trouwe medewerker, tot eerste minister. Maar een half jaar later werd deze door leden van de Baskische afscheidingsbeweging E.T.A. bij een bomaanslag om het leven gebracht. Diep geworteld Opmerkelijk achtten waarnemers toen het feit dat deze opzienba rendste daad van politiek geweld sedert de burgeroorlog nauwelijks een rimpeling van onrust in het land veroorzaakte, hetgeen volgens hen een aanwijzing was dat het re giem diep in Spanje geworteld was. Franco reageerde op deze ontwik keling met zijn bekend geworden rede over "politieke rijpheid" van het Spaanse volk. Na 34 jaar gaf hij de Spanjaarden schoorvoetend een compliment toen hij in zijn oude- jaarstoespraak van 1973 zei tekenen van politieke rijpheid m hen te hebben ontdekt. Inmiddels had hij zijn minister van Binnenlandse Zaken, Carlos Arias Navarro, benoemd als opvolger van Carrero Blanco. Deze kondigde nog geen maand later aan dat politieke zaken niet meer uitsluitend konden rusten op Franco's "nobele schou ders". Hij deed een beroep op de Spanjaarden "hun rol te vervullen in de gezamenlijke verantwoorde lijkheid voor politieke vernieu wing". De premier kondigde een programma van politieke hervor mingen aan. Daartoe behoorden de mogelijkheid tot vorming van "po litieke verenigingen" die - onder naars, studentenleiders en leden van de Baskische nationalistische beweging ETA deelden dat lot. In de eerste maanden van 1975 duurde de politieke onrust voort. Arrestatiegolven volgden op de tal loze stakingsacties, die niet meer als vroeger incidentele uitbarstin gen waren, maar volgens vaste pa tronen georganiseerd leken. In maart zag de minister van Arbeid, De la Fuente, zich gedwongen ont slag te nemen omdat hij zich ver zette tegen verder uitholling van het stakingsrecht, waardoor werk gevers het recht kregen stakers te ontslaan. In mei volgde de afkondi ging van de uitzonderingstoestand in het altijd roerige Baskenland. "Snel recht" De afkondiging van de "anti-ter- rorisme-wet" op 27 augustus 1975 zette definitief een punt achter het liberaliseringsprogramma.Die wet verruimde de mogelijkheden voor het opleggen van de doodstraf, voerde een speciale "snel-recht- procedure" in voor de berechting van "terroristen" beperkte een aan tal grondrechten (waardoor wille keurige huiszoekingen en verlen ging van het voorarrest mogelijk werden) en de persvrijheid, en stelde alle groepen buiten de wet die "politiek geweld plegen, voor staan of goedpraten". De wet was het antwoord van de regering op de tientallen politieke moorden, vooral op politiemannen, waarvoor vooral leden van de ETA en van uiterst-linkse splintergroe pen verantwoordelijk werden ge steld. De tegenterreur van uiterst- rechts, waartoe de "guerrilleros del Cristo Rey" (de guerrillastrijders van Christus Koning) worden ge rekend, bleef echter ongestraft. De daaropvolgende dramatische gebeurtenissen hebben Spanje op nieuw in het brandpunt van de in ternationale belangstelling en in een lang niet meer gekend diplo matiek isolement doen belanden. West-Europa, waartoe Spanje steeds toenadering had gezocht, reageerde met diepe afschuw op de voltrekking van de doodvonnissen tegen twee ETA-leden en drie leden van het FRAP, een uiterst linkse lingschap levende Spaanse troon pretendent Don Juan, tot troonop volger werd aangewezen. Tot degenen die monarchistische acties voor troonsopvolging voer den behoorden ook de Carlistische Frangois Xavier de Bourbon en diens zoon Carel Hugo, de echtge note van prinses Irene. Juan Carlos zou zich moeten verze keren van de blijvende steun van het Spaanse leger, dat overigens vanouds is beschouwd als een steunpilaar van het Franco-regime. Het Spaanse leger kent geen bewe ging van jonge officieren zoals het Portugese leger, dat het bewind van Caetano omverwierp. Spanje is niet verwikkeld geweest in de on populaire koloniale oorlogen, die tot de politisering van het Portuge se officierskorps leidden. De laatste maanden echter staken voor het eerst berichten de kop op over een "democratische militaire unie" in het Spaanse leger. In ver band daarmee zijn enkele tientallen officieren gearresteerd. De unie streeft een parlementaire democra tie voor Spanje na. Een deel van de officieren zou ook niet gelukkig zijn met de rol die het Spaanse