„Als er iets gebeurt, is het goed raak Vissers spelen met mijnen verzekeringen Huurharmonisatie legt bezitters oude woningen geen windeieren 55 Schrijver Gabriel Garcia Marquez uit Columbia ontleedt dictaturen LEIOSE SPAARBANK DONDERDAG 7 AUGUSTUS 1975 PAGINA 13 Boord, dus niet de haven in, Door Robert Schouten SCHEVENINGEN Opgevist in april, mei en juni: 43 zeemijnen en 62 bommen. Opgevist èn aangemeld. Want negentig procent van het oor logstuig dat boven water komt wordt door de vissers regelrecht in Nep- tunus' armen teruggekeild. Geen radio-boodschap óp de speciale fre quentie. De vissers spelen stommetje. Ze willen geen tijdverlies. Luitenant ter zee J. Boshamer van de duik- en demonteergroep van de Koninklijke Marine kan er weinig tegen doen en begrijpt het stand punt van dit vissers ook wel. "Het is niet te bewijzen, maar ik weet het door mijn contacten met hen. Ze hebben geen zin om naar een haven op te stomen als ze op 'n goed stekje liggen. Alleen tegen het weekeinde als ze toch naar binnen moeten, dan waarschuwen ze je wel." De zee blijft daarom ook als het niet stormt gevaarlijk. En dertig jaar na de oorlog zijn er vissers die met dat gevaar gewoon een loopje nemen. Nog niet zo lang geleden meerde een Urker visser zijn schuit af in de haven van Harlingen, vlak bij de bebouwde kom. Schippertje rustig naar huis. Maar op het dek lag wel een kanjer van een zeemijn. Onbewaakt. Gelukkig vond een maat van hem het toch een beetje link en belde daarom eens met de politie. Daar brak toen de paniek uit. Boshamer: "Het bleek een scher pe mijn met alleen al een spring lading van driehonderd kilo. Die had alles in een straal van driehonderd meter kunnen wegblazen." Gelukkig komen ongelukken met mijnen en bommen weinig voor. Het laatste grote ongeluk was trouwens in '69 in Oost-Duinkerken. Zeven Belgische mijndemonteurs gingen toen de lucht in. Maar dat is het juist: als er wat gebeurt is het gelijk goed raak. Guldenskwestie Die Urker visser is echter geen uitzondering. Op 6 mei vond de ge meentepolitie van IJmuiden aan boord van een kotter een verdacht uitziend ding. De bemanning biecht te op dat ze het al op 1 mei hadden opgevist maar niet hadden gemeld. Ook dit bleek een kwaaie mijn die door een deskundige werd ontman teld. Toch zyn de voorschriften duide lijk genoeg: "Onder geen beding mag een visser, zonder daartoe door tus senkomst van de Koninklijke Ma rine instructies ontvangen te heb ben, met een mijn aan boord een haven binnenvaren." Vet gedrukt. Volgende zin: "De visser die dit ver bod overtreedt stelt zich aan straf vervolging bloot, terwijl hem boven dien schadevergoeding zal worden geweigerd." Strafvervolging? "Ach", zegt Bos hamer, "ze krijgen een boete en dat is dan nog een guldenskwestie. Dat helpt niets. De wetgeving voorziet er niet in." Dus blijft hij met zijn medewerkers vierentwintig uur per dag beschikbaar om te reageren op boodschappen via radio Schevenin- gen. Twee oorlogen Door Jan van Wieringen CARACAS - De lang verwachte nieuwe roman van de Columbiaanse j schrijver Gabriel Garcia Marquez werd in Latijns-Amerika voor j publikatie al aangekondigd als een grote literaire gebeurtenis en niet alleen door zijn uitgever. Kranten en tijdschriften van aanzien zonden verslaggevers voor Interviews naar de Spaanse stad Barcelona waar Garcia Marquez tegenwoordig woont en nu het boek dan verschenen is wordt het ongekend snel verkocht, j De roman heet „El otono del patriarca" (De herfst van de patriarch) en het belandde in verscheidene Latijnsamerikaanse j landen vrijwel onmiddellijk boven- aan