Urk-effect in de YS Snoekbaarsvissen Mijn hemel is beter dan de jouwe ZATERDAG 18 OKTÖBER PAGINA 17 Amerikaanse nationale aandacht dadelijk daarna komt. Sommigen beweren dat het Tulpenfeest Hol land uit de schaduw van zijn verworpenheid heeft gehaald nationaal gezien is men heel wat geworden maar anderen zien in dit Festival een etiket dat niet past op de wezenlijke inhoud van het bestaan onder de voormalige Neder landers. Het gaat om de religieuze identiteit. Sociale waarde Het zou de moeite lonen na te gaan hoeveel werkelijk religieuze waarde die identiteit heeft, en hoeveel is getransformeerd naar een eigenlijk sociale waarde. Die zondagochtend in de kerk ontdekte ik, dat dokter Kemme tenminste een ding heel slecht doet: wijs houden. Hij zong buitengewoon manmoedig, of hij tekst en melodie had geschapen, maar het sloeg nergens op. Gelukkig was het overduidelijk, dat hij niet de enige was. Toen de dienst voorbij was, had ik een onbevredigd gevoel: ik had enkel een ritueel bijgewoond, niets wezenlijks gehoord. „Dat komt", zei Gerrit Jan Kemme aan de lunch, „omdat onze dominee tijdens een communiedienst geen tijd heeft voor een echte preek". Vond hij dat dan niet jammer? „Zo is dat nou eenmaal hier". Toen ineens vatte hij de koe bij de horens en hij zei: „Ik woon toevallig in Drenthe. Mis schien was ik elders wel hervormd geweest. In plaats v?In gereformeerd. Of misschien wel baptist". Gertrude vulde aan: „Waar het om gaat is je persoonlijke zaak". En Kemme zei: „Dat kan de kerk je maar heel gedeeltelijk geven". Het is, terwijl ik dit schrijf, alwegr een poosje geleden, dat ik in Holland was. Ik ontdek nu, dat ik een soort heimwee heb naar de veiligheid van het zondeloze stadje: alles scheen zo perfect: geen kwaad woord op de tong. geen drol aan de schoen. Hoe lang kan dat nog duren? Hoe lang zou het nog zijn dat alles daar in evenwicht blijft met alles? Hoe lang gaat die hulpvaardigheid door? Hoe lang dat lage werklozencijfer? Met niks ergers dan „Jaws" in de bioscoop, en dan alleen nog op werkdagen? Eigenlijk vond ik het Jammer dat Kemme me dat gezegd had: hervormd of baptist, van lood om oud ijzer. Het „andere", het griezelige was verdwenen. Hij meent het, dacht ik teleurgesteld. En dat klinkt in het hoofd van een heiden precies als het tegenovergestelde van een vloek. Daarom zei ik maar vliegensvlug, en zeer hardop: „By golly". Vloekje Wie gereformeerd is of hervormd, en alsnog van plan zich voorgoed in de Verenigde Staten te vestigen, en daarbij amicale bijstand wil hebben en medische hulp, hij spoede zich rap naar de „ziel" van het land, naar Michigan, dat als het ware zijn vrome hand wenkend opsteekt tussen de Grote Meren. Let op evenwel: de kaart toont ons een hand gehuld in een ruige want, dit ten teken dat men er een stoere knaap moet zijn, vooral 's winters. De grootste zorg na de energiecrisis wordt niet gevormd door de kosten van de auto, of die van de levensmiddelen, maar door de nijpende vraag hoe hoog de tekening van de olieboer zal zijn ip Januari en februari. Wij zijn nu in het land van Grand Rapids, een bekende klank in welhaast ieder gereformeerd Neder lands gezin. Want in kringen van wat eens heette de „afgescheidenen" was emigratie naar dit land tamelijk gfewoon. Vol feestelijke belofte, als ging men naar een voorgeborgte van de hemel. Of liever: naar voorgeborgten ter keuze. Want de hemel van de gereformeer- Door Max