De bisschop werd in Lisse geboren 'Ik heb moeite met dié nieuwe zekerheden...' Bisschop Simonis steekt mening niet onder stoelen of banken Bisschop Simonis is een man, die precies weet wat hij wil, maar in de praktijk nog wel eens terug schrikt voor de consequenties van zijn woorden en daden. Posi tiever gezegd: hij brengt de moed op zich wel eens met de meerder heid te conformeren. Dit houdt dan overigens niet in, dat zijn standpunt daarmee veranderd zou zijn. Zijn ideëen omtrent ge loofszaken zijn nogal geharnast. Over een aantal omstreden kwes ties in de katholieke kerk zoals de geboorteregeling en de celi baatsverplichting schaart hij zich onwrikbaar achter de Paus. Hij voelt zich nl. vóór alles priester van de Rooms-Katholieke Kerk, die in alle nederigheid zijn hoofd. buigt voor de Paus van Rome als plaatsbekleder van Christus op aarde, wiens woord inderdaad in belangrijke geloofswaarheden onfeilbaar is. Hij gelooft oprecht in Christus' leer en in de uitleg van 'Rome' daarvan. In die zin is en wil hij gaarne behoudend zijn. Hij staat voor zijn woorden en daden, voor zijn Heer, voor de Paus en de Kerk. Het dienen van Christus en Zijn Kerk gaat hem teveel ter harte, dat hij daarin on beraden tewerk zou gaan. Hij zou niet kunnen, omdat hij daarvoor teveel geschoold is. Hij 'wil zich voor de Kerk met zijn hele per soon dag en nacht inzetten. En hij doet het ook. Hij is een intelligen te, zeer belezen, harde werker, die buiten al zijn beslommeringen, die zijn functie nu eenmaal met zich brengt, toch tijd over wil houden en ook maakt om met mensen te praten en te preken. Dat is hem ook wel toevertrouwd. Met een rap en vloeiend woord gebruik - hij heeft bepaald de gave van het woord - verdedigt en verklaart hij het Woord Gods. Hij is ook een uitnemend gesprek spartner. Bij hem dan geen af standelijkheid en geen poes-pas; wel een duidelijk - in veler ogen rechtlijnig-standpunt. En dat is ook niet te verwonderen. Hij is een zeer ingetogen, verstandige, vriendelijke doch krachtige per soonlijkheid, met wiens opvat tingen men terdege rekening dient te houden. Hij steekt zijn mening niet onder stoelen of banken. Ook op het Pastoraal Concilie in Noordwijkerhout had hij vaak met veel elan het woord gevoerd, vaker dan hij misschien zelf had gewild. Vertegenwoor digers van meer behoudende standpunten echter waren in aan tal zozeer in de minderheid, dat hij wel op moest treden. De toenmalige Haagse kapelaan en huidige bisschop van Rotter dam, mgr. A. J. Simonis, viel door zijn optreden dan ook op en niet alleen binnen de vergaderin gen van het Pastoraal Concilie. Hij stal meermalen de show en dat viel o.a. op bij de pause lijke nuntius, mgr. A. Felici. Het is een publiek geheim, dat deze - naast het kapittel van het bisdom en de bisschoppenconferentie de laatste instantie, die "Rome" in deze adviseert - hem bij de Paus voordroeg als opvolger van mgr. Jansen. Het bericht dat hij door de Paus was benoemd was 30 de cember 1970 ie 18.00 uur nog niet bekend of VARA's Dingen van de Dag stelde met verontwaardiging vast, dat hij "een figuur rechts van het midden" was. Het NOS- journaal deelde gemakshalve mede, dat hij "tegen de pil en vóór het celibaat" was. Op alle mogelijke en onmogelijke ma pieren probeerde men - priesters en publiciteitsmedia voorop - de jonge bisschop onder een zware psychologische druk te verplet teren. Talloze vergaderingen, telegrammen, acties (voor 90% uitgaande van priesters) volgden, om hem over te halen zijn be noeming niet te aanvaarden. De hele wereldpers stortte zich op de zaak en hij en de kathoüeke kerk in Nederland kregen een kwa lijke negatieve publiciteit. Duide lijk bleek een kloof tussen pries ters en andere gelovigen. Uit een NIPO-onderzoek bleek nl. dat van de katholieke leken 53% vóór de benoeming was (van de Nederlanders zelfs 63%!) en van de priesters slechts 17%. De bis schoppen namen hem in hun col lege op, "omdat de Paus het wil de". De kardinaal, bij wie het niet zozeer om de man - hij is mgr. Simonis erg genegen - ma? meer om de zaak ging, sprak i zijn kille preek bij de wijding ee nadrukkelijk "dat nooit meer Mgr. Simonis kreeg de gunst va de