leger bij de bestrijding van de oppositie moet spelen, nu politieke proces sen worden gevoerd voor krijgsra den. Maar door de recente gebeurtenis sen is juist de greep van rechts op het leger versterkt. Begin oktober benoemde Franco uitgesproken conservatieve militairen in de top van de Guardia Civil en in de leger top als opvolgers van gematigder figuren, aan wie "slapheid" werd verweten. Franco's belangrijkste hobbies wa ren vissen en jagen. Hij hield van het buitenleven. Hij reed paard tot hij bijna 80 was. In de jaren zestig werd hij enthousiast voor de wal visvangst. Zijn grootste buit was een exemplaar van 24 ton. De laatste jaren verscheen Franco weinig in het openbaar. In zijn Pardo-paleis^n do heuvels bij Mad rid bracht hij de tijd die hem nog restte, voornamelijk door in over denking, met het ordenen van zijn persoonlijke aantekeningen en met het bezoek van o.a. zijn kleinkinde ren en achterkleinkinderen. LEIDEN - Francisco Franco, de nu overleden "Caudillo de Espana por la Gracia de Dios" (lei der van Spanje bij de gratie Gods), kwam aan de macht in de bloedigste burgeroorlog uit de jongste geschiedenis van Europa die een miljoen mensenlevens heeft gekost. Betogend dat politieke vrijheid opnieuw de chaos zou kunnen veroorzaken die leidde tot de burgeroorlog, hield hij in vredestijd strikt de hand aan een één-partijstelsel (de nationale be weging "Falange Espaflola Tradicionalista"). Daar hij toelating van politieke partijen zelf moord achtte, onderdrukte hij de vrijheid. Maar op economisch gebied geloofde hij vast in het systeem van de particuliere onderneming in zijn land. Hitler en Mussolini speelden een rol bij Franco's opgang naar de lange periode van bijna absolute macht. Zij zonden manschappen en wapens voor de burgeroorlog die van 1936 tot 1939 duurde. Het was een conflict dat in zijn tijd de poli tieke passies heftig beroerde, even als later de strijd in Vietnam dat zou doen. De burgeroorlog, ontstaan na een opstand van hoge legerofficieren tegen de Spaanse republiek, brak uit op een tijdstip dat de nazi's in Duitsland en de fascisten in Italië de vrijheden onderdrukten en hun macht uitbreidden. Veel linksgerichten en intellectue len zagen Spanje toen als het eerste slagveld van de komende werel doorlog en sloten zich aan bij de strijd in Spanje's vruchtbare vlak ten en dorre bergketens. Tot de strijders aan de kant van de interna tionale brigades tegen de nationa listen behoorden de Joegoslavi sche communist Josip Broz, later bekend als maarschalk Tito, de Duitsers Willv Brandt en Walter Ulbricht en de schrijvers André Malraux, George Orwell en Ernest Hemingway. - Gereserveerd Franco, zoon van een betaalmees ter bij de marine, was een militair in hart en nieren. Hij maakte een blik semcarrière, niet vanwege banden met politicimaar op eigen kracht. Van het ogenblik af dat hij op 15-jarige leeftijd op een militaire chie en Alfonso XIII Spanje moest verlaten. In 1936 kwam in Spanje het linkse volksfront aan de macht. Franco wilde toen hard optreden tegen de straatterreur maar de regering ver trouwde hem niet voldoende en zond hem als militair gouverneur naar de Canarische eilanden. Daar was Franco echter dicht bij Spaans-Marokko waar de opstand van de nationalistische officieren tegen de republiek zou beginnen. Op 18 juli 1936 ging hij in burger kleding en met een vals paspoort naar Spaans-Marokko, om het commando over het Spaanse vreemdelingenlegioen op zich te nemen. Hij leidde dit legioen over de Straat van Gibraltar in de strijd tegen de loyale troepen op het vaste land. Franco bewerkstelligde spoedig de val van de meeste zuid westelijke provincies van Spanje. Franco was niet de hoogste leider toen de opstand begon. Deze rol werd hem als bij toeval toebedeeld. Zijn superieuren kwamen bij vlie grampen om of werden geexecu- teerd. Toen de militaire junta van de na- tionalisten in de tijdelijke hoofstad Burgos bijeenkwam om een leider te kiezen, kreeg Franco alle stem men op één na. Hij werd uitgeroe pen tot generalissimo en caudillo van Spanje. Twee-en-een-halve maand nadat hij zich bij de rebellen had gevoegd. "Dank u" De caudillo deed weinig geden- Met Hit Ier op het Zuidfranse stationnetje van Hendaye .23 oktober 1940. De Führer had weerzin tegen