'smeert'
nationalisme
in Schotland
De verbazingwekkende produkfieve
natuursport van Heimans en Thijsse
ZATERDAG 18 OKTOBER
Dit is de vijfde aflevering van
een serie artikelen over de olie
in de Noordzee. De eerste olie
vondst daar precies tien jaar
geleden nu veroorzaakte een
ware goldrush op de Noordzee.
Sindsdien stroomden miljoenen
dollars, ponden, guldens, fran
ken, kronen in het woelige wa
ter van de Noordzee. Nu moet al
dat geld er in de vorm van het
..zwarte goud" weer uitkomen. In
deze serie werpt onze verslagge
ver Jan Kees Kokke een blik
vanuit Nederland, Noorwegen en
Schotland op de drukke activi
teiten van de internationale
olie-jet set op de Noordzee.
ABERDEEN „It is Scottish oil". Het is Schotse olie. Dat is het eerste wat de Schotten
vandaag de dag zeggen, als het gesprek begint over de oliewinning op de Noordzee. En in het
bijzonder over de geweldig rijke olie- en gasvelden vlak voor hun kust- Want de Schotten vinden
eigenlijk dat zij daar meer recht op hebben dan de Engelsen.
De nationalistische gevoelens in Schotland zijn op het ogenblik dan ook groter dan ooit, met de
gloriedagen van de oliewinning zo vlak voor de deur. „Schotland onafhankelijk". Over de voor
en tegens daarvan staan de Schotse kranten dagelijks bol. En uiteraard over de olie. Want daar
mee is die onafhankelijkheid, althans volgens de voorstanders daarvan, te realiseren.
De olie-goldrush of zoals de
Britten graag zeggen de olie-boom
of de olie-bonansa is echter niet
geheel en al aan Schotlands neus
voorbij gegaan. Noemt Aberdeen
zich maar niet al te graag de
internationaal erkende oliehoofdstad
van Europa? Is de werkloosheid aan
de Schotse oostkust vrijwel niet
geheel uitgebannen dankzij de olie?
Begint Schotland na een halve é?uw
totale misere nu niet voor het eerst
weer zijn economische zelfrespect
terug 'te winnen, dank zij de
Noordzee-olie?
Voor de Schotse kust zijn in de
Noordzee nu 25olievelden van enige
betekenis aangeboord. Vijftien daar
van hebben een geschatte produk-
tiecapaciteit van meer dan honderd
duizend vaten per dag. Bovendien
ligt er op de grens tussen de
Schotse en de Noorse wateren het
belangrijke gasveld Frigg.
350 miljard
ste zijn, de olieprijzen op de
wereldmarkt en de ontwikkelings
kosten van de olievelden.
In augustus van dit jaar stroomde
de eerste olie uit het Britse deel van
de Noordzee via een pijpleiding, die
bij Petershead aan land komt, naar
de BP-raffinaderij in het Schotse
Grangemouth. De olie komt uit het
Forties-veld, 170 kilometer voor de
kust van Aberdeen, dat in 1970 door
BP werd ontdekt. Verwacht wordt
dat dit veld een van de grootste
tot dusver ontdekte in de Noordzee
over een paar jaar zo'n 400.000
vaten olie per dag kan gaan leveren.
Dat komt overeen met twintig
miljoen ton per jaar en dat is
eenvijfde van de huidige oliecon
sumptie in Groot-Brittannië ter
waarde van ruim vier miljard
gulden per jaar.
De totale kosten om dit Forties-veld
te ontwikkeln worden op het
ogenblik door BP geschat op bijna
vier miljard gulden. Dat betekent
een investering van 9500 gulden om
een vat per dag te produceren.
Vergeleken met de oliewinning in
het Midden-Oosten, die op land
gebeurt, is dat 825 gulden per vat en
in het noordelijke deel van Alaska
is dat ruim 110.000 gulden per vat.
