Minder rompslomp bij adoptie van buitenlands kind Zorg voer de rolsSuin Dagoberl een heel bijzondere wc Fong Leng in hei VADERS STAAN IN DE KOU museum ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1975 EXTRA PAGINA 19 ROTTERDAM Mensen die een buitenlands kind willen adopteren, hoeven binnenkort niet meer aan te kloppen bij drie verschillende organisaties. Per 1 oktober bestaat er in ons land nog maar één grote wachtlijst voor echtparen die op een buitenlands kind wachten. Deze nieuwe regeling is ontstaan, nu de drie organisaties op het terrein van de adoptie hun krachten hebben gebundeld: de Stichting voor Interlandelijke Adoptie, de vereniging Wereldkinderen en de Nederlandse Vereniging voor Pleeg gezinnen. Samen hebben zij de Stichting Nederlands Bureau voor Interlandelijke Adoptie en Jeugd welzijn opgericht, die op 1 oktober officieel begint. De nauwe samenwerking tussen de drie organisaties moet het werk rond de adoptie van 'buitenlander- jtes overzichtelijker en efficiënter maken. Ook probeert men op deze manier doublures in het werk te voorkomen. Mevrouw mr. N. J. Schepel in Rotterdam, juridisch adviseur van de vereniging voor pleeggezinnen en nu ook secretaris van de nieuwe stichting, zegt dat samenwerking hard nodig is en bijna een vanzelfsprekende zaak. „Het is jammer als drie organisaties een hoop geld en tijd besteden aan iets wat achteraf dub'3 op blijkt te zijn. Het komt veel voor dat mensen zich bij alle drie de bureaus laten inschrijven voor adoptie. De gevol gen daarvan zijn vervelend, want de zaak wordt daardoor onduidelijk en de financiële consequenties voor ons en de ouders alleen maar groter. Wij hebben gemeend hier een einde aan te moeten maken door alle wachtlijsten met elkaar te vergelij ken. Daarmee voorkom je dat een echtpaar meerdere malen op de lijst voorkomt." De afgelopen twee jaar brachten de» drie organisaties per jaar zo'n zeshonderd buitenlandse adoptie- kindertjes naar Nederland. Maar het aanbod van kinderen is nog steeds kleiner dan de vraag. In ons land is tien tot twaalf procent van de echtparen kinderloos en de animo om een kind te adopteren is bijzonder groot. Hoe groot het aantal buitenlandse adoptie-kinde ren in ons land precies is, is doodeenvoudig onbekend. Het minis terie van justitie heeft ergeen statistieken van bijgehouden. Daar komt nog bij dat iedereen op zijn eigen houtje een kind uit het buitenland kan halen, mits hij daartoe toestemming heeft gekregen van de minister van justitie, nadat men zich heeft onderworpen aan een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming. Een procedure, die bij elk adoptiegeval wordt gevolgd. Ook een werkwijze die niet moet worden onderschat. Echtparen die een kind willen adopteren, moeten zich vaak langer dan hun lief is aan een grondig onderzoek door de raden voor de kinderbe scherming onderwerpen. De selectie van ouders die in aanmerking willen komen, is meestal erg streng. Mevrouw Schepel: „Buitenlandse adoptie heeft een enorme vlucht genomen. Zo'n acht jaar geleden waren er nog lange wachtlijsten voor adoptie van Nederlandse kinderen Maar het teruglopen van het aanbod heeft gestimuleerd dat mensen in het buitenland gingen zoeken. Abortus en de pil, maar ook de verbeterde sociale omstandighe den en de acceptatie van de ongehuwde moeder met haar kind, hebben ertoe bijgedragen dat het aantal Nederlandse kinderen dat voor adoptie in aanmerking zou komen steeds kleiner is geworden. Het is beslist niet waar dat de eisen ten opzichte van Nederlandse kinderen strenger zijn dan bij buitenlandse kinderen. Maar als je honderd gegadigden hebt voor vijf kinderen, dan ga je streng te werk. Zo'n kind heeft al