Westeinder Plassennatuur of volkstuinen Burgemeester L. Brouwer: „Geen slap maar een soepel beleid" PAGINA 16 EXTRA ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1975 De Westeinder Plassen, met Aalsmeer op de voorgrond. «ES Tenten, een bonte kleurenkakajonie de zaak heet uit de hand gelopen. Hoewel de heer L. Brouwer, burgemeester van Aalsmeer, uit voerig aan het woord kan zijn, stelt hij onmiddellijk een weder vraag- Wat wij zelf dan wel vinden is het met de recreatie op de Westeinder Plassen uit de hand gelopen? "U bent daar net immers zelf op de plassen geweest", verontschuldigt de burgemeester het uitstel van zijn eigen antwoord. We hebben gedurende een uur door het plassengebied gevaren. In gedach ten herhalen we het bliksembezoek pijlsnel en menen dan te moeten opmerken dat de ontwikkeling niet veel verder in deze richting moet doorgaan, want anders is er van de natuur op de Westeinder Plassen straks niets meer over en is hetgeen groot complex van volkstuintjes geworden. "Volkstuintjes", burgemeester Brouwer proeft het woord maar heel even "Precies, dat is het." We hebben het gevoel dat de Aalsmeerse burgemeester gaarne het vlees kent in zijn kuip; in tegenstel ling tot daarnet moet hij nu ongeveer weten waarheen hij zijn nauwelijks te stuiten woordenwaterval zal dienen te leiden. In de zomer van 1970 stelde het Burgemeester Brouwer, geconfron- gemeentebestuur - - - het bestemmingsplan „Landelijk kwalificaties, analyseert de situatie gebied 1969" vast. Ook de plassen als volgt: „Soepelheid vallen daaronder. Behalve bestemmingsplan wordt bouwverordening en in recreatievoorschriften geregeld wat mag en wat niet mag op en rond de Westeinder. Maar voorschriften zijn er om overtreden te worden. Zo ook hier. gaat het Jiier En aangezien de waterrecreatie een steeds intensiever bedreven vrije tijdsbesteding wordt, accumuleert een groot aantal kleine vergrijpen tegen de Westeinder natuur tot wat Q''o^°U; het nu is geworden. Rietlanden, eens kostelijke vogel- en plantenwereldjes, nu biljartlaken- onkruidvrije gazons Aalsmeer teerd met deze weinig vleiende beleid wordt uitgelegd als slapheid. En dan komt er onduidelijkheid". Wat bedoelt de burgemeester met een soepel beleid? „Een soepel beleid betekent dat wij het eerst even rustig aanzien, dat we eerst even rustig afwachten: een tijdelijke zaak, heeft het een permanent karakter?" accumuleert Er wordt gezegd dat er te weinig controle is. We Door Jan Ottens hebben het inderdaad druk met allerlei positieve zaken gemeente. Er moest gebouwd bijvoorbeeld. En dat hebben we gedaan. Je hoort wel altijd de sombere geluiden, maar bij zoiet staat men niet stil, begrijpt u wel". Volgens de heer Brouwer kan de overheid nooit alle illegale handelin gen voorkomen. „Kijk maar naar het verkeer. Er is af en toe controle. Dan heb je pech, dan word je gepakt. Je kan als overheid niet overal.tegelijk zijn". met rozenstruiken eromheen, keurig in het gelid. Kleine eilandjes die door de hoge golfslag van veel te snel varende boten geheel en al verdwenen zijn. Urgent Allerhande bouwsels, aanlegplaatsen, waarvoor geen vergunning werd Burgemeester Brouwer wijst verleend. Tenten op plaatsen waar niet gekampeerd mag worden, een bonte kleurenkakofonie. Die je ergens anders zou kunnen maken zonder de toch al schaarse Nederlandse natuur nog meer op de ontwikkeling loop te jagen. Ja, juist. Volkstuinen. Alarm In de Aalsmeerse gemeenteraad wordt alarm geslagen, wordt - ook volgens hem wel enige reden