de kleine caudilloliever zou Hitier zich drie tanden laten trekken dati nog eens zo'n ontmoeting. van verdeel en heers toe. De wer kelijke macht behield hij zelf. Zijn vijanden beschuldigden hem van beknotting van de rechten van de mens en de vrijheden in een land waar arrestanten gemarteld wer den en lang op hun proces moesten wachten. Wegens zijn sympa thieën voor de fascistische as- mogendheden werd Franco in 1946 door de VN veroordeeld en tot 1955 buiten de Volkerenorganisatie gehouden. Franco, die meer een pragmaticus en een man van discipline was dan een ideoloog, eiste sterke persoon lijke loyaliteit en gebruikte het le ger en de para-militaire politie om nationale eerbied af te dwingen en aldus een basis te leggen voor de economische ontwikkeling. Voor de Spanjaarden die hem steunden, was hij een soort vader figuur waarbij het meeste aansprak dat het land tientallen jaren van vrede kende en de welvaart toe nam. Onder Franco werd Spanje van een arm, agrarisch land een in dustriële mogendheid met veel goud- en deviezenreserves. Wegens het ontbreken van demo cratische vrijheden werd het land buiten de EG gehouden. Er kwam wel een preferentieel akkoord tot stand. Buitenlandse investeerders voel den zich aangetrokken tot Spanje door de goedkope arbeidskraente'n, het gunstige investeringsklimaat en belastingstelsel en door het sta kingsverbod. Hun investeringen, de Amerikaanse hulpverlening en toezicht van de Nationele Bewe ging - zouden functioneren als klankbord en als mogelijke voorlo pers van politieke partijen. Er werd een nieuw statuut voor de staats- vakbonden en een beperkte erken ning van het stakingsrecht in het vooruitzicht gesteld. Deze voorzichtige aanzetten tot li beralisering van de dictatuur zou den de komende maanden echter grotendeels ongedaan worden ge maakt na een offensief van uiterst rechts, onder aanvoering van onder andere Franco's schoonzoon, de markies van Villaverde. Nadat de pers enkele maanden een wat gro tere vrijheid had genoten kwam daaraan een abrupt einde met het ontslag, in oktober 1974, van de pas enkele maanden geleden be noemde minister van Voorlichting, Pio Cabanillas. In het leger moest de gematigde chef van de generale staf, luitenant-generaal Manuel Diez- Alegria, het veld ruimen voor de fa- langistische generaal Carlos Fer nandez Vallespin, in de Tweede Wereldoorlog kapitein in de Spaanse "blauwe divisie" aan het Oostfront. Ook het harde optreden tegen poli tieke tegenstanders was in strijd met de beloofde liberalisering. Lei ders van légale en illegale vakbon den werden tot langdurige gevan genisstraffen veroordeeld, vaak op grond van beweerde samenwer king met de verboden communisti sche partij. Progressieve priesters, advocaten, journalisten, kunste splintergroep. Vrijwel alle Westeu- ropese landen riepen uit protest hun ambassadeurs terug uit Mad rid. Het regime van Franco kwam op gespannen voet te staan met het Vaticaan, omdat het herhaalde op roepen van paus Paulus om cle mentie te betonen had genegeerd. De EG besloot de onderhandelin gen met Spanje over vernieuwing van het op 31 december a.s. aflo pende preferentiële handelsver drag voor onbepaalde tijd op te schorten. Het officiële Spanje rea geerde met gekwetste nationale trots op de "buitenlandse inmen ging" en militaire ondergrondse verzetsbewegingen reageerden met nieuwe aanslagen op de toege nomen repressie. Op 1 oktober, 39 jaar na de installatie van Franco tot staatshoofd, juichte een duizend koppige menigte de caudillo toe, die met zwakke stem een nauwe lijks verstaanbaar pleidooi voor na tionale saamhorigheid hield en zich afzette tegen de buitenlandse pro testen. De troonopvolger Juan Carlos heeft vorige zomer al enkele weken de bevoegdheden van het staads- hoofd overgenomen, toen Franco met een aderontsteking in zijn rechterbeen in een ziekenhuis werd opgenomen. Franco had krachtens een uit 1947 daterende wet de be voegdheid een koning te kiezen die hem zou opvolgen bij overlijden, of als hij niet meer in staat zou zijn zijn functie uit te oefenen. Maar het zou nog 22 jaar duren voordat, in de cember 1969, prins Juan Carlos, de 37-jarige oudste zoon van de in bal- Op zegetocht, kort na de burgeroorloa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 11