Vioekbestrijding:
een hopeloos
gevecht
Vogelwaarschuwing is geen flauwe kulr
en 'gut'
kao
eigenlijk
niet
Beroeps-
ornitholoog
voor de
Luchtmacht
VERMIJD,
BESTRIJD HET VIDEKEN
NE JURE PAS-
NE LAISSE PAS JURER OEVANT TG
AVOID AND FIGHT
CURSING AND SWEARING
VERMEIDET,
BEKAMPFT DAS FLUCHEN
EVTTA
YOOMBATE LA BLASFEMIA
EVT1ATE
1 IE bestemmiare
SG„vtNHAGE
ATERDAG AUGUSTUS 1975
Nico Laarman
Praten met Nico Laarman, de 74-jarige secretaris van de Bond tegen het vloekerl, heeft iets van
een gang door een spraakkundig mijnenveld. Immers het eigen taalgebruik pleegt krachtter
men uit de religieuze sfeer niet te schuwen, en omdat bekend is dat de Bond zelfs tegen zo on
schuldig lijkende afleidingen als „goh" en „jeetje" ernstig bezwaar maakt, sluit ik op de stoep
van Laarmans Haagse woonhuis aan de Sport laan nog gauw een weddenschap met mezelf in
de geen-ja-en-geen-nee-sfeer: binnen een kwartier zal ik de naam van de Schepper ongewild
gebruikt hebben, denk ik.'Maar drie uur later, als het gesprek voorbij is, ben ik nog steeds
strafpuntloos. Behalve de keren dat we het beest bij de naam noemden om duidelijk te maken,
welke termen we ter- discussie wilden stellen, is er al die tijd geen onvertogen woord gevallen,
zelfs niet gemeten naar de strenge normen van de Bond.
Luitenant A. Beekhuizen van
de verkeersleiding op Ypenburg
en vaandrig drs. L. S. Buurma met
een deel van hun arsenaal aan
vogélverschrïkkingsapparcuten
vaste angstkreetluidsprekerknal
pistool en het Volkswagenbusje.
Door
Alexander Münninghoff
Eerlijkheid gebiedt me te zeggen,
dat ik daar wel mijn best voor heb
moeten doen. Veel van wat de Bond
tegen het vloeken als afkeurens
waardig beschouwt, ligt bij de
meesten van ons al zo hecht in het
dagelijks spraakgebruik verankerd
dat iedere associatie met godslaste
ring of ijdel gebruik van Gods naam
verloren is gegaan. Zelfs tegen de
koningin, zo bedenk ik me, zou ik
zonder schroom „jeetje" of „hemel
tjelief" of „gut" zeggen, gesteld dat
het gesprek met Hare Majesteit
uitroepen van verbazing van mijn
kant zou rechtvaardigen. Gaat de
Bond tegen het vloeken in zijn
konsekwente houding niet iets te
ver?
dat die uitdrukkingen vooral in
christelijke kringen voorkomen; die
mensen hebben van huis uit geleerd
dat je God's naam niet mag
misbruiken en gebruiken daarom
gevoerd op de middelbare scholen.
We hadden van die kleine, kleurige
stickers, daarvan zijn er toen zo'n
drie miljoen de deur uitgegaan.
Vooral in Eindhoven was er erg veel
deze afleidingen. Maar dat blijft belangstelling voor. Ik ben toen
fout, want je bedoelt er toch God
Maar kun je dat taalgebruik de
mensen nog wel verwijten? Ik
bedoel maar, is jeetje of gut niet
net zo betekenisloos geworden als
bijvoorbeeld het woord rhododen
dron, dat u eens als alternatieve
krachtterm hebt gelanceerd?
„Die associatie is misschien wel voor
het oor verloren gegaan", geeft
Laarman toe, „maar zij bestaat wel
en dat is ons criterium. Wij vinden
dat we hier op aar
om God te dienen
dat houdt in dat Je Zijn naam
alleen maar mag gebruiken als je er
je gedachten helemaal bij hebt, als
je dus werkelijk van zins bent met
Hem te communiceren.
Zo beschouwd wordt er op de
preekstoel in de kerken ook erg veel
ijdel gebruik gepleegd. Dat gaf een
predikant me onlangs nog toe: we
gebruiken God's naam te vaak, zei
hij, het is een geijkte formule
geworden. Als ik de gemeente
voorga in gebed,
ik vaak mijn zinnen met "Here God",
als een soort aanloopje dat iedere
t betekenis naar de letter verloren
het leeg, onzinnig of onbedoeld heeft Dle predikant bedoelde dus
'Jeetje'
Laarman: „Ik dacht van niet, nee.