twijfel. Naderhand viel het al lemaal best mee. Hij kwam vlug heel wat minder hard ov dan het zich aanvankelijk liet a zien. Men begon hem in hoge mate te respecteren, omdat hij slechts in een enkel geval niet yan wijken wilde weten en in vrijwel alle gevallen bleek open te staan voor andere meningen, zonder die overigens over te nemen het werd (eindelijk) stil rondom hem tot hij dezer dagen als be langrijkste kandidaat werd getipt als opvolger van kardinaal Alfrink. Mgr. Simonis werd 26 november 1931 in Lisse geboren. In de hongerwinterzou hij naar het seminarie gaan, maar dat ging niet door. "Ondanks de honger hadden we toch een Haagse jon gen ingekwartierd. Dat mijn ouders ondanks de behoorlijke misere, waarin wij verkeerden, toch onze schamele voeding met anderen wilden delen heeft op mij een stempel gedrukt". Van 1945 tot 1957 studeerde hij op het kleinseminarie Hageveld en het groot-seminarie Warmond. Na een jaar kapelaan te zijn geweest in Waddinxveen en Rotterdam moest hij van mgr. Jansen gaan studeren. "Ik was er tegen, maar ik moest. Ik wilde naar Nijmegen, maar ik moest naar Rome. Ik wilde theologie "Deze zaken liggen zo moeilijk. Het luistert allemaal erg nauw". Zijn eerste woorden zonder dat we nog maar één vraag hadden gesteld. Natuurlijk kon hij bevroeden wat wij hem zoal gingen vragen. Omdat "het allemaal zo nauw luistert" vroeg hij tot 3 keer toe de tekst vóór publikatie te mogén lezen en het recht, om er veranderingen in aan te mogen brengen. Hij weet en beseft terdege, dat wat hij zegt op een goud schaaltje wordt gewogen en door de ene partij wordt toegejuicht en door de andere partij wordt afgekeurd. "Wat mij natuurlijk erg aan het hart gaat is wat er gaat gebeuren in de Nederlandse Kerkprovin cie. Ik zeg daarbij, dat ik het re lativeer. De Kerk gaat toch door. Dat houdt mij vast. Ik heb de kardinaal geschreven met zijn verjaardag. Het is vreemd, dat ik niet wist wat ik hem moest schrijven. Moest ik hem toewensen, dat hij zou blijven of dat hij zou gaan genieten van zijn oude dag?" Over wat hij de kardinaal nu had toegewenst liet hij ons in het ongewisse. Zorgelijke trekken spelen om ^ijn mond. Kin vooruit en sta rend in de verte. "Ik ben bang dat wie het ook wordt, er toch weer narigheid komt. Je weet ook, dat "Rome" de schuld krijgt. Dat vind ik een afschu welijke zaak. Ja, dat houdt mij bezig. Wat ik wel vind en hoop is, dat deze zaak zo objectief taogelijk met de nadruk op "zo mogelijk" wordt behandeld. Zulk een procedure is het beste. Niet alleen voor de Kerk in Ne derland maar ook internatio naal mede vanwege onze positie in de wereld. Afgezien van het feit, dat het verschrikkelijk moeilijk is een man als kardi naal Alfrink op te volgen ben ik blij, dat ik er Goddank niets mee te maken heb". Hij corri geert deze uitspraak onmiddel lijk door mijn opmerking over de rol van de bisschoppencon ferentie in deze nadrukkelijk te onderlijnen door wat kantteke ningen te maken, die duidelijk maken hoe hij ermee zit. "Ik denk, dat het bouwsteentjes worden. Ik vind het vreselijk moeilijk. Als bisschoppen kij ken we verschillend tegen de si tuatie aan. Er zijn publikaties, die het in de polarisatie trekken. De mensen moeten zien hoe moeilijk de situatie i6. We leven in een verdeelde we reld ook wat het geloof betreft. Er staan helaa6 groepsbelangen op het spel". Verhoudingen Nu hij het heeft over de bis schoppenconferentie wil hij nog wat opmerkingen maken over de onderlinge verhoudin- Door Theo Kroon gen en met name over zijn col lega, mgr. Gijsen. "Wanneer men het he aft over de Neder landse bisschoppen, praat men vrijwel altijd in de getallen 5:2". Die "2" zijn dan de beide jongste bisschoppen. Die getal len zitten me dwars. "Het is ook wel eens 4:3 of 6:1. Dikwijls zijn wij het ook geheel met elkaar eens. Maar ja dat is de ellende van de polarisatie". Hij reali seert zich, dat vrijwel alle kri tiek neerkomt op het hoofd van zijn Roermondse collega en dat hij wat meer "vrijuit gaat". Hij heeft er behoefte aan de ver houdingen zoals ze liggen juist naar voren te brengen. "Ik be treur het met name als het gaat om Gijsen, dat gesuggereerd wordt dat hij terug zou willen