de bestsellersliist. In Venezuela bijvoorbeeld werden de eerste I maand van verschijning al meer dan vijfduizend exemplaren ver- j kocht en de maatschappij die de distributie van het boek verzorgt, I Distribuidora Continental, noemt dit aantal „ongekend hoog". Gabriel Garcia Marquez is buiten Spaans sprekende landen vooral bekend om zijn omvangrijke roman „Cien anos de soledad", die in vele talen vertaald is (in het Nederlands onder de titel „Honderd Jaar eenzaamheid" bij uitgeverij Meulen- j hoff). Europese en Noordamerikaan- se kritici prezen het boek uitbundig j en schreven dat Garcia Marquez zich hiermee meteen op een lijn plaatste met Vladimir Natookow en Gunter Grass. „Honderd jaar eenzaamheid" is een absurdistische familie-roman die zich afspeelt in zijn legendarisch Columbiaanse dorp Macondo, waar vrijwel alle verhalen en romans van Garcia Marquez zijn gesitueerd. Tegelijkertijd laat het boek zich lezen als een symbolische samenvat ting van de recente Latijnsameri kaanse geschiedenis, kompleet met opstanden, verraad, revoluties en alles wat daar bij hoort. Patriarch „De herfst van de patriarch" is minder alomvattend dan „Honderd Jaar eenzaamheid": het hoofdthema is hier niet het dagelijks leven in een heel dorp, maar het probleem van de macht. De hoofdpersoon is de patriarch, een stokoude diktator die al sinds mensenheugenis aan de macht is en voorlopig nog niet denkt aan aftreden. Deze diktator weet alles het beste, kan alles'het beste en hij heeft zijn rijk stevig in zijn macht. Als hij vraagt hoe laat het is antwoordt men hem dat het zo laat is als hij wil dat het is. Hij is Juist door de overtrokken voorstelling van zaken een typische Zuidamerikaanse „caudillo", het soort glamour-diktator waar Zuid-Ameri- ka er zo veel van gekend heeft. Dit soort heersers dankt hun positie voor een groot deel aan een vaderlijk, patriarchaal voorkomen en een flinke dosis „machismo", een begrip dat door het woord mannelijkheid niet volledig vertaald is. Garcia Marquez symboliseert dit door zijn diktator een gigantisch geslachtsdeel te geven, dat zo zwaar is dat hij een speciale broek moet dragen. Zoals in de meeste verhalen van Gabriel Garcia Marquez slaat de lezer vanaf de pagina's een intense tropische hitte en een sfeer van ondergang en verrotting tegemoet. De regeringsperiode van de pa triarch heeft zijn langste tijd gehad; het is zijn herfsttij en dit besef brengt de diktator tot nog krankzinniger daden die belachelijk zouden zijn als zij niet tegelijkertijd zo huiveringwekkend waren. Wie ook maar enigszins met de recente geschiedenis van Latijns- Amerika bekend is weet dat er heel wat fantasie nodig is om de politieke gruwelen van sommige heersers hier te overtreffen. De patriarch van Gabriel Garcia Marquez doet dan ook soms denken aan de diktator Trujillo van de Dominikaanse Republiek, die zich officieel de weldoener van het Volk liet noemen en vrijwel alles op zijn eiland zijn eigen naam gaf: openbare gebouwen, het vliegveld, scholen en tenslotte ook de hoofdstad: Ciudad Trujillo. Franco Anderen menen dat generalissimo Franco voor de patriarch model heeft gestaan: Garcia Marquez woont nu in Spanje en Franco heeft rmder m^fir met de patriarch gemeen dat hij maar niet af wil treden. Maar er zijn meer kandida ten: de Venezolaanse diktators Gomez en Perez Jimenez, de Mexicaan Diaz, de Somoza-kliek in Nicaragua, en de lijst 'is nog veel langer te maken. Op het omslag van de Latijnsamerikaanse editie van het boek staat een tekening van'de bekende Venezolaanse schilder Za pata van een man die opmerkelijk veel