'Mijn gezin goed verzorgd
de enige zekerheid die ik
in mijn leven wil hebben'
Alcohol was taboe
I vis
sport
Openhartige Johan Cruijff:
Hengelen
in de
duistere
jaren
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1975
PAGINA 17
Johan Cruijff is niet iemand waar een journa
list gemakkelijk een "lekker verhaal" uit kan
peuren. Oh ja, tijdens een interview praat hij
altijd vlot. Dat wel. Maar hij zegt weinig. Elk
woord legt hij doorgaans op een weegschaaltje,
voordat hij het aan de blocnote van de verslag
gever toevertrouwt. Sensationele uitspraken kun
je zelden of nooit van hem verwachten. Eigenlijk
houdt hij helemaal niet van interviews. Hij vindt
ze levensgevaarlijk.
Aan zijn privé-leven mag de verslaggever in
geen geval tornen. Dat is mijn eigen domein daar
heb je vanaf te blijven, pleegt hij nijdig te zeggen.
In het vraaggesprek dat deze week in Barcelona
tot stand kwam, staat echter plotseling een an
dere Cruijff op. Hij is nu totaal niet terughou
dend. In tegendeel. Openhartig praat hij over zich
zelf, over thuis, over de problemen waar hij mee
worstelt.
Waarom nu ineens een volslagen andere Cruijff,
een Cruijff die zich spontaan bloot geeft? Ach,
misschien had hij er domweg eens behoefte aan
om openhartig, ongedwongen te praten in zijn
eigen taal. Had hij op dat moment een uitlaatklep
nodig, al was die uitlaatklep dan een man met een
notitieblokje.
Want Johan Cruijff is niet alleen veelvoudig
miljonair en een aanbeden voetballer, Cruijff is
vooral ook een mens. Een normaal mens. Maar
dat kun je echter zo weinig zijn als je publiek-
bezit bent, zoals hij in Spanje.
BARCELONA Tijdens het urenlange interview in een van
de vertrekken van het gigantische "Estadio C. de S. Barcelona'*
rookt Johan Cruijff de ene sigaret na de andere. „Natuurlijk,
roken zal wel slecht zijn. Maar alles wat je tot je neemt, of
het nu zout of suiker is, is slecht. George Kessler zei vroeger
bij het Nederlands elftal altijd: „Je moet als een monnik leven".
Lijk me ook niet best. Je moet als mens toch dingen kunnen
do°n waar je echt zin in hebt. Doe je het niet dan ga je ook
ka^ot Geestelijk kapot. Ik kan in elk geval niet leven onder
het motto van: dit niet doen, want anders krijg je later de
rekening gepresenteerd".
Johan Cruijff steekt w«er een sigaret op en zegt peinzend:
„Ik prakizeer trouwens zelden of nooit over de toekomst. Ik
denk alleen: alles zal zijn beloop wel hebben; we zien wel wat
de toekomst brengt. Nou nee, je moet nou ook weer niet den
ken dat ik wat dat betreft zo nonchalant ben dat het me alle
maal niets kan schelen. Ik heb alleen in de praktijk al zo vaak
ondervonden dat de plannen die je maakte later ineens waar
deloos bleken te zijn. Omdat er dan iets was gebeurd, waardoor
je de dingen heel anders ging bekijken".
Door
Rob Vente
„Neem nou dat schoolgaan van mijn
kinderen. Vroeger heb .ik altijd
gezegd: als mijn oudste, Chantal,
naar de grote school moet, kom ik
beslist naar Nederland terug. Want
ze moet en zal op een Nederlandse
school. Toen ik dat zo stelde,
meende ik dat. Voor honderd
procent. Maar wat ontdek je dan
nu? Dat het ook veel voordelen
heeft om Chantal hier de eerste
jaren in Spanje op school te laten
blijven. Want nu leert ze twee, drie
talen spreken. Ja, drie, want alisze
nog geen zes, op het schooltje waar
ze nu op gaat. leert ze al Engels".