een keer misgekleund en dan moet je ervoor waken dat het de tweede keer niet fout gaat. Een moeder doet niet zomaar afstand van haar kind: zij wenst dan ook het beste. Afstand doen van een kind' is vaak zelfs het summum van moederliefde. Ouders willen hun kind de zorgen en ellende besparen die een toekomst samen met het kind onmogelijk maken". Al is adoptie van een buitenlands kind de laatste tijd iets gemakkelij ker geworden; de richtlijnen van het ministerie van justitie uit 1974 liegen er niet om. Een adoptiekind mag beslist niet ouder zijn dan zes iaar .Zo'n kind moet in het bezit zijn van een geldige gezondheidsver klaring. Verder wordt er streng op toegeizen dat het maximale leeftijdsverschil tussen aanstaande pleegouders en kind niet groter is dan veertig jaar. Sommige landen stellen al als eis dat de toekomstige ouders niet ouder mogen zijn dan veertig jaar. Mevrouw Schepel: „In ons werk staat voorop dat we ernaar streven om ieder kind in zijn eigen land een toekomst te laten. Geen enkel land wil toegeven dat het eigen kinderen zomaar laat weggaan. En dat gebeurt ook niet. Wij werken niet omdat we hier in Nederland een grote achterban hebben van trappe lende pleegouders. Het belang van het kind gaat voor alles. Als het niet noodzakelijk- is dat een kind zijn eigen land verlaat, is het voor Een >e mest op z'n tijd, vooral mt2;i hun toppres- noT moeten leveren in de ko mend'? maanden; geen tuinliefheb- der d e dat vergeet. Toch in die bemestingsdrift maar wat voorzichtig zijn, want een boekje in de tuin mag vergeten worden en wel de rotstuin. Niet alle rotsplantjes kunnen het zonder wat voedsel, maar omdat in de meeste •otstuintjes zeker een aantal plant as s aan. .-'i? van huis u;t gewend zijn onder de meest ongunstige omstandigheden te groeien. is voorzichtigheid wel geboden. Zo'n weinig eisende plant is zeker de Sempervivum en welke rotsthin is er niet minstens een van de 25 a 30 soorten en daarvan nog talloze varieëteiten te vinden. DOOR PIETER DE NIES de mensen irier mogelijk om het op lange afstand te adopteren. Er zijn bonafide instellingen die op dat terrein goed werk doen. Men kan bijvoorbeeld elke maand een bedrag storten bij zo'n instelling, die ervoor zorgt dat het geld op de juiste bestemmihg komt. Het centraal adoptiebureau zou de mensen erop moeten wijzen dat dit soort mogelijkheden ook bestaan." Volgens mevrouw Schepel berusten de meeste contacten met het buitenland op toevalligheid. Bijvoor beeld: iemand komt door toevallige omstandigheden in contact met een kindertehuis in het buitenland. De Nederlandse organisaties voor adop tie gaan dan ook niet zelf de wildernis in om kindertjes te zoeken. In veel landen is het zelfs zo geregeld dat de hele zaak in het land zelf wordt afgehandeld. In de meeste gevallen gaat een Nederland se vertegenwoordiger wel even kijken in het desbetreffend^ land. Ook zijn er landen (zoals Libanon), die eisen dat de aanstaande ouders zelf komen en zolang in het land blijven totdat de adoptieprocedure helemaal is afgewikkeld. Was Griekenland enkele jaren geleden .het eerste land waarmee de adoptie-organisaties contact legden; inmiddels zijn er enkele landen bijgekomen: Korea, Columbia, Indo nesië, Thailand en recentelijk natuurlijk Vietnam. Hoewel er vrijwel nooit Europese kinderen naar ons land worden gehaald, gebeurt het af en toe dat Oostenrijkse kinderen door Neder landers worden geadopteerd. Over de vaak moeilijke en zenuwslopende tijd die mensen zich getroosten om een kind te adopteren, zegt mevrouw Schepel: „Als men vele jaren moet wachten op een adoptiekind, verstrijkt meestal de animo. Vijf jaar op een wachtlijst staan is eigenlijk te