overeenkomst met diktator Gomez vertoont. „De herfst van de patriarch" doet net zo barok aan als „Honderd jaar eenzaamheid" en dat komt vooral door de razendsnelle verteltrant, de opeenstapeling van anekdotes en de soms bladzijden lange metaforen. Het meest opvallende stijlkenmerk is wel dat het boek uit niet meer dan een paar zinnen bestaat - maar dan wel hele lange zinnen.' In recente interviews herhaalt Garcia Marquez keer op keer dat dit voorlopig zijn laaste boek zal zijn. Hij zegt dat hij is uitgeschreven en terug keert naar zijn oude beroep: de Journalistiek. Zijn militante reportages brachten hem herhaalde lijk in konflikt met de Columbiaan se autoriteiten en in 1959 verliet hij op 27-jarige leeftijd zijn' vaderland om zijn werk in Venezuela voort te zetten. Hij heeft ook in Frankrijk en in Mexico gewoond; voor het Cubaanse persbureau Prensa Latina werkte hij enige tijd in New York. Garcia Marquez is erg pro-Cuba en hij zegt herhaaldelijk dat de Cubaanse successen him weerslag hebben op heel Latijns-Amerika en op de lange duur niet onderdrukt kunnen blijven.'Hij is onder meer redakteur van het militante Colum biaanse blad „Alternativa", dat de gewelddadige strijd voorstaat tegen het „Noordamerikaanse imperialisme" en zijn artikelen worden tot in Peru gepubliceerd, zoals zijn interview met Philip 'Agee, de ex-CIA-agent en schrijver van het hier zeer gerucht makende boek „Inside the company, a CIA-diary". Elegant Als schrijver wordt Garcia Marquez algemeen bewonderd; zijn politieke ideeën maken hem tot een omstreden figuur. Het veelgelezen blad Vision bijvoorbeeld liet aan een interview met de schrijver een paar sarkastische opmerkingen vooraf gaan waarin zijn levenswijze in stryd wordt genoemd met zijn ideeen: „Don Gabriel is een elegante man die zijden maathemden' draagt. Hij beschouwt de revolutie in Latijns-Amerika vanuit zijn gerief lijke residentie in Barcelona onder bescherming van Franco." Anderen echter geloven genoeg in zijn politieke betrouwbaarheid om Gabriel Garcia Marquez uit te roepen tot kandidaat voor het presidentsschap van Columbia. De conservatieve Columbiaanse krant „El Siglo" meldde dit ten minste afgelopen maand mei, overigens zonder er bij te vertellen of de schrijver bereid is zich in een dergelijke patriarchale, pos itie te laten manoevreren. En die blijven voorlopig wel bin nendruppelen. Dat moet wel als je de cijfers bekijkt. In de eerste we reldoorlog werden er 236.000 mijnen gelegd. Hiervan legden de Britten er 128.000, waarvan 15.000 in de bocht van Helgoland en 9.500 in het Ka naal tegen Duitse onderzeeboten. De noordelijk barrière met een lengte van 400 mijl bestond uit 71.000 mij nen. Er gingen 999 schepen door ver loren. In de tweede wereldoorlog werden totaal 636.000 mijnen gelegd, waarvan 126.000 door de Duitsers in noordwest Europa. Er gingen toen 2.686 schepen verloren. Die mijnen zijn misschien voor tien procent opgeruimd. Ten noor den van de Wadden ligt bijvoorbeeld nog een uitgestrekt mijnenveld waardoor pas een jaar of vijf ge leden een vaarroute is geveegd. Deze maakt de weg vrij tussen Terschel ling en Eems en wordt daarom kort weg TE-route genoemd. Wie buiten die route vist hoeft echter niet bij defensie aan te kloppen als hij door een mijn schade oploopt aan netten of schip. Doodsklok De TE-route is niet schoonge veegd in die zin, dat alle bodem- mijnen tot ontploffing zijn gebracht De marine weet echter dat ze onge vaarlijk zyn voor normaal scheep vaartverkeer. De acoustische mijnen, die op de trilling van scheepsschroe ven reageren, en de magnetische