Wij gaan uit van het derde' gebod,
dat zegt dat je de naam van de
Heer niet ijdel mag gebruiken. Dit
is trouwens het enige van de tien
geboden, waar nog een waarschu
wing op volgt: God zal de
overtreders van dit gebod „niet
onschuldig houden".
Waar het om gaat is de term „ijdel
gebruik". Daar wordt onder verstaan
stad gaan kijken, want ja, je
verwacht dan toch wel iets ervan
terug te zien in de straten. Maar
niets daarvan, wat ermee gebeurd is,
weet ik niet".
Was Laarman niet verrast door die
belangstelling uit het katholieke
Eindhoven? De Bond is immers
gereformeerd?
Achteruit bidden
„Inderdaad ja, die belangstelling uit
opvallend,
hebben hun eigen Bond
zonder Naam, die zich ook tegen het
vloeken en het ijdel gebruik inzet.
Maar toch is het zo, dat in die
kringen gemakkelijker over het vloe-
wordt gedacht dan bij ons.
Wij zijn als gereformeerden natuur
lijk een beetje aan de zware,
ernstige kant, en verder hebben wij
niet de mogelijkheid om met
biechten en weesgegroetjes onAe
fouten weer goed te maken, zoals de
katholieken. Ik heb wel eens een
h;j.jJan roomse pastoor het vloeken horen
omschrijven als „achteruitbidden".
Dat vind ik toch iets te gemakkelijk
gezegd".
noemen van de heilige
Heer. De categorie van „jeetje", „get"
en „gut" dus. Het is me opgevallen
YPENBURG „Een jonge kapmeeuw". De vogel op de bo- verder dan een tiental soorten of
dem van het Volkswagenbusje is in een shocktoestand en be- komen om sïaSnof-
ïiweegt nauwelijks. De zwarte kraaloogjes zijn wijd opengesperd. fer vaneen vliegtuig te worder"
snelle greep en vaandrig Buurma houdt hem omhoog. En om slachtoffers te maken, want
fl.Kijk, een vleugel is er bijna af. Niet meer te redden". Om de bij hoge snelheden Kunnen zachte
ïgevoelens van zijn toeschouwer te sparen wendt de jonge lucht- veren de vernietigende kra :it van
jachtman zich discreet af. Een seconde later is de onfortuin- "oorboren, "j"
lijke meeuw dood nek gebroken. „Zet dat maar niet in de ten van de viieghuid van een toestel
sjkrant", zegt.Buurma. Wel een mooi bewijs van zijn stelling, deuken of losscheuren of een ravage
hij. „Je moet de mensen enthousiast maken voor vogel- in een motor aanrichten. Een
Vieldingen". De man die de moeite nam om de door een vlieg- losgeslagen turbineschoep kan een
Pjtuig geraakte meeuw te brengen, wordt dan ook nadrukkelijk ?chTlf verïeügT
uibedankt.
oor
ob Schouten
Begin deze maand zwaaide de
ll7-jarige dienstplichtig vaandrig af
jjim in dienst van de luchtmacht
terug te keren als doctorandus L.S.
na, ornitholoog (vogelkenneri.
5ijn taak: botsingen van vliegtuigen
vogels tot een minimum te
Dat betekent de vogels
Weghouden van de gierende straal- ..Ik geloof, dat het gewoon
jagermuilen en plexiglas cockpits, of geluk is dat
nngekeerd. Want een dode vogel
ook ëen dode vlieger betekenen,
ernstige vliegtuigschade. Een scherpe stijging
^tweeledige taak dus, in 't belang van van de schade
en dier. frames,
3et betekent ook dat
uchtmachtstaf een kleine beleids-
jmbuiging heeft plaats gehad.
ai 'le jaren probeert men "vogelaanva-
jn de put zitten. En anderhalf jaar
geleden had je toch dat geval
waarbij een passagierstoestel van
een chartermaatschappij met ernst» -
ge motorschade binnenkwam. Dat is
toen goed afgelopen".