naar vóór Vaticanum II. Ik moet de eerste nog meemaken die het bewijst. Er zijn nogal wat men sen, die zeggen: U doet het beter dan Gijsen. Ik weet niet of het waar is en ten tweede: ik weet niet of ik het als een compli ment moet opvatten. Er is ook moeilijk een vergelijking te maken. Zuiden Zuid-Limburg is het zuiden met de zuidelijke sfeer van landen als Frankrijk en Spanje, dat geeft conflicten in Limburg zelf tussen noord en zuid. Dat was ook al onder mgr. Moors. Maar of men daar nu tegen of vóór Gijsen is: hij is en blijft in Lim burg de bisschop. Dit ligt in Rotterdam anders, heb ik wel eens het idee. Er is tevens een verschil in karakter en tempe rament. Ze zeggen van mij: je bent te week. Ik twijfel. Ik weet het niet. Een duidelijk stempel gaan studeren maar ik moest bijbelexegese doen". Mgr. Jan sen hield hem. voor: "Je moet het met hart en ziel één jaar probe ren. Als het dan niet gaat mag je terugkomen". Hij zag de voor delen al gauw in en verbleef tot en met zijn promotie in 1966 in Rome. "Vaak hoor ik nog wel eens, dat ik te eenzijdig ben op gegroeid daar in Rome. Maar degenen, die dat zeggen, hebben kennelijk geen notie wat Rome is. Ik ben daar al die jaren in contact geweest met collega's uit wel 60 landen. Dus verre van eenzijdig"Na zijn promotie werd hij kapelaan in Den Haag "In die jaren in Rome was ik behoorlijk progressief. Ik er gerde me aan de vrouwelijk aandoende liturgie en ik vond de Kerk stoffigDie progressivi teit heb ik sterk gehouden tot de jaren 61/62. In Nederland wa ren toen allerlei ontwikkelingen aan de gang En toen er in '62- '63 nieuwe lichtingen studen ten in Rome kwamen kon ik die steeds minder volgenIk maakte mij grote zorgen. Dagelijks de mis doen was bij sommigen er niet meer bij. En de ontwikke lingen in de Nederlandse kerk raakten de essentie van Kerk en geloof en gingen mij veel te ver. Zo moest het niet, zei ik bij mij zelf. Ik ben toen. in mijn ontwik keling min of meer stil blijven staanIk heb van mijn zorg over die ontwikkelingen in de Neder landse kerkprovincie laten blij ken aan mgr. Jansen en mijn collegae. Voor Warmond, waar voor ik waarschijnlijk was voorbestemd, was ik toen niet meer geschikt, denk ik, maar ik heb geen feiten". In die Haagse 'periode deed hij o.a. zieken- huiswerk, hield speeches en ver zorgde een cursus m.o- theologie. In die tijd kwam hij ook in de Diocesane Pastorale Raad. Hoe hij in deze raad kwam. is en blijft, een mer kwaardige zaak, die hem nog steeds erg hoog zit. "Een man belde op met de vraag of ik kan didaat wilde zijn. Na mijn antwoord dat dit niet ter mijner beoordeling was, is die meneer een bliksemactie begonnen. Ik kreeg teveel stemmen en kwam er niet in, want,zei men, dit kan alleen maar door stemmingma Monseigneur Simonis kerijSommigen bedoelden wel licht dat ik conservatief was. De parochie nam het niet en mgr. Jansen heeft mij toen. in de raad benoemd". Toen uit de priesters uit de raad een kanunnik moest komen werd hij als zodanig be noemd. In dien tijd werd hij al genoemd als kandidaat bisschop. Over de tijd vóór zijn bisschopsbenoeming is hij erg kort. "Ik meen nog steeds dat men bij de procedure om tot een nieuwe bisschop te komen niet juist te werk is gegaan. En vooral: men had geen namen van kandidaten bekend moeten maken. Dat dit wel gebeurd is vind ik een ernstige fout. De na righeid is daardoor gekomen" aldus mgr. Simonis. hoewel wij hetzelfde denken over kerkbeeld en geloofsin houd - de methodiek van aan pak verschillend is". Natuurlijk gaat het gesprek over een aantal geloofszaken en met name die de moraal betreffen zoals abor tus, euthanasie en sexualiteit. Voor mgr. Simonis zaken, waarover hij zich ernstig zorgen maakt en die voor Christenen eigenlijk niet zo moeilijk be hoeven te zijn, "want je gelooft of je gelooft niet. Als bisschop moet ik voorganger zijn in het geloof'. En als een soort excuus "Je groeit erin, maar het is en blijft een moeilijke opgave". Hij gelooft in objectieve maatsta ven, die altijd blijven gelden. "Ik ken dan ook bij moeilijke morele situaties alleen minder toerekeningsvatbaarheid. Ik moet zeggen, dat ik het met "Humanae Vitae" (de pause lijke