VER'WARD RELAAS VAN
EEN TEVREDEN DAG
ZATERDAG 4 OKTOBER
LEIDEN
Vacler vertelt over 3 oktober 1975:
De laatste praalwagen was een geschenk van de bloemisten uit Leiden en omgeving.
Ook gisteren lieten de brandweermannen een staaltje zien van hun kunnen; ook op het water
moet er soms geblust worden.
De buurman heeft een cassette
recorder. Die loopt door de stad met
open oren en thuis laat-ie alles nog
eens horen: de stemmen, het ge
roezemoes, de straatmuzikanten. Ik
heb de violist een kwartje gegeven.
Bij V D, half in de regen, hij
speelde vals maar wel mooi. Als zijn
Instrument er maar niet onder te
lijden heeft. De draaiorgels zijn in
gepakt tegen de regen. Het is droog,
eigenlijk is het lange tyd droog.
Maar het waait koud door de straten
en er zijn niet zoveel mensen.
Bij het stadhuis heb ik gestaan en
ze gezien. Ik vind dat wel mooi, die
drumbands en die blazers, en de
meisjes. Ik stond tussen opgeschoten
jongens die floten, ze fluiten altijd
naar meisjes terwijl ze onbehouwen
schreeuwen. Ik was een eenvoudige
werkmansjongen en ging eens in de
maand dansen in de parochiezaal. Nu
hebben ze laarzen met grote hakken
en dikke zolen ze verven hun haar
en hebben kettingen en oorbellen.
Maar ze zijn niet slecht denk ik.
„Met de jongste ben ik naar de
Groenoordhal geweest. Hij wilde Ad
Visser zien, hij wil later zelf ook bij
de televisie of iets met platen. Op
zijn kamertje hangen foto's van The
Osmonds. Ik vind die muziek zo
hard. Maar hy zegt, de Dizzy Man's
Band heeft een prijs gekregen, die is
erg goed, ze hebben zo'n goeie stage-
act. zegt-ie. M'n jongste wil groot
en sterk zijn op de kermis en vraagt
me of ik tegen die boksbal wil slaan.
Ik zie hoe iedereen de beste wil zijn.
De kop van Jut rinkelt en dondert.
Ik zeg, jij moet geen bier drinken,
dat is niet lekker. Hij neemt cola en
gaat weg met een stel jongetjes uit
z'n klas. Even later zie ik hem weer
Bij het majorettenconcours zetten vele meisjes hun beste beentje voor. (Zie elders voor uitslag.)
Theo Koomen praatte weer heel ivat ai bij de goed bezochte touwtrekwedstrijden. (Zie elders voor uitslag.)
Wie haring en wittebrood wildemoest vroeg op. Maar zo te
zien bevalt dat best.
Bij de vele eetkraampjes op de Haarlemmertrekvaart was ht
weer druk als vanouds.
„Ik heb de feestwijzer gelezen. Ik
zet mijn klapstoeltje neer op de
Blauwpoortsbrug want daar zouden
ze twee keer komen. Mijn vrouw zit
in groep acht „Moeder de Gans", in
mijn tas zitten koffie, koek en de
camera van de buren. Het waait erg
op de brug, het is daar een tocht
gat, ik regen weg. Ik behoor tot de
kwetsbare groepen in de samen
leving. Mijn oudste dochter over
nachtte bij het stencilapparaat, ze is
boos, ze voelt zich gedrukt in de rol
van speelpop en ze wil zo graag
strijdbaar zyn. De revolutie gaat
door, dag en nacht, bij ontij en ver
warring. Ik zet mijn stoeltje beschut
maar er gaan mensen voor my staan.
Ik denk, ik ga op het stoeltje staan
als mijn vrouw langs komt.
„Zie mij, ik open mijn hart. Mijn
kinderen vragen geld en kopen vette
worsten. Ik denk de volgende dag
zijn ze misselijk. 'Mijn dochter van
vijftien speelt met jongens. Huil niet
met je mond vol. Ze gaat naar de
kermis en wordt nat. Ze schuilt in
stegen en komt laat thuis. Ik denk,
ze houdt niet meer van mij, terwijl
ze mooi is, oneindig mooi. Als de
vrouw naar bed is en ik wacht tot
ze thuis komt, kijk ik in het glaasje
en denk, ze houdt niet meer van
my.
„Ik doe tegenwoordig niet meer
zo mee. Het gaat allemaal te snel
voor mij op de kermis. De molens
draaien als gekken en de gekooide
mensjes worden door de regenachtige
luchten geslierd. Ik durf dat alle
maal niet zo. Ik loop snel door de
stad en maak foto's, ik denk, dat is
voor mijn vrouw, die ziet dat alle
maal niet, die loopt bibberend bij 'n
praalwagen.
terwijl hij bij het buffet staat. Hij
krijgt patat uit het bakje van een
meisje in leren jasje en hij heeft
bier gekocht. Ik geloof dat ik wel
gelukkig ben".
„De café's zijn dicht. Het is don
ker in de straat, maar het lijkt alsof
de wind is gaan liggen. M'n vrouw
rommelt wat in de keuken. Ze zegt
dat het koud was vanmiddag, maar
wel erg leuk. Er waren toch nog veel
mensen gekomen. Ze heeft de bur
gemeester een handje gegeven of
iemand anders van die heren. Ze
laat een vaantje zien dat ze heeft
van 3 oktober. Ik zeg, vrouw pak de
fles nog eens. En, zo laat als het is,
komen de buren nog langs. Voor de
gezelligheid. Vandaag is er de dag
voor, en morgen is het zaterdag. Ze
vertellen wat ze gedaan hebben en
dat Annie van de overkant is uit
gegleden. We lachen hard en veel.
Om de kermis met z'n bokstent, waar
het toch allemaal doorgestoken kaart
is. Heb je er ooit eentje zien ver
hezen? Maar verdomd dat het waar
was, ik had er eentje een keer hele
maal in elkaar zien slaan. Als ik naar
buiten kijk, zie ik iemand steunend
op het raamkozijn voorbij strompe
len. En morgen zal de stad weer
smerig zijn en zal ik weer hoofdpijn
hebben.
„De jongste komt naar beneden in
het holst van de nacht en zegt dat-ie
niet kan slapen. Hy denkt steeds
aan het vuurwerk. Hij zegt, ik heb
er een paar mensen zien vrijen en
vertelt het grootste geheim. Ik dom
mel weg en denk aan mijn dochter
van vijftien en aan mijn eigen tijd
en wat we al niet deden, gottegod,
wat deden we al niet".
TOM MAAS.
De sirenes van de kermis worden overstemd in de Groenoord
hal door de Top Pop discoshow.