Als al deze velden in produktie
zouden komen, dan zou daarmee een
totale bijdrage geleverd worden aan
de Britse economie van meer dan 28
miljard gulden per jaar. De totale
waarde van de olie- en gasreserves
in Schotse wateren moet geraamd Overal plannen
worden op ten minste 350 miljard'
gulden. De werkelijke waarde hangt
natuurlijk van een groot aantal
factoren af, waarvan de belangrijk-
Inmiddels is Occidental begonnen
om een olie-pijpleiding van het
Piper-veld naar Orkney, de eilan
dengroep even boven Schotland, aan
te leggen. Shell en Esso zijn samen
bezig aan een pijpleiding van het
Brent-olieveld naar de Shetland
eilanden, die nog iets noordelijker
dan Orkney liggen. Vanuit het
Frigg-veld wordt een gasleiding door
Total aangelegd naar het Schotse
St. Fergus, waar het grootste
aardgas-behandelingsstation ter we
reld zal worden gebouwd. Verder
zijn er plannen gemaakt om de
meeste andere olievelden in Schotse
wateren binnenkort ook te gaan
leegpompen.
Schotland gonst dan ook van de
olie-activiteiten. En met name
Aberdeen, het centrum van het
Schotse „midden-oosten". Niet min
der dan achttien oliemaatschappijen
zijn er de afgelopen jaren neerge
streken. Shell, BP, Total, Amoco,
Mobil. Occindental en Burmah
bouwden er grote hoofdkantoren.
Aberdeen is bovendien de belang
rijkste bevoorradingsbasis langs de
Britse kust voor de boor- en
produktie-eilanden op de Noordzee.
De haven van Aberdeen wordt op
het ogenblik gemoderniseerd, waar
voor een* bedrag van 66 miljoen
gulden is uitgetrokken.
In Aberdeen hebben zich inmiddels
meer dan driehonderd ondernemin
gen gevestigd, die direct te maken
Aebben met de okiewinning op de
Noordzee. Per week komt er een
nieuw bedrijf bij. In totaal werken
nu een twaalfduizend
olie-industrie in Aberdeen. Daarvan
zijn er tweeduizend buitenlanders,
voornamelijk Amerikanen. Ook veel
Spanjaarden. En Noren, Nederlan
ders, Fransen en Zuid-Amerikanen.
De eerste school voor buitenlandse
kinderen in Aberdeen was een
Nederlandse. Daarnaast zijn er nu
ook Franse en Amerikaanse scholen.
Hotelruimte moet door bezoekers
lang van te voren gereserveerd
worden. Nieuwe hotels worden dan
ook in hoog tempo gebouwd in
Aberdeen en omstreken. De luchtha
ven D3'ce bij Aberdeen verwerkte
een paar jaar geleden nog maar zo'n
50.000 luchtpassagiers per jaar. Nu
zijn dat er een half miljoen. De
luchthaven wordt op het ogenblik
dan ook voor een bedrag van 33
miljoen gulden gemoderniseerd. Op
Dyce staat ook de grootste
helikoptervloot in Groot-Brittannië
gestationeerd. Per maand worden er
ongeveer vijftienhonderd helikopter-
vluchten naar booreilanden op de
Noordzee gemaakt vanaf Aberdeen
Airport.
De haven van Aberdeen ligt vol met
een nieuw type schip; de werkpaar
den voor de olie-industrie op de
Noordzee. De schepen, die lijken op
verlengde sleepboten, dragen namen
als Oil Prospector, Sea Driller, Oil
Truck, North Sea Viking, Dogger
Shore, Oil Surveyor.
En tochondanks de olie-gold
rush, de olie-boom, de olie-bonansa
in Schotland, stijgt de werkloosheid.
In augustus vorig jaar waren er
92.615 Schotten werkloos. In augus
tus van dit jaar was dat leger
gegroeid tot 134.000. Is het dan
verwonderlijk dat er steeds meer
Schotse stemmen opgaan, die een
groter aandeel eisen in de olie-koek?
Uilskuikens
"Het is eencoudig op het ogenblik zo
De haven van Aberdeendat
zich graag de oliehoofdstad van
Europa noemt. De schepen dragen
namen als Oil Prospector, Oil
Truck, Sea Driller.
dat, terwijl de Noren de oliesjeiks
.van Europa worden genoemd, wij
hier in Schotland de uilskuikens van
het noorden zijn". Dat vertelt het
socialistische parlementslid James
Sillars. „Terwijl Schotland het
centrum is van de Europese
okie-industrie, bieden wij de meeste
olie-banen op een bordje aan, aan
onze buitenlandse concurrenten,
terwijl ons eigen bord leeg is".
De enige die er wel bij vaart is de
Schotse Nationale Partij, de SNP.