„Kijk, ik bedoel
terug te gaan is
haald. En zo gaat
denkt: zo gaan
komt iets tussen
reden om
gewoon achter-
het zo vaak. Je
ve het doen, er
en je gaat heel
Met zichtbaar genoegen gaat de
vader van twee dochtertjes en een
zoontje nog even in op de
talenkennis van zijn kinderen:
„Susïla, die drieëneenhalf is, spreekt
nu beter Spaans dan Nederlands. En
het leuke is, ze denkt grammaticaal
in het Spaans. Bijvoorbeeld. In het
Nederlands zegt ze „ik heb gehad
eten" of „ik heb een arm dik". Omdat
ze in het Spaans de woorden in een
andere volgorde zetten".
„Chantal, die vloeiend Spaans en
Nederlands spreekt, leert dus nu ook
wat Engels op het schooltje. Ze leert
dus Spaans-Engels. Daar doe je ook
leuke ervaringen mee op. Als ik in
het Nederlands aan haar vraag „wat
is u het Engels een boek", zegt ze
„dat weet ik niet". Vraag ik hetzelfde
in het Spaans, dan antwoordt ze
onmiddellijk: „Oh, bedoel je dat.
Dat is natuurlijk a book".
Beloop
„xviaar om even op het uitgangspunt
terug te komen, ik laat alles in het
leven maar op zijn beloop.
Natuurlijk, ik denk wel eens: waar
zal ik volgend jaar voetballen, maar
ik lig er nooit wakker van. Dat
houdt natuurlijk ook verband met
het feit dat sr vele deuren voor me
open gaan. In ^*slk land dan ook.
Wat wil je? Ik heb alleen al uit
Italië een stuk of zeven aanbiedin
gen. En dan uit Duitsland,
Frankrijk, België, uit Amerika ook
en uit Nederland. Maar als ik nou
naar Nederland terugkom is dat om
ja, hoe moet ik het uitdrukken, om
privé-redenen, om het leefklimaat
zou je kunnen zeggen. Niet om het
geld. Nee, lach nu niet en denk
niet: „daar heb je die geldwolf weer".
Maar het is gewc^ zo dat je in
Spanje veel meer kunt verdienen
dan in Nederland. Dus als ik
terugga, is het bepaald niet om er
rijker van te worden. Maar we zien
wel. Volgend jaar april neem ik pas
de beslissing. En dan een volgende
beslissing en nog een".
„Ik bedoel dit, wordt het weer
Nederland, dan moet ik weer kiezen:
tussen Ajax of Feyenoord zal het
dan wel gaan. En dan ga je weer
denken. Ajax? Als voetballer die
alles al heeft bereikt, moet je dan
dus gaan proberen om een jong
elltal weer omhoog te stuwen. Het
heeft zijn voor- en nadelen. Aan de
andere kant is zo'n uitdaging - want
dat is het - weer eens wat anders.
Maar Ajax heeft voor mij natuurlijk
ook zijn negatieve zijde. Zou het
met zo zijn, dat je na een half
jaartje al weer denkt: het is weer
net als vroeger, de oude club,
dezelfde mensen, hetzelfde gangetje?
Dat lijkt me weer niet zo
aantrekkelijk. (Dat Michels nu
weer in de Meer rondloopt, zal
straks mijn besluit echt niet
beïnvloeden, hoor).
Omgeving
„ooea, het kan ook Feyenoord
'worden. Inderdaad, dan kom je in
een nieuwe omgeving, maak je een
heel andere situatie mee. Al kun je
ook denken: Rotterdam' is dertig
minuten van mijn nuis in Vinken
veen en Amsterdam maar twintig".
„O ja, dat ik ecnt nog met weet wat
ik ga doen, blijkt wel uit het feit
dat er op het ogenblik zowel aan
mijn bungalow in Vinkenveen als
aan mijn huis hier in Spanje wordt
gewerkt. Verbouwingen en zo. Nou
ja, wat er ook gebeurt, die huizen
houd ik toch aan. Nooit weg".