lang. Ook kan het gebeuren dat iemand die onderaan de wachtlijst staat, het eerst in aanmerking komt. Want het kan best zijn dat dat echtpaar het meest geschikt blijkt voor het kind dat op dat moment moet worden opgevangen". Wie een kind wil adopteren, krijgt het vaak een hele lange tijd erg moeilijk. De maatschappelijk werk ster van de raad voor de kinderbescherming maakt een rap port over de gezinssituatie. Daarin zit het risico opgesloten dat de maatschappelijk werkster en het echtpaar elkaar niet liggen. In zo'n geval kan in overleg met de raad ,een andere maatschappelijke werk ster worden gevraagd. Mevrouw Schepel legt er de nadruk op dat de rapporten die over de ouders worden gemaakt, ook aan die ouders ter lezing moeten worden voorgelegd. De adoptie-organisaties vinden dit een zeer belangrijk punt. Want een kind adopteren is een ingrijpende zaak en als aanstaande pleegouders wordt je leven in een rapportje binnenste buiten gekeerd. Een goede maatschappelijk werkster zal geen onbescheiden vragen stellen of een autoritair toontje aanslaan. Gehoord de klachten van sommige mensen pakt het ook wel eens heel anders uit. Mevrouw Schepel: „Het is nodig dat je de zaken een beetje nuchter benadert. Van de toekomstige ouders mag je openhartigheid verwachten. Als een vrouw in de periode dat ze met een adoptie bezig is, toch zwanger wordt, dan kan ze dat beter melden. Als mensen moeilijkheden voorzien bij het adopteren van een zwart kindje, dan moeten ze daarmee voor de draad komen. Belangrijk is dat vrouw en man het samen goed eens zijn. Dan zullen ze - het met de afwikkeling van de zaak ook minder moeilijk hebben." DOOR MADELEINE ROUMEN DOOR HANS BELIERMAN De blanc-manger is in ons land, zoals dat met vele traditionele nage rechten het geval is, na 1945 niet meer op de kaarten van de Neder landse restaurants teruggekeerd Eén uitzondering echter wil ik u graag noemen. Mijn vriend Jaap Klosse laat in zijn beroemde restaurant „De Echoput" bij Apeldoorn nog heel graag dergelijke ouderwetse nage rechten serveren. Zijn restaurant kan ik u als uw beurs tenminste ruim gevuld is van harte aanbe velen. Bij mijn oude vriend wij zaten samen in dezelfde klas op de Haagse Hotelvakschool wordt nog gewerkt Volgens de oude principes en in zijn keuken komen de syntheti sche smaakstoffen gelukkig nog niet voor. Zo'n moderne smaakstof heeft u wèl nodig als u een ouderwetse blanc manger zou willen namaken. In de oorspronkelijke recepten gaat mer nameliik uit van het gebruik van amandelmelk en die echte amandel melk is te vervangen door gebruik te maken van gewone melk mèt en kele druppels essence uit zo'n klein flesje. De blanc manger is van oor sprong een gladde roompudding met een pittige amandelsmaak. In onze auberge St. Hubert verrijkten we de blanc manger met wat zoete sherry. Voor een dergelijke pudding heeft u nodig (ik geef hierbij de benodigd heden voor een pudding voor 4 tot 6 personen)10 bladen gelatine, y2 liter melk, 50 gram bitterkoekjes of enkele druppels amandel-essence, 50 gram suiker, twee pakjes vanille-sui- ker (samen 10 gram) 1/4 liter koffie room en twee flinke glazen sherry. U gaat dan als volgt te werk: gelatine weken in wat koud water, melk met de bitterkoekjes aan de kook brengen (of er de vier a vijf druppels essence aan toevoegen) en De melk weer aan de kook bren gen, pan van .het vuur nemen, de uitgeknepen bladen gelatine, suiker, vanillesuiker en de koffieroom (geen koffiemelk dus) er aan toevoegen. De massr al roerende laten afkoelen en wanneer u merkt dat de pudding al iets begint op te stijven dan er vlug de sherry door heen roeren en wachten tot de massa geleiachtig wordt. Dat is dan het