Puur geluk
Bij de Luchtmacht is het elf je ar
geleden dat een toestel door een
vogelbotsing is neergestort. He'; was
de vierde in een reeks, de vlieger richt,
overleefde het door zijn parad
In het verleden, krijgt men ae
indruk, is er te incidenteel aan het
vogel-probleem gesleuteld. Vaak
dacht men het "ei van Columbus" te
hebben gevonden, bijvoorbeeld toen
men op de band opgenomen
angstkreten van vogels via luidspre
kers of "radiowagens" ging versterken
Op zichzelf een middel dat tijdelijk
effect kan sorteren, als het goed
wordt gedaan. Buurma: „Die
angstkreten werken sterk soortge- Voor Buurma staat
Terwijl van de vliegbasis
Gierende straaljagermotoren
;t onderhoud van die roofvogels
een bezwaar; bij aardappels moet je
de grond soms enkele jaren met
rust laten om aardappelmoeheid te
voorkomen".
elk geval vast
dat heeft hij de staf cok
Volkel enthousiaste reacties kwamen voorghouden - dat je het probleem jrn rou^e
het effect van een mengsel op de velden met een grote
sindsdien geen crasn kok- en stormmeeuwkreten, waren verscheidenheid aan middelen moet Het lokale proölee;
hebben gehad. Maar we zijn" de ervaringen hier, op Ypenburg, aanpakken. „Het heeft ook geen
de toestand van toen, gezien de teleurstellend. Oorzaak: hier zaten om, zoals vroeger werd^ gedacht,
laatste vier 1aar toen alleen zilvermeeuwen". vogels uit te roeiei
an motoren en tj -i ingeleverde staarten
jen half miljoen, Haviken en zilvermeeuwen, dat levert geen
dicht genaderd", zegt Buurma Net zo ging het met de langs de blijvend resultaat. Je zult wel
bij de pessimistisch. Zijn filosofie is: banen in de wind schommelende en dan moe^en doen oi
vogels verjagen bij de landingsba- opgezette dode vogels, gaskanonnen gevaar dat door de angstkreetappa
nen, (vogeltrek) waarschuwingen en de jacht met haviken. Over die ratuur, knallen 4"4'~ ~1j
vliegers en dergelijke moeten laatste methode, die op de basis
1972
ringen" te voorkomen. Na de laatste grondig gebeuren, anders heeft het Leeuwarden
■h door vogels in 1964 werd het
probleem met een, voor die tijd,
(opvallende inzet aangepakt. De heeft daarvoor eerst duideuik juichend:
i koninklijke Luchtmacht werd daar- J" jMj
'mee een voorbeeld voor de
Maar net en-
tl ousiasme nam door een reeks van
(factoren geleidelijk af. "Dat heeft", dienstplichtige biologen te
i schreef vaandrig Buurma in een werken. Daardoor en c
[doortimmerd rapport aan de staf, wisseling van radarpersoneel is de immers al in de middeleeuwen aan
'"geresulteerd in het huidige idee, dat zaa^ verwaterd. Het warpn wel vele hoven een geliefde sport - heeft
publiek geheim is dat die g'pede biologen, maar niet van maar bewezen effectiever te ziin dan ae
eigenlijk niet allemaal ornithologen Hoogstens "statische technieken zoals „BheJJ-
wordt gesuggereerd, levendig
srd beoefend door houden. Want het
Aren- na een fcydie nesten ondei
luidsprekers vindt. Dat afschieten hehben,
gebeurt door de Luchtmacht Jager
belangrijk,
Buurma ziet de gr .otste
gevaren toch "en route", in de lucht
dus. „Hoe hoger de snelheia, des te
houtduiven groter de kans op een rampzalige
bots.ng", zegt hij. Hij hoopt dan cok
dat de staf nog een stap verder wil
het doen door niet alleen in hem, maar
materiaal te investeren,
opgezette vogels ..Half volgend jaar verdwijnt c'e
radar uit Den Helder. Ik
i, dat je ergens uit de krijgsmacht vanda:
k'nine, mobiele radar wil
geschikt ls v.
ogeJopsporing".
Gradaties
Er bestaan wel degelijk gradaties in
godslasterlijke taal, vindt Laarman:
„Het ergste zijn natuurlijk de
bewuste vervloekingen van de Heer.
Dat Je zegt dat God dood is,
bijvoorbeeld. Want God leeft.