„Weet je wat ook het nadeel wordt
als ik naar Holland terugkeer? Dat
je dan met een massa mensen te
maken krijgt, die uit de grond van
hun hart hopen dat je afgaat.
Natuurlijk, die zijn er. Logisch. Ik
heb vroeger immers een hoop
mensen tegen de schenen geschopt.
En dat vergeten ze nooit. Ik vergeet
zelf trouwens ook nooit. Bij mij
heelt de tijd de wonden, ik vergeef
nu dan ook de mensen die me wat
hebben aangedaan, maar nogmaals,
ik vergeet nooit. Geloof me, als ik
weer in Nederland ben, willen heel
veel mensen me heel erg graag van
mijn voetstuk donderen".
Johan Cruijff met vrouw Danny en dochtertjes Chantal en
Susila op Schiphol. Zoon Johan Jorgi was toen nog niet ge-
horen. (Archieffoto)
Zonnetje
Waarop Johan Cruijff weer een
nieuwe sigaret opsteekt en lacht:
„Maar waar praat ik over?
Nederland? Wie zegt dat het dat
wordt. Misschien blijf ik gewoon
hier. Lekker in het zonnetje. Al kan,
dat zei ik al, een kleinigheidje me
van idee doen veranderen".
„Je kijkt een beetje ongelovig? Toch
is het zoals ik het nu zeg. En wat
dan wel zo'n kleinigheid kan zijn?
Nou, eh, stel dat Susila of Johan
Jordi, die nu anderhalf is, ineens
een erg slecht gebit blijkt te hebben.
En we vinden in Spanje geen goede
tandarts. Dan kun je gaan piekeren:
verdomme, we moeten terug, in
Holland heb je ze wel. We moeten
om dat kind denken. Nou, zoiets
kan tot een obsessie uitgroeien. En
op het laatst ga je dan terug.
Geloof me, zoiets kan gebeuren".
Je denkt erg aan je gezin, aan de
toekomst van je gezin?
Er valt een lange stilte, die zolang
aanhoudt dat ze even beklemmend
dreigt te worden. En dan: „Ja ik wil
in mijn leven eigenlijk maar een ze
kerheid: dat mijn gezin veilig is ge
steld als ik er eenmaal niet meer zal
zijn. En die sitautie kan zich voor
doen. Ik reis constant, loop dus veel
risico's".
Weer een korte pauze. Een Johan
Cruijff die iets sneller, iets heftiger
trekken van zijn sigaret neemt dan
tevoren.
„In onze familie zijn er aan hart
en vaatziektes overleden, mijn
vader, mijn opa, mijn oma. Mijn
vader was 45 toen hij heenging. Ik
was toen 12". Een nieuwe stilte.
Hij praat nu zachtjes voor zich uit:
„Toch weet ik nog heel veel van
mijn vader af. Gek eigenlijk, meer
als van mijn moeder, die nog leeft.
Nou nee, zo is het natuur-lijk niet.
Maar als ze zouden zeggen: je moet
binnen tien seconden over je vader
of je moeder praten, dan kon ik
prompt alles vertellen over pa. Alles
wat ik als jongen met mijn vader
heb nagedacht weet ik veel meer
vastgelegd. Kan zo afgedraaid
worden. Moet ik over ma vertellen,
dan zou ik langer moeten nadenken.
Natuurlijk, als ik dan een poosje
heb nagedacht w/et ik veel meer
over haar dan over hem te vertellen.
Maar dat is logisch.
Hoe moet ik het eigenlijk precies
uitleggen? Ik kan het moeilijk
verklaren. Het zal iets met de
geheugenkamer te maken hebben.
Als ik mijn ogen dicht doe, wordt er
een film van mijn. vader afgedraaid.