juiste moment om het mengsel in de met koud wa ter omgespoelde puddingvorm te gie ten en ze op een koele plaats stijf te laten worden. U serveert de pud ding met een toefje slagroom of met wat vruchten verse aardbeien smaken er bijzonder goed bij. Een heel ander nagerecht dat trouwens ook goed op de kaart van Jaap Klosse zou passen vond ik in de verzameling recepten die Ma rie de huishoudster van onze heer oom Jan mij heeft nagelaten. Het is een vlug en gemakkelijk te bereiden toetje waarbij u zelf best wat kunt variëren. Heer-oom lepelde het graag na het zondagse middag maal op terwijl Marie de koffie aan het'zetten was. Voor deze koude sabayonne van Marie heeft u nodig: vier eidooiers, 50 gram suiker, twee borrelglaasjes franse cognac en een kwart liter slagroom. In een kom roert u de eidoöiers met de suiker erg luchtig, dan voegt u de cognac er bij en u spatelt er ■daarna de stijfgeslagen en niet ge zoete slgroom doorheen. Dit meng sel serveert u in wijde coupes of klei ne glazen bakjes. Marie verving de cognac wel eens door een likeur (en gebruikte dan geen suiker) of enkele glazen witte wijn. Ook werkte vruchten door: witte wijn passei vruchten. Trouwe bedenk ik dat ir de variatie met vrijwel alle verse is nu ik dit schrijf de versie met de d^rwetse puddingen. Deze week zag ik in een groot warenhuis de vruch- tengriesmeel uit grootmoedersdagen weer liggen. Heel gemakkelijk te be reiden zo'n griesmeelpuddinkjeu heeft er voor nodig 150 gram vruch- tengries, 1 liter melk, 20 gram room boter, een ons suiker, 2 eieren, een citroensap. U gaat dan als volgt te werk: melk met boter, suiker en zout aan de kook brengen. Onder voortdurend roeren de vruchten- griesmeel erin strooien en op een laag pitje gaar laten worden. Dan neemt u de pan van het vuur en roert er de beide glad geroerde ei dooiers en het citroensap door. U laat de pudding enkele minuten op stijven en dan spatelt u er de stijf geklopte eiwitten door. De pudding massa giet u dan in een met koud water omgespoelde vorm en u laat de pudding opstijven. De gestorte pud ding kunt u heel goed serveren met een kant-en-klaar vruchtensausje. Sempervivum, vertaald betekent dat altijd (semper) levend (van het lat. vivus). Huislook of Daklook, dat zijn de namen die er in Nederland aan worden gegeven. Dat daklook moet worden verbonden aan een vele eeuwen terug heersende gewoonte, om een plantje op het dak van het huis aan te brengen, om dat te beschermen tegen de bliksem. Zonder deze bijbedoeling is het nog lange tijd daarna in minder bijgelovige perioden, in sommige streken een gewoonte geweest zijn plantje te laten groeien op ongeglazuurde dakpannen, enze groeiden daar uitstekend. Een beter bewijs van de weinig eisende eigenschap is nauwelijks te vinden. In de rotstuin mogen de Sempervivums dan ook gerust op het meest steenachtige gedeelte staan, om daar met de dikwijls fraaie rozetten uit te stoelen en ook nog krachtige uitlopers te produce ren. Uit die rozetten, die zelf al fraai van klejr zijn, komen bij de meeste soorten zo rond eind juni spruiten tevoorschijn, aan het eind waarvan soms heel fraaiè bloemen tevoorschijn komen: Bij alles wat eerder over de Sempervivum is opgemerkt, is het niet vreemd meer dat de plant droogte uitstekend kan verdragen en derhalve ook op de meest zonnige plek van de tuin moet staan. Die directe zonnestraling zorgt er voor dat de planten zich in volle kleur kunnen ontwikkelen. „Vaders staan in de kou", zeg gen twee Amerikanen, de heren Hen ry Biller en Dennis Meredith. Zij r-.jn de auteurs van een kortgeleden m de Verenigde Staten verschenen b«pk dat ,'JFat.ner nower" hp°t n waarin vertelt wordt hoe mannen 'n grotere