Dendermonde den Christian Reformed was fen is beter, zeggen de gereformeer den, dan de hemel van de Reformed People, de hervormden. Nog altijd wordt door Nederlands sprekenden Grand Rapids aangeduid als „Jeruzalem". Voor een Nederland-* heiden, of gewoon een niet-kerke- lijke, of een katholiek, een Jood of een boeddhist is dit alles minder griezelig dan het wellicht klinkt. Want Grand Rapids (200.000 inw.) is in de loop van de geschiedenis een tamelijk wufte stad geworden, een geliefd oord voor congresgan gers. Stadsbestuur en middenstand doen alles om het deze vreugdezoe kers naar de zin te maken. Ieder kan er dus zijn eigen soort films zien, en in menig hotel wordt op- wijntje en trijntje niet gelet. Wat wil men ook in zo'n sta<ft Meer dan achthonderd industrieën moeten er hun spullen aan de man brengen. Dus: op zondag heeft de dorstige en de hongerende evenmin moeite: overal, tot1 in het gerenoveerde hart van de stad, kan men op de Dag des Heren krijgen wat men wil. Urk-effect Zo niet in Holland. Michigan, een stadje van 30.000 inw., of in het nabijgelegen Zeeland (5500 inw.). Daar is het een voldongen feit dat men op de Zevende Dag zal rusten. De kferken zijn vol, de straten leeg, de winkels potdicht: en in het oude hotel in Holland is men nauwelijks welkom. Men krijgt in ieder geval geen kop koffie. Wil men dit hotel op zondag verlaten, dan dient men op zaterdag te betalen. Voor de niet-kerkelijke (of de boeddhist, enz.) zit aan dit alles het folkloristische effect van, laat ons zeggen: Urk. Hier gaat het om „andere mensen". Het griezelige wordt getemperd door de truc va.n de tulpen, de klompen, en de s'tatige, authentieke korenmo len (geïmporteerd overigens uit het katholieke Noord-Brabant)Maar ontdoet men de Hollandse Michi- gan-fles van dit „Nederlandse" etiket, dan proeft men nog altijd de wat zure communiewijn van de afge scheidenen. Jezus is het dagelijks brood, en aldus heeft de godsdienst het leven er verstild en ernstig gemaakt, zo schijnt het. Vooral het propere en verbazend goed geconserveerde Holland komt ons in menig opzicht voor als een waar en werkzaam voorgeborgte tot de hemel. „De Kolonie", zoals deze vestiging van vervolgde gereformeerden oor spronkelijk werd aangeduid, heeft de paradox van een levend en welvarend museum. Ik ken geen enkele Amerikaanse stad, die zo Volmaakt dfe jonge, optimistische sfeer heeft behouden van laat ons zeggen 1928. Deze stad is in geen enkel opzicht geëxplodeerd, maar leeft nog volkomen als een stad met een onmisbare kern: er staat vrijwel geen winkelpand leeg. Ongetwijfeld is dat te danken aan gemeenschaps zin op een sterke geloofsovertuiging die bijvoorbeeld - hoe idioot het ook klinkt heel realistisch voldoende parkeerruimte in de stad heeft gecreëerd. Hier is het: allen voor allen, en God voor ieder apart. Want bidden. dat doet men uiteindelijk alleen. En alleen gaat men straks naar dat andere leven. Het bidden van de nabestaanden kan aan de koers in dat Andere Leven weinig meer veranderen: die koers is bepaald door wat de betreffende op aarde heeft gedaan of nagelaten. Daarbij is het maken van winst allerminst schadelijk of schandelijk, althans wanneer men anderen, de Kerk of de Gemeen schap, of het een of andere Goede Doel, maar in de profijten laat delen. Hier is het: doe wel, en zie vooruit. Uw Koninkrijk Kome. Kemme aangeraden als gids door dit gebied vol voetangels en klemmen. Deze drukke