Een ontzettend duidelijk, heldere
film, die een geweldige indruk op je
maakt en die je nooit vergeet. Van
mijn moeder heb ik wel vijf,
films voor ogen. Dat wel. Maar
andere films. Niet van
duidelijke. Ik hoop dat je het
beetje begrijpt".
Toch is het natuurlijk geen
realistische film. Die over mijn
vader bedoel ik. Dat kan niet. Ik zie
hem met de ogen van toen ik twaalf
was. Vanuit de kindergedachten, hè".
Kindergedachten. Je ziet Johan
Cruijff (29 jaar) in gedachte
bij zijn eigen kinderen terugkeren.
„Als ik de pech mocht hebben dat
mij iets overkomt, moet de rest vai
mijn gezin goed verzorgd achterblij
ven. Nogmaals, dat is de enige
zekerheid die ik in mijn leven wil
hebben".
De veranderingen in de hengel
sport zijn de laatste decennia
snel gegaan. Hoe lang is het ge
leden dat er langs de waterkant
alleen maar sportvissers te vin
den waren met zware bamboe-
of rieten hengels? Tegenwoordig
zijn vrijwel alle hengelaars over
gestapt op de glasvezelhengel, die
niet alleen veel lichter is, maar
ook gemakkelijker te transporte
ren is. Maar we zijn nog niet
aan het eind. Inmiddels wcrdt er
koortsachtig gezocht naar nog lich
tere scepeler hengels. Het carbon
fiber schijnt op dit punt een ge
weldige verbetering te betekenen.
Het is 'n kunststof op koolstofba
sis. die voor het eerst werd toe
gepast bij de ruimtevaart, maar
waarvan nu ook de eerste hengels
zijn vervaardigd. Ze zijn nog
uiterst kostbaar vele honderden
guldens maar deskundigen ver
wachten, dat het materiaal in de
toekomst aanzienlijk goedkoper
zal kunnen worden.
De snelle ontwikkelingen wor
den je nog eens overduidelijk
wanneer je eens wat visbladen
doorbladert van zo'n dertig jaar
geleden. Door een toeval kreeg ik
enkele maanden geleden en
paar jaargangen van de Neder -
Zo zag het omslag van het AH B-blad er uit in de jaren '40-41.
landsche Hengelsport in handen.
Ze dateerden uit de jaren vlak
voor en uit het begin van de
Tweede Wereldoorlog. Wat in de
artikelen van die tijd opvalt is de
uiterst serieuze toon waarop over
de sportvisser^ wordt gesproken
En wee diegene, die de spot
drijft met de hengelaar. Hij kan
erop rekenen, dat hij aan de
schandpaal wordt genageld door
de redactie van het hengelsport-
blad. Een treffend voorbeeld is te
vinden in het maartnummer van
1940. Het gewraakte artikel waar
om het gaat stond op 6 januari
in de NRC en was ondertekend
door Joris v. d. Bergh. In het
kort komt het erop neer dat een
veldwaxhter in de polder een al-
cohollucht ruikt en vermoedt dat
er ergens een clandestiene jene
verstokerij is. Het slot van het
verhaal is dat de politieman aan
de waterkant een Amsterdamse
hengelaarsclub vissend aantreft.
Wat is de reactie van de Neder -
landsche Hengelsport? "In de eer
ste plaats kunnen wij herhalen,
dat dergelijke "aardigheden" wel
heel erg uit de tijd zijn en alleen
gedebiteerd kunnen worden door
personen, die ten enenmalen niets
van de hengelsport en haar ont
wikkeling afweten. Men kan der
gelijke mensen er een verwijt van
maken dat zy zo achterlyk zyn;
men kan het ze kwalijk nemen
dat zij zich wagen op een terrein
dat hun absoluut onbekend is.
Maar dan rijst onmiddellijk de
vraag: Wat moet men denken
van een blad of tijdschrift dat
dergelijke artikelen opneemt, zulk
soort "geestigheden" aan zijn le
zers voorzet?