encycliek, waarin o.a. de pil voor katholieken werd ver boden) eens ben". Hij ziet ech ter wel een verschil met vroe ger. Opgegroeid drukt het milieu waaruit je voortkomt. Ik kom uit een groot gezin, en Gijsen heeft één zus. Ik aou het willen illustreren met spreekwoorden. Die spreken mij aan, omdat er altijd iets waars inzit. Zachte heelmees ters maken stinkende wonden, en - je vangt meer vliegen met stroop dan met azijn. Het i6 zwart-wit, maar Gijsen is een en ik twee. En daar komt bij, dat - - "Wij zijn opgegroeid met dood zonden. In bepaalde gevallen kan ik echter zeggen: eigenlijk is het niet goed wat je doet, maar ik wil niet zeggen, dat je zwaar schuldig bent". Hü wijdt uit óver de sexualiteit mi con stateert dat we rond de jaren '50/'60 zaten met een zekere preutsheid, een verkramptheid rond de sexuele beleving. "Er ontbrak een stuk voorlichting waaraan terecht wat is gedaan. In die jaren zag je niet zoveel excessen. Die zijn later geko men. Wat als gevolg heeft dat bv. de samenleving vóór het huwelijk nu een vanzelfspre kende zaak lijkt te worden. Ik heb moeite met die nieuwe ze kerheden als ontkoppeling van sex, liefde en voortplanting. Met name vind ik het erg dat er niet meer aandacht wordt be steed aan de oergezonde argu menten die pleiten voor ont houding vóór het huwelijk". Hij blijft ook een fervent verdedi ger van het priestercelibaat. "Voor gehuwde mannen wil ik eventueel een uitzondering maken. Als je het celibaat ver dedigt komt het echter dikwijls zó over, dat je de nadelen niet zou zien. Maar ik zie ze wel. De vóórs en tegens tegen elkaér afwegend slaat bij mij de weeg schaal door naar handhaving van de celibaatsregel". Hoewel hij bepaald voldoende woorden tot zijn zijn beschik king heeft om zijn mening vol doende duidelijk naar voren te brengen en het aan zijn uit- k drukkingsvaardigheid bepaald niét schort, ziet hij als zovelen toch geen kans om in enkele minuten de totale problematiek rond het vraagstuk van sexualiteit in relatie tot de r raai te behandelen. En toch wordt hem dat als bisschop meerdere malen gevraagd wanneer zich een actualiteit voordoet. "Dan ben ik huiverig om te praten, want het wordt vaak óf verkeerd uitgelegd óf ik krijg te weinig tijd om mijn standpunt in de publiciteit te verdedigen. In een paar mi ten even voor de televisie de zaak uitleggen kan ik niet. Ik zit dan ook vaak bij mezelf te be raadslagen of ik zoiets toch moet trachten te doen. Vaak ga ik ook bij anderen te rade. En dan nog: tot het einde toe lief devol zijn, niet kwetsen. Dat is moeilijk. Je zit altijd in een on verdedigbare positie. Van de andere kant: als je teveel als bis schop in de publiciteit komt moet je weer oppassen dat je woord niet devalueert". Verschrikkelijk Vóór het einde van het inter view moet mgr. Simonis nog iets van het hart, dat hem hoog zit nl. de ontwikkelingen rond het naaktstrand. "Ik weet dat ik als een preuts man en een nurks zal worden afge schilderd, maar ik vind het \- schrikkelijk, dat onder pressie van de zg. vrijheidsdrang dit soort dingen, die dehumanise- rend kunnen werken, nu plotse ling moeten kunnen. Afgezien van de esthetische kant var zaak, want naakte mensen zijn lang niet altijd mooi, vind ik, dat het heilige en tegelijk kwets bare van de menselijke persoon wordt aangetast. Sexualiteit vraagt om bescherming. Erva ringsgegevens uit de volkeren- kunde bewijzen dat. Naakte stammen zijn er vrijwel niet. Ook het verhaal uit Genesis over Adam en Eva spreekt boekdelen. Hoe je het ook i terpreteert de mens heeft schaamtegevoel. Niet omdat sexualiteit vies zou zijn of on gepast, maar omdat het kwets baar is. Kortom: ik ben bijzon der bang, dat de huidige ont wikkeling een geweldige bana lisering in de hand gaat werken. Tevens is het een aanslag puber mi adolescent, die zw worden overbelast. Ik vind het een teken aan de wand, dat gemeenschap dit niet wil zi< Christenen moeten hieraan niet meedoen. Niet omdat iemand, die een zwembroek aan heeft, kuiser zou zijn, maar, omdat e heilige waarden in het geding zijn. De mens moet zijn intimi teit niet zomaar bloot geven", aldus mgr. Simonis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13