De SNP werd al in de jaren dertig
opgericht. Maar tot een paar jaar
geleden, bleef het een weinig
betekenend, klein protestpartijtje in
Schotland. Met de komst van de
olie, begon echter ook de fantasti
sche groei van de Scottish National
Party. Bij de verkiezingen van
februari 1974 kreeg de SNP
plotseling 20 procent van de
stemmen, wat zeven parlementsleden
in Westminster opleverde. Een half
jaar later, in oktober 1974 groeide
de aanhang van de SNP in
Schotland tot 30 procent van de
stemmen. Dat betekende elf MP's in
het Lagerhuis. Twee weken geleden
haalde de SNP tijdens tussentijdse
verkiezingen in Edinburgh een
veelbetekende overwinning op de
socialisten. Voor het eerst werd
Labour door de SNP van de
bovenste plaats verdrongen.
Onafhankelijk
,.De Schotse Nationale Partij is voor
een onafhankelijk Schotland", vertelt
Rob Tait (32) me in een hotel in
Aberdeen. Hij is leraar van beroep
en voorzitter van het district
Aberdeen van de SNP. Hij maakt de
indruk op me van een evenwichtige
denker en zeker niet van een
extremist.
„De SNP wil vooral een eigen
politiek ontwikkelen op economisch
gebied. Een politiek die onafhanke
lijk is van zowel de vakbonden, als
de werkgevers. Qua instelling zouden
we het best te vergelijken zijn met
een partij als de Zweedse of Noorse
sociaal democraten", zegt Tait.
„Of er ooit een echte kans op
bestaat, dat Schotland onafhanke
lijk wordt van Engeland? Dat geloof
ik beslist, ja. Ik ben ervan overtuigd
dat we hier binnen tien jaar een
Schotse regering hebben met
tenminste een Schotse minster-pre
sident, een minister van Buitenland
se Zaken en van Economische Za
ken.
Maar echt onafhankelijk zijn we
dan nog niet. Het lijkt dan alleen
zo aan de oppervlakte. Om wei-kelijk
onafhankelijk te zijn, moet de
Schotse regering de financiële
situatie van het land volledig
kunnen controleren. Nu worden
beslissingen over werkgelegenheid,
over investeringen voor Schotland
genomen in Londen, Texas, New
York, Bonn, Amsterdam. Maar niet
in Schotland zelf. We zijn op het
ogenblik te sterk afhankelijk van
het buitenland".
Olie-boom over
„De SNP zegt. Schotland moet alle
belastingen, op de Noordzee-oliewin-
sten zelf krijgen, om met dat geld
nieuwe industrieën op te zetten om
de werkloosheid te bestrijden", aldus
SNP-voorzitter Rob Tait. „Want
onder de huidige omstandigheden
zie ik beslist geen lange-termijn
voordelen. Als de olie-boom straks
over is en dat zal over een paar
jaar zeker zo zijn dan heeft
Schotland niets meer om op te
drijven. Dan zal de werkloosheid
groter worden dan ooit. Nee, ik zie
talrijke redenen, waarom de voor
uitzichten voor ons niet al te best
zijn".
„De regering in Londen beschouwt
de SNP wel degelijk als een serieuze
bedreiging. Ze proberen de zaak
rustig te houden, door ons
schijnbaar een beperkte autoriteit te
geven".
„Voor Aberdeen zelf betekent de
olie-boom weliswaar dat er op het
ogenblik praktisch geen werkloos
heid meer is, maar anderzijds zijn
de prijzen voor huizen hier het
hoogst in heel Groot-Brittannieë.
inclusief het centrum van Londen
Een algemeen effect van de olie is
dat je in een boom-stad woont met
boom-prijzen. De wijze, waarop er
gebouwd wordt bij voorbeeld is een
totale chaos, omdat de gemeente
gewoon geen tijd heeft om de
planning bij te benen, zo worden ze
overstroomd met bouwaanvragen".
Onder-directeur James A. Dinner
van de Nesda, de Ontwikkelings
maatschappij voor Noord-Oost-
Schotland, wuift in zijn kantoor in
Aberdeen al die sombere voorspellin
gen van Rob Tait optimistisch van
tafel. Hij zegt: „Wig geloven dat de
produktiefase van de offshore-in
dustrie nog wel vijftig jaar zal
duren. De piek zal in de komende
vijf jaar liggen. Maar ook daarna
zal de olie-industrie nog tientallen
jaren op hoog niiveau draaien.
Ondanks het feit dat het komende
jaar misschien een lichte inzinking
van de oliewinning zal laten zien.
En zolang de Opec zijn olieprijzen
maar blijft verhogen, is er hier geen
vuiltje aan de lucht".