huisarts, die al vijfenveertig jaar lang praktijk doet, is een van die zeldzame Amerikaanse artsen die nog huisbe zoeken aflegt. In zijn grote huispraktijk xn Drenthe staat hij dag en nacht klaar voor iedereen. Kemme heeft in dat alles het stempel van de oudfe, maar vooral Amerikaanse plattelandsarts, die lol is op vernieuwingen, vooruitgang in de "farmacie, de ziekenhuisappara- tuur, landbouw en veeteelt, en feitelijk in alles. Wil je een krante-artikeltje gereproduceerd hebben, dan is dat in een wip gebeurd bij Gerrit Jan Kemme (72 jaar). Want hij heeft de allerbeste kopieermachine. En hij kan je precies vertellen waarom dit de allerbeste machine is. Zo'n bezige man is natuurlijk voortdurend in de weer met zijn huis, hier een brok. daar een uitbouw, en het is dus trapjfe op trapje af in dat halve ziekenhuisje van hem. De eerste fout maakte toen ik struikelde, en „O heil" zei, een heel zachtzinnig Amerikaans vloekje. Maar welnee, een groot stilzwijgen daalde door het laby rinth van Kemme. Niet lang: Gerrit stoof al weer weg om een jong meisje van een blauwe nagel af te helpen. „Dat was vloeken", zei de oude, heldere mevrouw Kemme verdrietig. Om het probleem onmid dellijk op- een algemener plan te brengen, vroeg ik wat haar stei'kste uitdrukking was. Dat wist ze eigenlijk niet. Ze dacht lang na en kwam toen met „By golly", wat zo ongeveer kan worden vertaald als „gossie!". Ja dat was wel haar sterkste woord. Kemme nodigde me uit om naar zijn veestapel te kijken. In het kippenhok verzamelde hij twaalf eieren in een plastic doos: „De beste die er zijn". Hij gaf ze me. Ik maakte van dit warme moment gebruik en vroeg of ik de volgende zondag met hen naar de kerk kon gaan. Hij zou het dominee Van Wyk vragen, zei hij gewoontjes. Geen terug De wat mallotige feestelijkheid van het voorjaarstulpenfestival met. de klederdrachten en de klompendan sen kan ons makkelijk doen vergeten wat de Hollandse Kolonie werkelijk was, en in vele opzichten nog is: de nederzetting van een christeliik en zeer koppig volk. In het midden van de vorige eeuw, toen onder aanvoering van de afgescheiden dominee Van Raalte de emigratie van veelal doodarme gelovigen een aanvang nam, was westelijk Michigan nog een wilder nis, een vochtig woudgebied. De mensen uit de Achterhoek, Overijs sel en Drente, en later ook uit Zeeland, wisten niets van dat soort bossen en moesten alles leren: de trucs bij het kappen van bomen, de bouwwijze van blokhutten, het planten van mais op leeggekomen stukken. In aardse zin werden het geheel nieuwe mensen, inventieve landboxjwers en ondernemers. In religieuze zin bleven het dezelfde kerkgangers met het eendere geloof van weleer. Michigan kon zulke koppige door douwers precies gebruiken en moedigde de emigratie sterk aan. Eenmaal gearriveerd zagen deze mensen, dat ze met de rug tegen de muur stonden, ze moesten wel. Er zijn daar heel wat ruggen gebroken, in kou en ziekte. Hele emigratiegol- ven werden gedecimeerd. Maar er was geen terug, en er stond maar een ding open: land maken. De Nederlanders hebben een flink stuk van Michigan gemaakt. Vele jaren hebben de Nederlanders, met nog lang de Nederlandse taal in hun kerken als een tale Kanaans hier geleefd in de schaduw van hun verworpenheid. Geen welstand, geen rijkdom zelfs kon daar iets aan veranderen. Zij waren „de anderen". En tegelijkertijd ontwik kelden zij zich als super-Amerika nen. Mede dank zij al die ruggen tegen de muur heeft Michigan zich ontwikkeld tot een van die weinige staten die een is geworden met het begrip U.S.A. 