Juist al die uitvindingen van de
laatste tijd, dat is voor mij het
bewijs dat God leeft. In psalm 8
staat: „Gij hebt de mens bijna
goddelijk gemaakt", en daar moet ik
aan denken ials ik
ruimtevaarders met een duizeling
Laarman, die al 28 jaar het
secretariaat van de Bond tegen het
vloeken voert en er nu zo langzaam
aan mee op wil houden, maakt zich
zorgen om de toekomst van de
Bond. Een verdubbeling van het
bestaande ledental van 5000 is
noodzakelijk, zegt hij, om de
schrikbarend toegenomen kosten van
de propaganda te bestrijden en ook
om zijn opvolger, die een jongere
man moet zijn die aan de Bond een
betalende dagtaak zal hebben, een
redelijk salaris te kunnen bieden.
Want Laarman zelf heeft al die
dat die jaren voor een schijntje gewerkt,
.uuu^.^uwo v..gedrevenheid die hij
wekkende snelheid precies op het niet voetstoots kan
berekende punt op de aarde neerko
men. God heeft de mensen dit
intellectuele mogelijkheden gegeven.
Maar
prestaties juist de reden geweest
zich hoogmoedig van de Heer af te
wenden, en Zijn bestaan te
ontkennen".
.Naast de bewuste lastering heb
wachten.
Hoe evalueert hij zijn 28 jaar strijd
tegen taalmisbruik? Heeft het iets
uitgehaa.d of is het vechten tegen
de bierkaai? Laarman: „Wat ik al
zei, het echte ruwe vloeken is dacht
ik afgenomen. Al is daar op de
televisie bijvoorbeeld nog heel wat
van te merken. Als ik een
programma gezien heb
dan de echte vloeken, de Godver- gevloekt werd, dan gaat er de
dommes dus. Hier is geen twijfel volgende dag een brief van mij uit
moeten maken waarom de belang- „De natuurmethode neeft
stelling voor het vogelprobleem is Deze nieuwste methode om
weggezakt. „We hebben in Neder- vogels weg te houden van startende
land in het verleden gemeend met en landende vliegtuigen - tegeliltcei-
vereniging". „Een andere methode Is Hij wil ook vogelgebieden in kaart
vogels onaantrekkelijk brengen met de bedoeling dat die
het landschap, al is dat
overdruk op' de vliegerkaarten
moeilijk. Zelfs beton trekt vog-ls komen ("dat komt ook de rust i
nachts straalt het warmte
uit. Bij Nice hebben ze zelfs
baan voor vogels aangelegd,
met voedsel
natuurgebieden ten goede") en een
vogeltrekkalender aanleggen. Voor
die kalender is nog heel wat
worden onderzoek nodig, waarbij gegevens
1 het
vogeltjes-waarschuwingen
flauwekul zijn". vui procent vi
1 Zelfs het Rijksinstituut voor Na- ornitholoog
tuurbehoud. dat op Schiphol onder- R;ncrrn#*U^r
zoek op dit terrein verricht, neigt ,xl,,5I,lcluer
volgens Buiirma tot defaitisme. Nu Buurma mag c
de burgerluchtvaart minder dertiende jaar
kans op een ramp door een botsing vogeltjes geweest,
met vogels omdat men daar snel Jeugdbond voor Natuurstudie
opstijgt uit de grootste gevarenzone
gelokt. Er is veel gee*cper»menteerd uih het ons voorbijgestreefde buiten
met gras. Vogels hebben dooi
de biologen mag crackers," gaskanonnen en angstkreet pootlengte voorkeur
land, vooral Denemarken,
met zullen zijn.
nut
gek
apparatuur. Door het roofvogelceci-
trum werden in 1968 on LeeuwardeD
circa 8600 vogels waargenom»
zijn vorig Jaar kwam men
op dan ongeveer 3900 stuks".
l de De Luchtmacht heeft
bepaalde lengte. Meer dan 15 Over die natuurbescherming zegt
de auto op weg naar
cm hoog gras trekt ze minder
"aar Ja- anderen ste'lcn daar huis nog: „I khebgoede^reUUes mét
verder ^^eDover da^ bet slecht is voor de allerlei actiegroepen. Dat oefenge
it die ussen de 300 en 1000 meter ligt, niet in
nog ringmelder. Vog»
hoog blijft vlieg»»!
paar oiaauden leren
grasmat. Daar komt ook bij
haviken gemaaid gras geld oplevert. Je
toch maar weer afgeschaft. Waar- afvragen, wat wil je:
sun Je om? Buurma is er niet erg duidelijk verkopen of een maximale vliegvei-
dan
„Maar", zegt hij. „ook bij de jaren achteraan lopen. "De gemiddel- speelde
1 burgerluchtvaart moet eerst het kalf de kennis van de leek reikt met moet er
„Het was te duur t
ligheid?