tot bezorgdheid voor de Westeinder Plassen is. Maar de tijd voor de alarmklok is nog niet voorzover de de goeie richting niet erg hard vlot, is dat niet de schuld van zijn gemeente. „Ik zeg altijd weer: Aalsmeer heeft een miljoen buren. Mensen uit Den Haag, Leiden, Amsterdam, heel de randstad komt hier naar toe. Lokaal maatregelen. De ontwik- heet het in ambtelijke termen - keling, zoals die de afgelopen jaren ongerustheid uitgesproken. Maar er ging, is een a" J worden wel degelijk ook minder-de- een recreati kool-en-de-geit sparende woorden urgente zaak, gebruikt. Falend beleid bijvoorbeeld. En chaos. De zaak heet uit de hand meenten rond de Westemder hadden gelopen. het schap al rond, maar toen kwamen de provinciebesturen van zowel Noord- als Zuid-Holland en cie zeiden: het gaat ook niet alleen om de omliggende gemeenten. Er moeten er nog meer bij. Maar zo blijf je natuurlijk wel aan de gang". Vroeger was er sprake van de oprichting van een „plassenschap" - sommigen zien in de verandering van dat woord in „recreatieschap" een bewijs dat niet meer het behoud van de plassen voorop staat, maar de ontwikkeling van de recreatie. Burgemeester Brouwer: „Die woor den betekenen precies hetzelfde". Preventie Dat er nooit iets gedaan is, wordt op het gemeentehuis van Aalsmeer bestreden. Er is een eind gemaakt aan de golf van woonboten die de Westeinder dreigden te overspoelen. Sinds dit jaar mag er op elke 400 vierkante meter maar één tent staan. Maar niet overal natuurlijk: het aantal vergunningen voor tentplaatsen wordt „afgebouwd". Voor dit jaar werden er 294 afgegeven, terwijl dat aantal in 1974 nog ver boven de 300 lag. Beschoeiingen slaan is niet verbo den, tenslotte is alle grond in particuliere handen. Die grond moet je tegen de aanvallen van het water kunnen verdedigen, maar een beschoeiing is e een complete jachthaven toch echt wel wat anders. Ondanks het feit dat burgemeester Brouwer geen kwaad woord wil horen over de controle in het verleden, kondigt hij een intensive ring aan: „We gaan meer aan de algemene preventie doen", zegt hij, „en we, dat is een heel rijtje: het hoogheemraadschap Rijnland, de waterpolitie, de landpolitie, de gemeente en de provincie. De gemeente heeft al een extra man voor de buitendienst aangetrokken". Aalsmeer heeft, eveneens met ingang van deze zomer, bufferzones ingesteld, gebieden die de pure recreatie weg van de pure natuur moeten houden. Als overgangsrege- zijn nieuw verworven stukje grond zijn eigen voorzieningen bouwt: een tent, een huisje, een toilet (maar geen riolering!), een aanlegplaats, een meerpaal, een tuintje. Anders dan bijvoorbeeld op de hoeverre kan je Friese meren ontwikkelde hier de dagrecreatie zich nauwelijks. Maar rel deden dat speciale moeilijkhe- ling zijn tentvergunningen nes uitgegeven. Opgetogen Puur natuur - in daar bij de Westeinder Plassen spreken? Niet zover vermoedelijk, anders waren ze, of waren delen ervan, wel meer beschermd dan nu alleen enigszins via het gemeentelij ke bestemmingsplan, anders waren ze misschien wel natuurgebied in de zin der wet, of in eigendom bij de particuliere natuurbescherming. De Westeinder Plassen zijn dat niet. Maar toch. Een ambtenaar van het Staatsbosbeheer, die op verzoek van de gemeente aan het inventariseren sloeg, meldde opgetogen dat de Westeinder nog zeer gave natuurge biedjes herbergt. Waar het verlan- dingsproces (water-moeras-land) nog volop aan de gang is. Zonnige eilanden, met een donzen deken van veenmos, en zeldzame