Cyprus geen paradijs, wel verbijsterend
al een jaar durende situatie. Zo
kan geen mens in Ankara je bij
voorbeeld vertellen hoe het nu
precies met de eigendomsver
houdingen op het eiland moet.
Dat geldt ook voor de uiteinde
lijke verdeling van het eiland.
Turkije en de Turks-Cyprioten
zullen gebiedsconcessies moeten
doen en zijn daar ook best toe be
reid. Maar welke? Terwijl de
ambtenaren van minister Ismael
Caglayangil (een prutser, zoals
een hoogstaand functionaris van
het Turkse ministerie van Bui
tenlandse Zaken zijn chef kwali
ficeerde) over het antwoord kib
belen, wend je je tot de enige poli
ticus ift Ankara, die met de hele
kwestie weg schijnt te weten, de
voormalige premier Bülent Ece-
vit, die voor de Turkse invasie op
invasie op Cyprus verantwoorde
lijk was.
Zijn oplossing is, dat de Turken
zich zoveel mogelijk van Cyprus
afzijdig dienen te houden, zodat
de twee gemeenschappen op het
eiland het onderling eens kunnen
worden. „Wij hebben verleden
jaar niet ingegrepen om de Tur
ken en de Grieken op het eiland
een oplossing voor hun proble
men op te dringen," zegt hij,
„maar om een dreigende aan
sluiting bij Griekenland en uit
roeiing van de Turkse bevolking
op het eiland te voorkomen. We
hebben dat gedaan na uitvoerig
internationaal beraad en op
grond van de verplichtingen die
wij ten opzichte van de Cyprische
onafhankelijkheid met het ver
drag van Zürich op ons genomen
hadden. Toen, na de onderhande
lingen in Genève, bleek dat de
Grieken en de Grieks-Cyprioten
niet. bereid waren een redelijke
oplossing te zoeken, hebben we
opnieuw ingegrepen om ener
zijds onze moeilijke militaire si
tuatie op het eiland te verbete
ren en anderzijds de Turks-
Cyprioten een zo groot mogelijke
mate van veiligheid te garande
ren. Sindsdien is er veel veran
dert. Onze coalitie-partner
maakte het ons onmogelijk ver
der te regeren, Turkije stortte
zich in een kabinetscrisis, waar
van het de gevolgen nog lang niet
te boven is, het Amerikaanse em
bargo werd van kracht en aarts
bisschop Makarios keerde terug
naar het eiland en hangt nu als
een dreigende onweerswolk bo
ven de hoofden van meer realisti
sche Grieks-Cyprische leiders als
Glafkos Klerides. Zeker is dat de
positie op het eiland gaandeweg
verslechtert. Ik vraag me alleen af
of de huidige Turkse regering in
staat is een zinnig plan op tafel te
leggen dat als uitgangspunt bij
onderhandelingen kan dienen."
GENOEGEN
Zodat de zaak goed vast zit, Tot
groot genoegen van de Griekse
regering in Athene, die, zonder
zelf met oplossingen te komen,
Turkije onwil en besluiteloos
heid verwijt en via de Griekse
lobby in het Amerikaanse Con
gres druk uitoefent om Turkije
maar helemaal uit het Westerse
blok te stoten. Tot groot genoe
gen ook van de Grieks-
Cypriotische haviken, die van
geen enkele concessie aan de
Turkse minderheid willen weten
en het liefst morgen nog alle Tur
ken de zee in zouden willen drij-
In afwachting van nieuwe Turk
se plannen aarzelen de Turkse
boeren in de grensgebieden hun
nieuw verworven akkers te be
bouwen omdat het weinig zin
heeft te zaaien als het nog onze
ker is of de oogst wel binnenge
haald wordt en blijven de dorpen
leeg staan. De huizen zijn van hun
Griekse opschriften ontdaan, de
straten zijn omgedoopt, maar af
gezien van een paar honden en
katten liggen vele dorpen er verla
ten en totaal leeggeplunderd bij.
Het leger en de bevoorrechte
ambtenaren hebben er eerst het
hunnen uitgehaald, waarna de
bevolking druk doende is ge
weest de leidingen en ramen uit
de huizen te halen, om hun nieuw
toegewezen behuizingen, van te
voren al door anderen leegge
haald, een beetje bewoonbaar te
maken. De bevrijdingsroes die na
de Turkse invasie vorig jaar op
het eiland onder de Turks-
Cyprioten heerste is inmiddels
wel voorbij. En de halfslachtige
manier waarop de huidige
Turkse regering het probleem
aanpakt, maakt de zaak er voor de
Turks-Cyprioten niet zonniger
op.