'In feite is er heel weinig „Nederlands" in Holland. Weliswaar leest men niets dan Nederlands- klinkende namen op brievenbussen en gevels, in advertenties en op vrachtauto's, maar de bezitters van die namen voelen zich slechts op een wat afstandelijke, misschien zelfs grappige manier verbonden met hun voormalige vaderland. Ook het tulpenfeest is „big fun", een soort eigenaardigheid .Niet iets om al te ernstig te nemen. Dat feest is pas aan het einde van de jaren twintig begonnen, heel eenvoudig, uit een wat onbeduidend initiatief. Nu krijgen de meisjes op de middelbare scholen al tientallen jaren les in z.g. Hollandse Klompen dansen. En ook dat is „big fun". Goed beschouwd is het de gerefor meerde vertaling van het carnaval, een helder en zindelijk vermaak zonder een smet. En geen tulpenko ningin hier, geen onzin. De tulp zelf is koningin. Overigens concurreert men wel degelijk met het grote rozenfeest vol bloot en glamour in Pasadena (nr. een), en met Mardi Gras in New Orleans (nr. twee), en men is er trots op dat men in Het is duidelijk dat efen onkerkelijke vreemdeling in zo'n vrome stad vele fouten maakt. Om die fouten zo gering mogelijk te laten schijnen, werd mij - aldus nam ik aanvankelijk maar aan - dokter Dr. KemmeAmerikaanse plattelandsarts. Snoekbaarsvissen is de laatste 'jaren erg populair geworden. De sportvisser, die een v oorlief de heeft voor roofvis, is er langza merhand van doordrongen ge raakt, dat er niet zo gek veel viswater meer is, waar nu een behoorlijke snoekstand huist. Daarentegen zijn de vangstkan sen van de snoekbaars de afge lopen jaren belangrijk toegeno men. Het is aan de waterkant ook duidelijk te merken. Rondom de diepere plaatsen van plassen en meren en langs de vaargeulen van kanalen en vaar ten kun je ze in het weekeinde zien dobberen: de hengelaars die het gemunt hebben op „vadertje glasoog". Een duidelijk bewijs van die populariteit kreeg ik af gelopen zaterdag toen ik een dag je viste op de Vinkeveense Plas sen. We zijn die dag op het wa ter meer bootjes tegengekomen met vissers, die op snoekbaars visten dan op andere soorten. Hoewel we zelf met snoekbaai's- vissen niet erg fortuinlijk wgren, werden er links en rechts toch wel aardige exemplaren gevangen. Hoe grillig het lot van snoek baarsvissers kan zijn bewees een tweetal hengelaai-s in een bootje, dat we een groot deel van de dag binnen gezichtsbereik hadden. Ze vingen precies tegelijkertijd alle bei een snoekbaarsje en hebben daarna urenlang vergeefs een vis je uitgeworpen. Een bewijs dat ook de snoekbaars scholen vormt? Laten we beginnen om in onze omgeving eens een aantal beken de snoekbaarsstekken te noemen. In de eerste plaats zijn dat de diepere plaatsen van de grote me ren als de Kaag, de Braassem, de Wijde Aa en de Westeinder. Op de Kaag is bijvoorbeeld het Zwei- land zeer bekend om zijn vangs ten van flinke exemplaren. En kele jaren geleden genoot ook het „gat" van 't Braassemmermeer op dit gebied enige faam, maar door onbekende oorzaak is daar een beetje de klad in gekomen. De meeste snoekbaarsvissers zijn er steeds vanuit gegaan, dat je snoekbaars het best kan van gen op de diepste plekken van een plas of meer, maar er zijn vele vangsten geweest, die deze theorie loochenstraffen. In de Heimanswetering werden