Volgende aflevering: Tartan Army
vecht met bommen voor onafhanke
lijk Schotland.
Door
Jan Ottens
Wat ons achteraf zo verbaast, is de
enorme produktiviteit die de onder
wijzers Eli Heimans (1861-1914) en
dr. Jac. P. Thijsse (1865-1945) in
hun leven aan de dag legden.
Jaap Zwier raakt er niet over
uitgepraat. Ook voor zichzelf heeft
hij een houten klapstoeltje klaar
gezet naast de stellages met de
honderden pennevruchten van de
beide heren, maar Zwier doet niet
anders dan heen en weer rennen.
Hier een boek pakken, daar een
boek pakken, en steeds maar, nog
steeds verwonderd doen.
„Heimans en Thijsse schreven alleen
maf wat ze zelf hadden gezien,
au-— maar eigen waarnemingen.
Overschrijven kon toen nog niet".
Kijken we bijvoorbeeld naar de
beroemde Flora van Heimans,
He nsius (die er vanaf de tweede
druk aan te pas kwam) en Thijsse,
die eerst als zakgids verscheen. De
3400 tekeningetjes die er in staan,
zijn door de schrijvers zelf gemaakt.
Heimans en Thijsse richtten samen
het '^'''-"'-•rift De Levende Natuur
op (Zwier herinnert met een lachje
aan de oorspronkelijke naam*
Tijdschrift voor Natuursport), het
blad bestaat nog steeds maar lijdt
e^eenliik een kwijnend bestaan.
Thijsse schreef overigens zijn eerste
artikel in het Engels. Omdat hij
niet goed durfde. Het verscheen in
De herleefde belangstelling voor het werk van de natuur-
pioniers Heimans en Thijsse, vooral Thijsse (foto links) die
zoveel langer leefde, neemt de vorm aan van een regelrechte
rage. Thijsse's Verkade-albums Lente, Zomer. Herfst en Winter
uit het begin van deze eeuw, deze maand in herdruk ver
schenen bij Zomer Keuning, is de gehele oplage van 60.000
exemplaren reeds bij voorintekening verkocht. Het wordt tijd,
vindt de Renkumse leraar pedagogie Jaap Zwier (38), om ter
nagedachtenis aan beide grote mannen een Heimans- en
Thijsse-bibliotheek in te richten. Zwier is al aardig op weg:
ongeveer 500 publikaties, 85 procent van wat Heimans en
Thijsse schreven, liggen en staan al bij elkaar, zij het op een
stoffige zolder van het Instituut voor Natuurbeschermings
educatie (IVN) aan de Amsterdamse Warmoesstraat.
„zijn geliefde" Science Gossip, een
Engels wetenschappelijk tijdschrift.
Het gevolg was dat Thijsse's Britse
ornithologische vrienden bij drom
men naar het „treasure island" Texel
kwamen, waar Thijsse toen woonde,
om naar de lepelaars en de kluten
te kijken.
Romans
Zwier: „Thijsse haalde als onderwij-
er gestaag zijn actes Duits, Frans,
Engels, zijn volledige bevoegdheid,
en bleef maar schrijven".
"Heimans bewoog zich meer op
pedagogisch gebied. Hier heb ik een
studie van het kinderkarakter, in
een tijdschrift. Hij had ook iets
sterkere literaire gaven dan Thijsse,
hij heeft een paar romans
geschreven die ik ook graag zou
wiPen hebben".
Zwier gaat door: de krantenknip
sels van Thijsse in het Algemeen
Handelsblad, van Heimans in De
Groene Amsterdammer (nog niet
compleet aanwezig), Thijsse's vogel
jaar uit 1903, dat nog regelmatig
wordt herdrukt, en Omgang met
Planten (Zwier: „Ongelooflijk zo
minutieus Thijsse bijvoorbeeld de
groei van de heggerank van dag tot
dag beschrijft, het wordt tijd voor
een herdruk"), de uitvoerige corres
pondentie, bijvoorbeeld met een
13-jarig meisje uit Zutphen dat zo
graag naar Texel wil, dan ineens
een handleiding over muggen en
malaria, een groot aantal vertalin
gen bewerkingen uit het Duits
vooral, een set kostelijke kleurenpla-
ten met tekst (Zwier:: „Niet vogeltje
dit en vogeltje dat, maar het grote
geheel"), weer wat anders: een
kalender, uitgegeven samen met de
grote vogelfotograaf Burdet, de
beroemde wandelboekjes van Hei-
mans en Thijsse, de serie Neder
landse landschappen die Heimans
samen met R. Schuiling maakte
(„wat wij in mijn kweekschool tijd
het doorbreken van de vakkensplit-
sing noemden, zat daar al helemaal
in"), Heimans' onovertroffen natuur
historische beschrijving k Uit ons
Krijtland, dat vorig Jaar opnieuw
verscheen bij Vroom en Dreesmann.