De kritiek op de NRC gaat twee-
kantjes door en wordt besloten
met de volgende volzinnen: "Want
de duizenden hengelaars in ons
land zullen er zeer zeker reke
ning mee houden dat dit of dat
blad over hun sport op beledi
gende of hatelijke wijze schrijft.
De redactie van de NRC moge be
denken dat ook beneden de Moer
dijk tal van hengelsportliefheb
bers wonen die dergelijke "aar
digheden" over hun sport aller
minst zullen appreciëren.
Wanneer blaadjes van minder
betekenis zich eens laten verlei
den tot zogenaamde geestigheden
in hun "moppen"'-rubriekjes, och
dan halen wij onze schouders op.
Maar van een blad van de stan
ding van de NRC hadden wij iets
dergelijks allerminst verwacht.
Noblesse oblige. Wij hopen en
vertrouwen dat de redactie haar
houding in deze zal herzien".
In de NRC van 2 maart 1940
kwam de NRC met een reactie,
die een verontschuldiging inhield.
Zij schreven: "Dertig jaar gele
den, zoo heeft de heer Boer,
voorzitter van de Hengelaarsver -
eeniging Amsterdam kortgeleden
in een redevoering gezegd, was
de hengelaar in veler oogen een
dagdief, 'n nietsnut en door zijn
optreden allesbehalve een geëerd
mensch. Hengelen en drankmis
bruik waren voor velen precies
hetzelfde en wanneer hengelaars
naderden, haalde de boerin het
waschgoed en de boer zijn doch
ters binnen. Vooral door 't optre
den van de hengelaarsvereeniging
is aan dezen ongewenschten toe
stand een einde gekomen, dat
wil zeggen: waschgoed en doch
ters kunnen blijven waar ze zijn
en de hengelsport is een sport ge
worden, zoo goed en zoo gezond
als iedere andere sport. Het in
onze courant opgenomen verhaal
moet dan ook berust hebben op
overlevering van tijden her."
Hoe gevoelig men in hengelaars -
kringen in die dagen was voor
de verbintenis die werd: gelegd
tussen alcoholgebruik en hengel
sport blijkt uit een hoofdartikel
in het nummer van februari 1941
onder de kop Alweer zoo'n "gees
tigheid." "In een der grote dag
bladen kon men onlangs in een
"ingezonden mededeling" van de
firma Bootz de volgende lime
rick lezen: "Het vette
Meppeler visploeg Ging
het was 's morgens nog heel vroeg.
De voorzitter zei: "Tip van Bootz
Boelee's
hengelsportartikelen
HOGE RIJNDIJK 110, LEIDEN
TELEFOON 21393
Alles voor de vissport.
hoort erbij, "Is het best wat
'k ooit aan de haak sloeg. Onder
dit fraais stond!: inzender M.J.H.
te Meppel, ontvangt een fles Tip.
Wij hebben reeds vaak tegen der
gelijke onsmakelijkheden gepro
testeerd, maar "men" schynt
hardleers te zijn. Er blijven nog
altijd domme mensen, die mee
willen praten over dingen, waar
ze niets van weten, en er dan bo
vendien geen bezwaar in zien,
met hun praten en schrijven be
ledigend te worden tegenover on
ze sport.
De enige speciaalzaak voor al uw
HENGEL
SPORTARTIKELEN
DE SPORT
HAARLEMMERSTR. 11. tel. 24020
Men zou er boven aangehaalde
kreupelrijm gemakkelijk een va
riant kunnen maken, waarvoor de
firma Bootz ons waarschijnlijk
geen fles "Tip" zal toekennen,
waarvan de inhoud heel wat waar
schijnlijker zou klinken bijv: "Het
vette baarsje, een Meppeler vis
ploeg. Ging vissen; 't was 's mor
gens nog heel vroeg. De voorzit
ter zei: "Wat? Tip van Bootz,
Ga's op zij, waarop hij de fles
!n de plomp sloeg.