onlangs tijdens een visdag op nauwelijks anderhalve meter water enkele snoekbaarzen gevangen, terwijl zich op korte afstand een veel diepere vaargeul bevindt. De Lari- geraarse Plassen vormen trouwens een uitstekend bewijs dat snoek baars zich ook in ondiep water best thuis voelt. Ik heb daar de afgelopen jaren snoekbaars ge vangen op plaatsen waar niet veel meer dan één meter water stond. Ook uit verschillende polderge bieden in de omgeving van Lei den komen de laatste tijd steeds meer berichten van snoekbaars vangsten. Kennelijk heeft de snoekbaars op die plaatsen de taak van de verdwenen snoek overgenomen. In het verleden is wel eens vesteld. dat snoekbaars bij uitstek een roofvis is die in tmv-»el wat^r «naar nok dat blijkt in de praktijk niet altijd juist. Ook in wateren waar het water een grote mate van helder heid heeft komt snoekbaars in flinke aantallen voor. De consta tering dat snoekbaars in ondiep water ook voorkomt, wil niet uit sluiten dat er ook op grote diepte veel snoekbaars kan huizen. Dat De enige speciaalzaak voor al uw HENGEL SPORTARTIKELEN DE SPORT HAARLEMMEBSTR. 11, tel. 24030 bewijzen bijvoorbeeld de zandput- ten, waarvan er rondom Leiden en Alphen langzamerhand een flink aantal voorradig is. Zo is er bijvoorbeeld een bij Valkenburg en wordt er door de sportvissers ook al intensief ge bruik gemaakt van de recreatie- plas in het „Vlietland" tussen de Rijksweg 4 en de Vliet. Op dat meer, dat plaatselijk zeer diep is, worden op bepaalde dagen forse exemplaren gevangen. Datzelfde geldt ook voor het recreatiemeer in Alphen aan den Rijn. Vangs ten van vijf, zes, zeven snoekbaar zen op één visdag zijn geen uit zondering. Zo zijn er nog meer „stekkies" in dit gebied aan te wijzen. En met enig speurwerk zult u zelf ook nog wel een plekje kunnen vinden. De grote vraag die steeds bij 't snoekbaarsvissen gesteld wordt is, welke aassoort de beste resul taten waarborgt. Er zijn daar over in vissportbladen al vele pa gina's afgedrukt en een geregelde lezer zal hebben opgemerkt, dat het vaak van de auteur afhangt welke aassoort wordt gepropa geerd. De een houdt het op een levend visje, de ander zweert bij kunstaas. Met de snoekbaarservaring, die ik heb, moet ik zeggen, dat ik er voor mezelf helemaal nog niet uit ben wat nu het beste aas is. Ik neig er wel toe veel waarde toe te kennen aan een klein stuk je vis, bijvoorbeeld uit de rug van een voorntje, maar dat komt me de doordat ik daar nogal veel mee geëxperimenteerd heb. Zo heb ik bijvoorbeeld geen enkele ervaring met het gebruik van spiering als aas. Er is nogal moeilijk aan te komen. Hengelaai-s, die er wel er varing mee hebben zweren erbij. Ze verzekeren dat de vangsten in vergelijking met elk willekeu rig ander visje zeer gunstig af steken. Mocht u het houden op een levend visje, bijvoorbeeld een voorntje, dan zou ik u wel willen adviseren het formaat niet gro ter te nemen dan zo'n acht, negen cm, liefst nog kleiner. Soms worden met onooglijke kleine aas visjes de grootste snoekbaarzen gevangen. Het is dus beslist geen wet van meden en perzen dat een grote aasvis ook een grote snoek baars oplevert. Van de kunstaas- soorten komen zowel de spinner, het lepeltje als de jig in aan- rking. Vooral de laatste u weet wel dat loden balletje of blokje met de in de haarpluim verborgen haak kan op wat dieper water uitstekende diensten bewijzen. Vooral wanneer daarmee ge vist wordt op de volgende