MALAISE
Maar ook aan Griekse kant is het
met veel beter. Afgezien van een
slinkende hoeveelheid Grieks-
Cypriotische scherpslijpers, die
je fluisterend mededelen dat de
"Turkenvreter" en junta zetbaas
Nikolas Sampson nog zo gek niet
was, is de malaise onder de
Grieks-Cyprioten algemeen. In
derdaad, men zit weer vol plan
nen over de opbouw van het
overgebleven gedeelte, rijke
Griekse reders en Amerikanen
van Griekse afkomst hebben een
noodfonds opgericht waaruit rij
kelijk geput kan worden, maar
men vindt eigenlijk dat de Griek
se regering over de ruggen van de
Grieks-Cyprioten heen conflic
ten met Turkije tracht uit te vech
ten. die met Cyprus niets te ma
ken hebben. En het optreden van
de Griekse officieren, die gedu
rende een aantal jaren de
Grieks-Cypriotische strijdkrach
ten opleidden en als een soort
heer en meester over het eiland
rondreden, heeft de meeste
Grieks-Cyprioten duidelijk afke
rig gemaakt van al te grote be
moeienis doer h: t „Griekse Moe
derland". Ook de toestanden in
de kampen maakt het humeur
van de Grieks-Cyprioten er niet
beter op. De Grieken staan voor
de bekende moeilijkheid: de
nieuwe situatie accepteren en de
vluchtelingen zo snel mogelijk
opnieuw huisvesten of wachten
tot er eindelijk een politieke op
lossing komt, met de kans dat de
kampen een soort permanent
onderdak gaan vormen, naar
mate die oplossing uitblijft. De
Grieks-Cypriotische uegermg
zoekt een soort tussenweg, door
de aanschaf van semi-
permanente Deense huisjes,
waardoor bij de kampbewoners
de angst is ontstaan dat ze nog
jarenlang in de vluchtelingenel-
lende zullen moeten leven.
INGESLOTENEN
Een ander probleem is dat van de
„ingeslotenen", de Turken die
achtergebleven zijn m het
Griekse gedeelte en omgekeerd.
Bij elkaar zijn het er zo'n 30.000,
gelijkelijk verdeeld over de beide
bevolkingsgroepen. Daarvan
zeggen de Grieken dat ze in het
Turkse gedeelte willen blijven,
terwijl de Turken, voornamelijk
geconcentreerd rond Paphos,
zich volledig achter met Turkse
vlaggen versierde barricades
hebben verschanst tegen de hen
omsingelende troepen van Maka
rios. Er is nu eindelijk besloten
dat de Turks-Cyprioten met Rode
Kruis wagens overgebracht zul
len worden naar hun staat, waar
ze zich wonderwat van voorstel
len, terwijl er tevens een aantal
Grieks-Cyprioten tot de
Turkse zone wordt toegelaten, in
het kader van een „familieher
eniging". Een wat schamele uit
komst, na een jaar van onderhan
delen. Maar ook zonder die
vluchtelingen en het leger werk
lozen dat op de terrasjes van Ni
cosia en Paphos zijn tijd zoet
brengt met tric-trac en kaarten, is
de sfeer in de Griekse dorpen en
steden op Cyprus ingrijpend
veranderd. Griekse
vlaggen zie je nauwelijks, de por
tretten van de Griekse kolonels,
die vroeger broederlijk naast die
van Makarios hingen, zijn na
tuurlijk evenals in Griekenland
zelf, van.de muren gehaald, rrraar
het portret van de nieuwe
Griekse leider Karamanlis zie je
opvallend weinig.
UITGEBLUST
Het duidelijkst wordt het ver
schil - en de overeenkomst - tus
sen de twee delen van het gesple
ten eiland tijdens de viering van
de Turkse invasie. Terwijl in de
ene helft van Nicosia een wat ge
laten met vlaggen zwaaiende
menigte Turks-Cyprioten de
komst afwacht van hun leider
Raul Denktasj die, zoals zijn
tegenstander oud vice-president
Kugük hatelijk opmerkt „veel
spreekt maar weinig zegt" -
houdt in de andere helft een uit
gebluste aartsbisschop Makarios
een herdenkingstoespraak voor
een zwijgende massa Grieks-
Cyprioten. De „inval van de
Turkse horden" wordt natuurlijk
heftig aangevallen, maar elke
verwijzing naar het „Griekse
Moederland" of de „historische
zending van het Griekendom",
waar de aartsbisschop vroeger
nogal eens mee schermde, wordt
zorgvuldig vermeden. In de verte
staat een lange rij wachtenden
voor het kantoor van de Grieks-
Cypriotische onderhandelaar
Glafkos Kleredes, om te praten
over gezinshereniging en her
huisvesting. De droom van de
"Enosis" is voorgoed voorbij.
assemblagefabriek voor brom
fietsen en motoren, als de onder
delen in de Griekse zóne gemaakt
worden en er geen geld is elders
onderdelen aan te schaffen, laat
staan afnemers voor de geassem
bleerde produkten?