mijnen die door de stalen scheeps huid worden geactiveerd, hebben een zogenaamde schepenklok ingebouwd. Een my'n waarby de klok is ingesteld op "vyf", laat vijf schepen rustig over zich heengaan maar explodeert bij de zesde. Mijnenvegers kunnen zo worden misleid. Er zyn ook mij nen met een schepenklok van acht, ja zelfs van dertien instellingen. Wat er nu aan mijnen ligt is ech ter letterlijk uitgeteld. Laboratorium proeven wezen uit dat de batterijen vrijwel uitgeput zijn. De doodsklok staat in vele gevallen op drie tikken vóór ontsteking. Ze zullen ooit wel eens doorrotten, Terug in zee of wachten op de marine? veronderstel Je. Luitenant ter zee moeten er afblijven. De springstof, Boshamer: "Wegrotten? We pakken nitro-glycerine, kristalliseert. En dan nu nog mijnen uit de eerste wereld- wordt de schokgevoeligheid hoger, oorlog. Laatst hadden we er een, die Nee, oude springstof is juist gevaar- was zó mooi dat we hem in ons mu- lijker dan nieuwe. Daar vergissen de seum hebben gezet. Maar vissers mensen zich wel eens in." ADVERTENTIE Maak het u gemakkelijk: voor alle geldzaken naar één adres, ook voor Per 1 juli jl. zijn de huren met acht procent verhoogd. Dat gebeurde in het kader van de huurharmonisatie. Tegen dezf» verhoging is indertijd veel verzet gerezen. Velen hadden van een ka binet waarin de progressieve par tijen zo sterk vertegenwoordigd zijn een ander beleid verwacht. Waarom werd deze maatregel dan toch nodig geacht? Door Theo Soeteman student Econometrie Na de oorlog moest onze eco nomie weer opgebouwd worden. Om ondernemers te stimuleren bedrijven op te zetten, werden de lonen laag gehouden. Aan de an dere kant moest het wonen voor de loontrekkenden betaalbaar blijven. De huren werden daarom laag gehouden. De loonronde van 1964 heeft de lonen weer tot een redelijk peil opgetrokken. Maar het werd niet raadzaam geacht de huren plot seling te verhogen. Dit mede om de aanhoudende inflatie met te stimuleren. Deze na-oorlogse periode van lage huren heeft een geringe bouwaktiviteit tot gevolg gehad, waardoor er een grote schaarste aan woningen ontstaan is On danks pogingen van regeringszij de (Bogaers, woningwetwoningen, subsidies) is er noe steeds in be paalde gebieden een groot tekort aan betaalbare woningen. De kostprijs van nieuw te bou wen woningen is inmiddels s*erk gestegen. De oorzaken daarvan lig gen zowel in de stijging van de grondprijs als in de stijging van de bouwkosten zelf. Grond op zich heeft geen de. Pas als de mens grond gaat gebruiken krijgt de grond waar de. In een land waar de bevol king groeit en waar steeds meer geproduceerd wordt en dus steeds meer grond nodig is voor wonen en werken, wegen, openbare ge bouwen en rekreatie, zal de prijs van de grond steeds hoger wor den. Het bouwen is, zoals alles,duur der geworden vergeleken mét net verleden. Maar ook t.o.v. andere produkten is bouwen duurder ge worden. De bouw is namelijk moei lijk te industrialiseren. Een luto bijvoorbeeld kan in een grote fa briek in serie gebouwd worden. Een huis moet echter op een be paalde plaats opgebouwd worden - ook al wordt er gebruik ge maakt van geprefabriceerde seg menten. En huizen worden met "in serie" gebouwd - ook al zijn er wijken met gelijke woningen Hoge huurprijs De kosten van nieuwbouw zijn relatief sterk gestegen, terwillöe rentestand hoog is. De onderne mer die zyn geld in huizen belegt wil minstens zijn geld plus de rente die hij anders zou heoh*n ontvangen èn de onderhoudskos ten terug krijgen. Hoge kosten van de bouw èn hoge rente zorgen dus voor een hoge huurprijs. Maar de hoogte