kennen, legt hij uit. Daar moet je nog andere problemen. Het gele! Verder wordt
elk geval een grote rol, je met andere gewassen, zoals
:n man voor vrijmaken en pels. Maar aan elk middel kleert
bieden beslist schadelijk zijn voor de
fauna, dat dacht ik vroeger ook.
gras Maar het klopt gewoon niet. De
reeen staan te dringen voor de
schietbanen als er geschoten wordt,
geëxperimenteerd En het zwermt van de vogels rond
.iap- de vliegvelden. Ik zou wel willen dat
men wat minder scherp polariseerde".
over mogelijk: die uitdrukking
duidelijk met de naam van God
verbonden, daarmee wordt Hij wel
degelijk gelasterd. Godverdorie of
Godsamme is precies zoiets. Het is
me opgevallen, maar dat is een
persoonlijke interpretatie van wat ik
zo om me heen hoor, dat dergelijke
ruwe vloeken minder in het
openbaar gebruikt worden dan
vroeger. Net zoals Je tegenwoordig
minder dronken mensen op straat
ziet, al zit daar niet zoveel vex-band
tussen als je misschien zou denken.
Het vloeken is namelijk niet aan
klassen gebonden".
„Dan heb je nog de moeilijkst te
besti-ijden
gebruik. Kijk
zegt, die begrijpt mij wel als ik hem
daarover aanspreek. Maar neem nou
die man die ik een tijdje geleden bij
het verlaten van de kerk ontmoette.
Hij was net op vakantie geweest en
vertelde daar enthousiast over:
„God zeg, zo'n leuke vakantie
gehadDat is dan voor mij heel
erg moeilijk, om zo iemand terecht
te wijzen. Dat doe ik dan meestal
ook niet in het openbaar, want ik
wil de mensen niet onaangenaam
zijn. Ook de profane ruwe taal,
verdorie en verdikkeme dus, die kun
je in gesprekken vaak beter binnen als
ongemerkt laten passeren"
„Dat is een kenmerk van de manier,
naar de betrokken omroepvereni
ging. Een hele vriendelijke brief,
daar bereik je het meeste mee'
Vroeger kreeg ik daar altild
antwoord op. ook al- was het soms
onbevredigend".
'Functie'
„Toen Ko van Dijk in „De dood van
een handelsreiziger" zo verschrikke-
lijk vloekend te keer ging heb ik
natuurlijk direkt geschreven, aan de
heer Van Dijk en aan de VARA.
Alleen van de VARA kreeg ik
antwoord terug; zij stelden dat de
gebezigde vloeken in het stuk „een
ojdel functie" hadden. Nou, daar zijn wij
iemand die gvd het natuurlijk helemaal niet mee
zich
propagandamateriaal dat de
het denken moet zetten. Ikzelf
Tegenwoordig krijg ik niet eens
antwoord meer van de zuilen. Ik
weet wat nu denkt: die mensen
lachen natuurlijk om die meneer
Laarman met zijn Bond. Dat denk
ik ook wel eens, dat ze zo'n brief
aan elkaar voorlezen om erom te
kunnen lachen: he, daar heb ie hem
weer met zijn gezeur. Maar dat is
voor mij en de Bond geen reden om
de strijd op te geven, wij krijgen
kee* veel adhesiebetuigingen
eens in de
publiciteit geweest zijn".
„Maar we zijn er nog niet als we
zijn
op de Bond tegen het vloeken iemand op het foute
manifesteert: meestal met taalgebruik gewezen hebben", besluit
Laarman, „wij zijn pas hele—ral
tevreden als zo iemand in het
rijd geregeld fabrieken en werk- vervolg de naam van God ook
plaatsen af om te vragen of wij eerlijk
onze stickers
ophangen. Meestal wordt dat goed
gevonden, maar of het helpt, dat
weet je natuurlijk nooit. Dat valt
nou eenmaal niet te meten".
„We hebben ook eens een aktie achtergrond van
met aandacht gebruikt,
posters mogen als hij gelovig wordt en gaat bidden!
Dan nas vinden wij dat wij ons doei
hebben bereikt. Het van God
getuigen in onze direkte omgeving,
toch wel de wezenlijke
vereniging".