rol kunnen (en moeten» spe- ltn in de opvoeding van hun kinde ken Zowel vaders en moeders zou- ,i''n hun houding tegenover de prak- 'iik van het vaderschap moeten herzien. Het maandblad Ladies Ho ne Journal heeft een kleine enque- t- aan het boek opgehangen. Leze- rssen kunnen aan het blad schrij den in hoeverre hun man een aan- ceel heeft in de opvoeding van de kinderen, of ze Nzich schuldig voe len als ze hem met een deel van de zorg voor de kinderen belasten en hoeverre mannen in dit opzicht n eer zouden kunnen doen aan de opvoeding van het kroost. ft Wat verwaenten de Fransen van de komende tien jaar? Weekblad Elle pibliceert een paar antwoorden uit een in Frankrijk rondom deze vraag g houden enouete. Vierenzeventig rocent van de Fransen hoopt dat de komende tien jaar het einde zul len brengen van de huidige „con s'-mptiemaatschappij", en dat deze plaats zal maken voor „een geluk kiger en bloeiender leven" Maar slechts 22 procent van hen gelooft dai dit inderdaad zal gebeuren. Nog veel meer zorgen maakt men zich in Frankrijk om het milieu. Negen tig procent van de Fransen vreest ast de lucht in de komende jaren steeds meer zal worden vervuild en bedorven. Dagobert is de naam van een zeer bijzondere wc. Hij ziet er uit als een grote houten troon en die specia gemaakt schijnt voor mensen die het toilet gebruiken voor urenlange o- verpeinzingen. Ook voor kennissen en vrienden die op bezoek komen moet zo'n wc een attractie zijn. Stel jefte reacties voor en argeloze vriendin die „even moet' en die daar plotseling Dagobert ont waart, weet waarschijnlijk niet wat haar overkomt. De kaars moet na tuurlijk branden en de deksel moet dicht zijn. Als je die open zet be ging een speldoos met een muziekje. Een ruk aan de trekker laat een alar bel weerklinken: voor het geval het wc-papier op is. Maurice Herbeau uit het Franse Lille is de maker van dit meubel. Hij is van nuis uit loodgieter en is op een gegeven moment begon nen met het namaken van antieke kranen. Van de wc heeft nij nog het originele model. Hij heeft inmiddels een zeer uitgebreide collectie van dit soort spullen. Onder meer ook antie- ee fonteintjes, die ooit als origineel in de huizen van (Franse) groot moeders hebben gezeten. De fonteintjes zijn aardig voor hall of garderobe (in een interieur waar in ze passen, ratuurlijk), maar ze zijn ook te krijgen met bijpassende we's, zeepbakjes, spiegeltjes, enz. Al les gemaakt van porcelein, handbe schilderd. En niet goedkoop, omdat het handwerk nog wel eens mis lukt. De firma Massee is de Nederlandse importeur, die die sanitair aanvan kelijk alleen gebruikte alls „toon zaal-aankleding". Er bleek echter zo veel belangstelling voor te bestaan, dat he nu voor de verkoop in «ie col lectie is opgenomen. De foto is gemaakt in de Massee-toonzaa: in Dordrecht, Kamerlingh Onnesweg 13 15. Kopen kan alleen via de loodgie ter die 't sanitair plaatst. Sommige dingen zijn ook buiten Dordt te zien. Wilt u meer weten bel dan 078-36566. Ten slotte ie prijzen. Dagobert is een dure „grap", f 2950. De fontein kost f 825. Het zeepbakje f 155. De handoekring f 155. En dan moet er rog 16 procent BTW worden bijge teld. UTRECHT Het Centraal Mu seum in Utrecht heeft voor de kostuumverzameling een ontiverp van de Nederlandse mode-ont werpster Fong Leng aangekocht. Het is de "Straalmantel" (zie foto) die in een glazen, piramide vormige vitrine met spiegelvloer tentoon wordt gesteld. De mantel is gemaakt van zwarte zijde met ingeweven bloemen, bladeren en streepjes en is gedeeltelijk geplis- seerd en gewatteerd. DAMESMODE in exclusief jonge stijl... BREESTRAAT I08a||2 LEIDEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 19