van de rente stand wordt voor een deel veroorzaakt door de te verwach ten inflatie Chet minder waard worden van het geld). Met de berekening van de huren voor nieuwe woningen wordt echter geen rekening gehouden met toe komstige huurstijgingen die in een periode van inflatie wél plaatsvinden. Zodat de onderne mer de inflatie dubbel terugver dient. Woongenot Omdat de aanvangshuren van nieuwe woningen zo hoog liggen, subsidieert de overheid deze wo ningen om ze voor de bewoners betaalbaar te maken. Toch blijft er vaak een groot verschil be staan tussen de huren van oude woningen en van nieuwe, zodat de huurder van een oude woning voor een bepaald woongenot minder huur betaalt dan de huurder van een nieuwe woning. Omdat dit als onrechtvaardig beschouwd wordt ook omdat vaak juist jonge gezinnen hier door gedwongen worden hoge huren te betalen wil de rege ring de huren van oude en nieu we woningen wat meer op elkaar afstemmen. Dat heet dan huur harmonisatie. Maar wat voor gevolgen heeft de huurharmonisatie op de op brengsten van oude wonin gen? Zoals hierboven gezegd is, wil de eigenaar van een huis de waarde van dat huis, plus de rente plus kosten, terug verdie nen. De waarde van huizen stijgt echter door de toenemende schaarste aan grond én de nog steeds bestaande schaarste aan huizen. Dus ondanks het feit dat de huren van oude woningen t.o.v. de snel stijegende waarde van de ze woningen de (rente)-kosten vaak nauwelijks dekken, zorgt juist die waardestijging ervoor, dat de eigenaar niets te kort komt. Dat blijkt wel uit het feit dat zulke woningen bij verkoop nog leuke prijzen maken. ■Als nu de huren van oude wo- aingen opgetrokken worden om beter aan te sluiten bij die van de nieuwe, legt dat de huizenbe zitter geen windeieren. (Gezegd moet worden dat in de plannen van dit kabinet veel nadruk ge legd wordt op woningverbete ring). Handarbeid Nog eyen terug naar de schaarste van woningen. Deze is niet alleen ontstaan door de be perking van de huurverhogingen in het verleden. De overheid heeft immers via allerlei subsi dieregelingen de bouw willen stimuleren. We hebben ook een periode gehad, waarin de bouw capaciteit te klein was om alle bouwplannen te kunnen verwer kelijken. Dit hangt samen "met 't geringe niveau van de indus trialisatie. In de bouw is veel handarbeid nodig, en in een tijd met een lage werkloosheid bleek het erg moeilijk bouwvakarbeiders aan te trekken. Door 't strakke loonbeleid, dat de overheid toen voerde, bestond er ook geen mogelijkheid om via ex tra hoge lonen meer bouwvakkers aan te trekken. De overheid is er zelfs toe overgegaan jonge bouw vakarbeiders vrijstelling van mili taire dienst te geven. Weinig zin De huidige situatie is wel even anders. Er is een grote werkloos heid, en wel voornamelijk in de bouw. Aan de andere kant is de woningnood gedeeltelijk opgehe ven. De nood bestaat op het ogen blik voornamelijk in de sector goedkopere woningen. Het heeft weinig zin om via dure nieuwbouw te proberen déze woningnood op te lossen. Ook al zou het iets helpen wanneer mensen die in goedko pe woningen wonen, maar best méér kunnen betalen, zich laten verleiden om duurder te gaan In dit verband is het wat vreemd te zien dat nog te vaak oude wo ningen gesloopt worden, om plaats te maken voor nieuwbouw - of nog erger - voor hotels en derge lijke. Dat is misschien wel goed voor de werkgelegenheid op dit moment Maar waarschijnlijk minder goed voor de toekomstige. En het is zeer zeker niet goed voor het woon- en leefklimaat nu en in de toekomst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13