Wilde tuinen
Jaap Zwier: :Het is vooral zo aardig
te ontdekken hoe modern Heimans
en Thijsse eigenlijk wel waren.
Wilde tuinen? Daar schreef Thijsse
lang geleden al een gedegen artikel
over. Thijsse's Hof in Bloemendaal
JAAP ZWIER
bestaat dit jaar een halve eeuw.
Thijsse schreef: Diersoorten, nuttig
voor landbouw en houtteelt, biolo
gische landbouw dus eigenli ik. En
Heimans wees al op het belang van.
de samenhang in de natuur, wat we
tegenwoordig ecologie plegen te
schetsboekjes met kaartsystemen".
We zien talloze potloodtekeningen.
Thijsse's handschrift is zoals we het
kennen van die tijd: keurig netjes.
Zeker de helft van de zolder biblio
theek is van Zwier zelf, Thijsse's
persoonlijke bezittingen (waaronder
zijn doctorsbul) komen uit de
archieven van Natuurmonumenten
en de rest is voornamelijk bij elkaar
gebracht via Bert Garthoffs „Weer
of geen weer". Nieuwe Heimans- en
Thijsse-schatten zijn bij het IVN,
Warmoesstraat 39. nog steeds van
harte welkom.
Zwier: „Het is echt niet zo dat
Zwier op een goedkope manier aan
al die boeken wil komen. We hebben
de zaak ondergebracht in een
stichting, maar we zijn er nog
steeds niet helemaal uit of die al of
niet nauw aan het IVN verbonden
moet zijn. Ik vind eigenlijk van
niet. Mijn ideaal is een bibliotheek
van de hele Nederlandse natuurbe
scherming waarvan iedereen gebruik
kan maken. Met natuurlijk iemand
die bibliothecarisch onderlegd is,
want je kunt dit niet even als een
bijbaantje doen".
Aanslagen
„Waar ik geweldig blij mee ben",
zegt Zwier, „zijn de zes dagboeken
die ik heb van Thijsse, en de
Ook in hun eigen tijd vonden de
geschriften van Heimans en Thijsse
vruchtbare bodem in Nederland, zo
zelfs dat prof. Hugo de Vries in 1900
al moest waarschuwen voor een te
grote toeloop van biologie-studenten.
Jaap Zwier verklaart de herleefde
belangstelling door er op te wijzen
dat er zowel toen als nu
onherstelbare aanslagen op natuur
en landschap werden gepleegd.
Vindt hij ook niet dat vooral de
Thijsse-revival (Heimans schreef
geen Verkade-albums!) tegenwoor
dig iets weg heeft van een
heiligverklaring, een religieus gebeu
ren?
Zwier: „Nee, voor mij is Thijsse
heilig. Ik ken hem natuurlijk alleen
van zijn boeken, niet hoe hij als
mens was. Hij was natuurlijk toch
wel een vreemde vogel. Stel Je voor:
in die tijd van streepjesbroek,
pandjesjas en hoge hoed, ging hij
met een touw om zijn middel met
op elke meter een knoop het
Naardermeer in om dat helemaal in
kaart te brengen.
Die man ging ook in zee met de
commercie om via de Verkade-al
bums de „bevolking te verheffen". De
natuurschrijver Kees Hana, die voor
de herdruk van de seizoenalbums op
zijn sterfbed de voorwoorden
schreef, verwerkte daarin de correc
ties en de nieuwste inzichten, aldus
benadrukkend dat Thijsse ook maar
een mens was, zij het een
bijzondere.
Hana mocht dat doen:: hij hoorde
vast niet bij al. die „moderne
natuurminstreels" van wie volgens
een venijnig oordeel van de
Heimans- en Thijsse-bewonderaar
prof. Westhof f „de bloedeloze,
blijmoedige naschrijverij, het opge
wekt geleuter tegen de minutieuze
en geduldige waarneming pijnlijk
afsteekt".