VERORDENINGEN
Nu zou, door consequente we
deropbouw van de Turkse zóne,
het probleem op de lange duur
wel opgelost kunnen worden,
maar in plaats van aan de basis te
beginnen en nieuwe afzetmark
ten op te bouwen, strooit de
Turks-Cypriotische administra
tie een stortvloed van verorde
ningen over haar burgers uit, die
de economische chaos alleen
rriaar verergerd.
De schuld van dit alles ligt niet
eens zozeer bij de Turks-Cyprio
ten zelf, maar bij de Turkse rege
ring in Ankara die, zo lijkt het,
totaal geen uitweg weet uit de nu
VI^ATTItÜ
AKCCÜrlS
Vi WA AL
DOOR
H.E.J.BOTJE
Turks-Cypriotische vluchte
lingen hebben hun toevlucht
gezocht op een Britse basis in
de 'Gelukkige Vallei'.
"Wat vindt U van Cyprus?" Het is een vraag die je constant achtervolgt, vanaf het
moment dat je uit de Fokker F-28 op de landingsbaan van het Turks-Cypriotische
vliegveld Ercan stapt tot op de boot, die je drie weken later naar het vechtend Beiroet
moet brengen. Vanuit de lucht biedt het eiland in ieder geval een paradijselijke
aanblik. Witte stranden langs een helblauwe zee, zwaar beboste berghellingen, de
sneeuwtoppen van het Troödos-gebergte en kleine witte dorpjes tussen gele en groen
akkers. Maar, eenmaal geland, valt het allemaal zwaar tegen. De stranden liggen
verlaten, de akkers zijn verwaarloosd en de dorpen uirgestorven, terwijl zelfs de
Turkse vlaggen op het vliegveld wat naargeestig in de blikkerende zon hangen te
wapperen. Het geheel wordt nog wat mistroostiger door een paar Turkse jongetjes,
die met een fruitkarretje de landingsbaan op komen zeulen, maar door twee militairen
met harde hand worden verwijderd, zodat ze op hun knieën over de stikhete lan
dingsbaan kruipen om hun sinaasappels bij elkaar te graaien. Nee, Cyprus is echt
geen paradijs, zo het dat ooit al was.
Verbijsterend is het eiland wel. Nergens, zelfs niet in het in dat op
zicht zo gezegende Turkije, vind je zoveel verschillende culturen
naast en door elkaar heen als op dit noodlotseiland in de Middel
landse Zee. De Phoeniciërs exploiteerden er de mijnen, de Grieken
lieten er hun tempels achter en de Romeinen hun triomfbogen. De
Byzantijnen, de Kruisvaarders en de Venetianen bouwden er hun
kerken, burchten en kastelen, terwijl de Turken het eiland volzetten
met moskeeën en karavanserai's. En tenslotte kwamen dan ook nog
de Engelsen die, om hun luchtmacht- en marinebasis met elkaar te
verbinden, het eiland van een wegennet voorzagen en een aantal
monstrueuze Victoriaanse villa's achterlieten.
Alleen de Turkse verovering
heeft eigenlijk blijvende gevol
gen gehad. Zo blijvend, dat het
eiland met de regelmaat van de
klok de voorpagina's haalt en de
NAVO er onder dreigt te bezwij
ken. Want terwijl de Kruisridders
en Venetianen zich met de bevol
king vermengden en de Engelsen
zich hooghartig in hun Victo
riaanse behuizingen terugtrok
ken, voerden de Turken een heel
bewuste kolonisatie-politiek uit,
zodat het eiland nu met twee be
volkingsgroepen zit opge
scheept. Behalve het eiland waar
ze beiden op wonen hebben die
half miljoen Grieken en honder
dduizend Turken niets gemeen
schappelijks, niet in taal, niet in
godsaienst en niet in cultuur. Het
enige wat ze gemeenschappelijk
hebben is de wederzijdse haat en
het wederzijds wantrouwen,
waar niemand iets mee opschiet,
maar dat overal op het eiland
voelbaar is.