planten als koningsvaren, veenbes en zelfs ronde zonnedauw, het bekende vlees- etertje van de Nederlandse veenbo- dem. Slordig redenerende watertoeristen plegen hier, met heel hun afval-ra- taplan gevulde, plastic vuilniszakken neer te gooien. Maar eigenlijk is er niets nieuws onder de zon. De burgemeester: „Al die natuurter reinen waren vroeger in gebruik bij de Aalsmeerse bloemen- en heester kwekers. En die gooiden er al hun tuinafval op. Dan helpt de natuur een handje mee, en daarom is het gebied hier nu zo mooi". „Amsterdam is een mooie stad, daar zijn we 't allemaal over eens. Maar het kost toch geen enkele moeite om een heleboel vuile plekjes te vinden?" Ontroerend Historisch gzien is de huidige ontwikkeling rond de Westeinder Plassen voor het grootste deel bepaald door ed economische situatie in de Aalsmeerse bloemiste rij. Burgemeester Brouwer noemt het „heel ontroerend" dat zijn gemeente het oudste bloemisterijgebied van Nederland is, maar het is daardoor vanouds ook zo kleinschalig van opzet dat Aalsmeer in deze moderne tijd van „groter is beter" economisch maar moeilijk het hoofd boven water kan houden. En dan komt de recreant. De niet onbemiddelde recreant. Die zo'n stukje tuinbouwgrond aan het lokkende water wel wil kopen. Of huren. Het levert de Aalsmeerse bloemist meer op dan zijn anjers en seringen. Zo werden de Westeinder Plassen het domein van de randstedelijke verblijfsrecreant, de recreant die op den. Op het de jachthavens bijvoorbeeld. Waar houdt de winterberging op, waar begint de Jachthaven? Aalsmeers soepele beleid werd uitgelegd als slap - iedere kritikus kon wel gevallen van het meten met twee maten aanwijzen. Wat de een werd toegestaan, werd de ander verboden. Boordevol Burgemeester Brouwer: „De eigen, dom van de grond raakt precies aan het principiële punt van wil je verblijfs- of dagrecreatie. De verblijfsrecreatie is voor de grondei genaren economisch het meest interessant, maar als je je als gemeente uitspreekt voor meer dagrecreatie, moet je wel allerlei collectieve voorzieningen treffen. Vandaar ook de oprichting van een recreatieschap". De indruk blijft hangen dat Aalsmeer zelf niet goed weet wat het wil. De keus tussen wat de burgemeester noemt de massarecreatie of de individuele watersport, de recreatie voor de fijnproevers. Is er op de Westeinder (die overigens veelvuldig wordt geplaagd door vliegtuiglawaai van Schiphol) eigenlijk wel ruimte genoeg? „Volgens het ene rapport", zegt de burgemeester, „zijn de plassen boordevol, al is dat eigk Uijk alleen maar in het weekend. De Westein der is echt een gebied van de weekendrecreatie, dan komt iedereen hier naar zijn eigen vaste verblijf je. Maar het andere rapport zegt, even deskundig, er kan nog veel meer bij". Burgemeester Brouwer aanvaardt de maatschappelijke realiteit. Dat er minder houten gevallen met een zeil erop zijn bijvoorbeeld, en meer joekels van kruisers. „Maar dat betekent niet dat we die steeds faciliteiten blijven geven". Tenslotte wijst hij op het besluit van de gemeenteraad om de Westeinder Plassen in I.iser „op te schonen", en op de gelukkige omstandigheid dat alle gerechtelijke procedures van recreanten tegen de gemeente door de laatste werden gewonnen. En of we nog eens terug w.llen komen voor de Aalsmeerse bloemen veiling. Met haar oppervlakte van 16 hectare de grootste overdekte hal ter wereld. De burgemeester houdt van de positieve zaken in zijn gemeente.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 16