wijze: de „jig" wordt gemonteerd op een licht spinhengeltje en wordt ver volgens een meter of twintig der tig weggecooid. We laten de jig tot op de bodem dalen en vissen het kunstaas met kleine rukjes bin nen. Met elke beweging van het topeind wordt de Jig iets van de bodem opgelicht, om vervolgens weer naar de bodem terug te zak ken. De praktijk heeft geleerd dat daarmee een onweerstaanbare Omdat de snoekbaars een nogal grillige vissoort is, is het zaak op zo'n visdag verschillende me thoden uit te proberen. Het kan gebeuren, dat hij de ene dag vol op te vangen is aan een jig, maar de volgende dag de „geite sik" geen blik waardig keurt. Dan is hij bijvoorbeeld weer gek op een stukje vis. Uitzoeken wat het beste is. luidt steeds het advies. De meeste doorgewinterde snoek- baarsvissers maken geen gebruik van een dobber of drijver op de lijnen. Ze vissen wat we noe men „op het handje" met een visje of een stukje vis. Het aas wordt uitgeworpen en identiek aan de viswijze met de jig met kleine rukjes teruggevist. Voor deel van deze vismanier is dat de aanbeet van de vis duidelijk wordt gevoeld en in korte tijd een flink stuk viswater kan wor den af gevist. Aan de andere kant wordt het „visuele element" gemist. Het ver rukkelijke gezicht om een pen statig uit het water te zien oprij zen, om zich ongegeneerd op het wateroppervlak neer te vleien en vervolgens weer met een flinke snelheid uit het gezichtsveld te verdwijnen. Vissen op snoekbaars met een pen heeft een grote be koorlijkheid, al moet worden ge zegd dat daarmee minder grote stukken water worden afgevist. Afhankelijk van de diepte van het viswater is of we bij de snoek baars gebruik maken van een vaste- of een schuif dobber. In wa ter tot zo'n twee meter diepte is het beslist overbodig om een schuifdobber te nemen. In diep water is het een noodzaak. Er be. staat overigens nog wel eens mis verstand over 't gebruik van de schuifdobber. En wel waar het gaat om de uitloding. Dat dient namelijk ook bij de schuifpen nauwkeurig te gebeuren, zodat de vis. wanneer hij wegzwemt met het aas in de bek, zo weinig mo gelijk weerstand voelt. Boven een schuifdobber moet op de lUn steeds een „stuitje" worden gemonteerd. Handige hengelaars kunnen .er gemakke lijk zelf eentje maken van bij voorbeeld vissersgaren. Verder is er ook een potje met een bepaal de substantie in de handel, dat hard wordt wanneer het op de lijn wordt aangebracht. Voor de gemakzuchtigen onder ons zijn er ook bij de hengelsportwinkelier kant-en-klaar-stuitjes te koop die met behulp van een naald aan de lijn gezet kunnen worden. Aan u de keus. Tenslotte ben ik u nog verschul digd de uitslag van de casting kampioenschappen van Leiden die afgelopen zondag in de Leidse Hout werden gehouden. In de A en B-klasse ging Carol van Bra- kel met die eer strijken. Hij be haalde totaal 403 pt. De uitslag was verder: 2. Joop Leibbrand 280 5 pnt.. 3. Ed van Estrik 239.5 Pnt., 4. Chris Segaar 224 pnt., 5. Joop Fles sr. 199.5 pnt., 6. Sam Teunissen 195.5. Kampioen in de C en D-klasse werd Dirk Noppe met 249.5 punten. De eindstand was verder: 2. Theo Onderwater 249 pnt. 3. Frank de Haan 243 pnt., 4. Dick Vermond 214.5 pnt., 5. Joop Fles jr. 200.5 pnt., 6. Cor de Roode 188.5 pnt. Elan echte visboten Lloyds certificaat, vanaf f 1.390.— Yamaha - outboards 2 tot 55 pk. 2 jaar garantie. BOOTCENTRUM B.V.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 17