'BARBAREN'
"Turken?" zei een rijke zaken
man uit Limassol me, "moham
medaanse barbaren, die terug
gestuurd dienen te worden waar
ze vandaan kwamen: de steppen
van Siberië". De taxi-chauffeur,
die me van de badplaats Girne
(Grieks: Kyrenia) bracht, was.
daarentegen vol lof over de
Turkse invasie van vorig jaar.
"Weet U, ik heb me nog nooit zo
vrij gevoeld als nu. Natuurlijk,
het kon allemaal nog beter, maar
voor het eerst sinds jaren lig ik
nachts niet meer onrustig te luis
teren naar voetstappen op straat,
in de angst dat een Grieks-
Cypriotische patrouille ons komt
vertellen dat we binnen 12 uur
dienen te vertrekken omdat men
anders niet langer yoor onze vei
ligheid in kan staan". En waarom
de dorpjes rond de havenstad
Famagusta (Magosa) zo opval
lend leeg staan blijkt bij een be
zoek aan het Museum voor
Griekse Barbaarsheden, dat de
Turken in Nicosia hebben opge
richt en waar de foto's eerder aan
Dachau dan aan het zon
overgoten eiland doen denken: ze
werden tot het laatste kind door
de Griekse EOKA-patrouilles
uitgemoord.
Die grenzeloze haat maakt de
huidige oplossing, verdeling van
het eiland in twee zónes, welhaast
onvermijdelijk. Dat wordt van
Griekse kant ook wel ingezien.
"De situatie hier is zo verpest",
zei een Grieks-Cypriotische amb-
tenaar," dat het zeker één of twee
generaties duurt voor Grieken en
Turken weer vreedzaam naast el
kaar kunnen leven. We zijn in
principe ook niet gekant tegen
een deling van het eiland.
Een andere oplossing is er eerlijk
gezegd niet. We vinden alleen, dat
als zo'n verdeling er toch moet
komen, hij veel eerlijker moet
zijn". Voor dat laatste is wel wat
te zeggen. De 20% tellende
Turkse bevolkingsgroep heeft
niet alleen bijna 40% van het ei
land tot haar beschikking, maar
ze heeft tevens bijna 30% van de
industrie, 45% van de landbouw
grond, 75% van de toeristenin
dustrie en zowat 80% van de voor
de export onontbeerlijke citrus-
teelt in handen, wat, daar zijn de
Turks-Cyprioten het zelf ook wel
over eens, op zijn zachts gezegd
wat overdreven is.
Daarbij ontbreekt het de Turk-
Cyprioten aan voldoende man
kracht en geschoold personeel
om de hotels en de fabrieken te
bemannen, zodat de Grieken vol
leedvermaak toezien hoe de
Turks-Cypriotische economie
langzaam maar zeker zichzelf de
grond inboort.
GIGANTISCH
"De Turken houden het nooit
vol", zei een restauranthouder in
Paphos schamper. "Wat moeten
ze met al die hotels en fabrieken
beginnen? Ze weten niet eens
hoe ze de boel aan het draaien
moeten krijgen. De sinaasappels
hangen bij hen aan de bomen te
verrotten omdat ze niet weten
hoe ze ze moeten plukken. Ze zijn
gewoon niet in staat zichzelf te
besturen".
De Turkse havenarbeiders uit
Limassol mogen dan aan de si-
naaspluk gezet zijn, zolang de
Turkse en de Griekse ambassa
des in het buitenland eventuele
kopers blijven bestoken met
brieven waaruit beurtelings
blijkt of afnemers van Cyprio
tisch fruit wel dan niet vervolgd
kunnen worden, stapelen de kis
ten zich in de koelhuizen van
Famagusta op, tot ze van lieverlee
met karrevrachten tegelijk over
de kademuur heen in de Middel
landse Zee gedeponeerd dienen
te worden.
Ook met de industrie wil het niet
erg vlotten. De Cypriotische in
dustrie werkte voornamelijk
voor de binnenlandse markt en
aangezien de made handel tussen
de twee zónes volkomen stil ligt,
drentelen de Turkse arbeiders
wat verdwaasd in de hun toege
wezen productieruimten rond of
houden zich bezig met het ver
stouwen van de voorraden.
Hier geldt hetzelfde als voor de
citrus-oogst. Hoe houd je een fa
briek draaiende als er geen af
zetmarkt meer is. En wat heb je
trouwens aan een splinternieuwe
Clafkos Klerides dreigende
onweerswolk boven het
hoofd
kBülent Ecevit de enige die
de weg schijnt te weten
Makarios uitgebluste
aartsbisschop