Wy kunnen de inzender te Mep
pel niet bepaald complimenteren
met zijn stumper rom
grappig te zyn; maar gezien het
prutserige pr -?t, iouden wij ons
niet verwonderen, wanneer die
inzender niet eens begrepen zou
hebben, dat hij beledigend werd.
Wel verwonderen wij ons er over.
dat de firma Bootz een dergelij
ke inzending een prijs toekent;
met een dergelijke beslissing kun
nen wij genoemde firma evenmin
gelukwensen".
Een ander verschijnsel waarte
gen door de hengelsport in die
jaren fel ten strijde werd getrok
ken was de beroeps visserij. In
talloze artikelen wordt de han
delwijze van bepaalde beroeps
vissers gehekeld en aan de kaak
gesteld. Uit een willekeurig arti
kel in het nummer van april 1914
staat onder meer: "Hij zal dan
zien dat niet de sport uit het vis
water haalt wat er maar te ha
len valt, maar dat het beroep met
zijn, zoals hij zelf gezegd heeft,
"ieder jaar meer volmaakte mo
dellen netten" groot en klein ex-
uit sleept, waarmede, wanneer wij
't in dit geval zo eens mogen uit
drukken, roofbouw wordt gepleegd
en telkenjare veel toekomst-vis
verloren gaat.
In hetzelfde nummer even ver
derop onder de niets aan duidelijk
heid te wensen overlatende kop:
Aan de schandpaal. "En wat moet
men denken van den broodvis-
ser, die in Februari 1941 nog
viste op een vergunning aan hem
door den burgemeester afgegeven
na de ooxiogsdagen van Mei 1040 -
dus in 'n noodtoestand - teneinde
het dierenpark van vxs te voor
zien en die ter terechtzitting de
onnozele speelde en net deed of
in Februari van dit jaar nog de
zelfde uitzonderingstoestand heers
te als bijna een jaar tevoren? Op
zijn zachtst uitgedrukt is dat toch
wel een ergelijk misbrxxik van ver
trouwen. Dat verder op de Lem
mer boot onlangs weer een partij
ondermaatse vis in beslag is ge
nomen is ook weer tekenend en
het bewijs daarvan, dat men de
ze zaken niet heimelijk maar o-
penlijk doet. De bedrijvers van
deze schandelijke daden zijn de
broodvissers, die het toch zo goed
met ons hengelaars voor hebben".
Tenslotte blijkt uit de "oorlogs
afleveringen" van de Nederland-
sche Hengelsport dat die bezetting
een steeds sterker stempel ging
drukken op de hengelsport.
Zo begint al eind '41 een zekere
Harpman uit Zandvoort x-eclame
te maken voor 't 'bloeddeeg', ter
vervanging van het brood dat op
de boxx is, en de geringe hoeveel
heid aardappelen. Verder wordt
bijvoorbeeld verheugd gesproken
over de toestemming aan een
groep hengelaars om in de Hof
vijver in Den Haag te mogen vis
sen. "Een bijdrage van de hen
gelsport aan de voedselverschaf-
fing in Nederland". Eén ding is
in die ruim 30 jaar in ieder ge
val niet veranderd Dat is de in
terne strijd in de hengelsportge
lederen. Geregeld komt men in
bet AHB-orgaan verwijten tegen
Me gercht zijn tegen het CNHV.
~>ok andersom was het blijkens
felle reacties 't geval. De AHB
heeft zich inmiddels de "schuil
naam" NWS aangemeten, maar
3e wederzijdse verhouc'mg ten op
zichte van het CNHV is nog even
vijandig als in het begin van de
iaren veertig.
Elan echte visboten
Lloyds certificaat, vanaf 1.390,—
Yamaha - outboards
2 tot 55 pk. 2 jöar garantie.
BOOTCENTRUM B.V.
Hoge Rijndijk 93, Zoeterwoude.
TelefooD 071—26!